<Desc/Clms Page number 1>
EMI1.1
ne uttvlndlng op een sirr'mf fici%. door een generator grvciede en een rotor vertoont, die door een )ct\dn kan worden.
De thans meestal dlt pc in hoofdzaak uit een generator met een t) op de of velg van een wiel en dat a)dusdetarrcf.voor-rn htcraan Dergcljkc der < t Een ander nadeel van deze inrichtingen bestaat Ir. het aan wrijving tussen ! aandruf'clt) an ncratur van het rijtuig. rotrc'fvs) p.) De u't\') tot doel \, oor aan deze verscheidene n r '.
Tot dlt geschakeld mg dat wanneer de genfrator erkmg de batterij kan worden.
Doelm. van een spartmngstndicator mmnt'r. van de lamp, namelijk de generator, de batterij of belde
<Desc/Clms Page number 2>
EMI2.1
--ZAIn ren van de uitvinding is aan de uitgang van de een spanningsstabilisator hpcft hetrckk ; ngvoorzien, zodaning dat een bepaalde panningsdrempel niet overschreden wordt en een vrijwel constante l:
chtintensiteit bekomen wordt. in een meer specifieke uitvoeringsvorm van de uitvnding, is de rotor, waarop de permanente magneten onder de vorm van poolschoenen bevestigd zijn, uitwendig aan de stator die de wikkelingen draagt. in een verdere uitvoeringsvorm van de
EMI2.2
ultvjndlng z) . cht via een crkt de reminrichting van het rijtuig zodanig dat alleen het achterhcht In n voorat van de wriivingeweerstand vergelliking met de hierboven besproken bekende uitvoeringsvorm van de ultvindmg is de Stator van de gencrator n mlodcicn vooreen beugel, op het onderstel van bet rijtuig waarop het wiel gemonteerd 15, bevestigd op een dusdanige manier dat de generator coaxiaal is met dat wiel.
Andere bl ; zonderheden en voordelen van de \1Itvindmg zullen bltjken uit de hlerna volgende beschrijvlng van enkele specifieke uitvocrtnsssvormcn van de uttvinding ; deze beschrijving wordt cnkel als voorbeeld gegeven en beperkt de draagwijdte van de gevorderde bescherming nict ; de hie-na gebiuitkte verwijzingscijfers hebben betrekking op de hieraan toegevoegde figuren.
Figuur I is een schematische voorstelling van de electrische schakeling van een verlichtingsinrichting volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding.
Figuur 2 is een schematische voorstelling van een zijaanzicht van een'gedeelte van een fiets, welke uitgerust is met een verlichtingsinrichring volgens de uitvinding.
Figuur) is een. schematische voorstelling van een vertikale dwarsdoorsnede, op grotere schaal, volgens de lijnIII-III van figuur 2, van een belangrijk onderdeel van de in figuur 2 voorgestelde uitvoeringsvorm.
<Desc/Clms Page number 3>
EMI3.1
\o) 3, v.-m van de an figuur 2 voorgetotdc orm. van de 'aarop s(t) op dezelfde Algemeen gezien heeft de uitvinding betrekking op ren vcrhchtmpstnrtrhttng voor rijtuigen die zich, zonder motor, op wielen tguurbcwpsscn waarvan één cf meerdere lampen door een generator gevoed worden die door een wiel van dat rijtuig aangedreven kunnen worden. Het betreft hier fietsen. driewielers, en dergelijke.
Deze verlichtingsinrichting is gekenmerkt door
EMI3.2
het feit dat de generator met de lampen cn een batterij ;
10 parallelgeschakeld zijn. hetgeen toelaat de lampen door de bauen) te voeden wanneer de generator niet in werking is.
Hiertoe kan op een voordelige wijze gebruik
EMI3.3
gemaakt ator, dat dat dat mmstens de generator, de batten) of wcrJcr. van cei spainingsmdbeide tegelijk, in gebruik geste:d wordt. De spanningsindicator controleert ofdeinrichtinginregimespanningis, zonietwordtdebatterijingeschakeld om de ampen te voeden.
Evenzo kan op een voordelige wijze gebruik gemaakt wormien van cen spanningsstabilisator aan de Jltgang van de
EMI3.4
generator wo-dt aan de lamp, die voorkomt dat ccn bepaalde spanmngsdrempel overschredenverkregen wordt. Aldus worden te hoge spanningen over de lamp vermeden. hetgeendebeschadigingervanvoorkomt.
Bovendien wordt, in geval de generator een alternator is, de spanningsstabilisator voorafgegaan van een gelijkrichter die de opgewekte wisselspanning omzet in gelijkspanning In een meer bijzondere uitvoeringsvorm wordt de stator via een bcvestigtngselement, zoals een bevestigingsbeugel, op de vork van een wiel vast gemorteerd zedanig dat de generator coaxiaal is met dat wiel. Hierbij kan een goed geleidende metalen beugel van groot nut zijn
<Desc/Clms Page number 4>
om een goed contact te verzekeren met het raam van de flets, waarlangs de aardmg van de verlichtingsinrichting gebeurt.
In een nog meer bijzondere uitvoeringsvorm wordt de generator uiterst dun en zonder materiële as uitgevoerd, zodanig dat hlj over de as geschoven kar. worden tussen de benen van de vork.
EMI4.1
Aldus wordt een goede beveiliging van de generator tegen uitwendige beschadiging bekomen.
Van groot nut kan de mogelijkheld zljn om de vcrl1chtmgsinrichttng in en uit te schakelen door middel van ecn met de hand bediende schakelaar. in het bijzonder bij niet gebruik van het rijtuig.
In een meer specifieke uitvoeringsvorm worden rond de rotor en rond de stator een huis voorzien dat de rotor en de stator gehecl omsluit en twen ten opzichte van elkaar om de as van de generator draaibare delen omvat, waarbij de rotor vast is ten opzichte van een van deze delen, ver der rotorhuis genoemd, en de sator vast is ten opzichte van het andere deel, verder stat rhuis genoemd. in een nuttige uitvoeringsvorm worden beide
EMI4.2
delen van het huts ten opzichte van elkaar gelagerd de tussen met. als doelbeide delen optredende wrijvingskrachten zoveel mogelijk te reduceren.
In een zeer specifieke uitvoeringsvorm van de uitvinding is de rotor, waarop de permanente magneten onder de vorm van poolschoenen bevestigd zijn, uitwendig gemonteerd ten opzichte van de stator die de wikkelingen draagt.
De batterij kan gevormd worden door een Nickel-Cadmium batterij, waardoor het onderhoud vermeden wordt.
In een vrij nuttige uitvoeringsvorm kunnen middelen voorzien zijn om in de verlichtingsinrichting een stoplicht in te schakelen via een schakelaar, die samenwerkt met de reminrichting van het riltuig zodanlg dat bijvoorbeeld het achterlicht als stoplicht dienst doet.
Het inwerken op de reminrichting heeft het stuiten vin de schakelaar tot gevolg waardoor naast de generator de batterij ingesc'takeld wordt en aldus de lichtintensiteit van het achterlicht plots toeneemt
Volgens een vrij karakreristieke uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn op het deel van het huis dat de rotor omsluit meeneemorganer. voorzicn, onder de vorm van uitsteeksels, die met de
<Desc/Clms Page number 5>
EMI5.1
draaiende van het wie) samenwerken.
In een kan de vcr)l < *httngslnrtcht) tfzers, van spakenrespectivevlijke schakelaars en mer de oorspronkelijke lamp in parallel geschakeldzijn.
De generator kan cventuecl gevormd worden door cen dynamo en in het bijzonder een shuntdynamo, wat tot gevolg heeft dat aan de uttrang van de bron gelijkstroom bekomen wordt en dus afgezien
EMI5.2
kan worden vnn rh) na de generator de spanntnsst.
Flgtrur cns van dp unvtndtng voor die-bllzonder cpndergelijke.
De elementen van dit gedeelte kunnen
EMI5.3
n of andrijvrndc on rbchoren rf. 2rs.
Zo de eerste kategorte de gcnerator ;) argelang vdn hun funrne In twce kategoricen gerahgschikt worden : dede uitgang van de generator 1 is een van een gelijkrichter 5'voorafgegane spanningsstabilisator of spanningsregelaar 5 voorzien, die bij voorkeur gevormd wordt door cen In dt-lantaarn 33 ingebouwde geintegreerde schakeling. Deze zorgt ervoor dat de spanning niet hoger komt dan een zeker niveau.
De batterij 2, welke eveneens in de lantaarn 33 angebouwd is, is voorzien van een batterijlader 6'en een spanningsindlcator of batterijindicator 6 die nagaat of de spanning van de
EMI5.4
battcrij niet lager kornt te liggen dan een zeker niveau. dit echter het
Alsgeval is, geeft deze een Impuis naar de batterijlader 6'om de batterij 2 tot het niveau van de spanningsstabilisator 5 te laden en schakelt deze dan automatisch uit. De batterijlader zelf heeft dus als functie de batterij te laden, zonder deze te beschadigen, tot haar maximum toegelaten rendement.
<Desc/Clms Page number 6>
EMI6.1
Pattcr 'n nmnsss) 6 kunnen eventueel door rnttrgrprde hng.
Onder de tweede in de verste plaats de lamp, 3, 4, zoals bij per bl haar sch kan worden. De lamp wordt door één van beide energiebronnen !, 2 gevoed via twee contacten S, 9 die gestuurd worden door een riais 7. Een interessante bijkomende mogelijkheid wordt gevormd door een stoplicht !) ! adcr met zijn overrenkornstige st-haketaar 12 die gestuurd wordt door de reminrichting van het rijtuig. Verdere mogelijke toebehoren worden
EMI6.2
gevormd door rJchtingaanwijzcrs een bel ! telkens rnet hun respectievcl1jke schakelaals bediening en In parallel geschakeld op de lampen 3, 4 met hun schakelaar 13, 14,10.
In figuur 2 werden enkel deze onderdelen van een fiets schemjtisch voorgesteJd die bij de verlichtingsinrichting rechtstreeks betrokken zijn, De generator 1 bevindt zieh coaxiaal met het
EMI6.3
achtcrwiel 36 van dc fiets rondom de vaste as 21 ervan en tussen de benen van de vork 19. De generator wordt elektrisch verbonden met de achtertamp 3 en de voorlamp 4 en eventueel andere toebehoren 13,14, 17 via het frame 22 van de fiets.
Figuur 3 stelt voor hoe door middel van kleefmateriaal 30 de rotor 26 met het rotorhuis 31 enerzijds en de stator 28 met het statorhuis 32 anderzijds verbonden worden. Om de optredende wrijvingskrachten te wijten aan de relatieve beweging van het roto-huis 3 I
EMI6.4
en het statorhuls 32 tc reduceren, zijn lagers 34 voorzien tussen rotor-en statorhuis. Bij voorkeur worden kogellagers aar. gewend In smeervct. De bevestiging van de generator 1 op de vork 19 gebeurt via een bevestigingsbeugel 25. die door middel van een doordrukschroef 37 verbonden is met het statorhuis 32.
Verder is het rotorhuis 31 nog voorzien van uitsteeksels 24 die met de spaken 20 van het draaiend fietswiel 36 meedraaien. Bovendien is tussen het ringvormig rotorhuis 31 en het uitstekend gedeelte 39 van de naaf 35 van het wiel steeds een vriie ruimte 38 aanezig.
<Desc/Clms Page number 7>
EMI7.1
p uur 4 kan hoden Wat 27 bpvf. dt3'r2 tk)'. f) t.
Vonrbccld' De rnrrator door ccn an afssCRPvcnvermögen!'iVcnhctopssPnorr)?nvermögen W brdraagt.
Do De spanntngsstabthsator rontrolecrt of een spanningsdrempel van 6 Volt niet nvrsrhrrdcn zorgt ervoor dat de spanning van de nf'dcn Wat de afmetingen van de gcrx.'rtor ft van de buitenkant oor voor de dlktc 18 mm. Het ronor-on de meeneemorganen zijn \r\a. n t) dat dankziJ de c-tRhctd ncnde nameltjk een battcrll, sscvocd cn, dat ook de generator ondertussen st' evallen) mchjk de fufikttc rlebron cnomcn dat de lampcn bij stilstand. Dit verbetert sterk de veiligheid van de bestuurder en vormt dan ook een uiterst interessant voordeel van de uitvinding.
Bovendien bestaat een ander belangrijk voordcc van de wrijving die gepaard gaat met de overdracht van de draaiende van het wiel op de generator, wat ccn van de door de bestuurder te leveren inspennrng tot wordt bekomen door lagers, bij voorkeur kogellagers, te voorzien ten opzichte van het statorhuis draaiend rctorhuis.
Tenslotte, indien de generator tussen de benen van de wordt. bemoeilijkt dit het stelen ervan.
<Desc/Clms Page number 8>
EMI8.1
De, htrrbovcn hr') naar voor te brengen die vcrwczcnhjkt worden b) () volgens de ultvinding.
De ultvtndtng Is dan ook geenszins beperkt tot de hierboven bcschreven ultvoerDngsvorrnen en binnen het raam van de
EMI8.2
gevorderde bescherming kunnen verscheidene veranderingen overwogen worden, onderrneer wat betreft de vorm, de afmetingen en de materiaalkeuze van bepaalde samenstellende delen van de verlichtingsinrichting.
Aldus kunnen meeneemorganen aan hun vrij uiteinde van bevestigingsmiddelen voorzien zijn waarmee ze losneembaar aan de spaken bevestigd kunnen worden. Zodoende worden schokken vermeden bij het in beweging brengen, het stoppen of algemeen bij het versnellen van het rijtuig.
<Desc / Clms Page number 1>
EMI1.1
ne uttvlndlng on a sirr'mf fici%. grvciede by a generator and exhibits a rotor, which can be controlled by a ct \ dn.
The current PC mainly consists of a generator with a t) on the or rim of a wheel and that a) thus the arrangement for the crane. Such another drawback is Ir. it to friction between! the driver of the vehicle. rotrc'fvs) p.) The u't \ ') aim \, ear to these several n r'.
Up to dlt switched mg that when the genfrator recognmg the battery can become.
Goal. of a spartmngstndicator mmnt'r. of the lamp, namely the generator, the battery or rang
<Desc / Clms Page number 2>
EMI2.1
At the output of the voltage stabilizer hpcft it is rckk; nProvided, so that a certain voltage threshold is not exceeded and a virtually constant l:
light intensity is obtained. in a more specific embodiment of the invention, the rotor to which the permanent magnets are attached in the form of pole shoes is external to the stator carrying the windings. in a further embodiment of the
EMI2.2
end z). The brake system of the vehicle is adjusted in such a way that only the rear end of the anti-tamper resistance compared to the known embodiment of the ultimate discussed above is the Stator of the gencrator n mlodcicn in front of a bracket, on the chassis of the vehicle on which the wheel mounted 15, mounted in such a way that the generator is coaxial with that wheel.
Other bl; Uniqueness and advantages of the invention will be apparent from the following description of some specific embodiments of the invention; this description is given only as an example and does not limit the scope of the protection sought; the following reference numbers refer to the appended figures.
Figure I is a schematic representation of the electrical circuit of a lighting device according to a first embodiment of the invention.
Figure 2 is a schematic side view of a portion of a bicycle equipped with a lighting device according to the invention.
Figure) is one. schematic representation of a vertical cross-section, on a larger scale, along line III-III of figure 2, of an important part of the embodiment shown in figure 2.
<Desc / Clms Page number 3>
EMI3.1
\ o) 3, v-m of the figure 2 in advance. From the same point (s) to the same In general, the invention relates to a vehicle for vehicles which, without motor, are wheeled, one of which is powered by a generator which can be driven by a wheel of that vehicle. . This concerns bicycles. tricycles, and the like.
This lighting device is characterized by
EMI3.2
the fact that the generator with the lamps and a battery;
10 are connected in parallel. which allows the lamps to be fed through the bauen) when the generator is not in operation.
For this purpose can be used in an advantageous manner
EMI3.3
made ator, that that at least the generator, the batten) or wcrJcr. of cei spainingsmd both at the same time, put into use: d. The voltage indicator checks whether the device is in voltage, if not the battery is turned on to power the amps.
Likewise, use can be made in an advantageous manner of a voltage stabilizer at the junction of the
EMI3.4
generator is attached to the lamp, which prevents that a certain voltage threshold is exceeded. Thus, too high voltages across the lamp are avoided. which prevents damage.
In addition, if the generator is an alternator, the voltage stabilizer is preceded by a rectifier which converts the generated AC voltage into DC voltage. In a more special embodiment, the stator is fixedly mounted on the fork of a wheel via a mounting element, such as a mounting bracket. the generator is coaxial with that wheel. A well-conducting metal bracket can be of great help here
<Desc / Clms Page number 4>
to ensure good contact with the window of the faint, along which the ground of the lighting device occurs.
In an even more special embodiment, the generator is made extremely thin and without a material shaft, such that the trolley is slid over the shaft. between the legs of the fork.
EMI4.1
Good protection of the generator against external damage is thus obtained.
Of great use is the possibility to switch the lighting on and off by means of a manually operated switch. especially when the vehicle is not used.
In a more specific embodiment, a housing is provided around the rotor and around the stator which encloses the rotor and the stator and comprises parts rotatable relative to each other about the axis of the generator, the rotor being fixed relative to one of these parts, further referred to as the rotor housing, and the sator is fixed with respect to the other part, further referred to as the stat housing. in a useful embodiment, both
EMI4.2
parts of the huts with respect to each other the in between. reduce frictional forces acting as target parts as much as possible.
In a very specific embodiment of the invention, the rotor, to which the permanent magnets in the form of pole shoes are mounted, is mounted externally to the stator carrying the windings.
The battery can be formed by a Nickel-Cadmium battery, which avoids maintenance.
In a fairly useful embodiment, means may be provided for switching on a traffic light in the lighting device via a switch which cooperates with the brake device of the creasing device such that, for example, the rear light functions as a traffic light.
Acting on the braking device results in the bounce of the switch, which switches on the battery next to the generator and thus suddenly increases the light intensity of the rear light.
According to a fairly characteristic embodiment of the invention, on the part of the housing enclosing the rotor there are entrainer. precaution, in the form of protrusions, which with the
<Desc / Clms Page number 5>
EMI5.1
running from who) working together.
In one, the vcr) l <*ttngslnrtcht) tfzers, of spokes and switches, and the original lamp can be connected in parallel.
The generator can be formed by a dynamo and in particular a shunt dynamo, which means that direct current is obtained at the source of the source and is therefore dispensed with.
EMI5.2
can be vnn rh) after the generator the voltage.
Flgtrur cns from dp unvtndtng for die-bll without cpn match.
The elements of this section can
EMI5.3
n or andrijfrndc on rbchoren rf. 2rs.
The first category, therefore, depends on their function. In two categories, the output of generator 1 is provided with a pre-rectified voltage stabilizer 5 or voltage regulator 5, which is preferably formed by a dt lantern 33. built-in integrated circuit. This ensures that the voltage does not exceed a certain level.
The battery 2, which is also built into the lantern 33, is provided with a battery charger 6 'and a voltage indicator or battery indicator 6 which checks whether the voltage of the
EMI5.4
battcrij should not be lower than a certain level. this however it
If so, it impulse to the battery charger 6 'to charge the battery 2 to the level of the voltage stabilizer 5 and then automatically turns it off. The battery charger itself therefore has the function of charging the battery, without damaging it, to its maximum permitted efficiency.
<Desc / Clms Page number 6>
EMI6.1
Pattr 'n nmnsss) 6 can be done by rnttrgrprde hng.
Under the second, in the furthest place, the lamp, 3, 4, as can be per hair. The lamp is powered by one of the two energy sources! 2 via two contacts S, 9 which are controlled by a riais 7. An interesting additional possibility is a traffic light!)! adcr with its corresponding st-haketaar 12 which is controlled by the braking device of the vehicle. Further possible accessories are
EMI6.2
formed by rJchtingaanwijzer crs a bell! each with their respective switch channel operation and In parallel connected to the lamps 3,4 with their switch 13,14,10.
In figure 2 only these parts of a bicycle are schematically represented that are directly involved in the lighting device. The generator 1 is coaxial with the
EMI6.3
rear wheel 36 of the bicycle around its fixed axle 21 and between the legs of the fork 19. The generator is electrically connected to the rear tamp 3 and the front lamp 4 and possibly other accessories 13, 14, 17 via the frame 22 of the bicycle.
Figure 3 shows how the rotor 26 is connected to the rotor housing 31 on the one hand and the stator 28 to the stator housing 32 by means of adhesive material 30. To the occurring frictional forces due to the relative movement of the roto-house 3 I.
EMI6.4
and reduce stator sleeve 32 tc, bearings 34 are provided between rotor and stator housing. Ball bearings are preferably used. accustomed In lubrication vct. The mounting of the generator 1 on the fork 19 is done via a mounting bracket 25. which is connected to the stator housing 32 by means of a push-through screw 37.
The rotor housing 31 is further provided with projections 24 which rotate with the spokes 20 of the rotating bicycle wheel 36. Moreover, a free space 38 is always provided between the annular rotor housing 31 and the projecting part 39 of the hub 35 of the wheel.
<Desc / Clms Page number 7>
EMI7.1
p hour 4 can hoden What 27 bpvf. dt3'r2 tk) '. f) t.
Vonrbccld 'The rnrrator by ccn an afssCRPvcnvermögen!' IVcnhctopssPnorr)? Nvermögen W brt.
Do not check the voltage stabilizer control voltage or a voltage threshold of 6 volts which ensures that the voltage of the nf'dcn What the dimensions of the gcrx.'rtor ft from the outside ear for the dlktc 18 mm. The ronor-on the take-away organs are \ r \ a. n t) that thanks to the c-trhctd ncnde also a battcrll, sscvocd cn, that also the generator will fall in the meantime) mchjk the fufikttc rlebron cnomcn that the lamps at standstill. This greatly improves the safety of the driver and is therefore an extremely interesting advantage of the invention.
In addition, there is another important advantage of the friction associated with the transmission of the spinning of the wheel to the generator, which is achieved by providing the driver-provided insertion by providing bearings, preferably ball bearings, with respect to the stator house revolving rctor house.
Finally, if the generator is between the legs of the. this makes stealing it difficult.
<Desc / Clms Page number 8>
EMI8.1
The, htrrbovcn hr ') which are presented b) () according to the invention.
The ultimate is therefore by no means limited to the above described options and within the framework of the
EMI8.2
Advanced protection can be envisaged for various changes, including the shape, size and choice of materials of certain constituent parts of the lighting device.
Thus, catch members can be provided at their free ends with fasteners with which they can be detachably attached to the spokes. Thus, shocks are avoided when moving, stopping or generally accelerating the vehicle.