<Desc/Clms Page number 1>
De uitvinding heeft betrekking op een veiligheidssysteem voor element, dat bij niet gebruik, zich op een bepaalde plaats dient te bevinden.
De uitvinding heeft hoofdzakelijk tot doel een veiligheidssysteem voor te stellen dat toelaat het risiko aanzienlijk te beperken dat een element, dat men normalerwijze bij zich draagt, verloren wordt, vergeten wordt of gestolen wordt. Het betreft hier dan ook bij voorkeur een systeem met relatief beperkte afmetingen dat gemakkelijk ingebouwd kan worden op genoemde plaats.
Tot dit doel zijn middelen voorzien die toelaten een alarmsignaal op te wekken wanneer het desbetreffend element na een bepaalde tijdspanne niet terug op genoemde plaats aanwezig is.
Doelmatig vertonen genoemde middelen een elektrische kring waarin een electronische geluidsbron in serie geschakeld is met een voeding en een met het element samenwerkend bedieningsorgaan, en dit zodanig dat, wanneer het element zich op deze plaats bevindt, de geluidsbron buiten werking is gesteld en, in het ander geval, wanneer het element zich niet op deze plaats bevindt, de geluidsbron ingeschakeld kan worden.
In een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding is een tijdrelais voorzien dat toelaat het alarmsignaal op te wekken wanneer het desbetreffend element na een bepaalde tijdsspanne niet terug op genoemde plaats aanwezig is.
In een meer specifieke uitvoeringsvorm van de uitvinding is het element gevormd door een houder voor waardevolle stukken, zoals geldbeugel, portefeuille, checkboekje, paspoort en dergelijke, terwijl
<Desc/Clms Page number 2>
BESCHRIJVING behorende bij een UITVINDINGSOCTROOIAANVRAGE ten name van CAHILL-STUART & Co. Ltd voor : "Veiligheidssysteem"
<Desc/Clms Page number 3>
genoemde plaats gevormd is door een in een kledingstuk voorziene zak, door een handtas of door een opberghoes of dergelijke, die losneembaar verbonden is met een vast punt van het kledingsstuk, handtas of dergelijke en waarin de houder ondergebracht kan worden.
In een andere specifieke uitvoeringsvorm van de uitvinding is het element gevormd door een betaalkaart, bankkaart, lidmaatschapskaart of dergelijke, en is genoemde plaats gevormd door een etui waarin deze kaart, bij niet gebruik, dient opgeborgen te worden.
Andere bijzonderheden en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hierna volgende beschrijving van enkele specifieke uitvoeringsvormen van de uitvinding ; deze beschrijving wordt enkel als voorbeeld gegeven en beperkt de draagwijdte van de gevorderde bescherming niet ; de hierna gebruikte verwijzingscijfers hebben betrekking op de hieraan toegevoegde figuren.
Figuur l is een schematische voorstelling van een veiligheidssysteem volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding.
Figuur 2 is een grafische voorstelling van werking van deze uitvoeringsvorm.
Figuur 3 is een schematische voorstelling van een tweede uitvoeringsvorm van een veiligheidssysteem volgens de uitvinding.
Figuur 4 is een grafische voorstelling van de werking van deze tweede uitvoeringsvorm.
Figuur 5 is een schematische voorstelling van een veiligheidssysteem volgens een derde uitvoeringsvorm van de uitvinding.
Figuur 6 is een zijaanzicht, met gedeeltelijke doorsnede, van een houder voor betaalkaart, bankkaart en dergelijke, welke uitgerust is met een veiligheidssysteem volgens de uitvinding.
Figuur 7 is een schematische voorstelling van een dwarsdoorsnede van een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding.
In deze verschillende figuren hebben dezelfde verwijzingscijfers betrekking op dezelfde of analoge elementen.
Algemeen gezien heeft de uitvinding betrekking op een veiligheidssysteem voor elementen, die, wanneer ze niet gebruikt worden, zich op een bepaalde plaats dienen te bevinden. Het betreft hier meer in het bijzonder elementen van een bepaalde waarde die een persoon bij
<Desc/Clms Page number 4>
zich draagt.
Dit veiligheidssysteem is gekenmerkt door het feit dat het middelen vertoont die toelaten een alarmsignaal op te wekken wanneer het desbetreffend element na een bepaalde tijdsspanne niet terug op genoemde plaats aanwezig is.
Hiertoe kan op een voordelige wijze gebruik gemaakt worden van een elektrische kring waarin een elektronische geluidsbron in serie geschakeld is met een voeding en een met het element samenwerkend bedieningsorgaan en dit zodanig dat wanneer het element zich niet op genoemde plaats bevindt, de geluidsbron ingeschakeld kan worden en, in het andere geval, wanneer het element zich op deze plaats bevindt, de geluidsbron buiten werking is gesteld.
Het bedieningsorgaan kan bestaan uit een kringonderbreker, zoals een schakelaar of gewone contactpunten.
De elektrische kring kan zodanig uitgevoerd zijn dat de geluidsbron buiten werking is gesteld op het ogenblik dat de kringonderbreker open is. Het openhouden van de kringonderbreker dient dan te geschieden op het ogenblik dat het element zich op genoemde plaats bevindt.
In een andere uitvoeringsvorm kan de situatie juist omgekeerd zijn en dient bijvoorbeeld de kringonderbreker gesloten te zijn opdat de geluidsbron buiten werking zou gesteld worden. Aldus wordt deze kringonderbreker geopend op het ogenblik dat het element van zijn opbergplaats verwijderd wordt.
Voor sommige toepassingen kan het nuttig zijn dat het alarmsignaal manueel in en buiten werking gesteld kan worden en dit onafhankelijk van het al dan niet aanwezig zijn van het element op genoemde plaats. Dit is bijvoorbeeld nodig wanneer men zelf bewust een bepaald element van zijn opbergplaats verwijdert zonder dat men er zich van dient te ontdoen. In een dergelijk geval dient men dus in de mogelijkheid te zijn het veiligheidssysteem tijdelijk uit te schakelen.
Verder is voor bepaalde toepassingen het veiligheidssysteem voorzien van een tijdrelais dat toelaat het alarmsignaal slechts op te wekken wanneer het desbetreffend element na een bepaalde tijdspanne niet op genoemde plaats teruggestoken wordt.
<Desc/Clms Page number 5>
Dit tijdrelais kan regelbaar uitgevoerd worden, waardoor het mogelijk is, zo nodig, deze tijdspanne tot nul te herleiden.
In een zeer specifieke uitvoeringsvorm van de uitvinding kan het element gevormd worden door een houder van waardevolle stukken, zoals een portefeuille, een geldbeugel, een checkboekje, paspoort en dergelijke, terwijl genoemde plaats gevormd is door een in een kledingsstuk voorziene zak, zoals de binnenzak van een vest.
Het bedieningsorgaan van genoemde elektrische kring kan losneembaar verbonden zijn met een vast punt van het kledingstuk, zoals een voor de drager van het kledingstuk gemakkelijk bereikbare drukknoop.
Op deze manier kan het veiligheidssysteem op een eenvoudige manier buiten werking gesteld worden door de drukknoop los te maken en op deze manier de verbinding tussen het bedieningsorgaan en het vast punt van het kledingsstuk te onderbreken.
In dit geval is de aanwezigheid van een rijdrelais geen absolute noodzaak. Wanneer dit echter wel aanwezig is, zou het dus van belang zijn dat het regelbaar is zodanig dat de desbetreffende tijdspanne om het alarmsignaal op te wekken tot nul herleid kan worden.
Aldus, wanneer het veiligheidssysteem ingeschakeld is en de houder uit de zak genomen wordt, zal het alarmsignaal nagenoeg onmiddellijk in werking treden.
Deze toepassing heeft als doel belangrijke stukken, die men bij zich draagt tegen verlies of diefstal, bijvoorbeeld door zakkenrollen, te beveiligen.
Een andere zeer belangrijke toepassing is deze waarin het element gevormd is door een betaalkaart, bankkaart, lidmaatschapskaart, of dergelijke en genoemde plaats gevormd is door een etui waarin deze kaart, bij niet gebruik, dient opgeborgen te worden.
Een dergelijke uitvoeringsvorm van de uitvinding werd voorgesteld in figuur 6.
Deze figuur heeft betrekking op een etui welke vier opeenvolgende kokers 1,2, 3,4 vertoont in elk van dewelke afzonderlijk een bepaalde kaart, respectievelijk 5,6, 7 en 8, opgeborgen kan worden.
<Desc/Clms Page number 6>
EMI6.1
Deze kokers zijn open aan één uiteinde voor het inschuiven van de respectievelijke kaarten 5 tot 8, terwijl het tegenover liggend uiteinde ervan gesloten is.
In kokers, in de nabijheid van hun gesloten uiteinde, is genoemd bedieningsorgaan van een veiligheidssysteem ondergebracht, waarmee elke kaart samenwerkt wanneer ze in haar overeenkomstige koker volledig geschoven is.
In deze concrete uitvoeringsvorm wordt dit bedieningsorgaan gevormd door twee contacten 9 en 10 waartussen de kaarten 5 tot 8 geschoven kunnen worden. Deze contacten zijn voorzien op de vrije uiteinden van twee verende metalen plaatjes, respectievelijk 11 en 12, welke bij middel van elektrische geleidingsdraadjes 13 en 14 geschakeld zijn in een elektrische kring van het veiligheidssysteem volgens de uitvinding.
De kokers 1 tot 4 vertonen een gemeenschappelijke dubbele wand 15 met binnenin een ruimte 16, waarin genoemde elektrische kring en de geleiders 13 en 14 voor elk van de bedieningsorganen ondergebracht zijn.
De elektrische kring is bij voorkeur gevormd uit een op een dun isolerend plaatje 17 gedrukte schakeling met ingebouwde chips, waarvan de maximumdikte kleiner is dan 5 mm, bij voorkeur kleiner dan 3 mm, en de oppervlakte bijvoorbeeld 6 tot 10 cm In deze dubbele wand 15 zou verder bijvoorbeeld een niet voorgstelde afsluitbare opening voorzien kunnen worden, welke toelaat een batterij die als voeding voor de kring dient, te vervangen.
De contacten 9 en 10, die op de verende plaatjes 11 en 12 voorzien zijn, hebben als bijkomend voordeel dat ze toelaten de kaarten 1 tot 4 enigszins vast te klemmen zodat verhinderd wordt dat deze gemakkelijk uit hun overeenkomstige koker zouden vallen.
In deze specifieke uitvoeringsvorm worden de contacten 9 en 10 dus tegen elkaar gebracht wanneer een kaart uit koker verwijderd wordt en wordt na de door het tijdrelais ingestelde tijdspanne, een alarmsignaal opgewekt mocht deze kaart binnen deze tijdspanne niet terug in de koker gestoken worden, waardoor de contacten 9 en 10 opnieuw van elkaar verwijderd worden.
<Desc/Clms Page number 7>
Figuur 7 stelt een uitvoeringsvorm voor welke bestemd is voor het beveiligen tegen verlies en diefstal van allerhande belangrijke of waardevolle stukken die in een houder bewaard worden.
Deze houder kan bij voorbeeld gevormd worden door een portefeuille, geldbeugel, checkboekje, paspoort enz...
In de voorgestelde uitvoeringsvorm is deze houder gevormd door een portefeuille, welke dus t. o. v. het veiligheidssyteem volgens figuur 6 dezelfde functie vervult als de kaarten 5 tot 8, terwijl de opberghoes dezelfde functie vervult als de kokers 1 tot 4. Daarom wordt in figuur 7 aan de portefeuille het referentiecijfer 5 en aan de opberghoes het referentiecijfer 1 toegekend.
In de hoes 1 bevinden zich de contacten 9 en 10 die, wanneer de portefeuille 5 aanwezig is, van elkaar gescheiden zijn en, wanneer deze uit de hoes verwijderd wordt, onder invloed van een veer 19 tegen elkaar gedrukt worden en dus het alarm in werking stellen. In deze toepassing dient dus geen tijdrelais voorzien te worden.
De elektrische kring 17 wordt nagenoeg op dezelfde wijze als in de dubbele wand 15 van het etui van figuur 6 in de hoes 1 ingebouwd.
Een dubbele beveiliging kan eventueel voorzien worden door in de portefeuille 5 b. v. voor de betaalkaart, bankkaart, enz... een koker te voorzien met een analoge elektrische kring en bedieningsorgaan, op dezelfde manier als in figuur 6.
In de uitvoeringsvorm van figuur 7 is het nuttig, volgens de uitvinding, dat het alarmsignaal manueel in en buiten werking gesteld kan worden, onafhankelijk van het al dan niet aanwezig zijn van de houder in de opberghoes. Dit kan b. v. gebeuren bij middel van een gemakkelijk bereikbare drukknop 29.
Tenslotte vertoont de opberghoes 1 een middel om ze losneembaar vast te maken in een handtas of in de zak van een kledingstuk. Dit kan bij voorbeeld een drukknoop zijn of een strip van een hechtingsmateriaal 18, bekend onder de handelsnaam"Velcro".
De opberghoes 1 kan zowel bestaan uit soepel of relatief stijf materiaal naar gelang de wijze waarop deze dient gebruikt te worden.
<Desc/Clms Page number 8>
Het veiligheidssysteem volgens de uitvinding kan eventueel volledig autonoom uitgevoerd worden teneinde losneembaar in eender welke houder ingebouwd te kunnen worden.
Dit zou dus als voordeel hebben dat het niet vereist is de bestaande houders aan te passen aan het veiligheidssysteem.
Dit laatste zou bijvoorbeeld een klevend vlak kunnen vertonen waarmee het bijvoorbeeld binnenin een houder gekleefd kan worden.
Bij middel van figuren 1 tot 5 worden op een meer concrete wijze, ter illustratie, schematisch enkele bijzondere uitvoeringsvormen voorgesteld van een elektrische kring van het veiligheidssysteem volgens de uitvinding.
Voorbeeld 1 De in figuur 1 voorgestelde elektrische kring omvat in feite twee deelschakelingen 20 en 21 die met elkaar in verbinding staan in punt A.
Deelschakeling 20 heeft als doel een bepaalde vertraging in werking te genereren van deelschakeling 21 op het ogenblik dat de elektrische kring door middel van een schakelaar 22 gesloten wordt.
Deelschakeling 20 stuurt deelschakeling 21, welke op zijn beurt een zoemer 23 stuurt. De algemene voeding vanaf een niet voorgestelde batterij gebeurt via de schakelaar 22, zodanig dat wanneer deze niet gesloten is, zoals voorgesteld werd in figuur 1, het veiligheidssysteem buiten werking is. Dit is dus het geval wanneer het te beveiligen element zich op zijn plaats bevindt.
Bij het sluiten van de schakelaar 22, dus wanneer genoemd element van zijn plaats verwijderd wordt, wordt een condensator C- zeer snel opgeladen en wordt in punt A een zogenoemde"hoge toestand"gegenereerd.
C, laadt zich op met een instelbare snelheid, afhankelijk van de waarden van R. en C. en voedt de ingang van een niet voorgestelde comparator en de interne schakeling van een tijdsrelais 24 met specificatie NE 555. Deze comparator zal van toestand veranderen na een periode T., de impulstijd, die evenredig is met R. X C. en zal de spanning in punt A terugbrengen tot de oorspronkelijke zogenoemde"lage toestand".
Een transistor 25 met specificatie 2N 2222 zorgt voor de sturing van deelschakeling 21.
<Desc/Clms Page number 9>
De spanning in A stuurt de transistor, die hetzij in verzadigings-hetzij in spertoestand verkeert. Als de spanning in hoge stand is, zal de transistor verzadigen, waardoor de uitgangsklem 3 van een tijdschakelaar 26 op de lage toestand komt te staan door resetklem 4 aan de massa te brengen.
Na T. seconden is het spanningsniveau in A terug laag en komt de transistor 25 in spertoestand, waardoor de deelschakeling 21, en in het bijzonder het tijdrelais 26 (timer) in werking gebracht wordt en zijn uitgang 3 in"de hoge stand"brengt.
C2 laadt dan op en doet de uitgang 3 van toestand wisselen van zodra de spanning over C2 een zekere fractie van de voedingsspanning bereikt. Bij het wisselen van de uitgang 3, zal een interne sturing van het tijdrelais 26, welke ondermeer een terugkoppeling 27 omvat, de capaciteit C2 ontladen volgens een tijdsconstante gelijk aan het produkt van R2 en C2 en van zodra de spanning over C2 een andere fractie van de voedingsspanning bereikt, lager dan de eerste, wisselt de uitgang opnieuw en herlaadt de condensator C2 zich, waardoor het proces zich opnieuw herhaalt.
Zo wordt een wisselend signaal gecreëerd aan de ingang van de zoemer 23 waarvan de frequentie het omgekeerde is van ladings-en ontladingstijd van de condensator C2' Van zodra de schakelaar 22 terug open is, d. w. z. het element terug op zijn plaats opgeborgen is, wordt de zoemer 23 uitgeschakeld.
De werking van de elektrische kring, volgens de eerste uitvoeringsvorm, wordt duidelijk geïllustreerd door figuur 2.
Kurve Kalis een grafische voorstelling van de periode T vanaf een tijdstip to'gedurende dewelke de schakelaar 23 gesloten is.
Kurve K2 geeft de impulstijd T. aan van het tijdrelais vanaf het ogenblik to tot de schakelaar 22 opnieuw geopend wordt.
Voorbeeld 2 Deze uitvoeringsvorm onderscheidt zich van deze volgens figuur 1 hoofdzakelijk door het feit dat slechts één impuls aan de zoemer 23 gegeven wordt na het sluiten van schakelaar 22, zoals duidelijk geïllustreerd wordt door kurve K3 van figuur 4. Dit komt door het feit dat bij deze uitvoeringsvorm geen terugkoppeling 27 voorzien is.
Voorbeeld 3
<Desc/Clms Page number 10>
EMI10.1
De elektrische kring van deze uitvoeringsvorm wordt voorgesteld in figuur 5 en kenmerkt zich ten opzichte van deze volgens voorbeeld 1 doordat het alarmsignaal opgewekt wordt op het ogenblik dat de kring geopend wordt.
Schakelaar 22 blijft gesloten, onafhankelijk van het al dan niet aanwezig zijn van het desbetreffend element op zijn plaats.
Een bijkomende schakelaar 28 is echter voorzien die in parallel geschakeld is op condensator C.. deze schakelaar 28 open is, wordt voldaan aan de nodige voorwaarden om een signaal op te wekken aan de zoemer 23. Men bevindt zich dan in dezelfde situatie als in voorbeeld 1 wanneer in dit laatste schakelaar 22 gesloten wordt.
Wanneer schakelaar 28 gesloten is, treedt de zoemer 23 dus niet in werking.
In deze uitvoeringsvorm kan dan ook gebruik gemaakt worden van een element dat bijvoorbeeld een elektrisch geleidende strip vertoont die, wanneer dit element op zijn plaats opgeborgen is de contacten van schakelaar 28 verbindt.
In de figuren 1, 3 en 5 worden de gebruikte weerstanden door R en de condensatoren door C aangeduid.
De hierboven beschreven uitvoeringsvormen hebben slechts tot doel enkele mogelijke principe schakelingen naar voor te brengen die toegepast kunnen worden bij de conceptie van het veiligheidssysteem volgens de uitvinding.
In de praktijk worden deze schakelingen aan de hand van miniatuur gedrukte schakelingen en chips tot zeer kleine afmetingen herleid, hetgeen dan ook meestal aanleiding zal geven tot het gebruik van elektronische componenten van andere types met andere specificaties als deze die voorgesteld en beschreven werden. Aangenomen dient te worden dat deze zogenoemde miniaturisering aan de hand van deze voorbeelden binnen het bereik van iedere vakman ligt daar gebruik gemaakt kan worden van op zichzelf reeds bekende technieken en electronische componenten.
De uitvinding is dan ook geenszins beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen en binnen het raam van de gevorderde bescherming kunnen meerdere veranderingen overwogen worden ondermeer wat betreft de vorm en afmetingen van het veiligheidssysteem alsook van de samenstellende delen ervan.
<Desc/Clms Page number 11>
Aldus kan de werking van het veiligheidssysteem volgens de uitvinding eventueel door magnetische, inductieve, optische of infraroodgevoelige middelen geschieden, al naar gelang het overwogen toepassingsgebied.
Ook kan het geluidssignaal vervangen of gecombineerd worden met een lichtsignaal. Dit kan vooral nuttig zijn voor hardhorige personen of op plaatsen waar veel lawaai heerst.
Verder kan een al of niet permanente controle voor de spanning van de voedingsbatterij voorzien zijn, b. v. een lichte zoemtoon die ontstaat op het ogenblik dat het element van zijn plaats verwijderd is.
<Desc / Clms Page number 1>
The invention relates to a safety system for an element which, when not in use, must be located in a specific place.
The main object of the invention is to propose a security system which allows to considerably reduce the risk of an element which is normally carried with them being lost, forgotten or stolen. It is therefore preferably a system of relatively limited dimensions that can easily be built in at said location.
To this end, means are provided which enable an alarm signal to be generated when the relevant element is not back at said location after a certain period of time.
The said means expediently comprise an electrical circuit in which an electronic sound source is connected in series with a power supply and an operating member cooperating with the element, such that, when the element is in this location, the sound source is deactivated and, in the otherwise, if the element is not in this position, the sound source can be switched on.
In a special embodiment of the invention, a time relay is provided which makes it possible to generate the alarm signal if the relevant element is not back at said location after a certain period of time.
In a more specific embodiment of the invention, the element is formed by a holder for valuable items, such as purse, wallet, checkbook, passport and the like, while
<Desc / Clms Page number 2>
DESCRIPTION associated with an INVENTION APPLICATION in the name of CAHILL-STUART & Co. Ltd for: "Security system"
<Desc / Clms Page number 3>
said location is formed by a garment bag, a handbag or a storage sleeve or the like, which is detachably connected to a fixed point of the garment, handbag or the like and in which the container can be accommodated.
In another specific embodiment of the invention, the element is formed by a payment card, bank card, membership card or the like, and said place is formed by a pouch in which this card is to be stored when not in use.
Other particularities and advantages of the invention will become apparent from the following description of some specific embodiments of the invention; this description is given as an example only and does not limit the scope of the protection sought; the reference numbers used hereinafter refer to the attached figures.
Figure 1 is a schematic representation of a security system according to a first embodiment of the invention.
Figure 2 is a graphical representation of operation of this embodiment.
Figure 3 is a schematic representation of a second embodiment of a safety system according to the invention.
Figure 4 is a graphical representation of the operation of this second embodiment.
Figure 5 is a schematic representation of a security system according to a third embodiment of the invention.
Figure 6 is a partial cross-sectional side view of a payment card, bank card and the like holder equipped with a security system according to the invention.
Figure 7 is a schematic cross-sectional view of another embodiment of the invention.
In these different figures, like reference numerals refer to like or analogous elements.
Generally speaking, the invention relates to a safety system for elements which, when not in use, must be located in a specific location. More specifically, these are elements of a particular value that a person contributes to
<Desc / Clms Page number 4>
carries itself.
This safety system is characterized by the fact that it has means which allow the generation of an alarm signal when the relevant element is not back at said location after a certain period of time.
To this end, an advantageous use can be made of an electrical circuit in which an electronic sound source is connected in series with a power supply and an operating member cooperating with the element, such that when the element is not in said location, the sound source can be switched on and, otherwise, when the element is in this location, the sound source is disabled.
The actuator may be a circuit breaker, such as a switch or regular contacts.
The electrical circuit may be designed so that the sound source is disabled when the circuit breaker is open. The circuit breaker must be kept open when the element is located at said location.
In another embodiment, the situation may be just the opposite and, for example, the circuit breaker must be closed for the sound source to be disabled. Thus, this circuit breaker is opened the moment the element is removed from its storage place.
For some applications it may be useful that the alarm signal can be activated and deactivated manually, regardless of whether or not the element is present at the said location. This is necessary, for example, if one deliberately removes a certain element from his storage place without having to get rid of it. In such a case, one should therefore be able to temporarily disable the safety system.
Furthermore, for certain applications, the safety system is provided with a time relay which allows the alarm signal to be generated only if the relevant element is not put back in said location after a certain period of time.
<Desc / Clms Page number 5>
This time relay can be configured in an adjustable manner, making it possible, if necessary, to reduce this time span to zero.
In a very specific embodiment of the invention, the element may be formed by a container of valuable items, such as a wallet, a purse, a checkbook, passport and the like, said place being formed by a garment bag, such as the inner bag of a vest.
The operating member of said electrical circuit may be detachably connected to a fixed point of the garment, such as a snap button that is easily accessible for the wearer of the garment.
In this way, the safety system can be easily deactivated by loosening the press stud and thus interrupting the connection between the actuator and the fixed point of the garment.
In this case, the presence of a travel relay is not an absolute necessity. However, if this is present, it would be important that it is adjustable so that the relevant time period for generating the alarm signal can be reduced to zero.
Thus, when the safety system is activated and the container is taken out of the bag, the alarm signal will activate almost immediately.
The purpose of this application is to protect important items that you carry with you against loss or theft, for example by pickpocketing.
Another very important application is that in which the element is formed by a payment card, bank card, membership card or the like, and said place is formed by a case in which this card must be stored when not in use.
Such an embodiment of the invention has been presented in Figure 6.
This figure relates to a case showing four consecutive tubes 1,2,3,4 in each of which separately a particular card, 5,6,7 and 8, respectively, can be stored.
<Desc / Clms Page number 6>
EMI6.1
These sleeves are open at one end for the insertion of the respective cards 5 to 8, while the opposite end thereof is closed.
Tubes, in the vicinity of their closed ends, contain said control device of a safety system with which each card cooperates when fully inserted into its corresponding sleeve.
In this concrete embodiment, this operating member is formed by two contacts 9 and 10 between which cards 5 to 8 can be slid. These contacts are provided on the free ends with two resilient metal plates, 11 and 12, respectively, which are connected by means of electrical conducting wires 13 and 14 in an electrical circuit of the safety system according to the invention.
Tubes 1 to 4 have a common double wall 15 with an interior 16 in which said electrical circuit and conductors 13 and 14 are housed for each of the actuators.
The electrical circuit is preferably formed of a circuit printed on a thin insulating plate 17 with built-in chips, the maximum thickness of which is less than 5 mm, preferably less than 3 mm, and the surface, for example, 6 to 10 cm. In this double wall 15 for example, a non-proposed closable opening could further be provided, which permits replacement of a battery serving as power supply for the circuit.
The contacts 9 and 10, which are provided on the resilient plates 11 and 12, have the additional advantage that they allow the cards 1 to 4 to be clamped slightly so that they are prevented from easily falling out of their corresponding tube.
Thus, in this particular embodiment, the contacts 9 and 10 are brought together when a card is removed from the sleeve and, after the time set by the time relay, an alarm is generated if this card is not inserted back into the sleeve during this time, so that the contacts 9 and 10 are again separated.
<Desc / Clms Page number 7>
Figure 7 represents an embodiment intended for securing against loss and theft of all kinds of important or valuable items that are kept in a container.
This holder can for instance be formed by a wallet, purse, checkbook, passport etc ...
In the proposed embodiment, this holder is formed by a wallet, which is therefore t. o. v. the safety system according to figure 6 fulfills the same function as cards 5 to 8, while the storage cover fulfills the same function as tubes 1 to 4. Therefore, in figure 7 the reference number 5 is assigned to the wallet and the reference cover 1 is assigned to the storage cover.
Inside the cover 1 are the contacts 9 and 10 which, when the wallet 5 is present, are separated from each other and, when removed from the cover, are pressed together under the influence of a spring 19 and thus the alarm operates set. Therefore, no time relays should be provided in this application.
The electrical circuit 17 is built into the cover 1 in much the same way as in the double wall 15 of the case of figure 6.
A double security can possibly be provided by in the portfolio 5 b. v. for the payment card, bank card, etc ... to provide a tube with an analog electric circuit and control device, in the same way as in figure 6.
In the embodiment of figure 7 it is useful, according to the invention, that the alarm signal can be manually activated and deactivated, regardless of whether or not the holder is present in the storage cover. This can be done b. v. happen by means of an easily accessible push button 29.
Finally, the storage sleeve 1 has a means for detachably securing it in a handbag or in the pocket of a garment. This can be, for example, a snap button or a strip of an adhesive material 18, known under the trade name "Velcro".
The storage cover 1 can consist of either flexible or relatively rigid material depending on the manner in which it is to be used.
<Desc / Clms Page number 8>
The safety system according to the invention can optionally be completely autonomous in order to be detachably built into any holder.
This would therefore have the advantage that it is not required to adapt the existing containers to the safety system.
The latter could, for example, have an adhesive surface with which it can be glued, for example, inside a container.
By means of Figures 1 to 5, in a more concrete manner, by way of illustration, some special embodiments are schematically presented of an electrical circuit of the safety system according to the invention.
Example 1 The electrical circuit shown in figure 1 actually comprises two subcircuits 20 and 21 which are connected in point A.
Sub-circuit 20 aims to generate a certain delay in operation of sub-circuit 21 when the electrical circuit is closed by means of a switch 22.
Sub-circuit 20 controls sub-circuit 21, which in turn controls a buzzer 23. General power from a non-proposed battery is provided through the switch 22 such that when it is not closed, as suggested in Figure 1, the safety system is inoperative. So this is the case when the element to be protected is in place.
When the switch 22 is closed, i.e. when said element is removed from its place, a capacitor C- is charged very quickly and a so-called "high state" is generated in point A.
C, charges at an adjustable speed depending on the values of R. and C. and feeds the input of a non-suggested comparator and the internal circuitry of a time relay 24 of specification NE 555. This comparator will change state after a period T., the pulse time, which is proportional to R. X C. and will reduce the voltage in point A to the original so-called "low state".
A transistor 25 with specification 2N 2222 takes care of the control of sub-circuit 21.
<Desc / Clms Page number 9>
The voltage in A drives the transistor, which is either saturated or reverse. When the voltage is in high position, the transistor will saturate, causing the output terminal 3 of timer 26 to be in the low state by applying reset terminal 4 to ground.
After T. seconds, the voltage level in A is again low and the transistor 25 goes into reverse state, whereby the dividing circuit 21, and in particular the time relay 26 (timer), is activated and its output 3 is brought to "the high position".
C2 then charges and causes the output 3 to change state as soon as the voltage across C2 reaches a certain fraction of the supply voltage. When the output 3 is changed, an internal control of the time relay 26, which includes a feedback 27, will discharge the capacitance C2 according to a time constant equal to the product of R2 and C2 and as soon as the voltage across C2 another fraction of the supply voltage reaches, lower than the first, the output alternates again and the capacitor C2 recharges, repeating the process again.
Thus, an alternating signal is created at the input of the buzzer 23, the frequency of which is the inverse of the charge and discharge time of the capacitor C2 'As soon as the switch 22 is open again, d. w. z. the element is stored back in place, the buzzer 23 is switched off.
The operation of the electrical circuit, according to the first embodiment, is clearly illustrated by Figure 2.
Curve Kalis is a graphic representation of the period T from a time during which the switch 23 is closed.
Curve K2 indicates the pulse time T. of the time relay from the moment to until the switch 22 is opened again.
Example 2 This embodiment differs from that according to figure 1 mainly in the fact that only one pulse is given to the buzzer 23 after closing switch 22, as is clearly illustrated by curve K3 of figure 4. This is due to the fact that at in this embodiment no feedback 27 is provided.
Example 3
<Desc / Clms Page number 10>
EMI10.1
The electrical circuit of this embodiment is shown in figure 5 and is characterized in comparison with that according to example 1 in that the alarm signal is generated when the circuit is opened.
Switch 22 remains closed regardless of the presence or absence of the respective element in place.
However, an additional switch 28 is provided which is connected in parallel on capacitor C .. this switch 28 is open, the necessary conditions are met to generate a signal at the buzzer 23. One is then in the same situation as in example 1 when switch 22 is closed in the latter.
Thus, when switch 28 is closed, the buzzer 23 does not activate.
In this embodiment use can therefore also be made of an element which for instance has an electrically conductive strip which, when this element is stored in place, connects the contacts of switch 28.
In Figures 1, 3 and 5 the resistors used are indicated by R and the capacitors by C.
The above-described embodiments are only intended to present some possible principle circuits that can be used in the design of the safety system according to the invention.
In practice, these circuits are reduced to very small dimensions by means of miniature printed circuits and chips, which will usually lead to the use of electronic components of other types with different specifications than those which have been proposed and described. It should be assumed that this so-called miniaturization on the basis of these examples is within the reach of every skilled person, since use can be made of techniques already known per se and electronic components.
Accordingly, the invention is by no means limited to the above-described embodiments and within the scope of the advanced protection, several changes can be envisaged, inter alia, in the form and dimensions of the safety system as well as of its component parts.
<Desc / Clms Page number 11>
Thus, the operation of the safety system according to the invention can optionally be effected by magnetic, inductive, optical or infrared sensitive means, depending on the field of application envisaged.
The sound signal can also be replaced or combined with a light signal. This can be especially useful for hard of hearing people or in places where there is a lot of noise.
Furthermore, a permanent or non-permanent control for the voltage of the supply battery can be provided, b. v. a slight buzz that occurs when the element is removed from its place.