NL1004168C2 - Werkwijze voor het telen van een gewas en machines voor gebruik daarbij. - Google Patents

Werkwijze voor het telen van een gewas en machines voor gebruik daarbij. Download PDF

Info

Publication number
NL1004168C2
NL1004168C2 NL1004168A NL1004168A NL1004168C2 NL 1004168 C2 NL1004168 C2 NL 1004168C2 NL 1004168 A NL1004168 A NL 1004168A NL 1004168 A NL1004168 A NL 1004168A NL 1004168 C2 NL1004168 C2 NL 1004168C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
strips
soil
grass
seed
crop
Prior art date
Application number
NL1004168A
Other languages
English (en)
Inventor
Hendrik Pol
Original Assignee
Hendrik Pol
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Hendrik Pol filed Critical Hendrik Pol
Priority to NL1004168A priority Critical patent/NL1004168C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1004168C2 publication Critical patent/NL1004168C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B79/00Methods for working soil
    • A01B79/02Methods for working soil combined with other agricultural processing, e.g. fertilising, planting
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B39/00Other machines specially adapted for working soil on which crops are growing
    • A01B39/08Other machines specially adapted for working soil on which crops are growing with rotating tools such as weeding machines
    • A01B39/085Other machines specially adapted for working soil on which crops are growing with rotating tools such as weeding machines the rotating tools being actively driven

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Harvester Elements (AREA)
  • Soil Working Implements (AREA)

Description

-1-
Titel: Werkwijze voor het telen van een gewas en machines voor gebruik daarbij
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze volgens de aanhef van conclusie 1 alsmede op een inrichting voor het vormen van zaaibedden en op een grasmaaimachine.
Een werkwijze als hierboven aangegeven is uit de 5 praktijk reeds zeer lang bekend, bijvoorbeeld voor het telen van maïs. Bezwaren van deze bekende werkwijze zijn, dat het bewerken van de grond veel tijd en energie vergt, dat tussen de zaaibedden onkruid opkomt dat in het algemeen door besproeien of wieden wordt verwijderd, en dat een aanzienlijk 10 deel van de aangebrachte mest uitspoelt, waardoor deze onbe nut verloren gaat en grond- en/of oppervlaktewater wordt vervuild. Een verder probleem van de bekende werkwijze is, dat de grond kort na het uitzaaien zeer gevoelig is voor erosie door wind en water, waardoor vruchtbaar bodemmateri-15 aal verloren kan gaan. Ook is er nauwelijks nog risico voor stuctuurbederf van de grond omdat er bij de werkwijze volgens de vinding geen gebruik wordt gemaakt van ploegbewer-kingen. Verder bestaat steeds de wens tot het verder vergroten van de opbrengst van een perceel landbouwgrond en het 20 flexibeler in kunnen spelen op de vraag naar verschillende landbouwprodukten. Tenslotte verschaft de vinding een werkwijze volgens welke bij een gelijkblijvende of mindere aanwending van mest een hogere totaalopbrengst wordt bereikt, zodat dit een gunstig effect heeft op de mineraalboekhou-25 ding.
Het is een doel van de uitvinding een werkwijze voor het telen van een gewas te verschaffen, waarbij het bewerken van de grond minder tijd en energie vergt, minder onkruid tussen de zaaibedden opkomt, minder mest onbenut wegspoelt, 30 minder gevaar van erosie en structuurbederf bestaat, een hogere totaalopbrengst kan worden verkregen en flexibeler kan worden gereageerd op variaties in de vraag naar verschillende soorten landbouwprodukten.
Dit doel wordt volgens de onderhavige uitvinding
1 0 f; M C S
-2- bereikt door een werkwijze als initieel aangeduid uit te voeren overeenkomstig het kenmerkende deel van conclusie 1.
Bij deze werkwijze wordt, gedurende de tijd dat het uitgezaaide gewas nog zodanig laag is dat voldoende licht de 5 tussenruimtes nabij de bodem bereikt, een belangrijk deel van het perceel benut als grasland, waardoor behalve het uitgezaaide gewas, ook nog in aanzienlijke mate gras van het perceel geoogst kan worden. Wanneer het uitgezaaide gewas een zodanige hoogte heeft bereikt, dat nog slechts weinig 10 licht de bodem tussen de zaaibedden bereikt, komt de gras- groei tijdelijk praktisch tot stilstand, maar na het oogsten van het gewas kan de grasgroei zich direct weer herstellen, zodat de ruimte tussen de zaaibedden steeds wanneer voldoende licht wordt toegelaten wordt benut als grasland.
15 Een bijzonder voordeel van de aanwezigheid van gras tussen de zaaibedden is, dat mest die niet in de zaaibedden terecht is gekomen of uit de zaaibedden spoelt voor een belangrijk deel wordt verbruikt als voeding voor het gras. Hierdoor wordt vervuiling van grond- en oppervlaktewater 20 beperkt en gaat minder mest onbenut verloren.
Een ander voordeel van de aanwezigheid van gras tussen de zaaibedden is, dat onkruid minder kans krijgt, waardoor bespuiten of wieden veelal niet nodig is.
Nog een ander voordeel van de aanwezigheid van gras 25 tussen de zaaibedden is, dat de bodem tussen de zaaibedden wordt vastgehouden en dat een aanzienlijk deel van eventueel uit de zaaibedden geërodeerd bodemmateriaal in de grasstroken wordt opgevangen. Door de dankzij het gras vergrote stabiliteit van de bodem tussen de zaaibedden is de bodem 30 bij toepassing van de werkwijze volgens de onderhavige uit vinding overigens ook beter begaanbaar voor landbouwmachines dan een bodem die over zijn gehele oppervlak omgeploegd is.
Doordat tussen de zaaibedden grasland achterblijft, kan grond die is gebruikt voor het telen van genoemd gewas 35 zich sneller herstellen voor volledige benutting als gras land. Hierdoor kan sneller in worden gespeeld op variaties in de behoefte aan uit bedoeld gewas te verkrijgen produk- 10041 68 -3- ten.
De werkwijze volgens de uitvinding is in het bijzonder geschikt voor toepassing door veeboeren, die zowel het gras als uit het gewas verkregen produkten - bijvoorbeeld 5 gehakselde maïs - als veevoer kunnen gebruiken en bovendien beschikken over royale hoeveelheden mest of zelfs overschotten aan mest, waarvan bij de werkwijze volgens de uitvinding grotere hoeveelheden per oppervlakte-eenheid opgenomen kunnen worden dan bij conventionele teeltwijzen van maïs en 10 dergelijke.
Voor het verkrijgen van een grote grasopbrengst en ter voorkoming dat het gras de groei van het uitgezaaide gewas te zeer beperkt, verdient het de voorkeur de stroken grasland ten minste enige keren te maaien nadat uit de ge-15 noemde zaaibedden planten van genoemd gewas zijn opgekomen.
Het wordt zeer goed mogelijk geacht om op deze wijze nog 4 snedes gras te winnen wat een flinke extra opbrengst aan Kg. VEM betekent.
De werkwijze volgens de uitvinding kan met bijzonder 20 voordeel worden toegepast door uit te gaan van een perceel grasland en de zaaibedden afwisselend met ongemoeid gelaten stroken grasland aan te brengen. Enerzijds wordt dan de noodzaak van het volledig omploegen van het grasland vermeden en anderzijds wordt dan sterk geprofiteerd van de door 25 het gras verschafte stabiliteit, onkruidwering en grasop brengst .
Door bij het vormen van de zaaibedden mest door de opgewoelde grond te mengen, kan mest op eenvoudige wijze zo over het land verdeeld worden, dat deze vooral aan het in de 30 zaaibedden te telen gewas ten goede komt. Het gras vervult dan de functie van het voor een belangrijk deel verwerken van uit de zaaibedden gespoelde meststoffen.
Aantrekkelijk gecombineerde opbrengsten van het geteelde gewas en van gras worden verkregen indien de hartaf-35 stand tussen opeenvolgende zaaibedden 65-85 cm bedraagt. Is de afstand kleiner, dan wordt de grasgroei reeds vrij kort na het opkomen van het in de zaaibedden uitgezaaide gewas 10041 68 -4- sterk beperkt. Is de afstand groter, dan gaat de grasgroei ook nog door nadat het gras door de hoogte van het uitgezaaide gewas niet of niet goed meer te maaien is.
Zoals hiervoor reeds werd besproken verbetert het 5 gras de begaanbaarheid voor landbouwmachines van de tussen ruimtes tussen de zaaibedden. Hiervan wordt gebruik gemaakt door tijdens het maaien met wielen van een maaivoertuig over genoemde stroken grasland te rijden en het gras af te maaien voordat de wielen daarover passeren. Dit biedt verder het 10 voordeel, dat de sporen waarlangs de maaimachine bij het maaien rijdt tevens bijdragen aan de grasopbrengst.
De uitvinding voorziet tevens in een inrichting voor het vormen van zaaibedden volgens conclusie 7, die speciaal geschikt is voor toepassing bij de werkwijze volgens de 15 uitvinding, doordat tussen de bodembewerkingsgereedschappen voor het omwoelen van stroken aarde, een zodanige tussenafstand aanwezig is, dat tussen genoemde omgewoelde stoken aarde stroken grond ongemoeid worden gelaten. In deze ongemoeid gelaten stroken aanwezig of uitgezaaid gras kan tus-20 sen de zaaibedden opgroeien.
Door de inrichting te voorzien van toevoerkanalen voor het bemesten van de omgewoelde stroken aarde, kunnen de zaaibedden gericht bemest worden en kan uitspoelen van mest sterk beperkt worden.
25 Door de bodembewerkingsgereedschappen uit te voeren als bodemfrezen en de inrichting te voorzien van in bedrijfstoestand tot nabij de bodem reikende behuizingen die de frezen bevatten en ten opzichte waarvan de frezen omlaag uitsteken, en door daarbij de toevoerkanalen uit te laten 30 monden in de behuizingen, wordt een inrichting verkregen, waarmee de toegevoerde mest intensief met de grond in het zaaibed kan worden vermengd en ammoniakemissies kunnen worden beperkt. Door de frezen wordt in bedrijf binnen de behuizingen een min of meer gefluïdiseerd bed van opgeworpen 35 en weer neerdalende gronddeeltjes in stand gehouden, dat zeer geschikt is voor het verkrijgen van een snelle gelijkmatige verdeling en absorptie van toegevoerde mest. Doordat ✓ r·· r > · c' i v 1’ f υ u -5- mest en aarde binnen de behuizing worden gemengd, wordt de ammoniak-emissie beperkt.
De frezen zijn bij voorkeur ingericht voor tegenlo-pende rotatie. Hierdoor wordt de grond effectief omhoog 5 gebracht en kan deze vervolgens, al dan niet na vermenging met mest, achter de frees weer op de grond vallen.
Teneinde het vormen van de zaaibedden en het zaaien in een gang uit te kunnen voeren, is de inrichting voor het vormen van het zaaibed bij voorkeur verder voorzien van in 10 rijrichting ten opzichte van de bodembewerkingsgereedschap- pen achterlopende middelen voor het in het zaaibed aanbrengen van zaad.
De uitvinding voorziet tevens in een grasmaaimachine volgens conclusie 12 die speciaal geschikt is voor toepas-15 sing bij de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding, doordat messen daarvan in een richting dwars op de rijrichting op afstand van elkaar zijn opgehangen en tussen de messen een poort met een open onderzijde is vrijgelaten voor het tijdens het maaien tussen de messen door laten passeren 20 van planten zonder deze te beschadigen.
Met een dergelijke grasmaaimachine kan het gras van meerdere stroken grasland ook tussen de zaaibedden uit worden gemaaid nadat de planten van het uitgezaaide gewas zijn opgekomen. Bij het maaien kan de grasmaaimachine zo bestuurd 25 worden, dat de rijen planten in het zaaibed zich door de poort of poorten tussen de messen uitstrekken en de planten onbeschadigd door de poort of poorten passeren terwijl de maaimachine zich daarlangs beweegt.
De of elke poort is, gemeten vanaf een door de messen 30 bepaald afmaainiveau, bij voorkeur minstens 60 cm hoog.
Hierdoor kan zonder beschadiging van de planten in de zaaibedden gras van de stroken tussen de zaaibedden gemaaid worden totdat de planten een hoogte hebben bereikt, waarbij deze de grasgroei in de tussen de zaaibedden gelegen stroken 35 sterk beperken.
Door de poort of poorten uit te voeren in een naar boven afgeknot tapse vorm, wordt maximaal ruimte voor het Ί -6- mechanisme van de maaimachine verschaft, zonder het gevaar van beschadiging van de planten wezenlijk te vergroten. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het inzicht, dat de uitslag waarover een gedeelte van een plant mee kan geven door 5 verbuigen van de plant, zonder de plant te beschadigen, groter is naarmate bedoeld gedeelte hoger boven de grond is gelegen.
Het risico van beschadiging van de planten kan verder worden beperkt door de poort of poorten uit te voeren met 10 een in rijrichting voorlopende rand die afgerond is.
Navolgend wordt de uitvinding nader geïllustreerd en toegelicht, waarbij wordt verwezen naar de tekening. Daarbij toont:
Fig. 1 Een schematische weergave van de diverse bewerkingen. 15 Fig. 2 Een schematische weergave van de diverse groeistadia van het permanente en het tijdelijke gewas.
Fig. 3 Een schematische weergave van de freesinrichting in perspectief.
Fig. 4 Idem van de te gebruiken maalinrichting.
20 De teeltwijze gaat uit van de gelijktijdige groei van een zogenaamd permanent en een zogenaamd tijdelijk gewas die afwisselend op stroken respectievelijk op rijen op korte onderlinge afstand op een en hetzelfde perceel worden geteeld. Het permanente gewas is bijvoorbeeld gras, het tijde-25 lijke gewas bijvoorbeeld mais. Aan de hand van deze gewassen zal de teeltwijze nader worden toegelicht.
Uitgangspunt voor de bewerkingscyclus is een perceel kort grasland in het voorjaar, waarop naast gras eveneens mais verbouwd gaat worden volgens fig 2a. Dit grasland kan voor-30 afgaand nog eenmaal in zijn geheel middels bestaande wijzen worden bemest. Bijv. door het strooien van kunstmest of het sproeien of injecteren van drijfmest. Deze mogelijkheid is optioneel en hangt af van de wens of noodzaak om ook nog in meerdere of mindere mate gras te oogsten of mest te gebrui-35 ken.
Vervolgens kan worden begonnen met de eigenlijke bewerkingen van de teeltwijze volgens de vinding. Hierbij zijn de vol- 1004168 -7- gende bewerkingsstappen te onderscheiden: 1. Het prepareren en gelijktijdig bemesten van de zaaibedden voor de maïs volgens fig. IA.
2. Het inzaaien van de mais volgens fig. IA.
5 3.Het maaien/oogsten/afvoeren van het gras volgens fig. 1B
4.Het oogsten van de mais.
Voor het prepareren van het zaaibed wordt gebruik gemaakt van een freesinrichting volgens fig. 3. Deze freesinrichting F volgens fig. IA dient aan de voorzijde van een landbouw-10 tractor of een ander zelfrijdend voertuig met aandrijfmoge- lijkheden te worden gekoppeld. De freesinrichting volgens fig.3 bestaat uit een aantal omkaste freeselementen 2 die op een regelmatige onderlinge afstand in het frame van de freesinrichting zijn geplaatst. De onderlinge afstand a komt 15 overeen met de gebruikelijke rijafstand bij het telen van mais. Zie fig. 1A-B. De frezen worden aangedreven middels een centrale as via de aftakas van het voertuig en zijn in diepte verstelbaar afhankelijk van de grondsoort. De draairichting van de frezen is tegenlopend, dat wil zeggen, te-20 gengesteld aan de rijrichting. De omkastingen 1 van de freeslichamen bevatten elk een toevoeropening 4 voor het toevoeren van de drijfmest. Gelijktijdig met het frezen wordt aldus drijfmest in de omkasting aangevoerd, waarbij deze zich zeer goed met de gefreesde grond vermengt. Voor de 25 aanvoer van de drijfmest kan bijvoorbeeld gebruik worden gemaakt van een meerijdende tank.
Middels het uitvoeren van de freesbewerking wordt de graszode plaatselijk verhakseld, met drijfmest vermengd en onstaan langwerpige strookvormige zaaibedden voor de mais op regel-30 matige afstand a in het bestaande grasland. Zie fig. IA en 2b waar deze stroken met M zijn aangeduid en de over blijvende grasstroken met G. Hierbij is de breedte van de zaaibedden voor de mais veel smaller dan die van de stroken gras. Om verstopping van de freeselementen te voorkomen en 35 een doorlaatopening voor de zaaibedden te krijgen, zijn de freesomkastingen volgens fig. 3 aan de achterzijde 5 deels open uitgevoerd. Achter de frezen zijn aandrukrollen 3 ge- 10041 68 -8-
plaatst om de losgewoelde grond zodanig aan te drukken, dat er een geschikt zaaibed ontstaat. Het inzaaien van de mais kan in dezelfde bewerkingsgang als het frezen worden uitgevoerd, door gelijktijdig een zaaimachine Z voor mais achter 5 het voertuig aan te koppelen volgens fig. IA
Het permanente (gras) en het tijdelijke (mais)gewas kunnen nu verder groeien.
Wanneer het gras voldoende hoog staat zoals aangegeven in fig. 2c, dient dit te worden gemaaid en afgevoerd middels 10 een speciaal daarvoor aangepaste maaimachine MM volgens fig.
1B. Deze maaimachine is aan de voorkant van het zelfrijdende voertuig bevestigd, zodat er geen sprake is van platrijden van gras dat nog gemaaid moet worden. Deze maalinrichting volgens fig.4 bestaat uit een aantal op regelmatige afstand 15 van elkaar geplaatste maaielementen met roterende messen 2.
Tussen de maaielementen is de maalinrichting voorzien van naar boven toe zich verwijdende conisch toelopende doorlaat-openingen 1 om de opgroeiende mais tot een bepaalde hoogte onbeschadigd door te laten en om de kans op het afmaaien aan 20 de onderzijde van de plant te verkleinen. Het gemaaide gras kan -bijvoorbeeld middels afzuiging- worden afgevoerd en ingekuild. De maaibewerking van het gras kan meerdere keren worden herhaald totdat de hoogte van de opgroeiende mais-planten het niet meer toelaat om er met de maalinrichting en 25 of het voertuig door te rijden zonder de planten te bescha digen. Ook zal in dit stadium volgens fig.2d de groei van het gras door de schaduwwerking van de mais spoedig afnemen zodat maaien niet voldoende opbrengst meer geeft.
Al spoedig na het frezen en inzaaien van de mais zullen de 30 grasstroken zich door uitstoeling ook weer gaan uitbreiden op de zaaibedden en aldus weer tegen de maisplanten aangroeien, waardoor er weer een aaneengesloten grasmat ontstaat. In het najaar kan de mais op de bekende wijze worden geoogst en is het perceel weer volledig als grasland be-35 schikbaar.
io.'.41 as

Claims (15)

1. Werkwijze voor het telen van een gewas, omvattende het vormen van strookvormige zaaibedden, en het in de zaai-5 bedden uitzaaien van zaad van het desbetreffende gewas en het laten opkomen, uitgroeien en oogsten van dat gewas, gekenmerkt door het afwisselend tussen de zaaibedden laten groeien van stroken grasland en het ten minste een keer maaien van gras tussen genoemde zaaibedden.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij genoemde stroken grasland ten minste een keer worden gemaaid nadat uit de genoemde zaaibedden planten van genoemd gewas zijn opgekomen.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij wordt 15 uitgegaan van een perceel grasland en de zaaibedden afwisse lend met ongemoeid gelaten stroken grasland worden aangebracht .
4. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij bij tijdens het vormen van de zaaibedden mest door 20 het zaaibed vormende aarde wordt gemengd.
5. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij opeenvolgende zaaibedden met een hartafstand van 65-85 cm worden aangelegd.
6. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, 25 waarbij tijdens het maaien met wielen van een maaivoertuig over genoemde stroken grasland wordt gereden en het gras wordt afgemaaid voordat de wielen daarover passeren.
7. Inrichting voor het vormen van zaaibedden, omvattende een frame en ten minste twee in het frame opgehangen 30 bodembewerkingsgereedschappen voor het omwoelen van een strook aarde, waarbij de tussenafstand tussen genoemde gereedschappen zodanig is, dat stroken grond tussen genoemde omgewoelde stroken aarde ongemoeid worden gelaten.
8. Inrichting volgens conclusie 7, verder omvattende 35 toevoerkanalen voor het bemesten van de omgewoelde stroken aarde.
9. Inrichting volgens conclusie 8, waarbij bodembe- I. k - · - ' 1 -10- werkingsgereedschappen zijn uitgevoerd als bodemfrezen, verder omvattende ten minste een in bedrijfstoestand tot nabij de bodem reikende behuizing die ten minste een van genoemde frezen bevat en ten opzichte waarvan genoemde frees 5 of frezen omlaag uitsteekt resp, uitsteken, en waarbij de toevoerkanalen uitmonden in genoemde behuizing.
10. Inrichting volgens conclusie 9, waarbij de frezen zijn ingericht voor tegenlopende rotatie.
11. Inrichting volgens een der conclusies 7-10 verder 10 omvattende in rijrichting ten opzichte van de bodembewer- kingsgereedschappen achterlopende middelen voor het in het zaaibed aanbrengen van zaad.
12. Grasmaaimachine, voor het in een rijrichting maaien van stroken gras, omvattende ten minste twee messen 15 die in een richting dwars op de rijrichting op afstand van elkaar zijn opgehangen en een afscherming met ten minste een poort tussen genoemde messen, welke poort een open onderzijde heeft, voor het tijdens het maaien tussen de messen door laten passeren van planten zonder deze te beschadigen.
13. Grasmaaimachine volgens conclusie 12, waarbij de of elke poort gemeten vanaf een door de messen bepaald af-maainiveau, minstens 60 cm hoog zijn.
14. Grasmaaimachine volgens conclusie 12 of 13, waarbij de of elke poort een een naar boven afgeknot tapse vorm 25 heeft.
15. Grasmaaimachine volgens een der conclusies 12-14, waarbij de of elke poort een in rijrichting voorlopende rand heeft die afgerond is uitgevoerd. II. i .. , .·
NL1004168A 1996-10-01 1996-10-01 Werkwijze voor het telen van een gewas en machines voor gebruik daarbij. NL1004168C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1004168A NL1004168C2 (nl) 1996-10-01 1996-10-01 Werkwijze voor het telen van een gewas en machines voor gebruik daarbij.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1004168 1996-10-01
NL1004168A NL1004168C2 (nl) 1996-10-01 1996-10-01 Werkwijze voor het telen van een gewas en machines voor gebruik daarbij.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1004168C2 true NL1004168C2 (nl) 1998-04-02

Family

ID=19763599

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1004168A NL1004168C2 (nl) 1996-10-01 1996-10-01 Werkwijze voor het telen van een gewas en machines voor gebruik daarbij.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1004168C2 (nl)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2001020971A3 (en) * 1999-09-22 2002-01-03 Ingemar Bjurenvall Method of and apparatus for crop production
RU2564849C1 (ru) * 2014-03-18 2015-10-10 Федеральное государственное бюджетное научное учреждение "Научно-исследовательский институт сельского хозяйства Юго-Востока" Способ обработки почвы в паровом поле

Citations (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2636331A (en) * 1948-03-30 1953-04-28 Ernest H Price Harvester
US2842926A (en) * 1955-03-28 1958-07-15 Fmc Corp Cotton topper with hydraulic adjusting means
US3217813A (en) * 1963-12-24 1965-11-16 Koemel Walton Charles Rotary weeder
FR2170896A1 (nl) * 1972-02-07 1973-09-21 Dufaut Gabriel
US4199030A (en) * 1977-07-18 1980-04-22 Martin Concrete Engineering Company Method and apparatus for farming row crops
EP0132521A1 (en) * 1983-08-01 1985-02-13 Elwyn P. Hilmer Soil conservation intercropping
DE3435192A1 (de) * 1984-09-25 1986-04-03 Horsch Maschinen GmbH, 8380 Landau Verfahren und vorrichtung zur bodenbearbeitung
US4624197A (en) * 1982-11-22 1986-11-25 Denny Drake Minimum tillage toolbar and method for using same
DE3830141C1 (en) * 1988-09-05 1990-02-15 Josef Scheuer Method and apparatus for working the growth between the rows of young standing maize plants in maize-cultivation areas

Patent Citations (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2636331A (en) * 1948-03-30 1953-04-28 Ernest H Price Harvester
US2842926A (en) * 1955-03-28 1958-07-15 Fmc Corp Cotton topper with hydraulic adjusting means
US3217813A (en) * 1963-12-24 1965-11-16 Koemel Walton Charles Rotary weeder
FR2170896A1 (nl) * 1972-02-07 1973-09-21 Dufaut Gabriel
US4199030A (en) * 1977-07-18 1980-04-22 Martin Concrete Engineering Company Method and apparatus for farming row crops
US4624197A (en) * 1982-11-22 1986-11-25 Denny Drake Minimum tillage toolbar and method for using same
EP0132521A1 (en) * 1983-08-01 1985-02-13 Elwyn P. Hilmer Soil conservation intercropping
DE3435192A1 (de) * 1984-09-25 1986-04-03 Horsch Maschinen GmbH, 8380 Landau Verfahren und vorrichtung zur bodenbearbeitung
DE3830141C1 (en) * 1988-09-05 1990-02-15 Josef Scheuer Method and apparatus for working the growth between the rows of young standing maize plants in maize-cultivation areas

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2001020971A3 (en) * 1999-09-22 2002-01-03 Ingemar Bjurenvall Method of and apparatus for crop production
RU2564849C1 (ru) * 2014-03-18 2015-10-10 Федеральное государственное бюджетное научное учреждение "Научно-исследовательский институт сельского хозяйства Юго-Востока" Способ обработки почвы в паровом поле

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US9456539B2 (en) Apparatus and method for no-till inter-row simultaneous application of herbicide and fertilizer, soil preparation, and seeding of a cover crop in a standing crop
US9445538B2 (en) Apparatus and method for no-till inter-row simultaneous application of herbicide and fertilizer, soil preparation, and seeding of a cover crop in a standing crop
DK2753163T3 (en) Tillage Unit
US10687452B2 (en) Multifunctional implement for farming and gardening
US4361191A (en) Seedbed preparation implement
US4624197A (en) Minimum tillage toolbar and method for using same
US3437061A (en) Multiple use agricultural implement
JPS6043317A (ja) 土壌保全間作方法および装置
Evans et al. Development of strip tillage on sprinkler irrigated sugarbeet
Fenster Stubble mulching with various types of machinery
Usaborisut Progress in mechanization of sugarcane farms in Thailand
EA011873B1 (ru) Установка и способ для гребневой обработки почвы
US5303662A (en) Minimum tillage tool bar and method for using same
US3880099A (en) Agricultural implement
NL1004168C2 (nl) Werkwijze voor het telen van een gewas en machines voor gebruik daarbij.
RU2539635C1 (ru) Способ возделывания топинамбура
US20050016424A1 (en) Crop preparation apparatus
Bull Residue and tillage systems for field crops
Mathews Implements and methods of tillage to control soil blowing on the northern Great Plains
RU195736U1 (ru) Многофункциональный зерноуборочный комбайн
Sundaram et al. Prospect of farm mechanization
Carter Stubble-mulch farming for soil defense
McAlister Mulch Tillage in the Southeast: Planting and Cultivating in Crop Residue
Singh et al. Development of Tractor Operated Multipurpose Tool Frame with Attachments for Sugarcane Cultivation
DE102015009166A1 (de) Erfindung eines Verfahrens und einer Maschine im Ackerbau zum Schälmulchen mit mindestens einer doppelten ganzflächigen Unterschneidung für die Zerkleinerung hoher Mulchmengen und oberflächiger Rückstandseinarbeitung mit gefederten geteilten auf einer x K

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20030501