BE905871R - Sleeve to protect plant or tree stem or root - is placed around stem with max. 10 mm. clearance or wound around stem with same clearance between windings - Google Patents

Sleeve to protect plant or tree stem or root - is placed around stem with max. 10 mm. clearance or wound around stem with same clearance between windings

Info

Publication number
BE905871R
BE905871R BE7/970A BE7000970A BE905871R BE 905871 R BE905871 R BE 905871R BE 7/970 A BE7/970 A BE 7/970A BE 7000970 A BE7000970 A BE 7000970A BE 905871 R BE905871 R BE 905871R
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
sleeve
stem
rootstock
wall
growth
Prior art date
Application number
BE7/970A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Bolkaerts Fernand
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from BE7/968A external-priority patent/BE904592A/en
Application filed by Bolkaerts Fernand filed Critical Bolkaerts Fernand
Priority to BE7/970A priority Critical patent/BE905871R/en
Application granted granted Critical
Publication of BE905871R publication Critical patent/BE905871R/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G13/00Protecting plants
    • A01G13/02Protective coverings for plants; Coverings for the ground; Devices for laying-out or removing coverings
    • A01G13/0243Protective shelters for young plants, e.g. tubular sleeves
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G13/00Protecting plants
    • A01G13/02Protective coverings for plants; Coverings for the ground; Devices for laying-out or removing coverings
    • A01G13/0237Devices for protecting a specific part of a plant, e.g. roots, trunk or fruits
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G2/00Vegetative propagation
    • A01G2/30Grafting

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Toxicology (AREA)
  • Botany (AREA)
  • Developmental Biology & Embryology (AREA)
  • Cultivation Of Plants (AREA)

Abstract

The sleeve is intended for protecting a plant stem or a tree branch or root portion, particularly after grafting for the purpose of propagation. It consists of a length of material, such as PVC, which is formed into an open-ended sleeve of which the wall surrounds the stem with 1-10mm radial clearance to provide an insulating air layer. - The wall is provided with preferential break grooves or flats at either side so that it breaks open when the stem girth increases. Alternatively, the material is formed into a sleeve by one or more windings with at least one overlap so that it automatically adjusts to increasing stem girth, the air space in that case being provided by projections on the material acting as spacers.

Description

       

   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  BOLKAERTS Fernand VERBETERINGSOCTROOI Groeihuls Principe Door het aanbrengen van een niet lichtdoorlatende huls onder de veredelingsplaats, occulatieplaats of afentingsplaats of tot onder de gesteltakken bij vruchtbomen, struiken die vruchten dragen, sierstruiken, sierbomen, struiken bestemd voor de productie van hout. (Zie methodeA, B, C, D, E en F.) Door deze huls wordt ongewenste scheutvorming onder de 
 EMI1.1 
 veredelingsplaats, occulatieplaats of afentingsplaats voorkomen of sterk verminderd met als gevolg meer groeibeter vertakte bomen en struiken met een hogere handelswaarde. 



  Door dat tussen de binnenwand van de huls en de stam, onderstam, tak, twijg of wortelhals zich een luchtlaag bevindt, treed een isolerend of een opwarmend effect op. Deze luchtlaag wordt verwezenlijkt door de afstand ten opzichte van de binnenwand en de stam, onderstam, tak, twijg of wortelhals zo klein mogelijk te houden, als minimum bij het aanbrengen van de huls is 1 mm voldoende en als maximum bij het aanbrengen van de huls is 10 mm het uiterste. (Zie afbeelding A, B en C). 



  Wanneer de opening tussen de stam, onderstam, tak, twijg, of wortelhals en de binnenwand van de huls meer zou bedragen dan 10 mm zal de lucht door de luchtstromingen (wind) worden weggezogen. 



  Wanneer de afstand tussen de stam, onderstam, tak, twijg of 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 wortelhals niet groter is dan 10 mm zal de lucht die tussen de binnenwand van de huls en de stam, onderstam, tak, twijg of wortelhals niet worden weg gezogen, ook het wegvloeien is onmogelijk, omdat de onderzijde van de huls op de bodem rust. 



  Het gedeeltelijk afsluiten van het basisvlak en (of) het bovenvlak van de huls is ongewenst, omdat wegens de mogelijk- - heid van opstapeling van vocht of water, schimmelvorming in de hand wordt gewerkt, ook kan dit vocht het invriezen van de stam, onderstam, tak, twijg of wortelhals voor gevolg hebben. De hogere vochtigheid zal niet alleen schimmelvorming in de hand werken, maar het temperatuur regelend en isolerend effect zal worden verminderd of volledig stilvallen. Ook zullen zich in de-volledig afgesloten ruimte allerlei insecten komen schuilen waar onder verschillende schadelijke insecten. 



  Zoals hierboven werd beschreven heeft de huls ten opzichte van de stam, onderstam, tak, twijg of wortelhals een isolerende of opwarmende functie. 



  De aanwezige lucht tussen de binnenwand van de huls en de stam, onderstam, tak, twijg of wortelhals   bevat Is   morgens meer vocht   !   De indirecte zonnestralen of de rechtstreekse zonnestralen verwarmen eerst de wand van de huls, deze wand zal door geleiding eerst opwarmen, daarna wordt door convectie (overdragen van warmte) via de aanwezige vocht in de lucht tussen de wand van de huls en de stam, onderstam, tak, twijg of wortelhals, de warmte overgedragen op de tak, onderstam, stam, twijg of wortelhals. De minimale groeitemperatuur wordt hierdoor vlugger bereikt. Het overdragen van warmte via de wand van de huls naar de stam, onderstam, tak, twijg   of,   wortelhals zal doorgaan, zolang er voldoende vocht in de lucht aanwezig is.

   Het betreft hier de lucht die zich bevindt tussen de binnenzijde van de huls en de stam, onderstam, tak, twijg of wortelhals. 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 



  Wanneer de aanwezige lucht tussen de binnenzijde van de huls en de stam, onderstam, tak, twijg of wortelhals volledig droog is zal de overdracht van warmte ophouden, zodat de optimale groeitemperatuur niet zal worden overschreden. 



  De nu aanwezige droge lucht tussen de huls en de stam, onderstam, twijg, tak of wortelhals zal nu isolerend werken. 



  Wanneer de omgevingswarmte hoger is dan de optimale groeitemperatuur zal de groei gedurende een langere tijd doorgaan voor de planten welke voorzien zijn van een groeihuls. 



  Door de huls aan te brengen voor de winter enkele cm boven het oog (occulatieplaats-afentingsplaats) (zie methode B), zal tijdens extreme koude de droge lucht die aanwezig is tussen de binnenwand van de huls en de stam, onderstam, tak, twijg of wortelhals isolerend werken. (Wanneer het hard vriest is de luchtvochtigheid zeer laag). 



  Door de hierboven aangehaalde isolerende functie zal de afentingsplaats of occulatieplaats worden beschermd. De schildgriffeling of occulatie, of veredelingsplaats zal niet bevriezen. Na de winter wordt de huls naar beneden geduwd tot juist onder de veredelingsplaats, occulatieplaats of afentingsplaats. 



  Om de hierboven aangehaalde voordelen te kunnen verder zetten, na dat de bomen of struiken de kwekerij (en) hebben verlaten, heb ik een huls ontworpen, waarvan de mantel opgerold is links of rechts, wat een gemakkelijke plaatsing mogelijk maakt. Voor de kleine hulsjes met opgerolde wand is het gemakkelijk plaatsen ook van toepassing in de kwekerij om te worden geplaatst onder de occulatieplaats of veredelingsplaats, of afentingsplaats. Voor de bomen die de kwekerij hebben verlaten wordt een groter model gebruikt tot onder de gesteltakken. 



  Het aanbrengen gebeurd links of rechts draaiend rond de stam dit al naar gelang de winding (en) links of rechts zijn van de huls. 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 



  Omdat bij oudere bomen het isolerend effect meer gewenst wordt, dan het groeistimulerend effect, werden de hulzen met opgerolde wand voorzien van verdikkingen tussen de windingen (Zie methode F, Fig.   11),   waardoor er verschillende lagen ontstaan waar tussen lucht aanwezig is. Het opwarmende effect wordt vertraagd, maar het isolerend effect wordt verhoogd. Dit isolerend effect heeft tijdens vorstperiodes met veel zonneschijn een zeer belangrijke functie, omdat de stam niet kan opwarmen aan één zijde maar zeer langzaam over haar volledige omtrek, hierdoor kunnen er geen barsten ontstaan in de schors en de onderliggende cambiumlagen (vorstscheuren). 



  De meetkundige vorm van de verdikkingen die op de wand of tussen de wand van de opgerolde huls aanwezig zijn hebben geen invloed op de werking van de huls. De verdikkingen die de voorkeur krijgen, zijn deze in vorm van een halve cilinder, vertikaal doorgesneden. Deze verdikkingen kunnen aangebracht zijn over de volledige lengte van de huls of ge-   deeltelijk   over de wand van de huls. 



  De windingen staan door deze verdikkingen overal-even ver van elkaar, de luchtlagen tussen deze windingen zijn dan ook overal even dik (minimum 1 mm tot maximum 10 mm). 



  Het aantal windingen per huls hangt af van de tijd dat men de huls wenst te gebruiken. Voor de hulzen die slechts gedurende enkele weken moeten dienen, is een overlapping van de wand vanaf 1 mm tot een paar cm reeds voldoende. Voor grotere hulzen, die tot onder de gesteltakken worden aangebracht, zal het aantal windingen, die voorzien worden, meerdere maal de omtrek van de stam moeten bedragen, zodat deze huls kan meegroeien (afrollen) met de natuurlijke verdikking van de stam. Er moeten voldoende windingen overblijven, wanneer de stam haar maximum dikte heeft bereikt, dit om haar isolerende functie te laten primeren. 



  Wanneer er slechts één luchtlaag rond de stam, onderstam, tak, twijg of wortelhals zal het groeistimulerend effect 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 groter zijn dan het isolerend effect. 



  Kleur van de huls :   - Voor kleine hulsjes   en kleine hulsjes met opgerolde wand waar het groeistimulerend effect belangrijker is dan het isolerend effect : zwart voor gematigde streken. 



   Voor zuidelijke gematigde streken : donker grijs. 



   Voor subtropische streken is wit-grijs de beste kleur. 



   Voor tropische streken is wit de beste kleur of reflec- terend. 



  - Voor hulzen waar het isolerend effect belangrijker is dan het groeistimulerend effect hulzen met opgerolde wand : hier is één kleur die de zonnestralen weerkaatst te ver- kiezen, wit of bleek grijs geven ook goede resultaten. 



  - Ook andere kleuren of tussenstadia van kleuren zijn moge- lijk. 



   Ook meerdere kleuren op een huls zijn mogelijk. Ook meer- dere kleuren en tussenstadia van kleuren op een huls zijn mogelijk. 



  Hoe wordt de huls verwijderd ? Principe. 



  Het verwijderen van de huls gebeurd automatisch, namelijk ; door de natuurlijke dikte groei van de stam, onderstam, tak of twijg, of wortelhals, waar rond een huls werd geplaatst. 



  Door de natuurlijke dikte groei van de stam, onderstam, tak, twijg of wortelhals, zal er druk ontstaan op de wand van de huls. 



  Deze druk zal bij de huls met opgerolde wand naar gelang het aantal windingen, na enkele weken, maanden of jaren volledig ontrolt zijn en dan zover worden opengeduwd dat zij zal afvallen. 



  Voor de hulsjes waarvan de wand volledig dicht is werden een of méerdere barstgleuven of een of meerdere wand verzwakkingen voorzien (zie afbeelding A, B, C), al naargelang zal 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 de huls openbarsten of openscheuren. 



  Ook kan men deze huls maken in twee of meerdere delen, zodat zij in elkaar klikken, deze in elkaar geklikte delen zullen dan eveneens door de natuurlijke dikte groei uit elkaar worden geduwd. 



  Meetkundige vorm : De hulzen kunnen in verschillende meetkundige vormen worden gemaakt, ook niet meetkundige vormen kunnen in aanmerking komen. 



  Voor de kleine hulsjes geeft een afgeknotte kegel zonder basisvlak en zonder bovenvlak de beste resultaten het grootste gedeelte dient naar onder gericht te zijn. Ook een cilinder geeft goede resultaten (cilinder zonder basisvlak en zonder bovenvlak) Voor de hulzen met opgerolde wand kan alleen een cilinder of een cilinder-veelhoek worden gebruikt, omdat anders de verschillende luchtlagen niet gelijke afmetingen aannemen en sommige windingen zouden hierdoor niet sluiten, zodat de aanwezige luchtlagen zouden wegvloeien. 



  Materiaal waaruit de huls (zen) kunnen worden   gemaakt   In principe kunnen alle materialen worden gebruikt. Zij mogen echter niet kunnen rotten (deze schimmels zouden ook kunnen overgaan op de stam, onderstam, tak, twijg of wortelhals), ook mag het materiaal niet poreus zijn, omdat het vocht het isolerend-en het groeistimulerend effect vernietigd. 



  Het materiaal moet eveneens elastisch zijn, dit is vooral van belang bij het aanbrengen van de huls met opgerolde wand. 



  De wand van de huls moet voldoende stevig zijn, zodat hij niet in elkaar zakt bij hevige warmte. Ook mag hij niet ver - vormen bij hevige temperatuurschommelingen. 



  Uit proeven blijkt dat poly-vinyl-cloride (plastiek) met kleur gemengd (kleur zit over de volledige dikte van de 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 wand en niet in lagen) de beste resultaten geeft. Ook andere kunststoffen met ongeveer dezelfde eigenschappen als P. V. C. komen in aanmerking voor de fabricage van hulsjes en hulzen. 



  Slot. 



  De groeihuls zit niet vast op de stam, onderstam, tak, twijg of wortelhals ! De stilstaande lucht tussen de stam, onderstam, tak, twijg of wortelhals en de binnenwand van de huls, heeft een opwarmende functie en isolerende functie. Wanneer het aantal stilstaande luchtlagen van de huls wordt verhoogd wordt het opwarmen vertraagd en het isolerende effect verhoogd (huls met opgerolde wand). 



  Het verwijderen vraagt ook geen extra arbeid, omdat de huls (zen) openscheuren, barsten of openklikken door de inwendige druk (dikte groei van de stam, onderstam, tak, twijg of afrollen (huls met opgerolde wand). 



  Omdat het licht de stam, tak, twijg of wortelhals niet kan bereiken, komen er geen ongewenste scheuten te voorschijn, uit de slapende ogen. Hierdoor wordt extra arbeid, om die scheuten te verwijderen vermeden. 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 



    AFBEEIZ) ING   : A - I = onderstam, tak, twijg of wortelhals. 



  - II = aanwezige stilstaande luchtlaag. 



    - III   = wand van de huls. 



  - IV = breukgleuf. 



  - V = wand van de huls. 



  AFBEELDING : B - I = wandverzwakking. 



  - II = wand van de huls. 



    - III = aanwezige   stilstaande luchtlaag. 



  - IV = onderstam, tak, twijg of wortelhals. 



  - V = wandverzwakking. 



    AFBEELDING :   C - I = breukgleuf. 



  - II = wand van de huls. 



    - III   = aanwezige stilstaande luchtlaag. 



  - IV = onderstam, tak, twijg of wortelhals. 



  - V = breukgleuf. 



    IIETTIODE : A      - Fig. : I   =   Onder stam.   



  - Fig. : II = Onderstam waarop, achter de schors, een schildgrif- feling of occulatie is aangebracht. 



  - Fig. : III = Bij het hernemen van de groei wordt de onderstam boven de oog (occulatie of schildgriffeling) afgesneden. 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 



  - Fig. : IV = Onmiddellijk na het afsnijden wordt de groeihuls over de afgesneden onderstam geschoven tot juist onder de occulatie-of schildgriffelingsplaats. 



  - Fig : V = De groeihuls is aangebracht. 



  - Fig : VI = De oog van de occulatie of schildgriffeling geeft een nieuwe scheut, deze zal uitgroeien tot een nieuwe boom. 
 EMI9.1 
 



  I. TETHODE 1 : B- Fig. : I = Onderstam. 



  - Fig. : II = Onderstam waarop, achter de schors een oog (schildgrif- feling of occulatie) is aangebracht. 



  - Fig. : III = De zijtakken of zijscheuten worden voor de winter ver- wijderd. 



  - Fig. : IV = De groeihuls wordt voor de winter geplaatst.   ü   wordt de groeihuls iets hoger geplaatst, door de onderstammen ongeveer 3 cm hoger aan te aarden. Hierdoor zal het oog (schildgriffeling of occulatie) aangebracht op de onder- stam ongeveer 3 cm in de groeihuls verblijven, waardoor het oog (occulatie of schildgriffeling) beschermt wordt tegen extreme vorst of temperatuurschommelingen. 



  - Fig. : V = Het aanwezige oog (occulatie of schildgriffeling) be- vindt zich ongeveer 3 cm in de groeihuls. 



  - Fig. : VI = Na de winter wordt de onderstam juist boven de occulatie- of schildgriffelingsplaats afgesneden. De groeihuls wordt nu onmiddelijk naar beneden gedrukt tot juist onder het oog   (occulatie-of schildgriffelingsplaats).   



  - Fig. : VII = Het oog (occulatie of schildgriffeling) heeft een nieuwe scheut gevormd, die verder zal uitgroeien tot een nieuwe boom. 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 



  METHODE : C   - Fig. : I = Wilde   struik. 



    - Fig. : 11   = Op de wortelhals van de wilde struik wordt een oog (schildgriffeling of occulatie) aangebracht. Eerst wordt de grond van de wortelhals   verwijderd.   



  - Fig. : III = Na het aanbrengen van een oog (occulatie of schild- griffeling) wordt de grond terug aangebracht tot juist onder de oog (occulatie of   schildgriffelingsplaats),   dit om het bevriezen van de wortelhals en wortels te voorkomen. 



  - Fig. : IV = Na de winter wordt de wortelhals afgesneden juist boven de occulatie-of schildgriffelingsplaats. 



  - Fig. : V = De groeihuls wordt aangebracht. De grond werd terug verwijderd van de wortelhals. 



  - Fig. : VI = De groeihuls is aangebracht tot juist onder de occulatie- plaats of schildgriffelingsplaats. 



  - Fig. : VII = Het oog van de occulatie of schildgriffeling heeft een nieuwe scheut gevormd, zodat een nieuwe struik (vb. rozen) of nieuwe boom (vb. walnoten) zal uitgroeien. 



    METHODE : D      - Fig. : I   = Onderstam. 



    - Fig. : 11   = Onderstam wordt in de herfst gerooid. 



    - Fig. : 111   = Op de onderstam wordt een ent aangebracht. 



  - Fig. : IV = De afgeënte onderstammen worden bewaard in vochtige 
 EMI10.1 
 aarde of zand, in een vorstvrije, koele plaats. 



  - : V = In de lente wordt de af onderstam terug geplant. 
Fig.- Fig. : VI = Onmiddellijk na het planten wordt de groeihuls aange- bracht. 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 



    METHODE : F    - Fig. : I = De wand van de groeihuls is links of rechts opgerolt, zodat hij kan meegroeien met de dikte van de onderstam, wortelhals of de stam van de boom. 



  - Fig. : II = Om het isolerend effect te verhogen zijn verdikkingen aangebracht op de   opgerolde ; and,   zodat de afstand tus- sen de   opgerolde-Hand   overal ongeveer hetzelfde is. 



   Hierdoor zijn er één of meer luchtlagen rond de stam, tak,   twijg of   wortelhals aanwezig. 



  - Fig. : III = Deze groeihuls wordt naargelang de windingen links of rechts zijn, links of rechts rond de stam, tak, twijg of wortelhals gedraaid. 

 <Desc/Clms Page number 12> 

 



  - Fig. : VII = De geplante afgeënte onderstam met aangebrachte groei- huls. De groeihuls wordt zo geplaatst dat de ogen van de ent vrij zijn. 



  - Fig. : VIII = De afgeënte onderstam heeft meerdere scheuten gevormd. 



   Alleen de sterkste scheut wordt   bewaard,   al de andere worden weggenomen. De scheut die behouden blijft zal een nieuwe boom vormen. 



    METHODE : E      - Fig. : I   = Onderstam   - Fig. : 11   = Onderstam in rusttoestand. Bij deze methode wordt de onderstam niet gerooid. 



  - Fig. : III = Onderstam wordt bij het hernemen van de groei afgesne- den tot op de gewenste hoogte. 



  - Fig. : IV = Onderstam wordt onmiddellijk na het   afsnijden afgeënt.   



  - Fig. : V = De onderstam is   afgeënt.   



  - Fig. : VI = Onmiddellijk na het afenten wordt de groeihuls aange- bracht. 



  - Fig. : VII = De groeihuls wordt zo geplaatst dat de ogen van de ent vrij zijn. 



  - Fig. : VIII = De afgeënte onderstam heeft reeds meerdere scheuten ge- vormd. Alleen de sterkste scheut wordt   bewaard,   de andere scheuten worden afgesneden. Alleen de sterkste scheut zal een nieuwe boom   vorken.  



   <Desc / Clms Page number 1>
 



  BOLKAERTS Fernand IMPROVEMENT PATTERN Growth sleeve Principle By applying a non-transmissive sleeve under the breeding site, occulation site or grafting site or under the branches on fruit trees, shrubs that bear fruit, ornamental shrubs, ornamental trees, shrubs intended for the production of wood. (See method A, B, C, D, E and F.) This sleeve prevents unwanted shoot formation under the
 EMI1.1
 avoid or greatly diminished breeding site, occulation site or grafting site resulting in more growth-branched trees and shrubs with a higher commercial value.



  Due to the fact that there is an air layer between the inner wall of the sleeve and the trunk, rootstock, branch, twig or root neck, an insulating or warming effect occurs. This air layer is achieved by keeping the distance to the inner wall and the trunk, rootstock, branch, twig or root neck as small as possible, as a minimum when the sleeve is applied 1 mm is sufficient and as a maximum when the sleeve is applied 10 mm is the ultimate. (See images A, B and C).



  When the gap between the trunk, rootstock, branch, twig, or root neck and the inner wall of the sleeve is more than 10 mm, the air will be sucked away by the air currents (wind).



  When the distance between the trunk, rootstock, branch, twig or

 <Desc / Clms Page number 2>

 root neck is no larger than 10 mm, the air that is not drawn away between the inner wall of the sleeve and the trunk, rootstock, branch, twig or root neck is also impossible to drain, because the bottom of the sleeve rests on the bottom.



  Partial sealing of the base surface and (or) the top surface of the sleeve is undesirable, because fungus formation is promoted due to the possibility of accumulation of moisture or water, this moisture can also freeze the trunk, rootstock. , branch, twig or root neck. The higher humidity will not only promote mold growth, but the temperature regulating and insulating effect will be reduced or come to a complete standstill. Also in the completely enclosed space all kinds of insects will hide, including various harmful insects.



  As described above, the sleeve has an insulating or warming function relative to the trunk, rootstock, branch, twig or root neck.



  The air present between the inner wall of the sleeve and the trunk, rootstock, branch, twig or root neck contains more moisture in the morning! The indirect sun rays or the direct sun rays first heat the wall of the sleeve, this wall will first heat up by conduction, then by convection (transfer of heat) via the moisture present in the air between the wall of the sleeve and the trunk, rootstock , branch, twig or root neck, the heat transferred to the branch, rootstock, trunk, twig or root neck. The minimum growth temperature is therefore reached more quickly. The transfer of heat through the sleeve wall to the trunk, rootstock, branch, twig or root neck will continue as long as there is sufficient moisture in the air.

   This concerns the air that is located between the inside of the sleeve and the trunk, rootstock, branch, twig or root neck.

 <Desc / Clms Page number 3>

 



  When the air present between the inside of the sleeve and the trunk, rootstock, branch, twig or root neck is completely dry, the transfer of heat will cease, so that the optimum growth temperature will not be exceeded.



  The dry air now present between the sleeve and the trunk, rootstock, twig, branch or root neck will now have an insulating effect.



  When the ambient heat is higher than the optimal growing temperature, the growth will continue for a longer time for the plants provided with a growth sleeve.



  By applying the sleeve for the winter a few cm above the eye (occlusion site, grafting site) (see method B), during extreme cold, the dry air present between the inner wall of the sleeve and the trunk, rootstock, branch, twig or root collar have an insulating effect. (When it freezes hard, the humidity is very low).



  The isolation site or occulation site will be protected by the insulating function cited above. The scallop or occulation, or breeding ground will not freeze. After winter, the sleeve is pushed down just below the breeding site, occulation site, or grafting site.



  In order to continue the above-mentioned benefits, after the trees or shrubs have left the nursery (ies), I designed a sleeve, the jacket of which is rolled up left or right, allowing for easy installation. For the small coils with coiled wall, easy placement also applies in the nursery to be placed under the occulation site or breeding site, or grafting site. For the trees that have left the nursery, a larger model is used below the frame branches.



  The application is done left or right rotating around the trunk, depending on whether the winding (s) are left or right of the sleeve.

 <Desc / Clms Page number 4>

 



  Because in older trees the insulating effect is more desirable than the growth-stimulating effect, the coiled-walled sleeves were provided with thickenings between the windings (see method F, Fig. 11), creating different layers where air is present. The warming effect is delayed, but the insulating effect is increased. This insulating effect has a very important function during frost periods with a lot of sunshine, because the trunk cannot heat up on one side but very slowly over its entire circumference, so that there can be no cracks in the bark and the underlying cambium layers (frost cracks).



  The geometric shape of the thickenings present on the wall or between the wall of the rolled-up sleeve do not affect the operation of the sleeve. The preferred thickenings are those in the form of a half cylinder, cut vertically. These thickenings can be arranged along the full length of the sleeve or partly over the wall of the sleeve.



  Because of these bulges, the windings are equally spaced from each other, the layers of air between these windings are therefore equally thick everywhere (minimum 1 mm to maximum 10 mm).



  The number of turns per sleeve depends on the time it is desired to use the sleeve. For the sleeves that only have to serve for a few weeks, an overlap of the wall from 1 mm to a few cm is sufficient. For larger sleeves, which are placed under the frame branches, the number of turns provided will have to be several times the circumference of the trunk, so that this sleeve can grow (unroll) with the natural thickening of the trunk. Sufficient windings must remain when the trunk has reached its maximum thickness to allow its insulating function to take precedence.



  When there is only one layer of air around the trunk, rootstock, branch, twig or root neck, the growth stimulating effect

 <Desc / Clms Page number 5>

 greater than the insulating effect.



  Sleeve color: - For small sleeves and small coils with coiled walls where the growth stimulating effect is more important than the insulating effect: black for moderate regions.



   For southern temperate regions: dark gray.



   White-gray is the best color for subtropical regions.



   For tropical regions, white is the best color or reflective.



  - For sleeves where the insulating effect is more important than the growth-stimulating effect coils with rolled wall: here one color that reflects the sun's rays can be chosen, white or pale gray also give good results.



  - Other colors or intermediate stages of colors are also possible.



   Multiple colors on a sleeve are also possible. Multiple colors and intermediate stages of colors on a sleeve are also possible.



  How is the sleeve removed? Principle.



  The sleeve is removed automatically, namely; due to the natural thickness growth of the trunk, rootstock, branch or twig, or root neck, where around a sleeve was placed.



  Due to the natural thickness growth of the trunk, rootstock, branch, twig or root neck, pressure will arise on the wall of the sleeve.



  Depending on the number of turns, this pressure will be fully unrolled at the coiled-wall sleeve after a few weeks, months or years and then pushed open enough to fall off.



  For the sleeves whose wall is completely closed, one or more crack slots or one or more wall weakenings have been provided (see figures A, B, C), depending on

 <Desc / Clms Page number 6>

 burst or tear open the sleeve.



  It is also possible to make this sleeve in two or more parts, so that they click together, these clicked parts will then also be pushed apart by the natural thickness growth.



  Geometric shape: The sleeves can be made in different geometric shapes, non-geometric shapes can also be considered.



  For the small sleeves, a truncated cone with no base surface and no top surface gives the best results, the largest part should be pointing downwards. A cylinder also gives good results (cylinder without base surface and without top surface) For the sleeves with rolled wall, only a cylinder or a cylinder polygon can be used, because otherwise the different air layers will not have the same dimensions and some turns would not close, so that the air layers present would flow away.



  Material from which the sleeve (s) can be made In principle, all materials can be used. However, they must not rot (these fungi could also transfer to the trunk, rootstock, branch, twig or root neck), nor should the material be porous, because the moisture destroys the insulating and growth-stimulating effect.



  The material must also be elastic, this is especially important when installing the sleeve with the rolled-up wall.



  The sleeve wall must be sufficiently sturdy so that it does not collapse under heavy heat. Nor should it deform under severe temperature fluctuations.



  Tests show that poly-vinyl cloride (plastic) mixed with color (color is over the entire thickness of the

 <Desc / Clms Page number 7>

 wall and not in layers) gives the best results. Other plastics with approximately the same properties as P.V.C. are also eligible for the manufacture of sleeves and sleeves.



  Key lock.



  The growth sleeve is not attached to the trunk, rootstock, branch, twig or root neck! The stationary air between the trunk, rootstock, branch, twig or root neck and the inner wall of the sleeve has a warming and insulating function. When the number of stationary air layers of the sleeve is increased, heating is delayed and the insulating effect is increased (sleeve with coiled wall).



  The removal also requires no extra labor, because the sleeve (s) tear open, crack or snap open due to the internal pressure (thickness growth of the trunk, rootstock, branch, twig or unrolling (sleeve with rolled wall).



  Since the light cannot reach the trunk, branch, twig or root neck, no unwanted shoots emerge from the sleeping eyes. This avoids extra labor to remove those shoots.

 <Desc / Clms Page number 8>

 



    AFBEEIZ) ING: A - I = rootstock, branch, twig or root neck.



  - II = still air layer present.



    - III = wall of the sleeve.



  - IV = fracture slot.



  - V = wall of the sleeve.



  IMAGE: B - I = wall weakening.



  - II = wall of the sleeve.



    - III = still air layer present.



  - IV = rootstock, branch, twig or root neck.



  - V = wall weakening.



    IMAGE: C - I = fracture slot.



  - II = wall of the sleeve.



    - III = still air layer present.



  - IV = rootstock, branch, twig or root neck.



  - V = fracture slot.



    EQUIPMENT: A - Fig. : I = Under trunk.



  Fig. : II = Rootstock on which, behind the bark, a scallop or occulation is applied.



  Fig. : III = When growth resumes, the rootstock is cut above the eye (occulation or scallop).

 <Desc / Clms Page number 9>

 



  Fig. : IV = Immediately after cutting, the growth sheath is slipped over the cut rootstock to just below the occulation or shield grafting site.



  - Fig: V = The growth sleeve is fitted.



  - Fig: VI = The eye of the occulation or scallop shield gives a new shoot, it will grow into a new tree.
 EMI9.1
 



  I. TETHODE 1: B- Fig. : I = Rootstock.



  Fig. : II = Rootstock on which an eye (shielding or occulation) is placed behind the bark.



  Fig. : III = The side branches or side shoots are removed before winter.



  Fig. : IV = The growth sleeve is placed before winter. ü the growth sleeve is placed slightly higher by earthing the rootstocks about 3 cm higher. As a result, the eye (scallop or occulation) applied to the rootstock will remain about 3 cm in the growth sleeve, protecting the eye (occipation or scallop) from extreme frost or temperature fluctuations.



  Fig. : V = The present eye (occulation or scallop) is located about 3 cm in the growth sleeve.



  Fig. : VI = After winter, the rootstock is cut just above the occulation or scallop site. The growth sheath is now immediately pressed down to just below the eye (occulation or shield grafting site).



  Fig. : VII = The eye (occulation or scallop) has formed a new shoot, which will further grow into a new tree.

 <Desc / Clms Page number 10>

 



  METHOD: C - Fig. : I = Wild shrub.



    Fig. : 11 = An eye (scallop or occulation) is placed on the root neck of the wild bush. First, the soil is removed from the root collar.



  Fig. : III = After applying an eye (occulation or scallop engraving), the soil is brought back just below the eye (occulation or scallop engraving site), to prevent freezing of the root collar and roots.



  Fig. : IV = After winter, the root collar is cut just above the occulation or scallop site.



  Fig. : V = The growth sleeve is applied. The soil was removed back from the root collar.



  Fig. : VI = The growth sheath is positioned just below the occulation site or shield groove site.



  Fig. : VII = The eye of the occulation or scallop has formed a new shoot, so that a new bush (eg roses) or new tree (eg walnuts) will grow.



    METHOD: D - Fig. : I = Rootstock.



    Fig. : 11 = Rootstock is cleared in the fall.



    Fig. : 111 = A graft is applied to the rootstock.



  Fig. : IV = The seeded rootstocks are kept in moist
 EMI10.1
 earth or sand, in a frost-free, cool place.



  -: V = In the spring, the rootstock is replanted.
Fig. : VI = The growth sleeve is applied immediately after planting.

 <Desc / Clms Page number 11>

 



    METHOD: F - Fig. : I = The wall of the growth sleeve is rolled up on the left or right, so that it can grow with the thickness of the rootstock, root neck or trunk of the tree.



  Fig. : II = Thickenings have been applied to the coils to increase the insulating effect; and so that the distance between the rolled-up Hand is about the same everywhere.



   As a result, one or more air layers are present around the trunk, branch, twig or root neck.



  Fig. : III = This growth sleeve is rotated around the trunk, branch, twig or root neck, depending on whether the windings are left or right.

 <Desc / Clms Page number 12>

 



  Fig. : VII = The planted seeded rootstock with attached growth sleeve. The growth sleeve is placed so that the eyes of the graft are free.



  Fig. : VIII = The seeded rootstock has formed multiple shoots.



   Only the strongest shoot is preserved, all others are taken away. The shoot that is preserved will form a new tree.



    METHOD: E - Fig. : I = Rootstock - Fig. : 11 = Rootstock at rest. The rootstock is not harvested in this method.



  Fig. : III = Rootstock is cut to the desired height when growth is resumed.



  Fig. : IV = Rootstock is inoculated immediately after cutting.



  Fig. : V = The rootstock has been vaccinated.



  Fig. : VI = Immediately after grafting, the growth sleeve is applied.



  Fig. : VII = The growth sleeve is placed so that the eyes of the graft are free.



  Fig. : VIII = The seeded rootstock has already formed several shoots. Only the strongest shoot is saved, the other shoots are cut off. Only the strongest shoot will fork a new tree.


    
BE7/970A 1986-04-14 1986-12-05 Sleeve to protect plant or tree stem or root - is placed around stem with max. 10 mm. clearance or wound around stem with same clearance between windings BE905871R (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE7/970A BE905871R (en) 1986-04-14 1986-12-05 Sleeve to protect plant or tree stem or root - is placed around stem with max. 10 mm. clearance or wound around stem with same clearance between windings

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE7/968A BE904592A (en) 1986-04-14 1986-04-14 Fruit tree stem sleeve - is non-translucent and fits below grafting point to prevent unwanted shooting
BE7/970A BE905871R (en) 1986-04-14 1986-12-05 Sleeve to protect plant or tree stem or root - is placed around stem with max. 10 mm. clearance or wound around stem with same clearance between windings

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE905871R true BE905871R (en) 1987-04-01

Family

ID=25662205

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE7/970A BE905871R (en) 1986-04-14 1986-12-05 Sleeve to protect plant or tree stem or root - is placed around stem with max. 10 mm. clearance or wound around stem with same clearance between windings

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE905871R (en)

Cited By (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0289594A4 (en) * 1986-11-14 1989-07-20 Crowell Corp Protective wrapping.
FR2743467A1 (en) * 1996-01-12 1997-07-18 Mercier France Phytonique Sa Production method of top grafted vine plants
NL1025504C2 (en) * 2004-02-17 2005-08-19 Jan Willem Crum Device is for guiding a cultivation part and comprises a casing-shaped basic part for fitting around an outgrowth of a vegetation part
NL1031999C2 (en) * 2006-06-14 2007-12-17 Iso Groep Machb B V Stent arrangement and method.

Cited By (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0289594A4 (en) * 1986-11-14 1989-07-20 Crowell Corp Protective wrapping.
FR2743467A1 (en) * 1996-01-12 1997-07-18 Mercier France Phytonique Sa Production method of top grafted vine plants
NL1025504C2 (en) * 2004-02-17 2005-08-19 Jan Willem Crum Device is for guiding a cultivation part and comprises a casing-shaped basic part for fitting around an outgrowth of a vegetation part
NL1031999C2 (en) * 2006-06-14 2007-12-17 Iso Groep Machb B V Stent arrangement and method.
WO2007144399A1 (en) * 2006-06-14 2007-12-21 Iso Groep Machinebouw B.V. Grafting device and method

Similar Documents

Publication Publication Date Title
Tous et al. New trends in olive orchard design for continuous mechanical harvesting
US4791754A (en) Plant assisting device
Offenberg The use of artificial nests by weaver ants: A preliminary field observation
WO1998034470A1 (en) Plant enclosure for outdoor use
BE905871R (en) Sleeve to protect plant or tree stem or root - is placed around stem with max. 10 mm. clearance or wound around stem with same clearance between windings
US6578318B1 (en) Method and apparatus for raising vine plants
JP4782493B2 (en) Crop cultivation method using anti-frost fan
US2209891A (en) Mulching ventilation system and apparatus
Rylski et al. Use of shading to control the time of harvest of red-ripe pepper fruits during the winter season in a high-radiation desert climate
CA2509278A1 (en) System for frost damage and winter-kill reduction in crops
Kaplan et al. Phenology of Quercus ithaburensis with emphasis on the effect of fire
EP2347646A1 (en) Growth protector for plant
CN106857173B (en) Cold-proof and disease and pest prevention pomegranate cold-shed cultivation method
Gross Pruning mango to increase yield
Saúco et al. Preliminary studies on fruit-set of mango cultivar Tommy Atkins under greenhouse cultivation in the Canary Islands
Schrader Plasticulture in California vegetable production
Gilman et al. Pruning landscape trees and shrubs
Maughan et al. High tunnel cut flower peonies in Utah
CN118303282B (en) Overwintering regeneration method for open field planting of Tolubam in south Hunan province
JP2000342086A (en) Stretchable lantern type plant protection
Chamberland Saguaro Horticulture Saguaro Problems, Pests And Disease
IE20170040A1 (en) Wood fibre
SU1724092A1 (en) Method for growing field forest strips
HUTCHINSON Scadoxus of central and east Africa.
Lewis et al. Backyard Fruit Production in Utah's High Mountain Valleys

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Owner name: BOLKAERTS FERNAND

Effective date: 19901231