<Desc/Clms Page number 1>
geformuleerd door
Gustaaf ARENHOUTS voor
EMI1.1
"Inrichting om was te smelten en te gieten" als UITVINDINGSOCTROOI
<Desc/Clms Page number 2>
EMI2.1
"Inrichting om was te smelten en te gieten". ------------------------------------------- Deze uitvinding betreft een inrichting om was te smelten en te gieten, waarbij deze inrichting onder andere bedoeld is om aangewend te worden in de tandtechniek en in het bijzonder als hulpmiddel voor het modelleren van wassen tanden, het gieten van zogenaamde wasdammen, enz.
Men weet dat in de tandtechniek bij het modelleren van wassen modeltanden en dergelijke men hiertoe hoofdzakelijk tewerk gaat door een mesje te verwarmen, hetgeen meestal in de vlam van een bunsenbrander gebeurt, en vervolgens met dit mesje van een grote hoeveelheid was een klein deeltje af te steken of af te smelten en dit op de te modelleren tand aan te brengen in de gepaste vorm. Alhoewel meer recent ook elektrisch verwarmde mesjes gebruikt worden, is het toch duidelijk dat dergelijke werkwijze enorm veel tijd vergt om een wassen struktuur op te bouwen.
<Desc/Clms Page number 3>
Ook voor het opbouwen van een zogenaamde wasdam, die zoals bekend bedoeld is om een afdruk te nemen van het gehemelte en meer speciaal de beetartikulatie van de patient, is er relatief veel tijd nodig.
Teneinde aan voornoemd nadeel een oplossing te bieden, voorziet de uitvinding in een inrichting om was te smelten en te gieten, zodanig dat de was rechtstreeks op een model of dergelijke kan aangebracht worden zonder dat hierbij de tussenstap vereist is om met een mesje of dergelijke een hoeveelheid was over te brengen.
De inrichting volgens de uitvinding vertoont bovendien het voordeel dat zij zeer universeel is en als dusdanig ook kan aangewend worden op andere gebieden dan de tandtechniek. Hierbij wordt meer speciaal gedacht aan de wasboetseerkunst.
De inrichting om was te smelten en te gieten bestaat dan ook volgens de uitvinding hoofdzakelijk uit een reservoir dat bestemd is om een bepaalde hoeveelheid was in te houden, een gietkop met een afsluitelement, een leiding tussen het reservoir en de gietkop en minstens één verwarmingselement om de voornoemde onderdelen ie verwarmen tot een temperatuur die hoger ligt dan het smeltpunt van was.
Met het inzicht de kenmerken volgens de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeelden zonder enig beperkend karak-
<Desc/Clms Page number 4>
ter enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 in perpektief een zicht weergeeft van een inrichting volgens de uitvinding ; figuur 2 een zicht weergeeft van het reservoir van de inrich- ting volgens figuur 1, in een doorsnede volgens lijn 11-11 in figuur 1 ; figuur 3 eeen doorsnede weergeeft van het afsluitelement van de inrichting volgens figuur 1 ; figuur 4 een variante weergeeft van de uitvinding ;
Zoals in figuren 1 t. e. m. 3 wordt weergegeven bestaat de inrichting hoofdzakelijk uit een reservoir 1, een gietkop 2, een leiding 3 tussen dit reservoir 1 en de gietkop 2 en een aantal verwarmingselementen 4 en 5. Volgens de eerste uitvoeringsvorm bestaat het reservoir 1 uit een ketel, bijvoorbeeld uit rood koper die onderaarn voorzien is van een afvoeropening 6 waarop de voornoemde leiding 3 is aangesloten. Teneinde het naar buiten treden van wasdampen te beperken is het reservoir 1 voorzien van een deksel 7 dat bijvoorbeeld scharnierbaar kan opengeklapt worden.
Verder is het voornoemde eerste verwarmingselement 4 in het reservoir 1 aangebracht in de vorm van een spiraalvormig elektrisch element dat zich vrij in het reservoir 1 uitstrekt. Volgens een niet in de figuren weergegeven variante kan het verwarmingselement 4 ook in de wand 8 van het reservoir 1 ingebouwd worden.
<Desc/Clms Page number 5>
Om te vermijden dat onzuiverheden uit de was de gietkop 2 kunnen doen verstoppen wordt er bij voorkeur voorzien in een zeef 9 die zich juist voor de voornoemde afvoeropening 6 bevindt.
De leiding 3 bestaat hoofdzakelijk uit een metalen flexibel 10 waarrond het tweede verwarmingselement 5 is gewikkeld in spiraalvorm, en waarrond vervolgens een isolatielaag 11 en eventueel ter bekleding een buitenmantel 12 is aangebracht. Vanzelfsprekend geniet een elektrisch verwarmingselement hier ook de voorkeur.
Zoals in figuur 3 wordt weergegeven is de gietkop 2 voorzien van een afsluitelement 13 dat hoofdzakelijk bestaat uit een klep 14 die door middel van een verbinding 15 en een knop 16 aan de buitenzijde van de gietkop 2 kan geopend worden. Een veer 17 draagt er zorg voor dat de klep 14 in rusttoestand zich steeds in gesloten stand bevindt. De gietkop 2 zelf bestaat uit een eenvoudige cilinder 18 waarop de voornoemde leiding 3 is aangesloten en wel op zulke wijze dat de metalen flexibel 10 evenals het verwarmingselement 5 zich over een tamelijk grote afstand over deze cilinder 18 uitstrekken, zodanig dat verkregen wordt dat door middel van dit verwarmingselement 5 ook heel de cilinder 18 van de gietkop 2 verwarmd wordt. Hiertoe is uiteraard de cilinder 18 in een goed warmtegeleidend metaal uitgevoerd.
Tevens is deze cilinder 18 van een isolerend handvat 19 voorzien.
<Desc/Clms Page number 6>
De uitstroomopening 20 van de gietkop 2, die uiteraard in het verlengde van de klep 14 is gelegen, mondt uit aan de voorzijde van de gietkop 2. Om verschillende effekten bij het gieten van de was te kunnen bereiken is in het verlengde van deze uitstroomopening 20 voorzien in een verwisselbaar mondstuk 21 dat bijvoorbeeld door middel van een schroefverbinding 22 op de gietkop 2 vastzit.
Het voornoemde geheel, en in het bijzonder het reservoir 1, is bij voorkeur bevestigd op een sokkel 23 die rechtop op een zwaar voetstuk 24 is aangebracht.
Teneinde met verschillende wassoorten te kunnen werken is de inrichting bij voorkeur ook voorzien van een teperatuurregeling die rechtstreeks gekoppeld is aan de voornoemde verwarmingselementen 4 en 5. De temperatuurregeling kan eenvoudig door de regeling van de elektrisch spanning op de verwarmingselementen 4 en 5 gebeuren, bijvoorbeeld door middel van een potentiometer die ingebouwd is in het voetstuk 24. De elektrische verbinding tussen de verwarmingselementen 4 en 5 en de potentiometer geschiedt dan langs leidingen die voorzien zijn in de sokkel 23.
Teneinde een eenvoudige bediening mogelijk te maken is het voetstuk 24 voorzien van een bedieningspanneel 25 waarop bijvoorbeeld een temperatuurregelknop 26, een inschakelknop 27 en een kontrolelampje 28 zijn aangebracht.
<Desc/Clms Page number 7>
Het is duidelijk dat de verwarmingselementen en de regeling ervan volgens verscheidene uitvoeringsvormen kan verwezenlijkt worden. Zo kan bijvoorbeeld ook de gietkop 2 van een verwarmingsspiraal voorzien zijn. De verschillende verwarmingselementen kunnen zowel in parallel als in serie geschakeld zijn en al dan niet afzonderlijk inschakelbaar zijn.
Volgens een variante van de inrichting wordt er voorzien in de temperatuurregeling door de verschillende verwarmingselementen onderling op te spitsen in meerdere parallele takken die afzonderlijk inschakelbaar zijn. Door één of meerdere van deze takken in of uit te schakelen is het mogelijk de temperatuur te regelen.
Volgens een niet weergegeven uitvoeringsvorm kan er ook voorzien worden in een verwarmingselement in de gietkop 2 dat kan geregeld worden door middel van een temperatuurregelknop die op de gietkop 2 zelf is aangebracht.
Bij voorkeur worden de elektrische verwarmingselementen 4 en 5 gevoed door middel van een netaansluiting 29.
In figuur 4 wordt nog een uitvoeringsvorm van de inrichting weergegeven waarbij deze volledig is ingebouwd in een handvat zodanig dat gans de inrichting zeer kompakt is. Deze inrichting bestaat hoofdzakelijk uit een reservoir 1, een gietkop 2, een lei-
<Desc/Clms Page number 8>
ding 3 tussen het reservoir 1 en de gietkop 2, een verwarmingselement 30 en een verwisselbaar mondstuk 21. Het reservoir 1 bestaat hier hoofdzakelijk uit een cilinder die voorzien is van een zuiger 31 die mits zijn zuigerstang 32 in een deksel 33 is bevestigd hetwelke op de cilinder kan geschroefd worden. Tussen de zuiger 31 en het deksel 33 is een veer 34 aangebracht die de zuiger 31 naar de gietkop 2 drukt.
Het verwarmingselement 30 kan rechtstreeks op het net aangesloten worden. Volgens een variante kan in de aansluiting ervan ook voorzien worden in een spanningsregeling die bij voorkeur in een afzonderlijke eenheid is ingebouwd.
De werking van de toestellen is eenvoudig uit de figuren af te leiden en bestaat er hoofdzakelijk in dat de reservoirs 1 met was gevuld worden, waarna na het inwerking treden van de verwarmingselementen de was zal smelten en naar willekeur kan afgetapt worden aan de gietkop 2. In de tweede uitvoeringsvorm is het duidelijk dat om de was aan te brengen het deksel 33 tesamen met de zuiger 31 tijdelijk dient verwijderd te worden om de was tot in het reservoir 1 te brengen.
Volgens een variante op de uitvoeringsvorm van figuur 4 is alleen de gietkop 2 plaatselijk verwarmt en kunnen in het reservoir 1 cilindervormige wasstiften aangebracht worden. Deze wasstiften worden dan door middel van de zuiger 31 en de veer 34 in ongesmol-
<Desc/Clms Page number 9>
ten vorm naar de gietkop 2 gedrukt, waarna deze dan in de buurt van de leiding 3 en de gietkop 2 afgesmolten worden. Gezien het smelten zeer lokaal geschiedt, is hiertoe slechts een beperkte energiehoeveelheid vereist.
In de laatste uitvoeringsvorm is het duidelijk dat de gietkop 2 rechtstreeks in verbinding kan staan met het reservoir 1, waarbij met de leiding 3 een rechtstreekse overgang tussen dit reservoir en de gietkop 2 wordt bedoelt.
Het is duidelijk dat de gietkop 2, en meer speciaal het mondstuk 21, naast de uitstroomopening 20 kan uitgerust zijn met een mespunt of enig ander boetseergereedschap, dat tesamen met de gietkop 2 op temperatuur gehouden wordt.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeelden beschreven en in de bijgaande tekeningen weergegeven uitvoeringen, doch zulke inrichting om was te smelten en te gieten, kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader der uitvinding te treden.
<Desc / Clms Page number 1>
formulated by
Gustaaf ARENHOUTS for
EMI1.1
"Melting and Pouring Apparatus" as INVENTION PATENT
<Desc / Clms Page number 2>
EMI2.1
"Melting and pouring device". This invention relates to a laundry apparatus to melt and to pour, this device being intended, inter alia, to be used in dental technology and in particular as an aid for the modeling of waxed teeth, the casting of so-called wax dams, etc.
It is known that in the dental technique when modeling waxes, model teeth and the like are mainly done for this purpose by heating a knife, which usually happens in the flame of a Bunsen burner, and then with this knife of a large amount of wax to be removed. or melt it and apply it to the tooth to be modeled in the appropriate shape. Although more recently electrically heated blades have also been used, it is clear that such a process takes an enormous amount of time to build up a wax structure.
<Desc / Clms Page number 3>
It is also relatively time-consuming to build up a so-called wash dam, which, as is known, is intended to take an impression of the palate and more specifically the bite articulation of the patient.
In order to overcome the aforementioned drawback, the invention provides an apparatus for melting and pouring wax, such that the wax can be applied directly to a model or the like without the intermediate step of using a knife or the like being required. amount of wax to be transferred.
The device according to the invention also has the advantage that it is very universal and as such can also be used in fields other than dental technology. More specifically thought is of the modeling art.
According to the invention, the device for melting and pouring wax mainly consists of a reservoir intended to hold a certain amount of wax, a casting head with a sealing element, a pipe between the reservoir and the casting head and at least one heating element for heating the aforementioned parts to a temperature higher than the melting point of wax.
With the insight to better demonstrate the characteristics according to the invention, hereafter, as examples without any limiting character
<Desc / Clms Page number 4>
some preferred embodiments are described with reference to the accompanying drawings, in which: figure 1 shows a perspective view of a device according to the invention; figure 2 represents a view of the reservoir of the device according to figure 1, in a section according to line 11-11 in figure 1; figure 3 represents a cross-section of the closing element of the device according to figure 1; figure 4 represents a variant of the invention;
As in figures 1 t. e. m. 3, the device mainly consists of a reservoir 1, a casting head 2, a pipe 3 between this reservoir 1 and the casting head 2 and a number of heating elements 4 and 5. According to the first embodiment, the reservoir 1 consists of a boiler, for example of red copper, which is provided with a discharge opening 6 to which the aforementioned pipe 3 is connected. In order to limit the escape of washing vapors, the reservoir 1 is provided with a lid 7 which can for instance be hinged open.
Furthermore, the aforementioned first heating element 4 is arranged in the reservoir 1 in the form of a spiral electric element which extends freely in the reservoir 1. According to a variant not shown in the figures, the heating element 4 can also be built into the wall 8 of the reservoir 1.
<Desc / Clms Page number 5>
In order to prevent impurities from the wax from clogging the pouring head 2, a sieve 9 is preferably provided which is located just in front of the aforementioned discharge opening 6.
The conduit 3 mainly consists of a metal flexible 10 around which the second heating element 5 is wound in spiral form, and around which an insulating layer 11 and, optionally, an outer jacket 12 are provided. Obviously, an electric heating element is also preferred here.
As shown in figure 3, the casting head 2 is provided with a closing element 13 which mainly consists of a valve 14 which can be opened by means of a connection 15 and a button 16 on the outside of the casting head 2. A spring 17 ensures that the valve 14 in the rest position is always in the closed position. The casting head 2 itself consists of a simple cylinder 18 to which the aforementioned conduit 3 is connected, in such a way that the metal flexible 10, like the heating element 5, extend over a fairly large distance over this cylinder 18, such that it is obtained by means of the entire cylinder 18 of the casting head 2 of this heating element 5 is also heated. For this purpose, of course, the cylinder 18 is made of a good heat-conducting metal.
This cylinder 18 is also provided with an insulating handle 19.
<Desc / Clms Page number 6>
The outflow opening 20 of the pouring head 2, which is of course located in line with the valve 14, opens at the front of the pouring head 2. In order to be able to achieve different effects when pouring the wax, it is in line with this outflow opening 20. provide an interchangeable nozzle 21 which is fixed to the casting head 2, for example, by means of a screw connection 22.
The aforementioned whole, and in particular the reservoir 1, is preferably mounted on a base 23 which is mounted upright on a heavy base 24.
In order to be able to work with different types of wax, the device is preferably also provided with a temperature control which is directly coupled to the aforementioned heating elements 4 and 5. The temperature control can be effected simply by controlling the electrical voltage on the heating elements 4 and 5, for example by by means of a potentiometer built into the pedestal 24. The electrical connection between the heating elements 4 and 5 and the potentiometer then takes place via lines provided in the base 23.
In order to enable simple operation, the base 24 is provided with an operating panel 25 on which, for example, a temperature control button 26, an on-switch button 27 and a control lamp 28 are arranged.
<Desc / Clms Page number 7>
It is clear that the heating elements and their control can be realized according to various embodiments. For example, the pouring head 2 can also be provided with a heating coil. The different heating elements can be connected in parallel or in series and can be switched on or off separately.
According to a variant of the device, the temperature control is provided by dividing the different heating elements into several parallel branches which can be switched on separately. By switching one or more of these branches on or off, it is possible to control the temperature.
According to an embodiment not shown, a heating element in the casting head 2 can also be provided, which can be controlled by means of a temperature control knob fitted on the casting head 2 itself.
Preferably, the electric heating elements 4 and 5 are supplied by means of a mains connection 29.
Figure 4 shows a further embodiment of the device in which it is completely built into a handle such that the entire device is very compact. This device mainly consists of a reservoir 1, a casting head 2, a guide
<Desc / Clms Page number 8>
3 between the reservoir 1 and the casting head 2, a heating element 30 and an exchangeable nozzle 21. The reservoir 1 here mainly consists of a cylinder which is provided with a piston 31 which, if provided with its piston rod 32, is mounted in a cover 33 which is mounted on the cylinder can be screwed. A spring 34 is provided between the piston 31 and the cover 33, which pushes the piston 31 towards the casting head 2.
The heating element 30 can be directly connected to the mains. According to a variant, a voltage regulation can also be provided in its connection, which is preferably built into a separate unit.
The operation of the appliances is easy to deduce from the figures and mainly consists in that the reservoirs 1 are filled with wax, after which after the heating elements have started the wax will melt and can be drained arbitrarily at the pouring head 2. In the second embodiment, it is clear that in order to apply the wax, the cover 33 together with the piston 31 must be temporarily removed in order to bring the wax into the reservoir 1.
According to a variant of the embodiment of figure 4, only the pouring head 2 is locally heated and cylindrical wax pins can be arranged in the reservoir 1. These wax pins are then unmelted by means of the piston 31 and the spring 34
<Desc / Clms Page number 9>
pressed towards the casting head 2, after which they are melted down near the pipe 3 and the casting head 2. Since the melting takes place very locally, only a limited amount of energy is required for this.
In the last embodiment it is clear that the pouring head 2 can be directly connected to the reservoir 1, whereby the pipe 3 means a direct transition between this reservoir and the pouring head 2.
It is clear that the casting head 2, and more specifically the nozzle 21, next to the outflow opening 20 may be equipped with a knife tip or any other modeling tool, which is kept at temperature together with the casting head 2.
The present invention is by no means limited to the embodiments described and exemplified and shown in the accompanying drawings, but such wax and molding apparatus can be realized in various shapes and sizes without departing from the scope of the invention.