BE903524A

BE903524A - Inrichting voor het dragen van de grijper in de kast van speelautomaten.

Info

Publication number: BE903524A
Application number: BE2/60827A
Authority: BE
Original assignee: Verstraeten Achiel
Priority date: 1985-10-28
Filing date: 1985-10-28
Publication date: 1986-02-17
Also published as: US4685673A; DE8613036U1

Abstract

De loopkat 4 is gevat tussen twee in de looprichting van de loopkat gemonteerde opstaande zijelementen 5, het bovenste gedeelte 6 van elk zijelement 5 is aan de binnenzijde van de aanliggende geleidingsbaan 3 opgesteld en draagt langs de buitenzijde geleidingsmiddelen 9 die over genoemde geleidingsbanen 3 lopen, het onderste gedeelte 7 van elk zijelement 5 springt ten opzichte van het bovenste gedeelte 6 ervan naar buiten en loopt onder de aanliggende geleidingsbaan 3 door, waarbij tussen de uitspringende onderste gedeelten 7 van de zijelementen 5 de dwarse geleidingsbanen 8 voor de wagen 16 zijn gemonteerde waaraan de grijper 31 is opgehangen.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



   BESCHRIJVING voor een aanvraag van een   UITVINDINGSOKTROOI   op naam van
VERSTRAETEN Achiel voor "Inrichting voor het dragen van de grijper in de kast van speel- automaten" 
De uitvinding betreft een inrichting voor het dragen van de grijper van speelautomaten, welke inrichting in hoofdzaak bestaat uit een loopkat die over in de kast van de speelautomaat gemonteerde geleidingsbanen verrijdbaar is, een wagen verrijdbaar over geleidingsbanen die dwars in genoemde loopkat zijn gemonteerd en een grijper voor het ophalen der prijzen die zich op een onderliggend speelveld van de speelautomaat bevinden, welke grijper door middel van een trekkabel aan een in genoemde wagen gemonteerd ophaalmechanisme is opgehangen. 



   Bij een gekende inrichting van dit soort, is de loopkat gevat tussen twee vlakke opstaande zijplaten die aan de binnenkant van de geleidingsbanen van de loopkat zijn opgesteld en 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 waaraan de geleidingsmiddelen, zoals looprollen, zijn gemonteerd waarmee de loopkat op de geleidingsbanen rust, tussen welke opstaande platen dwarse geleidingsbanen zijn gemonteerd waarover een wagen verrijdbaar is waaraan de grijper voor het ophalen der prijzen is opgehangen. 



   Deze inrichting heeft echter als voornaamste nadeel dat de koers van de wagen in beide richtingen is begrensd, aangezien hij niet onder de geleidingsbanen van de loopkat kan doorlopen en dus op een relatief grote afstand blijft van de glazen zijwanden van de speelautomaat. Het gevolg hiervan is dat een betrekkelijk grote strook van het speelveld, langs de zijwanden van de speelautomaat, onbereikbaar is voor de in de wagen opgehangen grijper. Het nuttig speeloppervlak van de speelautomaat is dan ook beperkt. 



   Om hieraan te verhelpen is volgens het voornaamste kenmerk der uitvinding, de loopkat van de speelautomaat gevat tussen twee in de looprichting van de loopkat gemonteerde opstaande zijelementen of platen waarvan het bovenste gedeelte aan de binnenzijde van de geleidingsbanen is opgesteld en de geleidingsmiddelen draagt die over genoemde geleidingsbanen lopen en het onderste gedeelte van elk zijelement of plaat naar buiten springt ten opzichte van het bovenste gedeelte ervan en onder de aanliggende geleidingsbaan doorloopt, waarbij tussen de uitspringende gedeelten van de zijelementen of platen de dwarse geleidingsbanen voor de wagen zijn gemonteerd waaraan de grijper is opgehangen. 



   Op deze wijze wordt het niet alleen mogelijk praktisch de ganse breedte van het speelveld van de speelautomaat en waar- 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 op de prijzen zijn opgesteld, te benutten, zodat meer prijzen dan voorheen in de speelautomaat kunnen worden aangebracht, maar wordt door de knik in de zijelementen of platen, de loopkat aanzienlijk versterkt, terwijl het tevens mogelijk blijft de loopkat met de wagen en de grijper zonder moeite uit de kast van de speelautomaat te nemen en dit door het eenvoudig oplichten en in een horizontaal vlak verdraaien van de loopkat tussen de geleidingsbanen. 



   Hierna volgt de beschrijving van een verkozen doch geenszins beperkte uitvoeringsvorm van de inrichting overeenkomstig de uitvinding. Deze beschrijving verwijst naar bijgevoegde tekeningen, waarin : fig. l een vooraanzicht van de in de kast van de speelautomaat gemonteerde inrichting weergeeft, waarbij de kast in doorsnede is weergegeven ; fig. 2 er een bovenaanzicht van weergeeft ; fig. 3 een zijaanzicht weergeeft van de zijplaten van genoemde inrichting. 



   In deze figuren bemerkt men dat dicht tegenaan de glazen wanden 1 van de kast 2 van de speelautomaat, twee evenwijdig lopende geleidingsbanen 3 zijn gemonteerd. Over deze geleidingsbanen is een loopkat 4 verrijdbaar. Deze loopkat is gevat tussen twee opstaande zijplaten 5 die evenwijdig lopen met genoemde geleidingsbanen 3. Elke zijplaat 5 heeft een bovenste gedeelte   6   dat tegenover de binnenzijde van de aanliggende geleidingsbaan   2   is opgesteld. Dit gedeelte is onderaan onder 900 horizontaal geplooid en vervolgens onder   900 opnieuw   vertikaal omgebogen, zodat een onderste gedeelte 7 wordt gevormd dat evenwijdig loopt 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 met het bovenste gedeelte   6   van de zijplaat   J   maar onder de aanliggende geleidingsbaan 3 doorloopt.

   Tussen dit aldus gevormd onderste gedeelte 7 van de twee zijplaten 5 zijn twee evenwijdig lopende geleidingsbanen 8 gemonteerd die dwarsgericht zijn op de geleidingsbanen 3. De zijplaten 5 zijn elk voorzien van twee looprollen 9 die op de geleidingsbanen 3 rusten. Elk paar looprollen 9, voorzien op elke zijplaat 5, is door een drijfriem 10 gekoppeld. Op de drijfas 11 van de twee voorste looprollen 9 is een worm-of schroefwiel 12 gemonteerd dat in ingrijping is met een worm 13 die deel uitmaakt van de drijfas 14 van een elektrische motor 15 die op   één   der zijplaten   5   is gemonteerd. Op deze wijze kan de elektrische motor 15 de looprollen   2   aandrijven en de loopkat 4 op de gekende wijze over de geleidingsbanen   2   verrijden.

   De twee geleidingsbanen 8, gemonteerd tussen de zijplaten 5, dragen een wagen 16 die door tussenkomst van looprollen 17 op genoemde geleidingsbanen rust. In deze wagen 16 is een elektrische motor 18 gemonteerd voor het over de geleidingsbanen 8 verrijden van genoemde wagen 16 en waarvan de koers in beide richtingen is verlengd, dank zij de speciale uitvoeringsvorm der zijplaten   j.   De drijfas 19 van de elektrische motor 18 is verlengd door een worm 20 die in ingrijping is met een wormof schroefwiel 21 dat vastzit op de as 22 van de twee looprollen 17 die door genoemde motor worden aangedreven.

   In de wagen 16 is eveneens een tweede elektrische motor 23 gemonteerd waarvan de as 24 is verlengd door een worm 25 die in ingrijping is met een worm-of schroefwiel 26 dat op een as 27 is gemonteerd van een kabeltrommel 28 en die tevens twee looprollen 29 draagt. 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 



  Aan genoemde kabeltrommel 28 is de trekkabel 30 bevestigd van de grijper 31 en dienende voor het op-en neerhalen van genoemde grijper. Doordat de geleidingsbanen 8 een maximum lengte hebben bekomen, kan de wagen 16, evenals de grijper 31, over praktisch de gehele breedte van het speelveld 32 worden verplaatst waarop de prijzen zijn opgesteld. Hierdoor wordt het nuttig speeloppervlak van het speelveld 32 aanzienlijk vergroot. 



  Eveneens wordt door de speciale uitvoeringsvorm van de zijplaten   2   de konstruktie van de loopkat 4 aanzienlijk steviger en blijft het mogelijk deze loopkat met de wagen 16 en de grijper 31, door oplichten en verdraaien in een horizontaal vlak van tussen de geleidingsbanen   1   en uit de speelkast 2 te halen wanneer dit nodig is, zoals bijvoorbeeld voor het uitvoeren van een herstelling. 



   Het spreekt vanzelf dat de vorm, de afmetingen en de aard van de zijplaten   2   kunnen verschillen en dat deze zijplaten zouden kunnen worden vervangen door gelijkaardige elementen die hetzelfde resultaat geven. **WAARSCHUWING** Einde van DESC veld kan begin van CLMS veld bevatten **.

Claims

EISEN 1. - Inrichting voor het dragen van de grijper in de kast van speelautomaten, welke inrichting in hoofdzaak bestaat uit een loopkat (4) die over in de kast (2) van de speelautomaat gemonteerde geleidingsbanen (3) verrijdbaar is, een wagen (16) verrijdbaar over geleidingsbanen (8) die dwars in genoemde loopkat (4) zijn gemonteerd en een grijper (31) voor het ophalen <Desc/Clms Page number 6> der prijzen die zich op het onderliggend speelveld (32) van de speelautomaat bevinden, welke grijper door middel van een trekkabel (30) aan een in genoemde wagen (16) gemonteerd ophaalmechanisme (28) is opgehangen, met het kenmerk, dat de loopkat (4) is gevat tussen twee in de looprichting van de loopkat gemonteerde opstaande zijelementen (5), het bovenste gedeelte (6) van elk zijelement (5)

is aan de binnenzijde van de aanliggende geleidingsbaan (3) opgesteld en draagt langs de buitenzijde geleidingsmiddelen (9) die over genoemde geleidingsbanen (3) lopen, het onderste gedeelte (7) van elk zijelement (5) springt ten opzichte van het bovenste gedeelte (6) ervan naar buiten en loopt onder de aanliggende geleidingsbaan (3) door, waarbij tussen de uitspringende onderste gedeelten (7) van de zijelementen (5) de dwarse geleidingsbanen (8) voor de wagen (16) zijn gemonteerd waaraan de grijper (31) is opgehangen.
2.-Inrichting volgens eis 1, met het kenmerk, dat de opstaande zijelementen van de loopkat (4) en waartussen de wagen (16) loopt waaraan de grijper (31) is opgehangen, be- EMI6.1 staan uit een plaat (5) die onder 900 buiten en vervolgens onder 900 onder is geplooid. naar3.-Inrichting voor het dragen van de grijper in de kast van speelautomaten, in hoofdzaak zoals hiervoor beschreven en weergegeven door bijgevoegde tekeningen.