NL1002799C2 - Verbindingsdeel. - Google Patents

Description

Verbindingsdeel

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een verbindingsdeel, bijvoorbeeld aan te brengen tussen een voertuigcarrosserie en 5 (de opname/doorvoer voor) een veiligheidsgordel omvattende een bout, bus of dergelijke aan weerszijden begrensd door een vrije ruimte.

Een dergelijk verbindingsdeel is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift 3.446.533. Dit verbindingsdeel dient als hulpstuk voor het meegeven van de veiligheidsgordel bij een botsing. In normale 10 toestand vormt het verbindingsdeel de bevestiging van de veiligheidsgordel met de voertuigcarrosserie. Daarbij is de constructie zodanig dat in het koppelstuk een doorgaande groef is aangebracht voor het opnemen van beide draadgedeelten. In het hart van het koppelstuk is deze groef verbreed uitgevoerd en in deze verbreding kunnen de draad-15 gedeelten met gekromde uitvoering aangebracht worden. In dit verbrede deel kan tussen de draadgedeelten een bout opgenomen worden. Aan de zijde van het draaddeel afgelegen van de verbindende bocht strekken de draadgedeelten zich eveneens buiten het koppelstuk uit. Bij een botsing zal na het overschrijden van een bepaalde waarde verplaatsing 20 van de draadgedeelten ten opzichte van de bout plaatsvinden en door voortdurende deformatie van de draadgedeelten bij beweging langs de bout de gordel zeer vertraagd enigszins naar voren bewogen worden, doordat de stoot die de inzittende aan het eind van de bewegingsbaan van de gordel ondervindt geremd zal worden. Echter zal bij het eind 25 van de verplaatsing van de draadgedeelten de kracht weer opgenomen worden door een verlenging van de gordel, die op gebruikelijke wijze aan de voertuigcarrosserie bevestigd is.

Deze constructie is verhoudingsgewijs omslachtig omdat in feite in twee verbindingen met de voertuigcarrosserie voorzien is. Boven-30 dien is de constructie met draadgedeelte verhoudingsgewijs lang door de constructie waarbij de draadgedeelten langs de bout bewegen.

Het doel van de onderhavige uitvinding is in een compacter uitgevoerd verbindingsdeel te voorzien, dat zowel in bevestiging voorziet als mogelijkheden heeft om bij botsingen een zekere verplaatsing 35 van de gordel ten opzichte van de voertuigcarrosserie mogelijk te maken. Dit laatste is met name voor veiligheidsgordels van belang waarbij de tijdens botsingen optredende krachten in de ordegrootte van 5 KN tot 20 KN liggen.

1002799 2

Dit doel wordt bij een hierboven beschreven verbindingsdeel verwezenlijkt doordat de vrije ruimte aan de zijde tegenover de bout, bus of dergelijke begrensd wordt door een uitsteeksel, dat vanaf de positie van de bout, bus of dergelijke in de richting weg van de 5 bocht van het draaddeel voorzien is van een bocht, langs welk uitsteeksel een draadgedeelte zodanig is aangebracht, dat het zich vanaf de verbinding met de constructie langs de bocht van het uitsteeksel aangebracht in de vrije ruimte tussen het uitsteeksel en de bout, bus of dergelijke over ten minste 180° uitstrekt .

10 In tegenstelling tot de constructie volgens US-A-3.446.533 strekken de vrije uiteinden van de draadgedeelten zich niet in het verlengde van het draadgedeelte uit dat met bijvoorbeeld een veiligheidsgordel of opname verbonden is, maar zijn deze over tenminste 180° langs het uitsteeksel omgezet. Bovendien vindt de klemming met 15 de bout niet plaats tussen de draadgedeelten verbonden met opname voor een veiligheidsgordel en dergelijke, maar met de tenminste 180° omgezette vrije eindgedeelten.

Bij proeven is gebleken dat zo met een bijzonder compact verbindingsdeel een bijzonder stevige verbinding verwezenlijkt kan wor-20 den die eenvoudig gerealiseerd kan worden. Bij trekproeven is gebleken dat de sterkte van de constructie bepaald wordt door de treksterkte van het draaddeel. Indien de uitvoering het noodzakelijk maakt de positie van de draadgedeelten eenduidig vast te leggen, wordt voorgesteld het draadgedeelte aan te brengen in een aan het 25 uitsteeksel grenzende groef omvattende een nabij de bocht van het uitsteeksel aangebracht eerste deel en een zich in hoofdzaak recht daarop uitstrekkend tweede deel.

Zo wordt in een optimale geleiding van het draadgedeelte voorzien en met name posities ten opzichte van de bout of ander verbin-30 dingsmiddel goed gedefinieerd vastgelegd.

Een en ander kan zodanig uitgevoerd zijn, dat in de normale belastingstoestand enige speling tussen draaddeel en koppelstuk in de richting van het draaddeel mogelijk is. Bovendien is het mogelijk dat loodrecht op de richting van het draaddeel enige ruimte tussen het 35 koppelstuk en het draaddeel aanwezig is.

Indien het bovenbeschreven verbindingsdeel voor veiligheidsgordels toegepast wordt, kunnen de draadgedeelten van een golving of bochten voorzien worden. Door het aanbrengen van dergelijke golvingen 1002799 3 ' of bochten resp. de mate van vervorming, kan in een middel voorzien worden om de gebruiker van de gordel onder belasting een gecontroleerde afstand te laten afleggen ten opzichte van het voertuig. Op deze wijze wordt de optredende vertraging van de inzittende in de 5 gordel tijdens een botsing verkleind en op die manier verwondingen en/of de ernst daarvan verminderd. Dit speelt vooral een rol bij schade aan de nekwervels (whip lash'). Begrepen zal worden dat dergelijke golvingen of bochten een grote variatie in uitvoering kunnen hebben. Bochten met een kleinere straal geven een stijver geheel dan 10 constructies met bochten met een grotere straal.

Bij een dergelijke deformatie is het wezenlijk dat het draad-deel een aanzienlijke diameter heeft, zodanig dat voor het wegnemen van de golving of bochten plastische deformatie nodig is.

Hierboven is aangegeven dat het draaddeel uitsluitend met be-15 hulp van de bout in het koppelstuk wordt ingeklemd. Het is echter eveneens mogelijk om het draaddeel in het koppelstuk in te gieten. Daarbij kan het koppelstuk bijvoorbeeld uit een kunststof of een lichtmetaallegering bestaan. In een dergelijk geval wordt de karakteristiek van de deformatie beïnvloed, omdat niet alleen het draaddeel 20 deformeert maar eveneens meer of minder los komt van het materiaal waarin dit is ingegoten. Indien het in aanzienlijke mate loskomen van het materiaal waarin het draaddeel ingegoten is, verwacht wordt en volledig loskomen niet gewenst is, kan het nuttig zijn de draaddelen via een verdere constructie met elkaar te verbinden. Daarbij kan 25 gedacht worden aan het aanbrengen van een kettingschalm nabij de 180"-bocht.

Indien het draaddeel uit één of meer kabels opgebouwd is, kan de hierboven beschreven bevestiging wel verkregen worden, maar zal door de hogere elasticiteit daarvan de hierboven aangegeven 30 plastische deformatie alleen mogelijk zijn wanneer het zich in een ander materiaal bevindt, zoals hierboven bedoeld.

Bovendien is het mogelijk het draaddeel bij het vrije uiteinde van een verlenging te voorzien. Deze verlenging kan als bandgeleider uitgevoerd zijn en als steun voor de bout 12.

35 Het is mogelijk de twee draaddelen aan de andere zijde, d.w.z.

de zijde weggericht van het koppelstuk, met elkaar te verbinden, bijvoorbeeld door een bocht. Deze bocht kan zowel dienen voor de opname van een band als voor het slot van de veiligheidsgordel.

1002799 4

Het is mogelijk het hierboven beschreven verbindingsdeel een aantal malen achter elkaar te plaatsen om zo een samenstel te vormen, bestaande uit een reeks koppelstukken en draaddelen. Daarbij is het koppelstuk van het eerste verbindingsdeel verbonden met de bocht van 5 het tweede verbindingsdeel.

De uitvinding zal hieronder aan de hand van in de tekeningen afgebeelde uitvoeringsvoorbeelden nader verduidelijkt worden. Daarbij tonen:

Fig. 1 in bovenaanzicht een deel van een eerste verbindingsdeel 10 volgens de uitvinding;

Fig. 2 het koppelstuk volgens fig. 1 in perspectief;

Fig. 3 een tweede uitvoering van de uitvinding in bovenaanzicht ;

Fig. 4 een derde uitvoering van de uitvinding in bovenaanzicht; 15 Fig. 5 de uitvoering volgens fig. 4 gedeeltelijk in dwarsdoor snede in zijaanzicht;

Fig. 6 een vierde uitvoering van de uitvinding;

Fig. 7 een verdere uitvoering van de uitvinding in bovenaanzicht en 20 Fig. 8 een uitvoering van de uitvinding in bovenaanzicht waar bij het draaddeel ingegoten is.

Het verbindingsdeel volgens de uitvinding is in fig. 1 in zijn geheel met 1 aangegeven. Dit bestaat uit een draaddeel 2, bestaande uit draadgedeelten 26 en 27. Deze draadgedeelten 26 en 27 komen ener-25 zijds samen in een bocht 28 en hebben anderzijds vrije uiteinden 34. Deze vrije uiteinden 34 zijn via een tenminste 180°-bocht of eerste deel 16 verwezenlijkt. De draadgedeelten 26 en 27 zijn bovendien van een golving of bochten 10 voorzien.

Koppelstuk 3 is voorzien van een opening 4 voor het daarbinnen 30 opnemen van zowel een bout 5 (zie ook fig. 5) als de vrije eindge- deelten 34. Op de opening 4 sluit een vrije ruimte 6 aan, die over gaat in twee groeven 7 en 8, die zich over tenminste 180° uitstrekken. Uitsteeksels 9 zijn aanwezig voor het geleiden van bocht of eerste deel 16 van het draadgedeelte. In samengevoegde toestand, 35 zoals getoond in fig. 1, kan een afdekking worden aangebracht voor het opsluiten van het draadgedeelte 2 in koppelstuk 3 of wordt het geheel tegen een vlak van het voertuig bevestigd om in een opsluiting te voorzien.

1 0 0 2 7 9 9 5

Aan bocht 26 kan elke andere constructie bevestigd worden, die op trek belast wordt.

Bij een dergelijke belasting zal met name indien deze belasting groot is, rechttrekken van de golving of bochten 10 plaatsvinden 5 waardoor verplaatsing van bocht 28 ten opzichte van het koppelstuk 3 plaatsvindt.

Met de hier getoonde constructie is gebleken dat bij belasting van ongeveer 30 KN geen verplaatsing van de vrije eindgedeelten 34 ten opzichte van opening 4 plaatsvindt.

10 De sterkte bij breuk bleek de sterkte van het draaddeel te be naderen. Begrepen zal worden dat door wijziging van de dikte van het draad, de uitvoering van de vorm van de bochten en ook de vorm van de draad zelf, zoals rond, vierkant, ovaal enz., de kracht- wegkarakte-ristiek beïnvloed kan worden. Zo kan afhankelijk van de toepassing in 15 een optimale aanpassing voorzien worden zonder dat een principeel andere constructie noodzakelijk is.

In fig. 3 is een variant van de in fig. 1 getoonde constructie afgebeeld.

Het verbindingsdeel is daar met 11 aangegeven en bestaat uit 20 een draaddeel 12 en koppelstuk 13. Vrije eindgedeelten zijn voorzien van verwijzingscijfer 14. Draaddeel 12 is bij deze uitvoering bevestigd aan een veiligheidsgordel waarvan slechts een deel afgebeeld is en aangegeven met 15. Een golving in draaddeel 12 is met 20 aangegeven. Bij de hier getoonde constructie is het eerste gedeelte weer 25 met 16 aangegeven en sluit aan op het tweede deel 17. Met fig. 1 en 2 overeenkomende onderdelen zijn van dezelfde verwijzingscijfers voorzien.

De uitvoering volgens fig. 4, die in zijn geheel met 21 is aangegeven, bestaat uit een draaddeel 22 en koppelstuk 23. In deze uit-30 voering is dit draaddeel 22 voorzien van een verlenging die aangegeven is met 24. Een en ander is nader in fig. 5 afgebeeld en dient voor bevestiging van de aansluitende veiligheidsgordel 25.

In de uitvoering volgens fig. 6 is de bocht van het draaddeel 32, dat deel uitmaakt van verbindingsdeel 31 en opgenomen is in een 35 koppelstuk 33 dubbel uitgevoerd. Dit bestaat uit een aantal in elkaar gedraaide draadlussen 35. De hier toegepaste golving of bocht is met 40 aangegeven.

In fig. 7 is een aantal verbindingsdelen 41 volgens de uitvin- 1002799 6 ding met elkaar gekoppeld getoond. Elk van de verbindingsdelen bestaat uit een draaddeel 42 en een koppelstuk 43. Het zo ontstane samenstel is met 37 aangegeven.

In fig. 8 is een uitvoering van de uitvinding a£gebeeld die in 5 zijn geheel met 50 is aangegeven. Het draaddeel 51 bestaat uit draad-gedeelten 52 en 53 die met elkaar verbonden zijn. Bij deze uitvoering zijn niet alleen de vrije uiteinden 54 maar eveneens bochten 56 opgenomen in een uit kunststof bestaand koppelstuk 52. Nabij de 180e-bochten is een kettingschalm 57 aangebracht. Indien bij deze uitvoe-10 ring een kracht uitgeoefend wordt op bocht 58 zullen eerst bochten 56 zich losmaken van het kunststofmateriaal waardoor een eerste hoeveelheid energie geabsorbeerd wordt. Daarna zullen de bochten 56 deformeren. Volledig losraken van de niet nader afgebeelde bout is onmogelijk door de aanwezigheid van schalm 57.

15 Begrepen zal worden dat de hier getoonde uitvoering uitgevoerd kan worden in elk ander materiaal dat nauwsluitend om het materiaal-deel aangebracht kan worden. Vanzelfsprekend is het eveneens mogelijk een groter deel van het draaddeel op te nemen. Bovendien is bij de hierboven beschreven uitvoeringen de getoonde bocht 28, 58 niet 20 steeds noodzakelijk. Het is ook mogelijk de twee draadgedeelten aan een verschillend deel van een constructie te bevestigen.

Uit het grote aantal uitvoeringsvarianten blijkt dat de uitvin-dingsgedachte op velerlei wijzen te verwezenlijken is zonder buiten het bereik van de bijgaande conclusies te geraken. Door toepassing 25 van een draaddeel in combinatie met een koppelstuk, waarbij het draaddeel al dan niet gegolfd kan worden uitgevoerd, kan in een bijzonder effectieve bevestiging voor een veiligheidsgordel en dergelijke aan een voertuigcarrosserie voorzien worden.

ï 0 0 2 7 5 9

Claims (11)

1. Verbindingsdeel (1,11,21,31,41,51), bijvoorbeeld aan te brengen tussen een voertuigcarrosserie en een strip, draad (2,12,22,-32,42,52,82) of dergelijke, omvattende een koppelstuk (3,13,23,33,43) 5 voorzien van tenminste een opening (4) voor het daardoor opnemen van een bout (5), bus of dergelijke, waarbij dat koppelstuk (3,13,23,33) grenzend aan die opening (4) voorzien is van een vrije ruimte (6) voor het tussen dat koppeldeel en die bout opnemen van die draad, strip of dergelijke, met het kenmerk, dat die vrije ruimte in dat 10 koppeldeel voor die draad, strip of dergelijke U-vormig is uitgevoerd, waarbij tussen de benen van die U een zich vanaf het koppeldeel uitstrekkend uitsteeksel (9) is aangebracht, en waarbij een been van die U grenst aan die opening (4).

2. Verbindingsdeel volgens conclusie 1, omvattende aan weers-15 zijden van die opening een U-vormige vrije ruimte.

3. Verbindingsdeel volgens conclusie 2, waarbij op het deel van de vrije ruimte grenzend aan die bout, bus of dergelijke een deel van de vrije ruimte aansluit, dat direkt grenst aan het overeenkomstige deel van de andere vrije ruimte.

4. Verbindingsdeel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het deel van de U-vormige vrije ruimte grenzend aan die opening (4) ingericht is voor het ontvangen van een vrij einde van die draad, strip of dergelijke en het daartegenoverliggende deel van die vrije ruimte het gedeelte van die draad, strip of dergelijke opneemt 25 dat zich buiten het koppeldeel uitstrekt en met een verder voorwerp verbonden is.

5. Verbindingsdeel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het zich buiten het koppeldeel uitstrekkende gedeelte van de draad, strip of dergelijke van een golving (10,20,40) is voorzien.

6. Verbindingsdeel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het koppelstuk een door ingieten de draadgedeelten nauwsluitend omgevend materiaal omvat.

7. Verbindingsdeel volgens een van de voorgaande conclusies in combinatie met conclusie 2, waarbij de zich buiten het koppeldeel 35 uitstrekkende gedeelten van de draad, strip of dergelijke met elkaar verbonden zijn.

8. Verbindingsdeel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het zich buiten het koppelstuk uitstrekkende gedeelte van de 10 027 99 draad, strip of dergelijke voorzien is van een verlenging omvattende een bandgeleider (24).

9. Verbindingsdeel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het zich buiten het koppeldeel uitstrekkende gedeelte van de 5 draad, strip of dergelijke tot een spiraal gewikkeld is.

10. Samenstel (37) omvattende ten minste twee verbindingsdelen (41) volgens een van de conclusies 1-12, waarbij het koppelstuk van het eerste verbindingsdeel verbonden is met de bocht van het tweede verbindingsdeel. 10 *********

1. O Z? & ;