NL1002231C2

NL1002231C2 - Werkwijze voor het bestrijden van koudeoverlast.

Info

Publication number: NL1002231C2
Application number: NL1002231A
Authority: NL
Inventors: Pieter De Bruin
Original assignee: P Van Der Kooij Transport N V
Priority date: 1996-02-02
Filing date: 1996-02-02
Publication date: 1997-08-07

Description

5

WERKWIJZE VOOR HET BESTRIJDEN VAN KOUDEOVERLAST

De onderhavige uitvinding betreft een werkwijze voor het bestrijden van koudeoverlast, zoals ijzel en bevriezend brandbluswater, omvattende het naar een door koudeoverlast getroffen plaats transporteren van zout of 5 brak water, en het aldaar verspreiden hiervan.

Een dusdanige werkwijze is bekend uit de Internationale octrooiaanvrage WO 93/00481, waarbij in tijden van koudeoverlast gebruik wordt gemaakt van zout water, dat bestaat uit water waaraan zout, in het 10 bijzonder strooizout, is toegevoegd, om over een wegdek te worden verspreid. Op deze wijze wordt koudeoverlast door een bevriezend wegdek bestreden.

Echter, een nadeel van deze bekende techniek is, dat voor het toevoegen van zout aan het water een 15 speciale afzonderlijke faciliteit vereist is. Bovendien gaat kostbaar zoet water verloren door het hieraan toevoegen van zout, hetgeen ongewenst is, en is transport van de faciliteit voor het verhogen van het zoutgehalte van het water naar de uiteindelijke plaats van bestemming 20 een kostenverhogende factor.

Uit het Amerikaanse octrooischrift 4.140.146 is het bekend gebruik te maken van zeewater als bluswater. Hiermee is beoogt te voorkomen, dat benodigd bluswater bevriest omdat het zoet is.

25 Een nadeel hiervan is, dat in het bijzonder ver landinwaarts de kosten voor het transport naar de plaats van bestemming en wellicht van gebruik ontoelaatbaar hoog oplopen ten opzichte van het gebruik van zoet water. Bovendien dient ook hierbij een uitgebreid leidingnet te 30 worden aangelegd, waarmee het zeewater naar de bestemming getransporteerd dient te worden. In het bijzonder voor gebieden, waar een relatief korte winter heerst, wegen de voordelen van een dergelijk leidingnet niet op tegen het 10 0 2 23 1 2 voordeel, dat niet van zoet water gebruik hoeft te worden gemaakt.

De uitvinding beoogt bovengenoemde en andere bezwaren op te heffen, en hiertoe is een werkwijze ver-5 schaft, die zich onderscheidt, door het voorafgaand aan de koudeoverlast slaan van ten minste één zout- of brakwaterput nabij een weg, en het aanbrengen van aftappunten, waarop middelen voor het transporteren van het zout of brak water aan te sluiten zijn.

10 In het geval van op een wegdek opvriezend vocht of neervallende ijzel kan gebruik worden gemaakt van dit zout of brak water, waarbij het zout water het wegdek van bijvoorbeeld zeer open asfaltbeton vult en neervallend ijzel of op het wegdek gelegen vocht in zich opneemt, 15 zodat gladheid doeltreffend wordt voorkomen.

Ook bij het blussen van brand kan met voordeel gebruik worden gemaakt van zout of brak water uit een nabij een weg geslagen put om te voorkomen, dat het bluswater bevroren blijkt te zijn, op het moment, dat een 20 brand geblust moet worden, zonder dat hierbij een uitgebreid leidingnet behoeft te worden aangelegd.

Hierbij wordt opgemerkt, dat naar schatting ongeveer 70 a 80% van althans het Nederlandse grondwater zout of brak is. Derhalve is een doeltreffende wijze 25 verschaft om op nagenoeg iedere locatie of in elk geval zeer dicht nabij een plaats van bestemming een aftappunt van zout of brak water voor bestrijding van koudeoverlast aan te brengen is, zonder de behoefte aan een uitgebreid leidingnet. Volgens de uitvinding wordt derhalve gebruik 30 gemaakt van een schier onuitputtelijke zoutwaterbron, waarbij op geen enkele wijze schade wordt toegebracht aan het milieu, aangezien het uit de put afkomstige zout of brak water ook van althans nabij de plaats van gebruik is gewonnen, en in het betreffende milieu mag terugstromen 35 zonder verstoring van de balans ter plaatse.

Indien het zout water voor de gekozen toepassing hiervan een onvoldoende hoog zoutgehalte bevat, kan volgens verscheidene voorkeursuitvoeringsvormen van de 1002231 3 uitvinding resp. zout, kali (dat bijv. afkomstig is uit waterzuiveringssystemen), of calciumchloride aan het zout water worden toegevoegd. Eventueel kan het zout water worden verwarmd. Door middel van de maatregelen volgens 5 elke van deze voorkeursuitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding wordt het zout water nog vorstbestendiger gemaakt.

Bij voorkeur vindt het transport van het zout of brak water plaats door middel van een zich in 10 hoofdzaak langs de weg uitstrekkend leidingstelsel. Bij voorkeur onderscheidt een dergelijke werkwijze zich door het over een weg met koudeoverlast verspreiden van het zout water met behulp van in het leidingstelsel aangebrachte sproeiers, waarbij het leidingstelsel in een 15 wegberm of in een wegdek is aangebracht.

Hierdoor is het mogelijk het zout water direct over een door koudeoverlast getroffen weg te verspreiden en bevriezing van vocht of ijzel tegen te gaan.

De onderhavige uitvinding wordt nader toege-20 licht aan de hand van de hierna volgende figuurbeschrij-ving van uitvoeringsvoorbeelden hiervan. In de tekening toont: fig. 1 een eerste uitvoeringsvorm van een werkwijze volgens de onderhavige uitvinding; en 25 fig. 2 een tweede uitvoeringsvorm van een werkwijze volgens de onderhavige uitvinding.

In de figuren wordt met een zelfde referentie-nummer gerefereerd aan een zelfde onderdeel.

In fig. 1 is een uitvoeringsvorm van een werk-30 wijze volgens de onderhavige uitvinding getoond, waarbij een wegdek 1 is getroffen door koudeoverlast, zoals bevriezende natte wegdelen en ijzel. Ter bestrijding hiervan wordt door middel van sproei-installaties 4 aan tankwagens 3 zout of brak water 5 over het wegdek 1 35 verspreid. Het zout water is afkomstig van het aftappunt 2, dat via een ondergronds leidingstelsel of direct met een geslagen zout- of brakwaterput in verbinding staat. Indien het aftappunt 2 met het ondergrondse 10 0 223 1 4 leidingstelsel in verbinding staat, is het zout of brak water bij voorkeur afkomstig uit brakke wel- of kwel-waterbronnen, of een zoutwaterput op afstand van het aftappunt 2.

5 De tankwagens 3 zijn in de hier getoonde uit voeringsvorm brandbluswagens, die derhalve een dubbele functie vervullen, te weten het blussen van branden en het over een wegdek 1 verspreiden van zout of brak water 5. Ook het blussen van brand geschiedt bij voorkeur met 10 het zout of brak water 5.

In een niet getoonde voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding zijn in de berm of in het wegdek 1 sproeiers aangebracht, die met een leidingstelsel in verbinding staan, zodat zout of brak water 5 via de 15 sproeiers over het wegdek 1 kan worden verspreid.

In fig. 2 is een industrieterrein 6 getoond, waarbij gebruik wordt gemaakt van een andere werkwijze volgens de onderhavige uitvinding dan die, welke in fig.

1 is getoond. Ook hier wordt zout water verkregen bij de 20 aftappunten 2, die nabij de weg 1 zijn geplaatst.

De aftappunten 2 staan in verbinding met meng-inrichtingen 7, alwaar indien gewenst gebruikelijke soorten zout aan het zout of brak water kunnen worden toegevoegd, bijv. als het zoutgehalte in het zout of brak 25 water niet voldoende hoog is om doeltreffend koudeoverlast te bestrijden. Als alternatief kan kali, dat bijv. afkomstig is uit waterzuiveringssystemen, of calciumchloride worden toegevoegd.

Verder kunnen de menginrichtingen 7 tevens 30 verwarmingsinstallaties omvatten om het zout water te verwarmen.

In de hier getoonde plaatsing van de aftappunten 2 in een industrieterrein 6 kan direct gebruik worden gemaakt van het van de aftappunten 2 te verkrijgen zout 35 water 5 om de wegen 1 te beschermen tegen ijzel en/of opvriezend vocht, en tevens om brand doeltreffend te blussen met een vorstbestendig blusmiddel.

10 0 2 2 3 1

Claims

1. Werkwijze voor het bestrijden van koudeover-last, zoals ijzel en bevriezend brandbluswater, omvattende het naar een door koudeoverlast getroffen plaats transporteren van zout of brak water, en het 5 aldaar verspreiden hiervan, gekenmerkt door het voorafgaand aan de koudeoverlast slaan van ten minste één zout- of brakwaterput nabij een weg, en het aanbrengen van aftappunten, waarop middelen voor het transporteren van het zout of brak water aan te sluiten zijn.

2. Werkwijze volgens conclusies 1, gekenmerkt door het voorafgaand aan het bestrijden van koudeoverlast aan het zout of brak water toevoegen van additioneel zout.

3. Werkwijze volgens conclusie 2, gekenmerkt 15 door het aan het zout water toevoegen van kali, welke bijvoorbeeld afkomstig is uit waterzuiveringssystemen.

4. Werkwijze volgens conclusie 2, gekenmerkt door het aan het zout water toevoegen van calciumchloride.

5. Werkwijze volgens conclusie 1, gekenmerkt door het vanaf de put transporteren van het zout of brak water door middel van een brandbluswagen, welke sproeimiddelen omvat om het zout water over een door koudeoverlast, zoals ijzel of opvriezend vocht, getroffen 25 weg te verspreiden.

6. Werkwijze volgens conclusie 1, gekenmerkt, door het voorafgaand aan het bestrijden van koudeoverlast verwarmen van het uit de put afkomstige zout of brak water.

7. Werkwijze volgens conclusie l, gekenmerkt door het over een weg met koudeoverlast verspreiden van het zout water met behulp van in het leidingstelsel aangebrachte sproeiers, waarbij het leidingstelsel in een wegberm of in een wegdek is aangebracht. 35 10 0 2 2 3 1