<Desc/Clms Page number 1>
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het overbrengen van slib en/of afvalwater 1 in een afvalwaterzunveringsinstal. atle.
EMI1.1
In de biotogi. werkwijzen socr het belichten een sl1b/afvalwatersuspensie onder- sche afvatwaterzuivertng kunnen tweescheiden worden. De ene werk-wilze is erop gesteund de suspensie onder vorm var kleine druppels In de lucht te versprelden, terwijl de andere daarentegen erop gericht is lucht onder vorm van kleine bellen. n de slib-suspensie te verspreiden.
Tot nog toe wordt gebruik gemaakt in de laatst genoemde uerkwijze van luchtpompen, meer bepaald waterstraalpompen, ook nog ejectoren of boosters genoemd. voor het teweegbrengen van deze luchtbellen in beluchtingsbekken waarin het afvalwater by middel van pompen aangevoerd wordt.
De uitvinding streeft er o. a. naar een werkwilze voor te stellen die toelaat op een zeer efficiente en economisch voordetne manier de aanvoer van afvalwater en van de vereiste lucht in de beluch-
EMI1.2
tingsbekken alaterzutvenngsinstallane \an een aTot dtt doel. zuigt men zowel sllb en/of afvalwater als lucht aan in een beluchtingsbekken, welke men dan in dit laatste verdeelt.
EMI1.3
DoeJmatlg, zutgt men afw) hoofzake- 1111.. aan 10 het beluchtingsbekken.
De uitvinding heeft eveneens betrekking op een enrichting voor het toepassen van hogergedoelde werkwijze.
Deze inrichting IS gekenmerkt door het fel t dat ze minstens een vloeistof-luchtaanzutgpomp omvat, die in verbinding staat met een beluchtingsbekken en aansluit op een ontvangruimte voor slib en/of afvalwater.
In een bqzondere untvoeringsvorm van de uitvinding
<Desc/Clms Page number 2>
omvat deze vloeistof-luchtaanzuigpomp een door een motor aangedreven waterstraalpomp, die water vanuit het beluchtingsbekken aanzuigt en doorheen een ejector, onder vorm van een straal mes relatief grote snelheid, stuwt in een buisstuk dat, enerzijds, uitmondt in het beluchtingsbekken en, anderzijds, zljdelings aansluit, nagenoeg ter hoogte van de ejector-uitlaat, op een l iding'die in verbinding staat met genoemde ontvangruimte.
In een bijzondere uitvoeringsvorm van deze inrichting, volgens de uitvinding, is tussen de ontvangruimte en de aanzuigpomp een filter in serie gemonteerd, waarin door genuemde pomp aangezogen slib en/of vaste bestanddelen, die in het afvalwater aanwezig zijn, weerhouden worden en bij middel van de door de filter heen aangezogen lucht gedroogd worden.
In een andere bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding, wanneer de ontvangruimte bestemd is voor afvalwater met op de oppervlakte van dit laatste een laag : et vaste deeltjes, schuim, vet of dergelijke, zijn middeJen vocrzien voor het afzonderlijk aanzuigen hetzij van dit afvalwater, hetzij van genoemde laag, hetzij van beide.
Andere bijzonderheden en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hierna volgende beschrijving van enkele specifieke uitvoeringsvormen van de uitvinding ; deze beschrijving wordt enkel als voorbeeld gegeven en beperkt de draagwijdte van de gevorderde bescherming niet ; de hietna gebruikte verwijzingscijfers hebben betrekking op de hieraan toegevoegde figuren.
De figuren I, 2,3 en 4 zijn schematische voorstellingen van vier verschillende uitvoeringsvormen van de inrichting volgens de uitvinding.
In deze figuren hebben dezelfde veiwijzingscijfers betrekking op dezelfde of analoge elementen.
Algemeen heeft de uitvinding betrekking op een werk- wijze voor het overbrengen van slib en/of afvalwater in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, waarbl) zowel slib en/of afvalwater als lucht in een beluchtingsbekken aangezogen 1 en verdeeld woret.
BI) voorkeur wordt beurtelings, enerzijds, hoofdzakelijk slib en/of afvalwater en, anderzyds, hoofdzakelijk lucht in het beluchtingsbekken aangezogen en verdeeld.
<Desc/Clms Page number 3>
In figuur 1 wordt een eerste uitvoeringsvorm van een inrichting, volgens de uitvinding, voorgesteld voor het toepassen van deze werkwijze.
De inrichting omvat een beluchtingsbekken 1 waarin een vioeistof-luchtaanzuigpomp 2 gedompeld is, die aansluit op een ontvangruimte 3 voor slib en/of afvalwater, dat bij voorbeeld langs een riolering 4 aangevoerd wordt.
In de vier voorgestelde uitvoeringsvormen is de vioeistofluchtaanzuigpomp 2 gevormd door een soort waterstraalpomp, die door een niet voorgesteld motor aangedreven wordt.
Deze waterstraalpomp zuigt water aan vanuit het beluehtingsbekken I, zoals aangeduid werd door pijl 5, dat gestuwd wordt doorheen. een ejector 6 onder vorm van een straal met relatief grote snelheid, tot in (ii buisstuk 7. Enerzijds mondt dit buisstuk uit in het belochtingsbekken 1, zoals aangeduid wordt door pijl 8, en, anderzijds, bluit dit aan op een leiding ', ter hoogte van de uitlaat van de ejector 6. Het betreft hier meestal een opzichzelf bekende waterstraalpomp en ejector, zodat het niet nodig geacht werd deze meer in detail in de figuren voor te stellen.
In de uitvoeringsvorm volgens figuur t, is deze leiding 9 door tussenkomst van een In serie gemonteerde nagenoeg luchtdichte filter 10 tn een op deze laatste aansluitende leiding 11 In verbinding met de ontvangruimte 3.
Aldus wordt door de pomp 2 in de leiding 9 een onderdruk geschapen en wordt shb en/of afvalwater vanuit de ontvangruimte 3 langsheen leiding 11 In de filter 10 aangezogen en weerhouden. terwijl het gefilterd afvalwater via de leiding 9 en de pomp 2 In het beluchtings- bekken) terechtkomt. Zodra het vrije uiteinde van de leiding 11 niet meer dompelt in het afvalwater van de ontvangruimte 3, wordt automatisch iucht aangezogen doorheen de gevormde filterkoek en wordt deze dus gedroogd.
Dezelfde lucht wordt dan langs de leiding
EMI3.1
9 in het beluchtingsbekken I aangezogen en via het buisstuk 7, waarvan het vrije uiteinde de vorm heeft van een niet voorgestelde diffusor, in het afvalwdter van het belucht : ngsbekken geblazen en verdeeld, zoals aangeduid werd door plJI 8, op dezelfde ma, ler alt het hierboven vermelde gefilterd water. Er ontstaat dus telkens een omroeren van het afvalwater en de omgeving van de plaats waar de aangezogen
<Desc/Clms Page number 4>
lucht en water in het beluchtingsbekken gebracht wordt.
Wanneer door het aanvoeren van afvalwater via de riool 4 naar de ontvangruimte 3 het niveau in dit laatste opnieuw stijgt wordt opnieuw hoofdzakelijk afvalwater via de filter 10 in het betuchtings- bekken l geleid.
Opdat deze cyclus zich op regelmatige tijdstippen zou herhalen, wordt er, bij voorkeur, voor gezorgd dat het nagenoeg consfant debiet van de doorlopend werkende pomp 2 enigszins hoger is dan het gemiddelde debiet van de afvalwateraanvoer in de ontvangruimte 3. Vooral bij de overgang tussen het aanzuigen van lucht en water of omgekeerd, wordt een mengsel van beide gevormd in de leidingen 9 en 11. Belangrijk is nochtans te noteren, dat wanneer nagenoeg uitslultend afvalwater aangezogen wordt, ci.i. op'het ogenblik. dat een grote aanvoer van vuilvracht in de ontvangruimte 3 via de riool 4 plaats heeft, automatisch in het beluchtingsbekken l een verlaging van de opgeloste zuurstof bewerkt die gunstig is voor de biologische stikstofverwijdermg.
Ook is het zo dat het vers aangevoerd afvalwater onmiddellijk en intens met het actief-slLb gemengd wordt en dat lange standtijden In de ontvangruimte 3, zelfs bil lage aanvoerdebieten, nagenoeg uitgesloten zijn.
De calorten aanwezig m de luchtstroom worden met het afvalwater uitgewisseld en leveren, vooral in de winter, een gunstige bijdrage voor het op peil houden van de temperatuur van de suspensie en dus de activiteit van het actief-slib In het beluchtingsbekken.
De werkwijze en inrichting volgens de uitvinding vindt verder een belangrijke toepassing bij een fysico-chemische zuivering. De zuivering die hierdoor bedoeld wordt is. leze waar bij middel van bruiswater, t. t. z. een mengsel van water en lucht, dat bij voorbeeld bekomen wordt door het onderaan inblazen van lucht, vaste onzuiverheden uit het afvalwater worden afgescheiden onder vor l van een schuimof vetlaag op de oppervlakte van het afvaJwater. Dit kan plaats hebben in de ontvangrutmte 3.
In figuur 1 wordt In streephjn een hiervoor mogelijke uitvoeringsvorm van de ontvangrulmte 3 veorgesteld.
Deze omvat een dukschot 12, dat zich vanaf een
<Desc/Clms Page number 5>
bepaalde hoogte boven het in des ruimte 3 maximaal toegelaten niveau
13 tot op zen bepaalde diepte in deze laatste uitstrekt, enigszins tot boven het toegelaten minimaal niveau 14. Op deze manier worden in deze ruimte 3 twee zones 3'en 3"gevormd die onder het duikschot
12 door met clkaar in verbinding staan. De afvalwateraanvoer 4 mondt uit in zone 3', terwijl de aanzuigleiding II' zich niet meer tot in de nabijheid van de bodem van de ruimte 3 uitstrekt, zoals de aanzuigleiding 11, maar tot op een bepaalde diepte, kleiner dan deze van het duikschot 12, reikt.
De schuim- vetlaag 15 bevindt zich dan enkel op de oppervlakte van het afvalwater in de zone 3', zodanig dat in de leiding ll' enkel afvalwater aangezogen wordt.
In figuur 2 wordt een tweede uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding voorgesteld die eveneens toelaat, wanneer de ontvangruimte 3 bestemd is voor afvalwater met op de oppervlakte van dit laatste een laag 15 met vaste deeltjes, zoals een schuim- of vetlaag, deze laag en het zich er onder bevindend afvalwater afzonderlijk te behandelen.
Hiervoor wordt in deze tweede uttvoertngvorm gebrulk gemaakt van een reeks In parallel geschakelde zuigmonden 16 die over de oppervlakte van het afvalwater verdeeld zijn en op de aanzuigpomp 2 In het beluchtingsbekken I aansluiten. Deze aanzuigmonden 16 zi) n dicht bij de oppervlakte van het afvalwater gemonteerd, zodanig dat ze toelaten nagenoeg enkel de laag 15 af te zuigen, zonder dat een turbulentie veroorzaakt wordt in het water zelf. Op deze manier slaagt men erin een relatief droge schuim- of vetlaag af te zuigen.
De mogehjkhetd kan bij voorbeeld overwogen worden om deze laag in veischillende stappen af te zutgen, waarbij serte het bovenste droog deel afgezogen wordt en daarna afzonderlijk het nattere onder lig- gend deel van de laag 15.
Verder IS het eveneens mogelijk het afvalwater afzonder- lijk aan te zuigen, bij voorbeeld op de manier die in streeplijn voorgesteld werd in figuur [. t. t. z. door gebruik te maken m de ontvangrutmte volgens figuur 2 van een dutksrhot.
EMI5.1
De afzonderh aangezogen schuini-of wordt opgevangen op de bodem van gescha-
<Desc/Clms Page number 6>
; kkeld is tussen de aanzuigmonden 16 en de aanzuigpomp 2, terwijl de langs de zuigmonden 16 aangezogen lucht via de cycloon 17 en de leiding 9 in het beluchtingsbekken l terecht kornen. Dank zij deze aangezogen lucht ondergaat in de cycloon verzamelde vet of schuim een extra drogingsproces.
: n figuur 3 wordt een zeer specifieke en belangrijke toepassing van de inrichting volgens de uivinding voorgeseld.
In deze uitvoeringsvorm sluit de aanzuigpomp 2 aan op een vacuum-riolering 11, waarvan de leidingen een zogenoemde zaagtandvorm hebben. Deze zaagtanden werken als waterslot. De vereiste onderdruk in deze leidingen wordt rechtstreeks onderhouden door de aanzuigpomp 2 in het beluchtingsbekken l, un tegenstelling met hetgeen het geval is bij de bekende vacuum-rioleringen, velke een centrale vacuumpompinstallatie veronderstellen voor het onderhouden van deze onderdruk.
Verder dienen in de ontvangruimte 3, eveneens in tegenstelling met hetgeen het geval is bij de bekende vacuum-rioleringen, geen zogenoemde voetkleppen voorzien te worden en wordt, vooral bij laag afvalwateraanvoerdebiet, deze ruimte door de aangezogen lucht permanent ontgeurd.
Tenslotte, wegens het centinu werken van de aanzuigpomp 2 met een hoger debiet dan het gemiddelde afvalwateraanvoerdeblet, is veroudering van het afvalwater in de ontvangruimte 3, met het ontstaan van anaerobe toestanden en decantatie, uitgesloten.
Zoals biJ de uitvoeringsvorm volgens figuur I, kan. op een voordelige manier, het beluchtingsbekken 1 voorafgegaan worden door een filter 10, waarin alle vaste deeltjes vanaf een bepaalde afmeting, zowel zwevende als bezinkbare, weerhouden Kunnen worden, zodat de vuilbelastsng van het afvalwater dat in het beluchtingsbekken I aangezogen wordt minimaal is en op een effici nte manier verder gezuiverd kan worden,
In figuur 4 wordt nog een andere specifieke uitvoenngs- vorm van de Inrtchung volgens de uitvinding voorgesteld, die vooral van toepassing voor het zogenoemd polijsten van afvalwater, t. t. z.
het njgenoeg verwijderen van dlle zelfs zeer fijne vaste bestanddelen, en dit door het gebrulk van een gravitaire zandfilter 10.
<Desc/Clms Page number 7>
Een dergelijke zandfilter vereist meestal een grotere drukhoogte naarmate hiJ verzadigd geraakt.
Volgens de uitvinding is het thans mogelijk gebleken hetzij de standtijd van zandfilters te verlengen, hetzij het debiet ervan te verhogen, hetgeen dus economisch zeer rendabel is.
Hiertoe wordt op een continue wijze het filtraat langs de leiding 9 aangezogen zodanig dat, wanneer het filtermedium
18 met tc filteren water verzadigd gehouden wordt, bij voorbeeld door het vloeistoftoevoerdebiet aan te passen opdat boven op dit medium een vioerstoflaag 19 gevormd zou worden, onder het filtermedium een onderdruk ontstaat die een verhoogde drukval in dit laatste teweeg- brengt.
Tenslotte kan de werkwijze en inrichting volgens de uitvinding met gunstig gevolg toegepast worden voor zogenoemde "debietaitopping".
Wanneer men bij voorbeeld in een aanvoerkanaal een vast peil, en aldus een vast debiet, wenst te handhaven kan het water boven dit peil automatisch afgezogen worden door genoemde afzuigpomp.
Dit is o. m. van essentieel belang bij afvalwaterzulvenngs- lnstallaties met een continu gedeelte voor het behandelen van een gemiddeld afvalwaterdebiet en een discontinu gedeelte voor het behande- len van de overmaat afvalwater, bij het overschrijden van dit debiet.
Hierbij wordt meer bepaald verwezen naar liet voorwerp van het Belgisch octrooi Nr. 904. 633.
De uitvinding is natuurlijk geenszins beperkt tot de hierboven beschreven en in de tekeningen voorgestelde ultvoertngsvor- men en binnen het raam van dit octrooi kunnen meerdere verandertngen overwogen worden, o. m. wat betreft het type aanzuigpomp of fiiter, alsook het aantal ervan.
Aldus kunnen bij voorbeeld in eenzelfde beluchtingsbek- ken twee afzonderlijke aanzuigpompen voorzien worden, waarblj een ervan hoofdzakelljl, Þlenst doet van het aanzuigen van slib en/of afval- water, terwijl de andere hoofdzakelijk bestemd is voor het aanzuigen \an de vereiste lucht. in sommige gevallen kan dit nuttig zijn voor de keuze van de pompen. aangezien een bepaalde pomp slechts hetzil
<Desc/Clms Page number 8>
vloeistof hetzij iucht dient aan te zuigen.
Meestal wordt echter een uitgesproken voorkeur gegeven aan een enkele vloeistof-luchtaanzuigpomp daar deze slechts een energiebron vergt en hierdoor als investering beter benut wordt hetgeen leidt tot een eenvoudiger installatie.
In de bestaande installaties, waarin reeds gebruik gemaakt wordt van een dergelijk vloeistof-luchtaanzuigpomp voor het aanbrengen van de vereiste lucht, kan het dikwijis volstaan deze installaties opnieuw te berekenen om rekening te houden met de bijkomende arbeid die deze pomp zat dienen te verrichten bij het aanzuigen van afvalwater.
Verder is het mogelijk bepaalde van de hierboven beschreven en voorgestelde uitvoeringsvormen te combineren ; b. v. indien het te zuiveren water zeer vethoudend IS kunnen de ultvoeringsvorm volgens figuren l en 2 enigszins in parellei geschakeld worden zodanig dat, enerzilds, de gevormde vetlaag 15 naar een cycloon 17 en, anderzijds, het onderliggend afvalwater afzonderlilk doorheen een
EMI8.1
iilter 10 gezogen worden.
Ten einde in de leiding 9 het terugvloelen van het afvalwater, Ingevolge het hevel-effect tegen te gaan, wordt in deze leiding bij voorkeur een niet voorgestelde hevelbreker, terugslagklep of dergelijke voorzien.
Ook is het nog mogelijk dat de aanzuigpomp 2, in plaats van gedornpeld te zijn in het beluchtingsbekken l. volledig buiten dit laatste gernonteerd is en bij midde ! van leidingen ermee in verbinding staat. renslotte kan nog vermeld worden, dat, dank zij de werkwijze en inrichting volgens de uitvinding, de klassleke bezinkingstanks, die meestal in afvalwaterzulveringsinstallaties voorzine zijn, aangevuld of vervangen kunnen worden door filters, zoals voorgesteld werd in f1guur I, met relatief beperkte afmetingen, en dit zodanig dat het zuiveringsrendement en de zulveringscapaciteit In aanzienitjke mate toenemen, wat du gepaard gaat met investeringsvermindering,
zowei wat betreft de infrastructuur als de uttbatingskosten.
<Desc / Clms Page number 1>
The invention relates to a method for transferring sludge and / or waste water 1 in a waste water treatment plant. atle.
EMI1.1
In the biotogi. methods socr exposing a sl1b / waste water slurry subsea waste water purification can be separated. One mode is based on dispersing the suspension in the form of small drops in the air, while the other, on the other hand, aims at air in the form of small bubbles. n spreading the sludge suspension.
Heretofore, use has been made in the latter method of air pumps, more specifically water jet pumps, also referred to as ejectors or boosters. for generating these air bubbles in aeration basins in which the waste water is supplied by means of pumps.
The invention aims, among other things, to propose a working method that allows the supply of waste water and the required air in the aeration in a very efficient and economical cost-effective manner.
EMI1.2
tings basin alaterzutvenngsinstallane \ an aTot dtt target. both sludge and / or waste water and air are sucked into an aeration basin, which is then distributed in the latter.
EMI1.3
Do it, one will use the main 1111 .. on the aeration basin.
The invention also relates to a device for applying the above-mentioned method.
This device IS characterized by the fact that it comprises at least one liquid-air starting pump, which is connected to an aeration basin and connects to a receiving space for sludge and / or waste water.
In a particular embodiment of the invention
<Desc / Clms Page number 2>
This liquid-air suction pump comprises a motor-driven water jet pump, which draws water from the aeration basin and pushes it through an ejector, in the form of a jet knife of relatively high speed, into a pipe section which, on the one hand, opens into the aeration basin and, on the other hand, laterally connects, almost at the level of the ejector outlet, to a pipe which communicates with said receiving space.
In a special embodiment of this device, according to the invention, a filter is mounted in series between the receiving space and the suction pump, in which sludge and / or solid components sucked in by the named pump are retained and used by means of the air drawn in through the filter must be dried.
In another special embodiment of the invention, when the receiving space is intended for waste water with a layer on the surface of the latter: solid particles, foam, fat or the like, means are provided for separately drawing in either this waste water or said layer, or both.
Other particularities and advantages of the invention will become apparent from the following description of some specific embodiments of the invention; this description is given as an example only and does not limit the scope of the protection sought; the reference numbers used hereinafter refer to the appended figures.
Figures 1, 2, 3 and 4 are schematic representations of four different embodiments of the device according to the invention.
In these figures, the same reference numbers refer to the same or analogous elements.
In general, the invention relates to a method for transferring sludge and / or waste water in a waste water purification installation, wherein sludge and / or waste water and air are drawn in and distributed in an aeration basin.
BI) preference is given to alternately drawing and distributing mainly sludge and / or waste water and, on the other hand, mainly air in the aeration basin.
<Desc / Clms Page number 3>
In figure 1 a first embodiment of a device according to the invention is proposed for applying this method.
The device comprises an aeration basin 1 in which a liquid-air suction pump 2 is immersed, which connects to a receiving space 3 for sludge and / or waste water, which is supplied, for example, along a sewage system 4.
In the four proposed embodiments, the liquid air suction pump 2 is formed by a kind of water jet pump, which is driven by a motor not shown.
This water jet pump sucks water from the aerator basin I, as indicated by arrow 5, which is pushed through it. an ejector 6 in the form of a jet with a relatively great speed, into (ii pipe piece 7. On the one hand, this pipe piece opens into the aeration basin 1, as indicated by arrow 8, and, on the other hand, connects it to a pipe height of the outlet of the ejector 6. This usually concerns a self-known water jet pump and ejector, so that it was not considered necessary to represent these in more detail in the figures.
In the embodiment according to figure t, this conduit 9 is in communication with the receiving space 3 through the intermediary of a series-mounted substantially airtight filter 10 and a conduit 11 connecting to the latter.
Thus, an underpressure is created by the pump 2 in the line 9 and shb and / or waste water is drawn from the receiving space 3 along line 11 into the filter 10 and retained. while the filtered wastewater passes through line 9 and pump 2 into the aeration basin). As soon as the free end of the pipe 11 no longer dips into the waste water of the receiving space 3, air is automatically drawn in through the filter cake formed and thus dried.
The same air is then passed along the pipe
EMI3.1
9 drawn into the aeration basin I and blown through the pipe section 7, the free end of which has the form of a diffuser not shown, into the waste water of the aeration basin and distributed, as indicated by plJI 8, in the same format. the above filtered water. So there is always a stirring of the waste water and the environment of the place where the suctioned
<Desc / Clms Page number 4>
air and water are introduced into the aeration basin.
When, by supplying waste water via the sewer 4 to the receiving space 3, the level in the latter again rises, again mainly waste water is led through the filter 10 into the recovery basin 1.
In order for this cycle to be repeated at regular intervals, it is preferably ensured that the almost constant flow rate of the continuously operating pump 2 is slightly higher than the average flow rate of the waste water supply in the receiving area 3. Especially during the transition between the suction of air and water or vice versa, a mixture of both is formed in the pipes 9 and 11. It is important to note, however, that when practically sludge wastewater is drawn in, ci.i. at the moment. that a large supply of pollution load takes place in the receiving space 3 via the sewer 4, automatically causes a reduction of the dissolved oxygen in the aeration basin 1, which is favorable for the biological nitrogen removal.
It is also the case that the freshly supplied waste water is immediately and intensively mixed with the active sludge and that long standing times in the receiving area 3, even with low supply flows, are virtually excluded.
The calorts present in the air flow are exchanged with the wastewater and, especially in winter, make a favorable contribution to maintaining the temperature of the suspension and thus the activity of the activated sludge In the aeration basin.
The method and device according to the invention also find an important application in a physico-chemical purification. The purification meant by this is. read where using sparkling water, t. t. z. a mixture of water and air, which is obtained, for example, by blowing in air at the bottom, solid impurities are separated from the waste water, forming a foam or fat layer on the surface of the waste water. This can take place in the receipt area 3.
In Fig. 1, a possible embodiment of the receiving space 3 is set in streak.
This comprises a bulkhead 12 extending from one
<Desc / Clms Page number 5>
certain height above the maximum permitted level in space 3
13 extends to a certain depth in the latter, slightly above the permissible minimum level 14. In this way, in this space 3 two zones 3 and 3 "are formed, which are below the diving bulkhead
12 by communicating with each other. The waste water supply 4 flows into zone 3 ', while the suction pipe II' no longer extends close to the bottom of the space 3, such as the suction pipe 11, but to a certain depth, smaller than that of the diving bulkhead 12 , reaches.
The foam fat layer 15 is then only located on the surface of the waste water in the zone 3 ', such that only waste water is drawn in in the line 11'.
Figure 2 shows a second embodiment of the device according to the invention, which also permits, when the receiving space 3 is intended for waste water with on the surface of the latter a layer 15 with solid particles, such as a foam or fat layer, this layer and treat the waste water underneath separately.
For this purpose, in this second embodiment, use is made of a series of parallel-connected suction nozzles 16 which are distributed over the surface of the waste water and connect to the suction pump 2 in the aeration basin I. These suction nozzles 16 are mounted close to the surface of the waste water, so that they allow almost only the layer 15 to be extracted, without causing turbulence in the water itself. In this way it is possible to extract a relatively dry foam or fat layer.
For example, the possibility may be considered to deposit this layer in several different steps, with serte being suctioned off the top dry part and then separately the wetter bottom part of the layer 15.
Furthermore, it is also possible to separately suck up the waste water, for example in the manner shown in dotted line in figure [. t. t. z. by using the reception value according to figure 2 of a nap shot.
EMI5.1
The individually drawn in at an angle is collected at the bottom of damaged
<Desc / Clms Page number 6>
; The air between the suction nozzles 16 and the suction pump 2 is connected, while the air drawn in along the suction nozzles 16 flows through the cyclone 17 and the line 9 into the aeration basin 1. Thanks to this air drawn in, the fat or foam collected in the cyclone undergoes an additional drying process.
: n figure 3 a very specific and important application of the device according to the invention is presented.
In this embodiment, the suction pump 2 connects to a vacuum sewer 11, the lines of which have a so-called sawtooth shape. These saw teeth act as a water seal. The required negative pressure in these pipes is maintained directly by the suction pump 2 in the aeration basin 1, unlike what is the case with the known vacuum sewers, which often assume a central vacuum pump installation for maintaining this negative pressure.
Furthermore, also in contrast to what is the case with the known vacuum sewers, no so-called foot valves should be provided in the receiving space 3, and this space is permanently deodorized by the air drawn in, especially at low waste water supply flow rates.
Finally, due to the fact that the suction pump 2 operates at a higher flow rate than the average waste water supply debit, aging of the waste water in the receiving space 3, with the occurrence of anaerobic conditions and decantation, is excluded.
As can be done with the embodiment according to figure I. in an advantageous manner, the aeration basin 1 is preceded by a filter 10, in which all solid particles from a certain size, both floating and settable, can be retained, so that the pollution load of the waste water drawn into the aeration basin I is minimal and can be further purified in an efficient way,
In figure 4, yet another specific embodiment of the invention according to the invention is presented, which is particularly applicable for the so-called polishing of waste water, t. t. z.
enough to remove even very fine solids by using a gravity sand filter 10.
<Desc / Clms Page number 7>
Such a sand filter usually requires a higher pressure height as it becomes saturated.
According to the invention, it has now been found possible to either extend the service life of sand filters or to increase their flow rate, which is thus economically very profitable.
To this end, the filtrate is drawn in continuously along the line 9 such that, when the filter medium
18 is kept saturated with tc filtering water, for example by adjusting the liquid supply flow rate so that a liquid layer 19 would be formed on top of this medium, under the filter medium an underpressure is created which causes an increased pressure drop in the latter.
Finally, the method and device according to the invention can advantageously be used for so-called "flow topping".
If, for example, it is desired to maintain a fixed level, and thus a fixed flow rate, in a supply channel, the water above this level can be automatically extracted by said suction pump.
This is essential, inter alia, in wastewater filling plants with a continuous section for treating an average wastewater flow and a discontinuous section for treating the excess wastewater, when exceeding this flow rate.
In particular, reference is made to the subject of Belgian patent no. 904, 633.
The invention is of course in no way limited to the above-described embodiments presented in the drawings, and within the scope of this patent several changes can be envisaged, including as regards the type of suction pump or filter, as well as the number thereof.
Thus, for example, in the same aeration basin, two separate suction pumps can be provided, one of which is primarily intended for the suction of sludge and / or waste water, while the other is mainly intended for the suction of the required air. in some cases this may be useful for the choice of pumps. since a particular pump is only hetzil
<Desc / Clms Page number 8>
should suck liquid or air.
Usually, however, a clear preference is given to a single liquid-air suction pump, since it only requires an energy source and, as a result, is better utilized as an investment, which leads to easier installation.
In existing installations, where such a liquid-air suction pump is already used for supplying the required air, it is often sufficient to recalculate these installations in order to take into account the additional work that this pump had to perform when suction of wastewater.
Furthermore, it is possible to combine certain of the above-described and proposed embodiments; b. v. if the water to be purified is very greasy, the embodiment according to figures 1 and 2 can be somewhat paralleled in such a way that, on one hand, the fat layer 15 formed to a cyclone 17 and, on the other hand, the underlying waste water separately through a
EMI8.1
iilter 10 can be sucked.
In order to counteract the refluxing of the waste water in the line 9, Due to the siphon effect, a siphon breaker, non-return valve or the like which is not proposed is preferably provided in this line.
It is also possible that the suction pump 2, instead of being dripped into the aeration basin 1. completely assembled outside the latter and in the middle! of pipes is connected to it. Finally, it should also be mentioned that, thanks to the method and device according to the invention, the classy settling tanks, which are usually provided in wastewater treatment plants, can be supplemented or replaced by filters, as proposed in figure I, with relatively limited dimensions, and this in such a way that the treatment efficiency and the anointing capacity increase significantly, which is accompanied by a reduction in investment,
both in terms of infrastructure and utilization costs.