<Desc/Clms Page number 1>
geformuleerd door
VAN VOORDEN Hendrik voor "Inrichting voor het zagen van plaatmateriaal"
EMI1.1
als UITVINDINGSOKTROOI
<Desc/Clms Page number 2>
EMI2.1
"Inrichting voor het zagen van plaatmateriaal". ----------------------------- -------------- Deze uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het zagen van plaatmateriaal, meer speciaal plaatmateriaal van het type dat gevormd wordt door een natuurprodukt, zoals marmer, en dat voorzien is van een verstevigingslaag, bijvoorbeeld in de vorm van honigraatmateriaal, waarbij zulk plaatmateriaal in het algemeen vervaardigd wordt door uit te gaan van een relatief grote dikte natuurmateriaal dat aan iedere zijde voorzien is van een voornoemde versterkingslaag en waarbij, door doorzagen van het natuurmateriaal, een afgewerkt produkt wordt verkregen met relatief grote stijfheid,
doch met zeer geringe dikte natuurprodukt.
EMI2.2
1 Zulk produkt wordt onder andere beschreven in het Canadees oktrooi nr 995.918.
Ten einde voornoemd produkt te kunnen verwezenlijken kent men onder andere uit de Franse oktrooiaanvrage nr 77 14567 een inrichting waarbij men het hiervoorgenoemd plaatmateriaal aan
<Desc/Clms Page number 3>
beide zijden vastgrijpt met zuignappen waarna men een relatieve verplaatsing veroorzaakt tussen deze inrichting en een cirkelzaag ten einde te verkrijgen dat het plaatmateriaal over de ganse hoogte en over de ganse lengte middendoor wordt gezaagd.
Eveneens heeft men reeds voorgesteld, voortgaande op bekende technieken gebruikt bij het doorzagen van natuursteenprodukten, het plaatmateriaal een eerste maal door te zagen over de ganse lengte en over de halve hoogte om vervolgens het plaatmateriaal 180 te draaien en een tweede zaagsnede aan te brengen die samenvalt met de voornoemde eerste zaagsnede ten einde het plaatmateriaal volledig door te zagen.
Een dergelijke inrichting is bekend uit het Europees oktrooi nr 19.419.
Daar waar het hoofdzakelijk nadeel van de hiervoorgenoemde eerste inrichting in hoofdzaak te zien is in het feit dat met zagen met relatief zeer grote diameter moet gewerkt worden waardoor deze zagen eveneens een relatief grote dikte vertonen wat als gevolg heeft dat de materiaalafval relatief groot is, heeft de voornoemde tweede inrichting, dia als doel heeft de hiervoorgenoemde nadelen van de eerste inrichting te ondervangen, als hoofdzakelijke nadelen dat door het gebruik van twee wagens, namelijk een zaagwagen en een kantelwagen, de
<Desc/Clms Page number 4>
inrichting niet enkel kostbaar wordt doch tevens dat de produktiekosten door het afwisselend op de ene en de andere wagen plaatsen van het door te zagen materiaal, waardoor onder meer veel tijd verloren gaat, relatief hoog liggen.
Een ander groot nadeel van deze tweede bekende inrichting is dat, door het gebruik van tegelijkertijd twee zagen die op een welbepaalde afstand ten opzichte van elkaar zijn opgesteld en het tegelijkertijd doorzagen van twee elementen plaatmateriaal, wat noodzakelijk is om de rendabiliteit van zulke inrichting te verzekeren, de twee halve zaagsneden in éénzelfde element worden uitgevoerd met twee verschillende zagen waardoor men overgangen verkrijgt in de zaagsnede van de beide platenhelften ten gevolge van ongelijkmatige slijtage van zagen.
Men verkrijgt hierdoor niet enkel dat deze overgangen op een andere machine moeten weggefreesd worden, wat bijkomende bewerkingen en kosten meebrengt, doch men verkrijgt met zulke inrichting relatief vlug dat de overgang tussen de beide zaagsneden zo groot wordt dat één of beide zagen moeten vervangen worden, zelfs als deze nog niet geheel versleten zijn.
De huidige uitvinding heeft dan ook betrekking op een inrichting die de voornoemde en andere nadelen van de bekende inrichtingen uitsluit en een inrichting biedt waarvan de hoofdzakelijke voordelen zijn :
<Desc/Clms Page number 5>
1. - geen overgangen tussen de beide zaagsneden zodat iedere bijkomende bewerking aan de zaagsnede wordt vermeden ;
EMI5.1
2.-lagere gereedschapskosten doordat de zagen volledig kun- nen opgebruikt worden ; 3.-hogere produktie, respektievelijk hoger rendement, door de tijdwinst bij opstellen en verdraaien van het plaatmateriaal ; 4.-kleinere zaaginrichting doordat het zagen en het kantelen van het plaatmateriaal op één en dezelfde wagen kunnen ge- scheden.
De inrichting volgens de uitvinding bestaat hoofdzakelijk uit een wagen waarop, verdraaibaar, minstens één plaat met aan de buitenzijde één of meer zuignappen ter bevestiging van het te zagen plaatmateriaal is voorzien ; aandrukmiddelen die het plaatmateriaal aan de tweede zijde kunnen tegenhouden ; grendelmiddelen voor de voornoemde platen en invoegmiddelen die bij het zagen van de bovenste halve zaagsnede, in de onderste reeds gezaagde halve zaagsnede kunnen geplaatst worden.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven met verwijzing naar de bijgaande tekeningen waarin :
<Desc/Clms Page number 6>
figuur 1 een bovenaanzicht weergeeft van een inrichting volgens de uitvinding ; figuur 2 een zijaanzicht weergeeft van figuur 1 ; figuur 3 een vooraanzicht weergeeft van figuur 1 ; figuur 4 in perspektief het gedeelte toont dat in figuur
1 door F4 is aangeduid ; figuur 5 schematisch en in zijaanzicht de samenwerking weergeeft van de cirkelzaag volgens de uitvinding met waterinjektoren ; figuur 6 op groter schaal een schematische doorsnede weergeeft volgens lijn VI-VI in figuur 5 ; figuren 7 en 11 bovenaanzichten weergeven van een varian- ten van figuur 1 ;
figuren 8 en 12 een zijaanzicht weergeven, respektievelijk van figuren 7 en 11 ; figuren 9 en 13 een vooraanzicht weergeven, respektievelijk van figuren 7 en 11 ; figuur 10 een perspektiefzicht weergeeft volgens pijl F10 in figuren 8 en 12 ; figuur 13 in perspektief het gedeelte weergeeft dat in de figuren 8 en 11 door F13 is aangeduid ; figuur 14 een variante weergeeft van figuur 4.
De zaaginrichting zoals weergegeven in de figuren 1 tot 6 wordt in hoofdzaak gevormd door een wagen 1 die zich door middel van loopwieltjes 2 kan verplaatsen langs sporen 3-4 waarbij de wa-
<Desc/Clms Page number 7>
gen 1 in hoofdzaak gevormd wordt door een plat rechthoekig geraamte waarin twee uitsparingen, respektievelijk 5 en 6, zijn voorzien.
Op het middendeel 7 van de wagen 1 is een steun 8 voorzien waarin, verdraaibaar rond aslijn A-A, een as 9 is gelagerd waarvan ieder uiteinde een plaat draagt, respektievelijk 10- 11, die op geschikte wijze voorzien is van één of meer zuignappen, respektievelijk 12-13, en waarbij met deze as 9 geschikte nietgetoonde tandwielen zijn bevestigd die kunnen samenwerken met een tandwiel voorzien op een gemeenschappelijke aandrijfmotor 14 waarvan het doel is de platen 10 en 11 op het geschikt ogenblik te kantelen rond de as A-A.
De vertikale kleine zijden van de voornoemde platen 10 en 11 zijn ieder voorzien van, in dit geval, een driehoekige groef, respektievelijk 15-16 en 17-18, waarmede pennen met driehoekig uiteinde, respektievelijk 19-20-21 en 22, kunnen samenwerken. Deze pennen 19 tot 22 zijn bevestigd op de vrije uiteinden van zuigerstangen van drukcilinders, respektievelijk 23-24-25 en 26, die op geschikte wijze bevestigd zijn met het geraamte van de wagen 1.
Aan de buitenzijde zijn op de wagen 1 geschikte drukcilinders, respektievelijk 27-28-29 en 30, bevestigd waarvan de
<Desc/Clms Page number 8>
zuigerstangen voorzien zijn van aandrukstukken, respektievelijk 31-32-33 en 34, waarvan de bedoeling te zien is in het feit dat de te zagen elementen plaatmateriaal, respektievelijk 35 en 36, die door de zuignappen 12 en 13 tegen de platen 10 en 11 worden gehouden, bijkomend kunnen gesteund worden door de aandrukelementen 31 tot 34.
Tegenover de vertikale zijranden van ieder element 35-36 zijn invoegstukken voorzien, respektievelijk 37-38-39 en 40, die, zoals blijkt uit figuur 4, L-vormig zijn verwezenlijkt en die vrij draaibaar zijn opgesteld ten opzichte van geschikte steunen, door middel van assen, respektievelijk 41- 42-43 en 44, waarbij met de vrije uiteinden van deze L-vormige invoegstukken de zuigerstang kan inwerken van een drukcilinder, respektievelijk 45-46-47 en 48.
Het plaatmateriaal 35-36 kan op geschikte wijze bewerkt worden door zagen, respektievelijk 49 en 50, die op iedere geschikte wijze zijn opgehangen en worden aangedreven.
Zoals schematisch in de figuren 5 en 6 is weergegeven kunnen, aan iedere zijde van een zaag 49 en 50, waterinjektoren 51 voorzien worden waarvan de bedoeling hierna zal blijken.
In de figuren 7 tot 9 is een uitvoering weergegeven die identiek is aan deze volgens de figuren 1 tot 3 doch waarbij aan
<Desc/Clms Page number 9>
de buitenzijde van ieder plaatmateriaal 35-36 een steunbalk, respektievelijk 52-53, is voorzien die geschikt tegen het materiaal 35-36 wordt gedrukt door middel van bijvoorbeeld paren schroefstangen 54-55 die ieder samenwerken met een moer 56 die bevestigd is op een steun 57.
In de figuren 11 tot 13 is een uitvoering weergegeven waarbij het geraamte 1 ter plaatse blijft, waarbij slechts een plaat 35 wordt gezaagd en de zaag 49 zich verplaatst.
Deze inrichting is in feite te vergelijken met een halve inrichting volgens de figuren 1 tot 6 zodat zij niet nogmaals zal beschreven worden.
Het is duidelijk dat ook met een wagen 1 volgens de figuren 1 tot 3 of 7 tot 9 één plaat kan gezaagd worden alsdat een wagen 1 volgens de figuren 11 tot 13 kan toegepast worden om twee platen te zagen.
In dit geval is het geraamte 1 echter wel dwars verplaatsbaar aangebracht ten opzichte van geleidingen 59-60 waarmede onder het geraamte aangebrachte paren sleden 61-62 kunnen samenwerken. Deze bijkomende mogelijkheid laat toe de stand van de plaat 35 nauwkeurig te regelen ten opzichte van de zaag 49.
<Desc/Clms Page number 10>
Uiteindelijk is in figuur 14 een variante weergegeven van figuur 4 waarbij het invoegstuk 39, in weggeklapte stand, onder de onderrand 58 van het plaatmateriaal 35-36 is geplaatst ten einde de zijdelingse aanvoer van plaatmateriaal naar de wagen 1 niet te hinderen.
De werking van de inrichting is zeer eenvoudig.
Vooraleer de zaagwerkzaamheden aan te vangen wordt tegen ieder van de platen 10-11 een laag plaatmateriaal 35-36 bevestigd door middel van de zuignappen 12 en 13, waarbij de platen 10-11 en aldus het plaatmateriaal 35-36 in de geschikte stand gehouden wordt door de platen 10 en 11 onbeweeglijk te houden ten opzichte van het geraamte of wagen 1 door middel van de grendelelementen 19 tot 22.
Bijkomend wordt het plaatmateriaal 35-36 tegen de platen 10- 11 gedrukt door middel van de duwelementen 31 tot 34.
Op dit ogenblik wordt de wagen 1, met geschikte snelheid, verplaatst langs de sporen 3-4, wat als gevolg heeft dat het plaatmateriaal 35-36 bewerkt wordt door de zagen 49 en 50 die zodanig zijn opgesteld dat het plaatmateriaal 35 en 36 over de halve hoogte en de ganse lengte wordt doorgezaagd.
<Desc/Clms Page number 11>
Nadat de voornoemde zaagsnede is aangebracht keert de wagen 1 terug tot in de aanvangspositie waarna de aandrukmiddelen 31 tot 34 alsmede de grendelmiddelen of pennen 19 tot 22 worden teruggetrokken om vervolgens, via de motor 14, de platen 10 en 11, samen met het plaatmateriaal 35 en 36, doorheen de uitsparingen 5 en 6,180 te verdraaien, rond de as A-A, waarna eerst de vergrendelmiddelen 19 tot 22 terug zullen uitgeduwd worden om het plaatmateriaal in de geschikte stand te houden waarna, door middel van de drukcilinders 45 tot 48, de invoegstukken 37 tot 40 in de reeds aangebrachte zaagsneden 52 worden geplaatst, zoals meer speciaal blijkt uit figuur 4, om vervolgens de aandrukmiddelen 31 en 34 opnieuw op het plaatmateriaal 35-36 te doen inwerken.
Men verkrijgt hierdoor dat, ter plaatse van de aandrukmiddelen 31 tot 34, de zaagsnede 63 wordt opgevuld door de invoegstukken 37 tot 40 waardoor een geschikte bevestiging wordt verkregen van het plaatmateriaal wat bijzonder nuttig is wanneer dit materiaal volgens de hiernavolgende stap volledig is doorgezaagd.
Op dit ogenblik volstaat het de wagen 1 nogmaals te verplaatsen ten opzichte van de zagen 49 en 50 om te verkrijgen dat een tweede zaagsnede wordt aangebracht die zuiver uitgeeft in de eerste zaagsnede 63, waardoor wordt verkregen dat het plaatmateriaal 35-36 over de ganse lengte en de ganse hoogte doorgezaagd is en waarbij het buitenste element wordt
<Desc/Clms Page number 12>
vastgehouden door middel van de aandrukmiddelen 31 en 34.
Ten einde, vooral bij het aanbrengen van de tweede halve zaagsnede, deze laatste geschikt open te houden, kunnen, zoals weergegeven in de figuren 5 en 6, aan iedere zijde van iedere zaag 49 en 50 één of meer, in dit geval twee, waterinjektoren 51 voorzien worden die water onder een bepaalde druk tegen de zaagbladen 49 en 50 brengen waarbij, tijdens het zagen, dit water mede in de zaagsnede wordt gevoerd en er aldus tussen de zaagsnede en de zaag een kleine film onder druk wordt veroorzaakt waardoor de geschikte afstand wordt bewaard tussen de zaagsnede en de zaag.
Het is duidelijk dat men op deze wijze een inrichting verkrijgt waarmede, doordat in éénzelfde zaagsnede steeds dezelfde zaag inwerkt, overgangen tussen de beide halve zaagsneden totaal worden vermeden zodat iedere egalisatiebewerking wordt uitgespaard ; waarbij de gereedschapskosten merkelijk lager zijn doordat de zagen volledig kunnen opgebruikt worden ;
waarbij het rendement van de inrichting relatief groot is doordat weinig tijd verloren gaat tussen het verdraaien van het door te zagen plaatmateriaal en waarbij de totale inrichting minder plaatsruimte in beslag neemt doordat zowel het zagen als het verdraaien van het door te zagen plaatmateriaal op een geringe plaats en op één enkele wagen kan uitgevoerd worden.
<Desc/Clms Page number 13>
Het is duidelijk dat de huidige uitvinding geenszins beperkt is tot de als voorbeeld beschreven en in de bijgaande tekeningen weergegeven uitvoering, doch zulke inrichting kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader der uitvinding te treden.
<Desc / Clms Page number 1>
formulated by
VAN VOORDEN Hendrik for "Device for cutting sheet material"
EMI1.1
as INVENTION PATENT
<Desc / Clms Page number 2>
EMI2.1
"Device for cutting sheet material". This invention relates to a device for sawing sheet material, more especially sheet material of the type formed by a natural product, such as marble, and provided with a reinforcing layer, for example in the form of honeycomb material, such sheet material generally being manufactured starting from a relatively large thickness of natural material which is provided on each side with a aforementioned reinforcement layer and wherein, by sawing through the natural material, a finished product is obtained with relatively great rigidity,
but with a very small thickness of natural product.
EMI2.2
1 Such product is described, inter alia, in Canadian Patent No. 995,918.
In order to be able to realize the aforementioned product, an apparatus is known, inter alia, from French patent application no. 77 14567, in which the aforementioned sheet material is
<Desc / Clms Page number 3>
gripping both sides with suction cups after which a relative displacement is made between this device and a circular saw in order to ensure that the sheet material is cut in half along the entire height and along the entire length.
It has also already been proposed, based on known techniques used in sawing through natural stone products, to saw the sheet material for the first time along the entire length and half the height and then to turn the sheet material 180 and to make a second cut that coincides. with the aforementioned first cut in order to completely cut the sheet material.
Such a device is known from European patent no. 19,419.
Where the main drawback of the aforementioned first device can mainly be seen in the fact that saws with a relatively very large diameter must be used, so that these saws also have a relatively large thickness, which has the consequence that the material waste is relatively large the aforementioned second device, which has as its object to overcome the aforementioned drawbacks of the first device, the main drawbacks being that by using two carriages, namely a saw carriage and a tilting trolley, the
<Desc / Clms Page number 4>
equipment not only becomes expensive, but also that the production costs are relatively high by placing the material to be cut alternately on one and the other, so that, among other things, a lot of time is lost.
Another major drawback of this second known device is that, by using two saws arranged at a specific distance from each other at the same time and simultaneously sawing through two elements of sheet material, this is necessary to ensure the cost-effectiveness of such device the two half cuts in one and the same element are made with two different saws, so that transitions in the saw cut of the two plate halves are obtained as a result of uneven wear of saws.
This not only obtains that these transitions have to be milled away on another machine, which entails additional operations and costs, but it is obtained relatively quickly with such a device that the transition between the two cuts becomes so large that one or both saws have to be replaced, even if they are not completely worn out.
The present invention therefore relates to a device which excludes the aforementioned and other drawbacks of the known devices and offers a device the main advantages of which are:
<Desc / Clms Page number 5>
1. - no transitions between the two cuts so that any additional machining on the cut is avoided;
EMI5.1
2.-lower tooling costs because the saws can be used up completely; 3. higher production and higher efficiency, respectively, due to the time savings during installation and twisting of the sheet material; 4.-smaller sawing device because the sawing and tilting of the sheet material can be done on one and the same carriage.
The device according to the invention mainly consists of a carriage on which, at least one plate with one or more suction cups for fixing the plate material to be cut is rotatably provided; pressing means which can retain the plate material on the second side; locking means for the aforementioned plates and insertion means which, when sawing the top half cut, can be placed in the bottom already sawn half cut.
With the insight to better demonstrate the features of the invention, some preferred embodiments are described below, by way of example without any limitation, with reference to the accompanying drawings, in which:
<Desc / Clms Page number 6>
figure 1 shows a top view of a device according to the invention; figure 2 represents a side view of figure 1; figure 3 represents a front view of figure 1; figure 4 shows in perspective the part that in figure
1 is designated by F4; figure 5 shows schematically and in side view the cooperation of the circular saw according to the invention with water injectors; figure 6 is a larger-scale schematic section according to line VI-VI in figure 5; Figures 7 and 11 show top views of a variants of Figure 1;
figures 8 and 12 represent a side view of figures 7 and 11, respectively; Figures 9 and 13 represent a front view of Figures 7 and 11, respectively; figure 10 represents a perspective view according to arrow F10 in figures 8 and 12; figure 13 represents in perspective the part indicated by F13 in figures 8 and 11; figure 14 represents a variant of figure 4.
The sawing device as shown in Figures 1 to 6 mainly consists of a carriage 1 which can move by means of running wheels 2 along tracks 3-4, the water
<Desc / Clms Page number 7>
Gene 1 is mainly formed by a flat rectangular frame in which two recesses, 5 and 6, respectively, are provided.
A support 8 is provided on the central part 7 of the carriage 1, in which, rotatably about axis AA, a bearing 9 is mounted, each end of which carries a plate, 10-11 respectively, which is suitably provided with one or more suction cups, respectively 12-13, and with this shaft 9, suitable gears (not shown) are mounted which can cooperate with a gear provided on a common drive motor 14, the purpose of which is to tilt the plates 10 and 11 about the shaft AA at the appropriate moment.
The vertical minor sides of the aforementioned plates 10 and 11 are each provided, in this case, with a triangular groove, respectively 15-16 and 17-18, with which pins with triangular end, respectively 19-20-21 and 22, can interact . These pins 19 to 22 are mounted on the free ends of piston rods of pressure cylinders 23-24-25 and 26, respectively, which are suitably mounted with the frame of the carriage 1.
On the outside are mounted on the carriage 1 suitable printing cylinders, respectively 27-28-29 and 30, of which the
<Desc / Clms Page number 8>
piston rods are provided with pressure pieces, 31-32-33 and 34, respectively, the intention of which can be seen in the fact that the elements to be cut are sheet material, respectively 35 and 36, which are pressed against the plates 10 and 11 by the suction cups 12 and 13. can also be supported by the pressing elements 31 to 34.
Opposite the vertical side edges of each element 35-36, there are provided inserts 37-38-39 and 40, respectively, which are L-shaped, as shown in Figure 4, and which are arranged freely rotatable relative to suitable supports, by means of of shafts 41-42-43 and 44, respectively, wherein with the free ends of these L-shaped inserts the piston rod can act from a printing cylinder, 45-46-47 and 48 respectively.
The sheet material 35-36 can be suitably processed by sawing 49 and 50, respectively, which are suspended and driven in any suitable manner.
As shown schematically in Figures 5 and 6, water injectors 51 may be provided on either side of a saw 49 and 50, the purpose of which will become apparent hereinafter.
Figures 7 to 9 show an embodiment which is identical to that according to Figures 1 to 3, but with on
<Desc / Clms Page number 9>
the outside of each sheet material 35-36 is provided with a support beam, 52-53 respectively, which is suitably pressed against the material 35-36 by means of, for example, pairs of screw rods 54-55, each of which cooperates with a nut 56 which is mounted on a support 57.
Figures 11 to 13 show an embodiment in which the frame 1 remains in place, only a plate 35 is sawn and the saw 49 moves.
This device can in fact be compared with a half device according to figures 1 to 6, so that it will not be described again.
It is clear that also with a carriage 1 according to Figures 1 to 3 or 7 to 9 one plate can be cut if a carriage 1 according to Figures 11 to 13 can be used to cut two plates.
In this case, however, the frame 1 is arranged transversely displaceable relative to guides 59-60 with which pairs of slides 61-62 arranged under the frame can cooperate. This additional possibility makes it possible to accurately control the position of the plate 35 relative to the saw 49.
<Desc / Clms Page number 10>
Finally, figure 14 shows a variant of figure 4 in which the insert 39, in folded-away position, is placed under the bottom edge 58 of the plate material 35-36 in order not to hinder the lateral supply of plate material to the trolley 1.
The operation of the device is very simple.
Before starting the sawing work, a layer of sheet material 35-36 is attached to each of the plates 10-11 by means of the suction cups 12 and 13, the plates 10-11 and thus the plate material 35-36 being held in the appropriate position. by keeping the plates 10 and 11 immobile with respect to the frame or carriage 1 by means of the locking elements 19 to 22.
In addition, the sheet material 35-36 is pressed against the plates 10-11 by means of the pushing elements 31 to 34.
At this time, the carriage 1 is moved at a suitable speed along the tracks 3-4, resulting in the sheet material 35-36 being processed by the saws 49 and 50 arranged so that the sheet material 35 and 36 over the half height and the entire length is cut.
<Desc / Clms Page number 11>
After the aforementioned saw cut has been made, the carriage 1 returns to the starting position, after which the pressing means 31 to 34 as well as the locking means or pins 19 to 22 are retracted and then, via the motor 14, the plates 10 and 11, together with the sheet material 35 and 36, by rotating the recesses 5 and 6,180, about the axis AA, after which the locking means 19 to 22 will first be pushed back to keep the plate material in the appropriate position, after which, by means of the pressure cylinders 45 to 48, the insert pieces 37 to 40 are placed in the saw cuts 52 already made, as is more particularly apparent from figure 4, in order to subsequently make the pressing means 31 and 34 act again on the sheet material 35-36.
It is hereby obtained that, at the pressing means 31 to 34, the saw cut 63 is filled by the insert pieces 37 to 40, whereby a suitable fastening of the sheet material is obtained, which is particularly useful when this material has been completely cut through according to the following step.
At this point, it is sufficient to move the carriage 1 again relative to the saws 49 and 50 to obtain a second cut that gives a clean cut in the first cut 63, thereby obtaining the sheet material 35-36 along its entire length and the whole height is cut and the outer element becomes
<Desc / Clms Page number 12>
held by means of the pressing means 31 and 34.
In order to keep the latter suitably open, especially when making the second half cut, as shown in Figures 5 and 6, one or more, in this case two, water injectors can be fitted on each side of each saw 49 and 50. 51 are provided which bring water under a certain pressure against the saw blades 49 and 50, whereby, during sawing, this water is also fed into the saw cut, thus creating a small film under pressure between the saw cut and the saw, so that the suitable distance is is kept between the cut and the saw.
It is clear that in this way an apparatus is obtained with which, because the same saw always acts in the same saw cut, transitions between the two half saw cuts are completely avoided so that every leveling operation is saved; the tool costs being considerably lower because the saws can be used up completely;
wherein the efficiency of the device is relatively high because little time is lost between rotating the sheet material to be cut and in which the overall device takes up less space because both the sawing and the turning of the sheet material to be cut in a small place and can be run on a single car.
<Desc / Clms Page number 13>
It is clear that the present invention is by no means limited to the exemplary embodiment shown in the accompanying drawings, but such a device can be realized in various shapes and sizes without departing from the scope of the invention.