NL1003779C2 - Anti-decubitis matras. - Google Patents

Description

5 ANTI-DECUBITIS MATRAS

De uitvinding heeft betrekking op een matras met anti-decubitis eigenschappen. Decubitis ofwel door-10 liggen treedt op bij personen die langdurig het bed moeten houden. In het bijzonder de delen van het lichaam die aan schuifkrachten zijn blootgesteld, met name de lage rug en hielen van de persoon, zijn gevoelig voor decubitisverwondingen.

15 Om het optreden van decubitis tegen te gaan is het wel bekend om gelaagde matrassen te gebruiken waarbij de bovenste laag zachter is uitgevoerd dan onderliggende lagen.

Ook zijn wel speciaal gevormde matraskernen 20 bekend, voorzien van piramidale insnijdingen of matrassen waarbij de matraskern uitneembare blokken omvat, waardoor het mogelijk is in de matras een aan het lichaam van de patiënt aangepaste uitsparing te vormen.

De bekende anti-decubitis matrassen zijn tame-25 lijk kostbaar, zodat de toepassing daarvan uit kostenoverwegingen wordt beperkt. Daar komt bij dat de bekende anti-decubitis matrassen gewoonlijk een normale matras vervangen, welke normale matras dan overtollig wordt. De hiermee gepaard gaande kapitaalsvernietiging vormt even-30 eens een argument dat meer algemene toepassing van anti-decubitis matrassen belemmert.

De uitvinding beoogt nu een anti-decubitis matras te verschaffen die bovengenoemde bezwaren niet heeft.

35 Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt met de in conclusie 1 gekenmerkte matras.

De matraskern kan worden gevormd door de matraskern van een normale matras zodat de matras volgens 1003779.

2 de uitvinding slechts een aanvullende investering voor de matrashoes en de hulpmatras vereist. De kosten van de anti-decubitis matras volgens de uitvinding zijn dus relatief beperkt en de aanschaf daarvan gaat niet gepaard 5 met kapitaalvernietiging.

Een zeer geschikte verdere ontwikkeling van de matras volgens de uitvinding is gekenmerkt in conclusie 2. Door de scheidingswand worden de in de betreffende ruimten opgenomen matraskern en hulpmatras goed gepositi-10 oneerd en wordt een eenheid gevormd.

Bij voorkeur wordt verder de maatregel van conclusie 3 toegepast. De hulpmatras is het sterkst blootgesteld aan schuifkrachten. De losneembare bevestigingsmiddelen voorkomen dat de hulpmatras ten opzichte 15 van de matraskern verschuift, waardoor een ongewenste onvlakheid van de matras zou ontstaan.

Een zeer geschikte uitvoeringsvorm is daarbij gekenmerkt in conclusie 4. De klittebandverbinding kan zeer snel en eenvoudig worden gevormd en blijft op be-20 trouwbare wijze in stand.

Voor het in de matrashoes opnemen en daaruit verwijderen van de matraskern respectievelijk de hulpmatras wordt bij voorkeur de maatregel van conclusie 5 toegepast. Hierdoor kunnen de onderdelen van de matras 25 eenvoudig en snel losgenomen worden en eventueel afzonderlijk worden gereinigd of dergelijke. Doordat de ritsen elk zich over in hoofdzaak een helft van de omtrek uitstrekken kan een maximale toegangsopening worden gevormd terwijl toch de vervaardiging van de matrashoes relatief 30 eenvoudig blijft, omdat de ritsen elkaar niet in de weg zitten.

Een geschikte uitvoering van de hulpmatras is gekenmerkt in conclusie 6. Met de genoemde samenstelling wordt een decubitis voorkomend, geschikt zacht oppervlak 35 verkregen, terwijl de matraskern toch de gewenste zekerheid voor de ondersteuning verschaft.

Door toepassing van de maatregel van conclusie 7 is de hulpmatras meegevend, waardoor de ongewenste 1003779· 3 schuifkrachten op het lichaam van de op de matras rustende persoon, zoveel mogelijk worden voorkomen. Het samenstel van matrashoes, met daarin matraskern en hulpmatras kan gehanteerd worden als een complete matras en om de 5 kansen op verontreiniging en beschadiging van deze complete matras zo goed mogelijk te voorkomen wordt bij voorkeur de maatregel van conclusie 8 toegepast.

Door toepassing van de maatregel van conclusie 9 wordt op gunstige wijze bereikt dat de matras volgens 10 de uitvinding eenvoudig, bijvoorbeeld automatisch in een wasstraat, gereinigd kan worden.

De uitvinding zal verder worden toegelicht in de volgende beschrijving aan de hand van de bijgevoegde figuren.

15

Figuur 1 toont een gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht van een matras volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Figuur 2 toont een dwarsdoorsnede volgens II-II in fig. 20 1.

Figuur 3 toont een dwarsdoorsnede volgens III-III in fig. 1.

De in fig. l getoonde matras 1 omvat een ma-25 trashoes 2 waarin een eerste ruimte 7 en een tweede ruimte 8 zijn bepaald.

Bij de getoonde uitvoeringsvorm zijn de eerste ruimte 7 en de tweede ruimte 8 van elkaar gescheiden door een scheidingswand 6. De matrashoes 2 is vervaardigd van 30 textiel, zodat zowel het buitenoppervlak als de scheidingswand 6 plooibaar zijn.

In de eerste ruimte 7 van de matrashoes 2 is een matraskern 4 opgenomen. Deze matraskern 4 kan de matraskern van een normale matras zijn en bijvoorbeeld 35 uit polyether met een SG40 bestaan.

In de tweede ruimte 8 is een zachtere hulpmatras 5 opgenomen. Deze hulpmatras 5 is bij voorkeur vervaardigd van een omhulling van stevig tricotmateriaal 1003779.

4 gevuld met een mengsel van gesiliconiseerde fibre-fill vezels en polyester vezels. Een aldus uitgevoerde hulpma-tras heeft een geschikte consistentie om het optreden van decubitis zoveel mogelijk te voorkomen. De hardere ma-5 traskern 4 zorgt voor een goede ondersteuning over de gehele lengte van het lichaam, zodat, ondanks de zachte hulpmatras toch een goede ondersteuning van het lichaam wordt verkregen.

Elk van de eerste en tweede ruimtes 7, 8 is 10 voorzien van een rits 11, respectievelijk 10 waarmee de betreffende ruimte geopend en gesloten kan worden voor het daarin aanbrengen of daaruit verwijderen van respectievelijk een matraskern 4 of een hulpmatras 5.

Zoals fig. 1 laat zien strekt de rits 10 die 15 toegang geeft tot de tweede ruimte 8 zich langs één lange zijde en de aangrenzende helften van de korte zijden uit, dus over de helft van de omtrek van de matras 1. De rits 11, die toegang geeft tot de eerste ruimte 7 strekt zich over de andere helft van de matras uit. Zoals fig. 2 en 3 20 laten zien wordt de scheidingswand bij het confectioneren van de matrashoes 2 gelijk met de rits 10, 11 vastgezet. Door de aangegeven ligging van de ritsen 11, elke zich uitstrekkend over een helft van de matras, kan aldus de scheidingswand over zijn gehele omtrek te zamen met de 25 ritsen 10, 11 worden vastgezet.

De hulpmatras 5 is met klitteband losneembaar vastgezet in de tweede ruimte 8 van de matrashoes 2.

Zoals fig. 2 toont is de hulpmatras 5 aan de korte einden voorzien van een lip 15 waaraan één helft 16 van het 30 klittebandmateriaal is vastgenaaid. Het samenwerkende klittebanddeel 17 is in de hoes 2 vastgenaaid. Het aanbrengen van de hulpmatras 5 in de tweede ruimte 8 kunnen eenvoudig de klittebanddelen 16 en 17 op elkaar worden gedrukt, zodanig dat de hulpmatras 5 onverschuifbaar in 35 de tweede ruimte 8 wordt gefixeerd.

Bij de getoonde uitvoeringsvorm is om de matrashoes 2 nog een beschermingshoes 3 aangebracht. Deze beschermingshoes omvat een rits 12 waarmee de hoes 3 om 100 3779 .

ψ 5 de hoes 2 kan worden gesloten. De hoes 3 is bij voorkeur urinebestendig en kan op geschikte wijze waterdicht zijn. De beschermingshoes 3 voorkomt dat bij beschadiging de duurdere matrashoes 2 vervangen zou moeten worden.

5 Het is evenwel mogelijk om de matrashoes 2 zelf van waterdicht en/of urinebestendig materiaal te vervaardigen, zodat deze goed gereinigd kan worden en weinig gevoelig is voor verontreiniging en beschadiging.

De uitvinding is niet beperkt tot de hier 10 beschreven voorkeursuitvoeringsvorm. In plaats van de matraskern 4 van polyether kan uiteraard een schuimrub-ber-matraskern worden gebruikt. Ook kan als matraskern een complete bestaande matras worden benut.

De hulpmatras kan op veel verschillende wijzen 15 worden uitgevoerd, zolang deze maar de gewenste zachtheid heeft om de schuifkrachten op het lichaam van een op de matras rustende persoon te minimaliseren. In plaats van de beschreven uitvoering met een door vezels gevulde omhulling van rekbare tricot, zou ook een zachte schuim-20 rubber of polyether kunnen worden gebruikt.

Al deze uitvoeringsvarianten worden geacht onder de bijgevoegde conclusies te vallen.

1003779.

Claims (9)

5

1. Matras omvattende een matrashoes waarin een eerste en een tweede ruimte zijn bepaald en waarbij een matraskern in de eerste ruimte en een zachtere hulpmatras 10 in de tweede ruimte is opgenomen.

2. Matras volgens conclusie 1, waarbij de eerste en de tweede ruimte van elkaar gescheiden zijn door een scheidingswand van plooibaar materiaal zoals weefsel.

3. Matras volgens conclusie 1, waarbij ten minste de hulpmatras door losneembare bevestigingsmiddelen in de tweede ruimte is bevestigd.

4. Matras volgens conclusie 3, waarbij de losneembare bevestigingsmiddelen enerzijds aan de hulpma- 20 tras en anderzijds aan de binnenzijde van de matrashoes bevestigde samenwerkende klittebanddelen zijn.

5. Matras volgens conclusie 2, waarbij over in hoofdzaak de helft van de omtrek van de matrashoes een toegang tot de eerste ruimte gevende rits en over in 25 hoofdzaak de andere helft een toegang tot de tweede ruimte gevende rits zijn aangebracht.

6. Matras volgens conclusie 1, waarbij de hulpmatras een mengsel van gesiliconiseerde fibre-fill vezels en polyester vezels omvat.

7. Matras volgens conclusie 1, waarbij de hulpmatras een omhulling van dik tricotmateriaal omvat.

8. Matras volgens één van de voorgaande conclusies, omvattende een om de matrashoes aangebrachte be-schermingshoes.

9. Matras volgens één van de voorgaande conclu sies, waarbij de buitenste hoes waterdicht is. 1003779.