<Desc/Clms Page number 1>
Patentico Ltd. betreffende "Flexibele ondersteuning" Nederlandse octrooiaanvrage no. 86 02789 d. d. 4 november 1986 te haren gunste
EMI1.1
- ---De uitvinding heeft betrekking op een flexibele onder- steuning zoals beschreven in de aanhef van conclusie 1.
Een dergelijke flexibele ondersteuning, in het bijzonder bestemd voor het dragen van een meet-en waarnemingsinstrument is op zich bekend uit het Duitse Auslegeschrift 2 514 496. Bij deze bekende ondersteuning worden de wrijvingskrachten tussen de kogelgewrichten opgewekt door het teweegbrengen van een overdruk in de einddelen en daartussen gelegen holle kogelgewrichten.
Het is duidelijk dat deze bekende inrichting slechts geschikt is voor het ondersteunen van voorwerpen waarop slechts geringe krachten worden uitgeoefend. Voor het vasthouden van voorwerpen waarop grotere krachten worden uitgeoefend, is deze bekende inrichting totaal ongeschikt.
De uitvinding beoogt een ondersteuning als bovenbedoeld te verschaffen waarvan het ondersteunend einddeel in de starre toestand der ondersteuning grote krachten kan opnemen, zodat een dergelijke ondersteuning bijvoorbeeld geschikt is voor het in een bepaalde stand vastzetten van een tijdens chirurgische ingrepen te gebruiken instrument, bijvoorbeeld ingericht voor het aangrijpen op of binnen de randen van een operatiewond of op organen.
Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt met de maatregelen beschreven in het kenmerk der hoofdconclusie.
In de praktijk is gebleken dat een dergelijke onder-
<Desc/Clms Page number 2>
steuning in de starre toestand aanzienlijke krachten kan opnemen en op grond hiervan voor velerlei toepassingen geschikt is.
Gunstige uitvoeringsvormen der uitvinding zijn beschreven in de conclusies 2 tot en met 5, waarbij in het bijzonder met betrekking tot de uitvoeringsvormen zoals beschreven in conclusie 3 wordt opgemerkt dat door het, ook in de stand waarin de hartlijnen der verschillende leden niet in elkaars verlengde liggen nog grote aanlegoppervlak tussen het voorste kogelkopdeel en het aanlegdeel ook bij een groter aantal leden een nog uitstekende fixatie van het einddeel wordt bereikt.
De uitving wordt toegelicht aan de hand van de tekening.
Figuur 1 is een perspektivische afbeelding van de ondersteuning volgens de uitvinding.
Figuur 2 is een vereenvoudigde afbeelding van de leden daarvan aan de hand waarvan het werkingsprincipe wordt toegelicht.
Figuur 3 is een langsdoorsnede van een aantal leden volgens een eerste uitvoeringsvorm.
Figuur 4 is een langsdoorsnede van een aantal leden volgens een tweede uitvoeringsvorm.
De flexibele ondersteuning volgens de uitvinding, in zijn geheel aangeduid met het verwijzingscijfer 2, bevat, evenals de ondersteuning volgens de stand der techniek, een eerste einddeel 4 en een tweede einddeel 6 waartussen een aantal leden 8a... 8j is aangebracht. Het eerste einddeel 4 is via een geschikte bevestiging IQ vastgezet aan een vaste ondersteuning, bijvoorbeeld de rand van een operatietafel ; het tweede einddeel 6 draagt via een geschikte bevestigingsinrichting 12 een instrument 14 bijvoorbeeld een chirurgisch instrument bestemd aan te grijpen op of binnen de randen van een operatiewond.
Met behulp van de handgreep 16 wordt, zoals nog zal worden toegelicht, de verbinding tussen de leden van de ondersteuning 2 gelost, zodat de ondersteuning en daarmee het einddeel 6 in de gewenste stand kan worden gebracht ; daarna wordt door het aandraaien van de
<Desc/Clms Page number 3>
handgreep 16 de ondersteuning 2 weer tot een star geheel gemaakt.
Figuur 2 toont zeer schematisch het principe waarop de uitvinding is gebaseerd. Het eerste einddeel 20 is vastgezet op de ondersteuning 22 en is aan het rechtereinde voorzien van het binnenschroefdraad 24. In deze binnenschroefdraad 24 past de van buitenschroefdraad voorziene stang 26 met aan het rechtereinde de bedieningshandgreep 28 ; aan het linker einde zet de stang 26 zich voort in de drukstift 30.
Het einddeel 20 zet zich aan het linker einde voort in de stang 32 die eindigt in een kogelkop 34 waardoor de drukstift 30 uitsteekt.
Het in figuur 2 links van het einddeel 20 gelegen eerste lid 36 heeft een kogelkop 38 en een daarmee verbonden hulsvormig deel 40 dat via een overgang 42 overgaat in een achter de kogelkop 34 grijpoend ringvormig aanlegoppervlak 44.
Door het hulsvormig deel 40 gaat de drukstift 46 die aan het linkereinde uit de kop 38 uitsteekt en aan het rechtereinde een hol gebogen aanlegdeel 48 draagt.
Op soortgelijke wijze is het tweede lid 50 uitgevoerd met de kogelkop 52, het overgangsdeel 54, het aanlegoppervlak 56 en de drukstift 58 met het holle aanlegoppervlak 60.
Uiteraard kan een vrij willekeurig aantal bijvoorbeeld 6 of 8, van dergelijke leden achter elkaar zijn geschakeld op de in figuur 1 aangegeven wijze, doch steeds zal het laatste lid, in de in figuur 2 getekende uitvoering dus het lid 50, samenwerken met een tweede einddeel 62 dat is uitgevoerd met een achter de kogelkop 52 grijpend aanlegvlak 64 en dat een geschikte houder 66 draagt ter opname van het instrument 68, dat kan worden vastgezet met de knop 69.
De werking van de inrichting is als volgt :
Bij het via de handgreep 28 aandraaien van de drukstang 26 in het eerste einddeel 20 worden van elk lid de drukstift tegen het daarmee samenwerkend hol aanlegoppervlak gedrukt en van elke kogelkop het achterste oppervlaktedeel daarvan aangedrukt tegen de daarachter grijpende aanlegrand van het volgende lid. Aldus wordt een star geheel gevormd.
<Desc/Clms Page number 4>
Figuur 2 toont de leden in een in elkaars verlengde gelegen stand ; het is echter duidelijk dat de respektievelijke hartlijnen onderling een hoek kunnen insluiten, zoals met streeppuntlijnen getekend voor de hartlijnen 51 en 52 en ook volgt uit figuur 1.
Uiteraard moeten de samenstellende delen van elk der leden demontabel zijn uitgevoerd om het assembleren der ondersteuning mogelijk te maken.
Figuur 3 toont twee leden 73,75 en de einddelen 77,79 van een uitvoeringsvorm die in het bijzonder geschikt is voor massafabrikage en bovendien het voordeel heeft dat tussen de leden onderling zeer grote krachten kunnen worden uitgeoefend wat noodzakelijk kan zijn wanneer een aantal opeenvolgende leden onderling een hoek insluiten. Steeds immers is de van het ene lid op het andere overgedragen, in de langsrichting werkzame component van de aan drukkracht evenredig is met de cosinus van de hoek tussen de respektievelijke langsassen der leden.
Zoals figuur 3 toont is elke kogelkop, zoals de kogelkop 80, uitgevoerd in twee delen, en wel een voorste halfbolvormig deel 82 met aan de achterzijde een cilindrische stomp 84 en een achterste, deze stomp 84 opnemend deel 86 dat vastzit aan de holle stang 88.
De door de stang 88 geleide drukpen 90 past enerzijds in een uitsparing in het voorste kopdeel 82 is anderzijds vastgezet in een aanlegdeel 92 dat aan het van de pen afgekeerde einde is uitgevoerd met een hol aanlegoppervlak 94.
Het aanlegdeel 92 is voorts uitgevoerd met een omtreksgroef 96 waarin kogels 98 zijn opgenomen, waarmee het aanlegdeel 92 is geleid langs het binnenoppervlak 100 van een cilindrische huls 102 in welks linker einde 104 (zoals gezien in figuur 3) de stang 88 is vastgeschroefd. Aan het rechtereinde is in de huls 102 een ringvormig sluitdeel 106 geschroefd met een hol aanlegoppervlak 108 voor het achterste kogelkopdeel 110 van het aangrenzend lid 112 ; het voorste kogelkopdeel 114 werkt samen met het aanlegoppervlak 96. Het lid 75 is uitgevoerd overeenkomstig het lid 73.
Het linkereinddeel 77 is uitgevoerd met een huls 117 en een ringvormig sluitdeel 118 dat grijpt achter het kogelkopdeel 86 ; de huls 117 draagt een houder 120 waarin het
<Desc/Clms Page number 5>
instrument 122 kan worden bevestigd.
Het rechtereinddeel 79 heeft de huls 123 waarin is vastgeschroefd de geleidestang 124 ; daaraan is vastgezet het kogelkopdeel 125 en daardoor is geleid de drukpen 126 ; deze werkt in op het voorste kogelkopdeel 127 en wordt aangedrukt door inschroeven van de schroefdraadstang 128 in het van schroefdraad voorziene einde 129 van de huls 123 door middel van de handgreep 131.
De uitvoering volgens figuur 4 komt in grote trekken overeen met die volgens figuur 3, doch is constructief wat eenvoudiger uitgevoerd ; de klemkracht zal bij deze uitvoering niet zo groot kunnen zijn als bij de uitvoering volgens figuur 3, zodat op het met deze uitvoering vast te houden instrument minder grote krachten kunnen worden uitgeoefend.
De figuur toont het rechtereinddeel 130 en het linkerdeel 132 ; in het rechtereinde is de schroefstang 134 geschroefd met de bedieningshandgreep 136 die de drukpen 136 draagt welke inwerkt op het aanlegdeel 138 met hol oppervlak dat een geheel vormt met de drukpen 140 van het aangrenzend lid ; het linker einde daarvan werkt weer in op het aanlegdeel 142 van de drukpen 144 waarvan het linkereinde inwerkt op het holle aanlegoppervlak 146 van het einddeel 134. De leden 133,135 en het einddeel 132 zijn elk uitgevoerd met een huls 148-152 waarin de van holle aanlegoppervlakken voorziene sluitdelen 154-158 zijn geschroefd ; elke kop 160-164 is bevestigd aan een de respektievelijke drukpen geleidende stang 166-170, geschroefd in de voorzijde van de huls van het voorgaand lid respektievelijk rechtereinddeel.
De werking komt overeen met die van de uitvoeringsvormen volgens de figuren 2 en 3 waarbij moet worden opgemerkt dat het contactoppervlak tussen peneinde en aanlegvlak kleiner is dan bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 3, resulterend in aanzienlijk hogere oppervlaktedrukken. Het via de houder 172 met borgknop 174 aan het einddeel 132 vastgezette instrument 176 zal dan ook bij een bepaalde waarde van deze oppervlaktedruk minder krachten kunnen overbrengen.
<Desc/Clms Page number 6>
Uiteraard zijn binnen het kader der uitvinding diverse wijzigingen mogelijk. Het instrument kan bijvoorbeeld een gereedschap of meetinstrument zijn en de aandrukkracht kan ook op een andere wijze dan met de beschreven schroefconstructie worden verkregen, bijvoorbeeld gebruikmakend van een hefboomaandrijving of van pneumatische of hydraulische druk.
<Desc / Clms Page number 1>
Patentico Ltd. concerning "Flexible support" Dutch patent application no. 86 02 789 d. d. November 4, 1986 in her favor
EMI1.1
The invention relates to a flexible support as described in the preamble of claim 1.
Such a flexible support, in particular intended for carrying a measuring and observation instrument, is known per se from German Auslegeschrift 2 514 496. In this known support, the frictional forces between the ball joints are generated by creating an overpressure in the end parts and hollow ball joints located therebetween.
It is clear that this known device is only suitable for supporting objects on which only small forces are exerted. This known device is totally unsuitable for holding objects on which greater forces are exerted.
The object of the invention is to provide a support as referred to above, the supporting end part of which can absorb large forces in the rigid state of the support, so that such support is suitable, for example, for securing an instrument to be used during surgical interventions, for example adapted for engaging on or within the edges of an operating wound or organs.
This object is achieved according to the invention with the features described in the characterizing feature of the main claim.
It has been found in practice that such an
<Desc / Clms Page number 2>
support in the rigid state can absorb considerable forces and is therefore suitable for many applications.
Advantageous embodiments of the invention are described in claims 2 to 5, in particular with regard to the embodiments as described in claim 3, it is noted that, also in the position in which the axes of the different members are not in line with each other still large contact surface between the front ball head part and the contact part, an even more excellent fixation of the end part is achieved even with a larger number of members.
The expression is explained on the basis of the drawing.
Figure 1 is a perspective view of the support according to the invention.
Figure 2 is a simplified representation of its members, explaining its operating principle.
Figure 3 is a longitudinal section of a number of members according to a first embodiment.
Figure 4 is a longitudinal section of a number of members according to a second embodiment.
The flexible support according to the invention, indicated in its entirety by the reference numeral 2, comprises, like the support according to the prior art, a first end part 4 and a second end part 6, between which a number of members 8a ... 8j are arranged. The first end part 4 is secured via a suitable attachment IQ to a fixed support, for instance the edge of an operating table; the second end part 6 carries via an appropriate fastening device 12 an instrument 14, for example a surgical instrument, intended to engage on or within the edges of an operating wound.
As will be explained later, the connection between the members of the support 2 is released by means of the handle 16, so that the support and thus the end part 6 can be brought into the desired position; then by tightening the
<Desc / Clms Page number 3>
handle 16 made the support 2 into a rigid whole again.
Figure 2 shows very schematically the principle on which the invention is based. The first end part 20 is fixed on the support 22 and is provided on the right-hand end with the internal thread 24. The inner thread 24 fits the externally threaded rod 26 with the operating handle 28 on the right-hand end; at the left end, the rod 26 continues into the push pin 30.
The end portion 20 continues at the left end into the rod 32 terminating in a ball head 34 through which the push pin 30 protrudes.
The first member 36 located in figure 2 to the left of the end part 20 has a ball head 38 and a sleeve-shaped part 40 connected thereto, which transitions via a transition 42 into an annular mounting surface 44 engaging behind the ball head 34.
The sleeve pin 40 extends through the sleeve-shaped part 40, which protrudes from the head 38 at the left end and carries a concave curved attachment 48 at the right end.
Similarly, the second member 50 is formed with the ball head 52, the transition part 54, the mounting surface 56 and the push pin 58 with the hollow mounting surface 60.
Of course, a freely arbitrary number, for example 6 or 8, of such members can be connected one after the other in the manner shown in figure 1, but the last member, in the embodiment drawn in figure 2, will always cooperate with a second end part. 62 which is provided with a contact surface 64 engaging behind the ball head 52 and which carries a suitable holder 66 for receiving the instrument 68, which can be secured with the knob 69.
The operation of the device is as follows:
When the push rod 26 is tightened in the first end part 20 via the handle 28, the push pin of each member is pressed against the co-acting hollow contact surface and the rear surface part of each ball head is pressed against the engaging contact edge of the next member. A rigid whole is thus formed.
<Desc / Clms Page number 4>
Figure 2 shows the members in an extended position; it is clear, however, that the respective center lines can mutually enclose an angle, such as drawn with dotted lines for the center lines 51 and 52 and also follows from figure 1.
Naturally, the constituent parts of each of the members must be demountable in order to enable the assembly of the support.
Figure 3 shows two members 73,75 and the end parts 77,79 of an embodiment which is particularly suitable for mass production and also has the advantage that very great forces can be exerted between the members, which may be necessary when a number of successive members enclose a corner. Indeed, the longitudinally active component of the compressive force transferred from one member to the other is proportional to the cosine of the angle between the respective longitudinal axes of the members.
As Figure 3 shows, each ball head, such as the ball head 80, is in two parts, namely a front hemispherical part 82 with a cylindrical stub 84 at the rear and a rear part 86 receiving this stub 84, which is fixed to the hollow rod 88 .
The pressure pin 90 guided by the rod 88 fits, on the one hand, into a recess in the front head part 82, on the other hand, it is fixed in a mounting part 92 which is formed at the end remote from the pin with a hollow mounting surface 94.
The extension piece 92 is further provided with a circumferential groove 96 in which balls 98 are received, with which the extension piece 92 is guided along the inner surface 100 of a cylindrical sleeve 102 in whose left end 104 (as seen in figure 3) the rod 88 is screwed. At the right end, an annular closure member 106 is threaded into the sleeve 102 with a hollow mounting surface 108 for the rear ball head portion 110 of the adjacent member 112; the front ball end part 114 cooperates with the contact surface 96. The member 75 is designed in accordance with the paragraph 73.
The left end part 77 is formed with a sleeve 117 and an annular closing part 118 which engages behind the ball head part 86; the sleeve 117 carries a container 120 in which it
<Desc / Clms Page number 5>
instrument 122 can be attached.
The right end portion 79 has the sleeve 123 into which the guide rod 124 is screwed; The ball head portion 125 is secured thereto and the pressure pin 126 is guided therethrough; it acts on the front ball head portion 127 and is pressed by screwing the threaded rod 128 into the threaded end 129 of the sleeve 123 by the handle 131.
The embodiment according to figure 4 largely corresponds to that according to figure 3, but has a somewhat simpler construction; the clamping force cannot be as great in this embodiment as in the embodiment according to figure 3, so that less great forces can be exerted on the instrument to be held with this embodiment.
The figure shows the right end portion 130 and the left portion 132; screwed into the right end is the threaded rod 134 with the operating handle 136 which carries the thrust pin 136 acting on the hollow surface mount 138 which is integral with the thrust pin 140 of the adjacent member; the left end thereof acts again on the contact part 142 of the thrust pin 144, the left end of which acts on the hollow contact surface 146 of the end part 134. The members 133, 135 and the end part 132 are each provided with a sleeve 148-152 in which the hollow contact surfaces provided closing parts 154-158 are screwed; each head 160-164 is attached to a respective push pin guide rod 166-170, screwed into the front of the sleeve of the previous member and right end portion, respectively.
The operation is similar to that of the embodiments of Figures 2 and 3, it should be noted that the contact area between pin end and contact surface is smaller than in the embodiment of Figure 3, resulting in significantly higher surface pressures. The instrument 176 secured via the holder 172 with locking button 174 to the end part 132 will therefore be able to transmit less forces at a certain value of this surface pressure.
<Desc / Clms Page number 6>
Various modifications are of course possible within the scope of the invention. The instrument can for instance be a tool or measuring instrument and the contact pressure can also be obtained in a manner other than with the described screw construction, for instance using a lever drive or pneumatic or hydraulic pressure.