<Desc/Clms Page number 1>
EMI1.1
Hulpblazer voor
EMI1.2
Cpxe chines en meer in de vorm van een holle naald 0 Jergel straal s middel fi r'f-.
D"re ke ers dift van een wrd-n ...
Vogens hoofdake of dergelijke, die aan haar ulteinde voorzier lvormige Deze uitvoering verront evenwel bet dat zz'j pen bezit daar de verhouding tussen de wanppervlakte van de opening en de doortochtoppervlakte van de opening zeer klein is.
Bij circelvormige openingen betreft het hier de zogenaamde 1/d
<Desc/Clms Page number 2>
verhouding, waarbij l de dikte van de wand weergeeft waari de opening is aangebracht en d staal : voor de doormeter van de @e- ning.
Een hulpblazer met verbeterde stromingskarakteristieken werd geboden door een uitvoering volgens het US-oktrooi nr. 3. 978. 896 ; waarbij de holle naald san haar vrije uiteinde voorzien is van per. gro@t aantal kleine openingen, waardoor de afzonderlijke 1/d verhoudingen veel beter zijn.
Zulke inrichting vertoont evenwel de nadelen dat er aan de doorlaatopeningen vele uiteraard kleine bramenbestaanwaarachterdekettingdradenkunnenvasthakenen dat tevens, door de uiterst : kleine afmetingen van de verscheidene openingen, er een grote kans bestaat op verstopping door vervuiling. @ovendien is er een tamelijk grote wandoppervlakte vereist om zulke reeks openingetjes te kunnen aanbrengen, wat als gevolg heeft dat de aslijn van de samengestelde lucntstroom uit de voornoemde openlngetjes vrij ver van de rop van de naald is gelegen met het nadeel dat de luchtstraal een grotere weg moet afleggen om de te transporteren inslagdraad te kunnen bereiken.
Een kompromis tussen de voornoemde twee uitvoernsmoge11jkhe- den werd gevonden en beschreven in het jP-oktrooi nr.53-35262, waarbij de holle naald aan haar uiteinde voorzien werd van een
EMI2.1
stervormige opening. Ook deze uitvoering vert de kettingdraden zich kunnen vasthaken achter bramen en dergelijke die aan de randen van de openingen kunnen aanwezig zijn.
<Desc/Clms Page number 3>
Een oplossing hiervoor werd geboden in het US-oktrooi nr4. 372. 348, waarin een hulpblazer is beschreven waarbij het wandgedeelten van de holle naald, waarin de cpeningen voorzien zijn, ofwel verzonken is, ofwel van een afschermrand is voorzien.
Zulke uitvoering vertoont evenwel het nadeel dat zij, gezien de fijne technieken die vereist zijn, vrij kostelijk en moeilijk te vervaardigen iso Bovendien verminderd de wanddikte, waardoor de voornoemde 1/d verhouding negatief beinvloed wordt.
Teneinde aan voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden voorziet de uitvinding in een hulpblazer voor weefmachines waarIn alle voornoemde voordelige kenmerken gekombireerd zijn en die tevens ap een relatief goedkope wijze kan vervaardigd worden.
Tot dit doel bestaat de hulpblazer volgens de uitvinding uit een holle naald met nabij een uiteinde daarvan en enkelvoudige blaasopening die een hoofdzakelijk polygonale vcrm vertoont dewelke bestaat uit zieh vanuit een centrum naar buiten uitstrekkende uitsparingen, met het kenmerk dat de zieh onderling tussen deze uitsparingen bevindende wandgedeelten van de holle naald een minstens over een bepaald gedeelte rond het voornoemde centrum uitstrekkend, inwiarts in de holle naald gerichte, indrukking vertonen.
Met bet inzicht de kenmerken volgens de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna als voorbeelden zonder enig beperkend karak-
<Desc/Clms Page number 4>
ter een aantal voorkeurdragende uitvoeringszormen beschreven met verwijzing naar de bijgaande tpkeningen, waarin : figuur 1 een vooraanzicht weergeeft van een hulp'olazer vol- gens de uitvinding ; figuur 2 een doorsnede weergeeft van figuur 1 volgens lijn lI-LI ; figuur 3 een variante weergeeft op de uitvoeringsvorm volgens figuur 2 ; figuur 4 een variante van de uitvinding weergeeft, waarbij een andere blaasopening is aangewend ; figuur 5 een blaasopening weergeeft die een variante is van de blaasopening volgens figuur 1 ; figuur 6 een blaasopening weergeeft die een variante is op die van figuur 4.
Zoals in figuren 1 en 2 weergegeven bestaat de nulpblazer volgens de uitvinding hoofdzakelijk uit een holle naald 1 met nabij het vrije uiteinde 2 ervan een enkelvoudige blaasopening 3 die een polygonale vorm vertoont. Deze vorm bestaat hoofdzakelijk uit zieh vanuit een centrum 4 radis 1 naar buiten uitstrekkende uitsparingen 5.
Volgens de uitvinding zi de zich onderling tussen deze uitsparingen 5 bevindende wandgedeelten 6 van de wand 7 van de holle naald 1 minstens over een bepaald gedeelte rond het voornoemde
<Desc/Clms Page number 5>
centrum 4 ingedrukt. Hierdoot wordt voorkomen dat, bij het in en uit de kettingdraden bewegen van de hulpblazers of bijblazers, de kettingdraden beschadigd kunnen worden door bramen of dergelijke die zieh regelmatig voordoen angs de omtrekken van de blaasopening 3. revens is het onmogelijk dat de kettingdraden zich kunnen vasthaken achter de uiteinden 8 van de voornoemde wandgedeelten 6.
Tn de eerste uitvoeringsvorm volgens figuren 1 en 2 zijn de zich Bussen de uitsparingen 5 bevindende wandgedeelten 6 over hun volledige oppervlakte kegelvormig ingedrukt. In de variante volgens figuur 3 is slechts een gedeelte van de oppervlakte van de wand 6, en meer speciaal de uiteinden 8, ingedrukt.
Figuur 4 toont een Variante waarbij de polygonale blaasopening 3 klavervormig is u tgevofrd.
Teneinde de uitstroomkarakteristleken te verbeteren worden bij voorkeur de blaasopeningen 3 gevormd door een aaneenschakeling van kleine cilindrische openingen 9, waardoor het oppervlak van de hinnenwand 10 van de blaasopening 3 merkelijk vergroot. Het is duidelijk dat d't merkelijk de verhouding tussen de wandoppervlakte van de binnenwand 10 en het doorcochcoppervlak van de blaasopeningen 3 ten goede komt.
Gelijkaardig kan de klavervormige biaasopening 3 van figuur 4
<Desc/Clms Page number 6>
ook door een aaneenschakeling van c ! rcelvormige openingen 9 verwezenlijkt worden, zoals dit in figuur 6 wordt weergegeven.
Teneinde tot een relatief goedkope uitvoering te komen worden de circelvormige openingen bij voorkeur verwezenlijkt door vonkerosie. Een variante hierop voorziet in hulpblazers met een blaas- 0pening 3 die bestaat uit de aaneenschakeling van laser-geboorde gaatjes.
Alhoewel deze huipblazers speciaal bedoeld is om als luchtblazer aangewend te worden is het duidelijk dat hij ook kan gebruikt worden voor andere flufda.
De huidige uitvinding is geenszins beperk tot de als voorbeeld beschreven en in de bijgaande tekeningen weergegeven uitvoering, doch zulke hulpblazers voor weefmachines kunnen in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader der uitvinding te treden.
<Desc / Clms Page number 1>
EMI1.1
Auxiliary blower for
EMI1.2
Cpxe chines and more in the form of a hollow needle 0 Jergel jet s medium fi r'f-.
D "re ke ers difft from a wrd-n ...
Main features or the like, which are foreseen at its ultimate end. This embodiment, however, means that they possess as the ratio between the width of the opening and the passage area of the opening is very small.
This concerns so-called 1 / d for circular openings
<Desc / Clms Page number 2>
ratio, where l represents the thickness of the wall where the aperture is made and d steel: for the diameter of the @ opening.
An auxiliary blower with improved flow characteristics was provided by an embodiment of U.S. Patent No. 3,978,896; the hollow needle san having its free end provided with per. large number of small openings, making the individual 1 / d ratios much better.
However, such a device has the drawbacks that many of the small burrs, of course, can hook onto the passage openings, behind which the chain threads can hook, and that, due to the extremely small dimensions of the various openings, there is also a great chance of clogging by contamination. In addition, a fairly large wall area is required to accommodate such a series of apertures, as a result of which the axis of the composite airflow from the aforementioned apertures is quite far from the rop of the needle with the disadvantage that the air jet has a greater must travel to reach the weft thread to be transported.
A compromise between the above two features was found and described in JP patent No. 53-35262, the hollow needle being provided at its end with a
EMI2.1
star-shaped opening. This embodiment also has the warp threads that can catch behind burrs and the like, which may be present at the edges of the openings.
<Desc / Clms Page number 3>
A solution to this was provided in US Patent No. 4. 372, 348, which describes an auxiliary blower wherein the wall portions of the hollow needle, in which the caps are provided, are either countersunk or have a shielding edge.
However, such a design has the disadvantage that, in view of the fine techniques required, it is quite expensive and difficult to manufacture. Moreover, the wall thickness decreases, so that the aforementioned 1 / d ratio is negatively influenced.
In order to solve the aforementioned and other disadvantages, the invention provides an auxiliary blower for weaving machines in which all the aforementioned advantageous features are combined and which can also be manufactured in a relatively inexpensive manner.
For this purpose, the auxiliary blower according to the invention consists of a hollow needle with near one end thereof and a single blow opening which has a substantially polygonal shape, which consists of recesses extending outwards from a center, characterized in that they are mutually located between these recesses wall portions of the hollow needle exhibit an indentation extending at least over a certain portion around the aforementioned center.
With the insight to better demonstrate the characteristics according to the invention, examples are given below without any limiting character.
<Desc / Clms Page number 4>
described a number of preferred embodiments with reference to the accompanying drawings, in which: figure 1 shows a front view of an auxiliary olazer according to the invention; figure 2 represents a cross-section of figure 1 according to line II-LI; figure 3 represents a variant of the embodiment according to figure 2; figure 4 represents a variant of the invention, in which a different blow opening is used; figure 5 represents a blow opening which is a variant of the blow opening according to figure 1; figure 6 shows a blow opening which is a variant of that of figure 4.
As shown in Figures 1 and 2, the null blower according to the invention mainly consists of a hollow needle 1 with near the free end 2 thereof a single blow opening 3 which has a polygonal shape. This shape mainly consists of recesses 5 extending outward from a center 4 radis 1.
According to the invention, the wall parts 6 of the wall 7 of the hollow needle 1 located between these recesses 5 are at least over a certain part around the aforementioned.
<Desc / Clms Page number 5>
center 4 pressed. This prevents the warp threads from being damaged by burrs or the like, which regularly occur during the circumferences of the blow opening 3. when the auxiliary blowers or auxiliary blowers move in and out of the warp threads. behind the ends 8 of the aforementioned wall sections 6.
In the first embodiment according to Figs. 1 and 2, the wall sections 6 located in the recesses 5 are pressed in a conical shape over their entire surface. In the variant according to figure 3, only a part of the surface of the wall 6, and more particularly the ends 8, is pressed in.
Figure 4 shows a variant in which the polygonal blow opening 3 is clover-shaped.
In order to improve the outflow characteristics, the blow openings 3 are preferably formed by a series of small cylindrical openings 9, whereby the surface of the cavity wall 10 of the blow opening 3 is markedly enlarged. It is clear that the ratio between the wall area of the inner wall 10 and the break-through area of the blow openings 3 is appreciably beneficial.
Similarly, the clover-shaped bias opening 3 of Figure 4
<Desc / Clms Page number 6>
also through a concatenation of c! cellular openings 9 are realized, as shown in figure 6.
In order to achieve a relatively inexpensive design, the circular openings are preferably realized by spark erosion. A variant of this provides auxiliary blowers with a blow opening 3 consisting of the concatenation of laser-drilled holes.
Although these blowers are specially intended to be used as an air blower, it is clear that it can also be used for other flufda.
The present invention is by no means limited to the exemplary embodiment shown in the accompanying drawings, but such auxiliary blowers for weaving machines can be realized in various shapes and sizes without departing from the scope of the invention.