NL1001507C2 - Werkwijze voor het bepalen van het type deegpan, deegbewerkingslijn en deegpan. - Google Patents

Description

Werkwijze voor het bepalen van het type deegpan. deegbe-werkingsliin en deegpan.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het bepalen van het type deegpan, welke deegpan een aantal deegbakken en een bevestigingsframe rondom de deegbakken bevat, op een bepaalde plaats in een 5 deegbewerkingslijn, waardoorheen de deegpan in een trans-portrichting transporteerbaar is.

Het is voor het automatisch bewerken van deeg in een deegbewerkingslijn waardoorheen meerdere types deeg-pannen getransporteerd worden belangrijk om te kunnen 10 bepalen welk type deegpan zich op een bepaalde plaats bevindt. Zo is het bijvoorbeeld bij het met deeg vullen van een deegpan essentieel om te weten hoeveel deegbakken de deegpan bevat en welke grootte en vorm deze bezitten. Daarnaast is de kennis omtrent het type deegpan bijvoor-15 beeld van belang bij het selecteren van een bepaald bak-proces of het bepalen van de positie van een pan in de lijn.

Het is een doel van de onderhavige uitvinding om een betrouwbare en goedkope werkwijze voor het bepalen van 20 het type deegpan te verschaffen.

Hiertoe wordt een werkwijze voor het bepalen van het type daarvan van de in de aanhef genoemde soort volgens de uitvinding gekenmerkt doordat de werkwijze het aanbrengen van inductie-veranderende merktekens op het 10 Cl 5 o 7 - 2 bevestigingsframe van de deegpan, het door een inductief meetsysteem opwekken van een electromagnetisch veld op de plaats in de deegbewerkingslijn en het door meetsensoren waarnemen van de verandering in het electromagnetische 5 veld wanneer de deegpan voorbij de plaats beweegt, bevat. Doordat de merktekens, die het type deegpan aanduiden, op het bevestigingsframe op inductieve wijze worden waargenomen, is het bepalen van het type deegpan nagenoeg ongevoelig voor eventuele vervuiling van de merktekens en 10 ongevoelig voor de heersende bedrijfsomstandigheden. Bij voorkeur wordt de waargenomen verandering vergeleken met voorafbepaalde veranderingen.

Wanneer de inductie-veranderende merktekens op tenminste één zijde van het bevestigingsframe aangebracht 15 worden, waarbij de zijde of zijden althans nagenoeg evenwijdig aan de transportrichting verloopt of verlopen, kan het inductief meetsysteem op eenvoudige wijze naast de deegbewerkingslijn geplaatst worden, zonder verstoring van de doorloop.

20 Teneinde een in alle gevallen betrouwbare bepa ling van het deegpantype te verzekeren wordt de deegpan bij het waarnemen van de verandering van het electromagnetische veld in de richting van de meetsensoren getransporteerd.

25 Het waarnemen van veranderingen in het electro magnetische veld die niet afkomstig zijn van een voorbij de plaats bewegende deegpan en die voor een foutieve of fictieve bepaling zorgen, wordt nagenoeg volledig vermeden doordat inductie-veranderende referentiemerktekens op het 30 bevestigingsframe van de deegpan aangebracht worden, waarbij het door de meetsensoren waarnemen van de verandering in het electromagnetische veld pas plaatsvindt wanneer meetsensoren de door de referentiemerktekens veroorzaakte verandering in het electromagnetische veld detecte-35 ren.

Hoewel het mogelijk is om afzonderlijk vervaardigde merktekens op het bevestigingsframe aan te brengen, 10 C' . ' ? .

3 worden bij voorkeur de inductie-veranderende merktekens aangebracht door het in buitenwaartse richting drukken van nokken in het bevestigingsframe van de deegpan, zodat een geïntegreerd geheel wordt verkregen met een minimaal 5 aantal componenten.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een deegbewerkingslijn waardoorheen een deegpan in een trans-portrichting transporteerbaar is, in welke deegbewerkingsli jn op goedkope en betrouwbare wijze het type van een 10 deegpan bepaalbaar is doordat de deegbewerkingslijn een inductief meetsysteem bevat voor het opwekken van een electromagnetisch veld op een bepaalde plaats in de deegbewerkingsli jn en voor het door meetsensoren waarnemen van de verandering van het electromagnetische veld als gevolg 15 van het door het electromagnetische veld heengaan van de deegpan.

Een uitvoeringsvorm van een deegbewerkingslijn volgens de uitvinding waarin het bepalen van het deegpan-type automatisch kan geschieden wordt gekenmerkt doordat 20 het meetsysteem een geheugen bevat voor het opslaan van een aantal voorafbepaalde veranderingen in het electromagnetische veld en een vergelijker voor het vergelijken van de voorafbepaalde veranderingen met een waargenomen verandering .

25 De uitvinding heeft tevens betrekking op een deegpan bevattende een aantal deegbakken en een bevestigingsf rame rondom de deegbakken, die gekenmerkt wordt doordat het bevestigingsframe voorzien is van een aantal inductie-veranderende merktekens, die te zamen een code 30 vormen voor het identificeren van de deegpan. Hierdoor is het type van de deegpan op goedkope en betrouwbare manier te bepalen door een inductief meetsysteem.

Bij voorkeur zijn de merktekens buitenwaarts gerichte nokken waarvan de hoogte kleiner dan of gelijk is 35 aan de hoogte van felsranden van het bewerkingsframe, zodat de nokken het transport van de deegpan door de deegbewerkingslijn niet nadelig beïnvloeden. Bij voorkeur 10 o;e c?.

4 zijn de nokken zo hoog mogelijk om de hoogteverschillen in de pan te nivelleren.

Enige uitvoeringsvoorbeelden van een werkwijze, deegbewerkingslijn en deegpan volgens de onderhavige 5 uitvinding zullen bij wijze van voorbeeld beschreven worden aan de hand van de bijgaande tekening, waarin: figuur l schematisch een bovenaanzicht van een deegpan toont, figuur 2 schematisch een doorsnede door een 10 bekend bevestigingsframe van een deegpan toont, figuur 3 schematisch een doorsnede door een bevestigingsframe van een inventieve deegpan toont, figuur 4 schematisch een zij-aanzicht van een deel van een bevestigingsframe van een inventieve deegpan 15 toont, figuur 5 schematisch een zij-aanzicht van een deel van een bevestigingsframe van een alternatieve deegpan volgens de uitvinding toont, en figuur 6 schematisch een bovenaanzicht van een 20 deel van een inventieve deegbewerkingslijn toont.

In figuur 1 wordt schematisch een deegpan 1 weergegeven bevattende een aantal deegbakken 3, 3' , 3'', 3' '' en een bevestigingsframe 2 rondom en bevestigd aan de deegbakken. Bevestigingselementen 4 zorgen voor aanvullen-25 de bevestiging tussen de deegbakken onderling en dienen tevens als afstandselementen. Hoewel er in figuur 1 vier deegbakken 3, 3', 3'', 3''' zijn weergegeven kan een deegpan elk gewenst aantal deegbakken bevatten, waarbij tevens verscheidene groottes en vormen, zoals rechthoekig, 30 ovaal en rond mogelijk zijn. De deegpan 1 wordt op een transportband 6 van een deegbewerkingslijn in een trans-portrichting 7 getransporteerd.

De deegbakken alsmede het bevestigingsframe zijn gebruikelijk van metaal, waarbij het bevestigingsframe 35 soms van felsranden is voorzien, zoals schematisch in doorsnede in figuur 2 is weergegeven.

In een deegbewerkingslijn waarin verschillende 10 0» · '· 5 deegbewerkingen uitgevoerd worden en waardoorheen verscheidene types deegpannen getransporteerd worden, is het voor het uitvoeren van de juiste soort bewerking van belang het type deegpan te bepalen, dat op een bepaald 5 moment op een bepaalde plaats in de deegbewerkingslijn aanwezig is.

Verscheidene werkwijzen voor het bepalen van het type deegpan zijn mogelijk. Zo kan door middel van een camera en geschikte patroonherkenningssoftware getracht 10 worden de vorm van een deegpan op een bepaalde plaats te herkennen. Deze werkwijze is echter niet alleen duur maar is tevens gevoelig voor vervuiling van de camera, en het herkenningspatroon op de pan zelf, waardoor een deegpan niet eenduidig herkend kan worden. Hierbij dient opgemerkt 15 te worden dat de verschillende deegbwerkingen die in een deegbewerkingslijn kunnen plaatsvinden, variëren van het vriezen van deeg bij ongeveer -40°C tot het bakken van deeg tot ongeveer +280°C. Hierdoor ontstaan er plaatselijke bedrijfsomstandigheden die het bepalen van het deegpan-20 type door middel van patroonherkenning bemoeilijken.

Een andere mogelijke werkwijze zou het aanbrengen van een streepjescode op de deegpan zijn die door middel van fotosensoren gedetecteerd kan worden. Niet alleen is deze werkwijze ook gevoelig voor vervuiling, met 25 name van de fotosensoren, maar tevens is de op de deegpan aangebrachte streepjescode niet voldoende warmtebestendig en kan dientengevolge of van de deegpan vallen of ongewenst gewijzigd worden. Bovendien worden deegpannen regelmatig gereinigd waardoor de kans bestaat dat de streepjes-30 code ongewenst gewijzigd of verwijderd wordt.

Hoewel tot op bepaalde hoogte bevredigend, is dus het optisch bepalen van het deegpantype verbonden met nadelen.

Volgens de uitvinding wordt een mogelijkheid 35 verschaft om op relatief goedkope en betrouwbare wijze het type deegpan te bepalen dat zich op een bepaalde plaats in een deegbewerkingslijn bevindt, welke wijze nagenoeg 10 c i: -;:f 6 onafhankelijk is van de heersende bedrijfsomstandigheden.

Volgens de uitvinding worden hiervoor inductie-veranderende merktekens 5 op het bevestigingsframe 2' van een deegpan aangebracht, zoals in figuur 3 schematisch is 5 weergegeven. Deze inductie-veranderende merktekens worden bij voorkeur gevormd door een aantal uitstekende nokken, waarbij het aantal voldoende is om het aantal mogelijke verschillende types deegpannen aan te geven. Wanneer het bevestigingsframe 2' felsranden met een hoogte H bezit dan 10 verdient het de voorkeur dat de inductie-veranderende merktekens of nokken 5 een hoogte h hebben die kleiner dan of bij voorkeur gelijk is aan de hoogte H van de felsranden, zodat de merktekens de hantering of het transport van de deegpannen niet nadelig kunnen beïnvloeden.

15 In de in figuur 4 weergegeven uitvoeringsvorm is het mogelijke aantal op het bevestigingsframe 2’’ aan te brengen nokken vier. De nokken kunnen aangebracht worden op een of meer van de plaatsen 50' , 5X' , 52' , 53' . De positie en het aantal, in dit geval maximaal vier, aan te 20 brengen nokken verschaft een bepaalde codering behorende bij een bepaald type deegpan, welke codering door een, later te beschrijven inductief meetsysteem waargenomen kan worden.

Het is mogelijk om de inductie-veranderende 25 nokken op een afzonderlijke plaatje aan te brengen dat vervolgens op het bevestigingsframe van een deegpan van het juiste type wordt aangebracht. Bij voorkeur worden de nokken echter door het in buitenwaartse richting drukken in het bevestigingsframe zelf aangebracht, zodat het 30 aantal afzonderlijke componenten en de kosten gereduceerd worden.

Bij voorkeur worden inductie-veranderende referent iemerkt ekens 50'' en 5j'', op het bevestigingsframe 2’'' aangebracht, zoals in figuur 5 is getoond. Deze 35 referentiemerktekens hebben als functie het, later te beschrijven, inductief meetsysteem aan te geven dat een deegpan correct op de meetplaats gepositioneerd is, waarna 1 o' i5e;.

7 waarneming van de andere merktekens die op één of meer van de plaatsen S2'', 53'' , 5/ ' , 55'' of 5€'' aanwezig kunnen zijn kan plaatsvinden. Hierdoor worden waarneemfouten bijvoorbeeld als gevolg van foutieve deegpanoriëntatie of 5 ongewenste toevallige storingen vermeden.

Hoewel de in de uitvoeringsvoorbeelden weergegeven inductie-veranderende merktekens nokken met dezelfde afmetingen zijn, zijn ook andere merktekens geschikt om verschillende deegpantypes te onderscheiden. Zo kunnen 10 merktekens met verschillende afmetingen gebruikt worden, die elk een afzonderlijke inductie opwekken. Daarnaast kunnen de inductie-veranderende merktekens bijvoorbeeld van verschillende metalen vervaardigd zijn die een verschillende inductieverandering in het meetsysteem opwek-15 ken.

In figuur 6 is schematisch een bovenaanzicht van een deel van een deegbewerkingslijn weergegeven. De deeg-bewerkingslijn bevat een transportband 16 die deegpannen 10, 11 in een transportrichting 17 voortbeweegt. De deeg-20 bewerkingslijn bevat een inductief meetsysteem 21 met een geschikt aantal meetsensoren. Het meetsysteem 21 is op een plaats van de deegbewerkingslijn gepositioneerd waar een bepaalde bewerking, bijvoorbeeld het met deeg vullen van de deegbakken 13, 13', 13'', plaatsvindt. Het inductieve 25 meetsysteem 21 wekt een electromagnetisch veld van een voldoende omvang op, zodat de inductie-veranderende merktekens van op de transportband 16 voortbewegende deegpannen 10, 11 door het electromagnetische veld gaan. Wanneer een deegpan 11, over de plaats voortbewogen wordt, dan 30 nemen de meetsensoren een verandering in het electromagnetische veld waar, welke verandering een functie is van het aantal en de positie van de merktekens 15/ en 15/ , waarbij referentiemerktekens 150' en 15/ aan het meetsysteem 21 aangeven dat een deegpan op de juiste plaats is en de 35 feitelijke waarneming van de verandering van het electromagnetische veld kan plaatsvinden. De verandering in het electromagnetische veld kan aan een operateur van de 10 01 5 0Z.

8 deegbewerkingslijn getoond worden, die dan de voor dat type deegpan nodige bewerkingen activeert, of aan een machine doorgegeven worden, welke dan automatisch een handeling verricht.

5 Bij voorkeur bevat het meetsysteem 21 echter een geheugen 22, waarin een aantal voorafbepaalde veranderingen in het electromagnetische veld zijn opgeslagen, waarbij elke verandering indicatief is voor een bepaald type deegpan, en een vergelijker, in dit geval geïntegreerd met 10 het geheugen 22, die de waargenomen veranderingen vergelijkt met de opgeslagen veranderingen. Afhankelijk van het resultaat van de vergelijking kunnen dan de betreffende bewerkingen automatisch geactiveerd worden.

Op deze wijze kan het meetsysteem 21 op relatief 15 goedkope en betrouwbare wijze een onderscheid maken tussen een deegpan 11 met zes kleinere deegbakken 13', 13'' en merktekens 15/, 15s' en een deegpan 10 met drie grotere deegbakken en merktekens 152, 153.

Teneinde de waarnemingen nog betrouwbaarder en 20 onafhankelijk van maatverschillen van de deegpannen te maken bevat de deegbewerkingslijn bij voorkeur geleiderol-len 18 en 19 voor het langs de meetsensoren geleiden van de deegpannen en tenminste één aandrukrol 2 0 die de deegpannen in de richting van de meetsensoren transporteert.

1 o o i*: Γ'.

Claims (14)

1. Werkwijze voor het bepalen van het type deegpan, welke deegpan een aantal deegbakken en een bevestigingsframe rondom de deegbakken bevat, op een bepaalde plaats in een deegbewerkingslijn, waardoorheen de deegpan 5 in een transportrichting transporteerbaar is, met het kenmerk, dat de werkwijze het aanbrengen van inductie-veranderende merktekens op het bevestigingsframe van de deegpan, het door een inductief meetsysteem opwekken van een electromagnetisch veld op de plaats in de deegbewerkings- 10 lijn en het door meetsensoren waarnemen van de verandering in het electromagnetische veld wanneer de deegpan voorbij de plaats beweegt, bevat.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de werkwijze de stap omvat van het vergelijken 15 van de waargenomen verandering met voorafbepaalde veranderingen.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de inductie-veranderende merktekens op tenminste één zijde van het bevestigingsframe aangebracht 20 worden, waarbij de zijde of zijden althans nagenoeg evenwijdig aan de transportrichting verloopt of verlopen.

4. Werkwijze volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de deegpan bij het waarnemen van de verandering van het electromagnetische veld in de richting 25 van de meetsensoren wordt getransporteerd.

5. Werkwijze volgens conclusie 1, 2, 3 of 4, met het kenmerk, dat inductie-veranderende referentiemerkte-kens op het bevestigingsframe van de deegpan aangebracht worden, waarbij het door de meetsensoren waarnemen van de 30 verandering in het electromagnetische veld pas plaatsvindt wanneer meetsensoren de door de referentiemerktekens veroorzaakte verandering in het electromagnetische veld detecteren.

1. D 'ï ’’ *’ /

6. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de indue tie-veranderende merktekens aangebracht worden door het in buitenwaartse richting drukken van nokken in het bevestigingsframe van de 5 deegpan.

7. Deegbewerkingslijn waardoorheen een deegpan in een transportrichting transporteerbaar is, met het kenmerk, dat de deegbewerkingslijn een inductief meetsysteem bevat voor het opwekken van een electromagnetisch 10 veld op een bepaalde plaats in de deegbewerkingslijn en voor het door meetsensoren waarnemen van de verandering van het electromagnetische veld als gevolg van het door het electromagnetische veld heengaan van de deegpan.

8. Deegbewerkingslijn volgens conclusie 7, met 15 het kenmerk, dat het meetsysteem een geheugen bevat voor het opslaan van een aantal voorafbepaalde veranderingen in het electromagnetische veld en een vergelijker voor het vergelijken van de voorafbepaalde veranderingen met een waargenomen verandering.

9. Deegbewerkingslijn volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat de deegbewerkingslijn geleiderollen en tenminste één aandrukrol bevat voor het geleiden van een deegpan langs de plaats en voor het in de richting van de meetsensoren drukken van de deegpan.

10. Deegpan bevattende een aantal deegbakken en een bevestigingsframe rondom de deegbakken, met het kenmerk, dat het bevestigingsframe voorzien is van een aantal inductie-veranderende merktekens, die te zamen een code vormen voor het identificeren van de deegpan.

11. Deegpan volgens conclusie 10, met het ken merk, dat de inductie-veranderende merktekens buitenwaarts gerichte nokken zijn,

12. Deegpan volgens conclusie 11, waarbij het bevestigingsframe voorzien is van felsranden, met het 35 kenmerk, dat de hoogte van de nokken kleiner dan of gelijk is aan de hoogte van de felsranden.

1. L < Si'/·