BE902720A - Automatic fodder supply to separate animal esp. sow feed troughs - using moving robot cart itself kept supplied and programmed to dispense varying day to day requirements - Google Patents

Automatic fodder supply to separate animal esp. sow feed troughs - using moving robot cart itself kept supplied and programmed to dispense varying day to day requirements Download PDF

Info

Publication number
BE902720A
BE902720A BE2/60722A BE2060722A BE902720A BE 902720 A BE902720 A BE 902720A BE 2/60722 A BE2/60722 A BE 2/60722A BE 2060722 A BE2060722 A BE 2060722A BE 902720 A BE902720 A BE 902720A
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
feed
trolley
day
requirements
sow
Prior art date
Application number
BE2/60722A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Polymetal Pvba
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Polymetal Pvba filed Critical Polymetal Pvba
Priority to BE2/60722A priority Critical patent/BE902720A/en
Publication of BE902720A publication Critical patent/BE902720A/en
Priority to EP86200884A priority patent/EP0212687A3/en
Priority claimed from EP86200884A external-priority patent/EP0212687A3/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K29/00Other apparatus for animal husbandry

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Feeding And Watering For Cattle Raising And Animal Husbandry (AREA)

Abstract

The method is intended for automatically supplying fodder to individual feed troughs for animals, particularly sows, housed in separate pens in a stable. The troughs, which may or may not be provided with individual buffer stores, are supplied by an automatically moving track robot unit, the amount of fodder released at each feeding point being controlled in accordance with the day to day requirements of the individual animals. - As an example for sows, this may be a given quantity during 90 days from the day of covering, a greater quantity during the succeeding 22 days, a lesser quantity until pigging, thereafter a gradually increased quantity to 1 kg plus 0.5 kg per piglet, then for 2 days immediately after weaning no fodder and thereafter an ample ration until the next covering.

Description

       

   <Desc/Clms Page number 1> 
 



   BESCHRIJVING neergelegd tot staving van een aanvraag voor 
BELGISCH OCTROOI geformuleerd door 
POLYMETAL, PVBA voor "Werkwijze om voedertroggen van voedsel te voorzien en inrichting hierbij aangewend." 
 EMI1.1 
 als UITVINDINGSOKTROOI 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 "Werkwijze om voedertroggen van voedsel te voorzien en inrichting hierbij aangewend." 
 EMI2.1 
 --------------------------------------------------------------- Deze uitvinding heeft betrekking op een werkwijze om afzonderlijke voedertroggen automatisch van voedsel te voorzien, met andere woorden een werkwijze om elke voedseltrog van afzonderlijk gestalde dieren op een gepaste wijze van voedsel te voorzien. 



  In het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op de voedselbedeling bij varkenshouderijen, en meer speciaal nog zeugenhoude-   houderijen.   



  Tot nu toe gebeurt het voederen van zeugen hoofdzakelijk, en wel voor 95   %,   manueel. Door het bestendig vergroten van het aantal zeugen per varkenshouderij is er een behoefte ontstaan om in gespecialiseerde inrichtingen te voorzien teneinde de zeugen automatisch van voedsel te voorzien, met andere woorden automatisch de voedertroggen te vullen. Om aan deze behoefte te voldoen zijn 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 er thans twee verschilende soorten voederdoseermachines bekend die elk volgens een verscheidene werkwijze werken. 



  Volgens een eerste bekende werkwijze wordt er gewerkt met een individuele doseerinstallatie per zeug, waarbij het voer door middel van een gemeenschappelijk   toevoersysteem wordt   aangevoerd en door middel van een gemeenschappelijk bediend lossysteem, dat bestaat uit individuele doseerapparaten, tot in elke voedertrog wordt gebracht. Deze werkwijze heeft als nadeel dat men voor elke zeug een doseerapparaat moet voorzien. 



  Volgens een tweede bekende werkwijze laat men alle dieren los lopen in de stal en wordt hierbij een computergestuurd voederapparaat voorzien. Elk dier is hierbij van een identificatieplaatje voorzien dat door middel van een halsband gedragen wordt. Bij het in kontakt komen of naderen van het voederappa-   raat wordt dit identificatieplaatje gedetecteerd   en wordt er al dan niet aan het betreffende dier voeder afgeleverd. 



  Dergelijke werkwijze is tot nu toe van toepassing in de melkveehouderij. Zij vertoont evenwel verscheidene nadelen. Zo is het duidelijk dat alle dieren dienen los te lopen en dat het vrij moeilijk wordt om een bepaald dier op te zoeken. Andere nadelen zijn het verlies van halsbanden, de   onoverzich-teliikheid   van 
 EMI3.1 
 het geheel, en de agressiviteit bij de dieren onderling. 



  0 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 Teneinde aan voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden voorziet de uitvinding dan ook in een werkwijze om afzonderljke voedertroggen van voeder te voorzien waarbij evenwel   slechts     een   doseerinrichting dient aangewend te worden, en waarbij in de spe-   cifieke behoefte   van elke zeug of van elk ander dier wordt voorzien. 



  Hiertoe voorziet de uitvinding in een werkwijze die er hoofdzakelijk in bestaat dat elk dier over een voedertrog, al dan nietuitgerust met een voorraadsysteem, beschikt en dat de voedertroggen door een zich automatisch verplaatsende autonome voederrobot bediend worden, waarbij de dosering van het voeder bij elke trog geschiedt in funktie van de individuele behoefte van het dier dat uit de betreffende trog zijn voeder   ontneemt.   



  De huidige uitvinding heeft eveneens betrekking op een inrichting 18 voornoemde werkwijze te realiseren. Deze inrichting bestaat hoofdzakelijk uit een computergestuurd autonoom rijdend toestel,   of "voederrobot", dat   van een voedervoorraad is voorzien en dat langs alle voedertroggen rijdt, waarbij bij iedere zeug een welbepaalde en op voorhand berekende hoeveelheid voeder wordt   afgegeven in de betreffende voedertrog.    



  De hoeveelheid voeder wordt hierbij automatisch   aangepast   aan de drachtigheidsduur van iedere individuele zeug of aan het aantal 
 EMI4.1 
 biggen zij geworpen heeft. Terwijl de gebruiker zelf het ba- 0±3 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 sisniveau van de hoeveelheid voeder per zeug individueel kan instellen. 



  Met het inzicht de kenmerken volgens de utvinding beter aan te tonen is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 in bovenaanzicht schematisch een inrichting volgens de de uitvinding weergeeft ; figuur 2 in zijaanzicht een voederrobot weergeeft die in de inrichting van figuur 1 kan aangewend worden ; figuur 3 een achteraanzicht weergeeft van de voederrobot volgens figuur 2. 



  Zoals in figuur 1 wordt weergegeven bestaat de inrichting om de de werkwijze volgens de uitvinding te realiseren hoofdzakelijk uit een autonoom gestuurd zelfrijdend toestel of wagentje   1,   dat voorzien is van een laadruimte 2, en een doseer-en/of losaparaat 3. Tevens omvat de inrichting een geleiding 4 om het wagentje 1 te geleiden,   een   of meerdere laadinrichtingen 5 evenals een niet in de figuren weergegeven stuur-en computereenheid die al dan niet in het zelfrijdend toestel of wagentje 1 kan ingebouwd zijn. 
 EMI5.1 
 



  Verder is in figuur 1 schematisch een stal weergegeven die ver- 0 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 deeld is in een aantal hoken 6 die elk voorzien zijn van een voedertrog 7. Het in de figuren 2 en 3 weergegeven wagentje 1 is voorzien van een anderstel 8 op rubber of andere banden 9, dat aangedreven kan worden door middel van een motor 10. 



  De laadruimte 2 vernauwd naar onder toe, en is volledig onderaan voorzien van   he t voornoemde doseer-en/of losapparaat 3, da t   in de weergegeven uitvoeringsvorm gevormd wordt door een vijzel of schroef van Archimedes. Deze schroef laat toe, door de draaiing ervan, voeder uit de laadruimte 2 zijdelings uit het wagent je 1 af te voeren. Zij wordt hierbij aangedreven door middel van een tweede motor 11. 



  De motoren 10 en 11 zijn bij voorkeur van het elektrische type en worden hierbij gevoed uit een batterij 12 met een werkspanning van 24 volt. Het wagentje 1 is voorzien van een automatische aansluiting 13 om de batterij 12 bij stilstand van het voertuig terug op te laden. Deze aansluiting 13 bestaat hoofdzakelijk uit een aantal stevige contaktoren die, enerzijds, op een vaste plaats langs de omloop van het wagentje voorzien zijn, en anderzijds, op het wagentje aangebracht zijn. 



  De geleiding 4 van het wagentje 1 kan uit verschillende op zichzelf bekende inrichtingen bestaan. Volgens een eerste mogelijkheid wordt er voorzien in een mechanische geleiding langs een draad of rail. 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 



  Volgens de in figuur 3 weergegeven uitvoeringsvorm wordt er voorzien in een induktieve geleiding door middel van een in de vloer ingewerkte geleider 14. Op bekende wijze is het wagentje 1 dan tevens voorzien van een detektor 15 en een daarop aangesloten stuurinrichting om de rijrichting van het wagentje 1 te bevelen. 



  Volgens een derde mogelijkheid is de geleiding 4 van het wagentje 1 gebaseerd op een laserstraal sturing, dewelke op zichzelf voldoende bekend is. Volgens een vierde mogelijkheid kan het wagent je eveneens naast of bovenop de kooien van de dieren zelf geleid worden op metalen of kunststof rails. 



  Elke laadinrichting 5 bestaat bijvoorbeeld zoals in figuur 3 wordt weergegeven uit een silo 16, een toevoerbuis 17 die tot boven de laadruimte 2 kan reiken en een automatische afsluitelement 18 dat door voornoemde   stuur- en computeréénheid   kan bevolen worden. Volgens een variante wordt in de toevoerbuis 17 een schroef van Archimedes aangebracht. 



  De voornoemde stuur-en computereenheid bevat verscheidene detektoren, stuurelementen en een microprocessor. Zo zijn er langs de gehele omloop die door het wagentje 1 gevolgd wordt detektoren aangebracht om het wagentje 1 op de geschikte plaatsen al dan niet te laten stoppen en om in de nodige handelingen te kunnen voorzien. Deze plaatsen worden hoofdzakelijk bepaald door elke voedertrog 7, de laadinrichtingen 5, en de plaats waar er kontakt gevormd wordt met de automatische aansluiting 13. 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 



  Tevens omvat   het doseer- en/of   losapparaat een detektor om te bepalen hoeveel voeder er gelost wordt. In het geval van een schroef van Archimedes bestaat deze uit een toerenteller, vermits het aantal toeren van de schroef evenredig is met de dosering. 



  Een andere detektor voorziet erin dat bij de vulling van de laadruimte 2 de laadinrichting 5 tijdig in werking treedt en tevens bij een volledige vulling van het wagentje 1 automatisch zijn laadaktiviteit stopt. 



  De microprocessor draagt er zorg voor dat volgens welbepaalde gegevens in elke voedertrog 7 op individuele wijze een bepaalde hoeveelheid voeder wordt afgeladen. 



  De microprocessor kan zowel op het wagentje als ergens anders in of buiten de stal voorzien worden. In het laatste geval wordt er uiteraard in een al dan niet draadloze afstandsbesturing voorzien. De noodzakelijke gegevens voor de werking van de microprocessor kunnen door middel van een klavier of dergelijke hieraan toegevoerd worden. 



  In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm waarbij de inrichting speciaal ontworpen is voor de zeugenhouderij kan de microprocessor volgende gegevens opslaan in zijn geheugen : a. het eigen nummer van elke aanwezige zeug ; b. het nummer van het hok waarin iedere zeug gestald   is ;   

 <Desc/Clms Page number 9> 

   c. het   nummer van de beer die de zeug heeft gedekt ; d. het aantal dagen dat iedere zeug drachtig is ; e. de hoeveelheid voeder die elke zeug individueel ontvangt; f. een voederkode per zeug. 



  De voedergift waarop elke zeug recht heeft, en die volgens voornoemde werkwijze wordt verstrekt, wordt door de microprocessor berekend, waarbij men uitgaat van volgende drie gegevens : de datum van het dekken van de zeug, de data van het werpen en spenen van de biggen. Alle gegevens kunnen zoals voornoemd door middel van een toetsenbord door de zeugenhouder worden ingetoetst of door middel van een afzonderlijke terminal die de gegevens opneemt met een optische leespen, in het geheugen van de microprocessor worden ingelezen. 



  In de zeugenhouderij wordt de voornoemde werkwijze bij voorkeur verder gespecificeerd zoals hiernavolgend wordt beschreven. De hierna beschreven werkwijze is vooral bedoeld om de verdeelde hoeveelheid voeder aan de werkelijke behoefte van iedere zeug aan te passen, teneinde tot een belangrijke voederbesparing te   komen.   



  Vooreerst wordt er een kleinere hoeveelheid voeder verstrekt vanaf het dekken van de zeug tot de negentigste dag van de dracht. Vanaf de negentigste tot de honderd en twaalfde dag wordt een hogere voedergift verstrekt. Deze werkwijze levert een   belangrijke   voederbesparing, en wel van 8 à 10 %. Het foktechnisch resultaat blijft hetzelfde vermits de biggen zieh immers vooral in de laatste fase van de dracht ontwikkelen. 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 



  Vanaf de honderddertiende dag tot het werpen, op ongeveer de honderdvijftiende dag, ontvangt de zeug een kleinere hoeveelheid voeder. Na het werpen wordt de voedergift geleidelijk weer cpgevoerd tot een kilogram vermeerdert met een halve kilogram per te zogen big. 



  Op het einde van de zoogtijd, waarvan de duurtijd verschillend kan zijn en bepaald wordt door de fokker, worden de biggen gespeend. De zoogtijd bedraagt ongeveer 3 à 6 weken. 



  Onmiddellijk na het spenen wordt er helemaal geen voeder meer aan de zeug gegeven teneinde de   melkgift   te doen stoppen en de zeug naar een nieuwe bronsperiode te brengen. Na een vaste periode van twee dagen ontvangt de zeug opnieuw een ruim bemeten voederhoeveelheid en wordt zij in kontakt gebracht met de beer. Meestal volgt de dekking ongeveer zeven dagen na het spenen. De voornoemde verhoogde voedergift stopt bij de dekking van de zeug en de cyclus herbegint. 



  Uit het voorgaande is het duidelijk dat uitgaande van de dekdatum, de werpdatum en de speendatum op een geschikte wijze de voederhoeveelheden kunnen berekend worden door middel van de microprocessor. 



  Met het inbrengen van voornoemde voederkoden kan de fokker ingrijpen in het patroon van de voederverdeling. Zo wordt bijvoor- 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 beeld bij een zeug met kode 1 een minimum rantsoen verstrekt, bij kode 2 honderd gram meer voeder bedeeld, bij kode 0 een totaalafwijkend rantsoen verstrekt, enz. 



  Zulke voederkode laat toe om aan bijvoorbeeld een zieke zeug een totaal afwijkend rantsoen te verstrekken, om in het geval van een energiehoudend voeder een grotere hoeveelheid te verstrekken, om de voedergift aan te passen aan de klimatologische omstandigheden en het voeder te bedelen volgens de individuele behoefte van elke zeug. Laatstgenoemde individuele behoefte is hoofdzakelijk afhankelijk van het feit of het een grote zeug, nog groeiende jonge zeug of een kleine zeug   betreft.   



    Bovendien   houdt de computereenheid de verstrekte hoeveelheid voeder per zeug in het geheugen vast, zodat per perioden, bijvoorbeeld elke drie maanden, het voederverbruik van iedere zeug individueel, en van de   totale zeugenstapel gezamelijk   kan beoordeeld worden. 



  Het is duidelijk dat er vele varianten op voornoemde werkwijze en de daartoe aangewende inrichting mogelijk zijn zonder dat er buiten het kader der uitvinding wordt getreden. 



  Zo is het duidelijk dat dergelijke inrichting volgens de uitvinding voor allerlei fokkerijen kan aangewend worden, eventueel mits aanpassing van vorm en grootte van het wagentje 1. In de zeugenhouderij heeft dit wagentje 1 in zijn voorkeurdragende 

 <Desc/Clms Page number 12> 

 vorm een hoogte van 1, 20m. De laadruimte 2 kan ongeveer 200kg voeder bevatten. 



  De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de bijgaande tekeningen weergegeven uitvoering, doch zulke werkwijze en inrichting om afzonderlijke voedertroggen individueel van voeder te voorzien kan in velerlei varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader der uitvinding te treden.



   <Desc / Clms Page number 1>
 



   DESCRIPTION in support of an application for
BELGIAN PATENT formulated by
POLYMETAL, PVBA for "Method of supplying feed troughs with food and equipment used for this."
 EMI1.1
 as INVENTION PATENT

 <Desc / Clms Page number 2>

 "Method of supplying feed troughs with food and equipment used for this."
 EMI2.1
 -------------------------------------------------- This invention relates to a method of automatically feeding individual feed troughs, in other words a method of appropriately feeding each food trough of individually housed animals.



  In particular, the invention relates to food distribution at pig farms, and more particularly still sow farms.



  Until now, the feeding of sows has mainly been manual, 95%. By steadily increasing the number of sows per pig farm, a need has arisen to provide specialized facilities in order to automatically supply the sows with food, in other words to automatically fill the feeding troughs. To meet this need

 <Desc / Clms Page number 3>

 two different types of feed metering machines are now known, each operating according to a different method.



  According to a first known method, use is made of an individual dosing installation per sow, wherein the feed is supplied by means of a common feeding system and is introduced into each feed trough by means of a jointly operated unloading system consisting of individual dosing devices. The disadvantage of this method is that a dosing device must be provided for each sow.



  According to a second known method, all animals are let loose in the stable and a computer-controlled feeding device is provided. Each animal is provided with an identification plate that is worn by means of a collar. When the feeder comes into contact or approaching, this identification plate is detected and feed is or is not delivered to the relevant animal.



  Such a method has hitherto been applied in dairy farming. However, it has several drawbacks. For example, it is clear that all animals have to run free and that it becomes quite difficult to find a certain animal. Other drawbacks are the loss of collars, the oversight of
 EMI3.1
 the whole, and the aggressiveness among the animals.



  0

 <Desc / Clms Page number 4>

 In order to solve the aforementioned and other drawbacks, the invention therefore provides a method for supplying individual feed troughs with feed, however, only one dosing device has to be used, and in which the specific needs of each sow or of any other animal is provided.



  To this end, the invention provides a method which mainly consists in that each animal has a feed trough, whether or not equipped with a stock system, and that the feed troughs are operated by an automatically moving autonomous feeding robot, wherein the feed is dosed at each trough takes place in function of the individual needs of the animal which takes its feed from the trough concerned.



  The present invention also relates to a device 18 for realizing the aforementioned method. This device mainly consists of a computer-controlled autonomous driving device, or "feeding robot", which is provided with a feed stock and which travels along all feed troughs, whereby for each sow a specific and pre-calculated amount of feed is delivered in the relevant feed trough.



  The amount of feed is automatically adjusted to the gestation period of each individual sow or to the number
 EMI4.1
 piglets she has thrown. While the user himself does the 0 ± 3

 <Desc / Clms Page number 5>

 can set the hissing level of the amount of feed per sow individually.



  With the insight to better demonstrate the features according to the invention, a preferred embodiment is described below, by way of example without any limiting character, with reference to the accompanying drawings, in which: figure 1 schematically shows a device according to the invention in top view; figure 2 shows in side view a feeding robot which can be used in the device of figure 1; figure 3 shows a rear view of the feeding robot according to figure 2.



  As shown in figure 1, the device for realizing the method according to the invention mainly consists of an autonomously controlled self-propelled device or trolley 1, which is provided with a loading space 2, and a dosing and / or unloading device 3. Also the device a guide 4 for guiding the trolley 1, one or more loading devices 5 as well as a control and computer unit not shown in the figures, which may or may not be built into the self-propelled device or trolley 1.
 EMI5.1
 



  Furthermore, figure 1 diagrammatically shows a stable which is 0

 <Desc / Clms Page number 6>

 is divided into a number of corners 6, each of which is provided with a feeding trough 7. The trolley 1 shown in figures 2 and 3 is provided with a different set 8 on rubber or other tires 9, which can be driven by means of a motor 10.



  The loading space 2 narrows downwards, and is completely at the bottom provided with the aforementioned dosing and / or unloading device 3, which in the embodiment shown is formed by an auger or screw from Archimedes. This screw allows, by rotating it, to remove feed from the loading space 2 laterally from the carriage 1. It is hereby driven by means of a second motor 11.



  The motors 10 and 11 are preferably of the electric type and are supplied from a battery 12 with an operating voltage of 24 volts. The trolley 1 is provided with an automatic connection 13 for recharging the battery 12 when the vehicle is stationary. This connection 13 mainly consists of a number of sturdy contactors which, on the one hand, are provided at a fixed location along the circulation of the trolley, and on the other hand, are mounted on the trolley.



  The guide 4 of the trolley 1 can consist of various devices known per se. According to a first possibility, a mechanical guide along a wire or rail is provided.

 <Desc / Clms Page number 7>

 



  According to the embodiment shown in figure 3, an inductive guidance is provided by means of a conductor incorporated in the floor 14. In a known manner, the trolley 1 is then also provided with a detector 15 and a steering device connected thereto about the direction of travel of the trolley 1 recommend.



  According to a third possibility, the guide 4 of the trolley 1 is based on a laser beam control, which is sufficiently known per se. According to a fourth possibility, the carriage can also be guided next to or on top of the cages of the animals themselves on metal or plastic rails.



  Each loading device 5 consists, for example, as shown in figure 3, of a silo 16, a supply tube 17 which can extend above the loading space 2 and an automatic closing element 18 which can be ordered by the above-mentioned control and computer unit. According to a variant, an Archimedes screw is placed in the supply tube 17.



  The aforementioned control and computer unit contains various detectors, control elements and a microprocessor. For example, detectors are arranged along the entire track followed by the trolley 1 to allow the trolley 1 to stop or not to stop at the appropriate places and to be able to provide the necessary actions. These places are mainly determined by each feed trough 7, the loading devices 5, and the place where contact is made with the automatic connection 13.

 <Desc / Clms Page number 8>

 



  The dosing and / or unloading device also includes a detector to determine how much feed is being unloaded. In the case of an Archimedes screw, it consists of a tachometer, since the number of revolutions of the screw is proportional to the dosage.



  Another detector provides that when the loading space 2 is filled, the loading device 5 comes into operation in a timely manner and also stops its loading activity automatically when the trolley 1 is completely filled.



  The microprocessor ensures that according to specific data in each feed trough 7 an individual quantity of feed is unloaded.



  The microprocessor can be fitted on the trolley or elsewhere in or outside the stable. In the latter case, a wireless or non-wireless remote control is of course provided. The necessary data for the operation of the microprocessor can be supplied to it by means of a keyboard or the like.



  In a preferred embodiment in which the device is specially designed for sow husbandry, the microprocessor can store the following data in its memory: a. The own number of each sow present; b. the number of the pen in which each sow is housed;

 <Desc / Clms Page number 9>

   c. the number of the boar that has covered the sow; d. the number of days each sow is pregnant; e. the amount of feed each sow receives individually; f. a feed code per sow.



  The feed amount to which each sow is entitled and which is supplied according to the above method is calculated by the microprocessor, based on the following three data: the date of covering the sow, the dates of farrowing and weaning of the piglets. All data can be keyed in by the sow holder, as mentioned above, or can be read in the memory of the microprocessor by means of a separate terminal which records the data with an optical reading pen.



  In sow husbandry, the aforementioned method is preferably further specified as described below. The method described below is primarily intended to adapt the amount of feed distributed to the actual needs of each sow, in order to achieve an important feed saving.



  First, a smaller amount of feed is provided from the covering of the sow to the ninetieth day of gestation. From the ninetieth to the hundred and twelfth day, a higher feed quantity is provided. This method provides an important feed savings of 8 to 10%. The technical breeding result remains the same, since the piglets develop mainly in the last phase of pregnancy.

 <Desc / Clms Page number 10>

 



  From the one hundred and thirteenth day until farrowing, at about the one hundred and fifteenth day, the sow receives a smaller amount of feed. After farrowing the feed is gradually fed again until a kilogram increases by half a kilogram per piglet to be suckled.



  At the end of the lactation period, the duration of which may be different and determined by the breeder, the piglets are weaned. The suckling time is about 3 to 6 weeks.



  Immediately after weaning, no more feed is given to the sow in order to stop the milk yield and to move the sow to a new bronze period. After a fixed period of two days, the sow again receives a generously sized amount of feed and is brought into contact with the boar. Usually the mating follows about seven days after weaning. The aforementioned increased feed yield stops at the sow's cover and the cycle starts again.



  From the foregoing it is clear that from the covering date, the throwing date and the weaning date, the feed quantities can be calculated in an appropriate manner by means of the microprocessor.



  With the introduction of the aforementioned feed codes, the breeder can intervene in the pattern of the feed distribution. For example,

 <Desc / Clms Page number 11>

 for a sow with code 1, a minimum ration is provided, for code 2 a hundred grams more feed is distributed, for code 0 a completely deviating ration is provided, etc.



  Such a feed code allows, for example, to provide a sick sow with a completely different ration, to provide a larger amount in the case of an energy-containing feed, to adapt the feed quantity to the climatic conditions and to beg the feed according to individual needs. of every sow. The latter individual need mainly depends on whether it is a large sow, a growing sow or a small sow.



    In addition, the computer unit stores the amount of feed supplied per sow in memory, so that the feed consumption of each sow can be assessed individually and of the total sow herd per period, for example every three months.



  It is clear that many variants of the aforementioned method and the device used for that purpose are possible without departing from the scope of the invention.



  It is thus clear that such a device according to the invention can be used for all kinds of breeding farms, if necessary with adaptation of the shape and size of the trolley 1. In the sow farm, this trolley 1 has in its preferred

 <Desc / Clms Page number 12>

 form a height of 1, 20m. The loading space 2 can hold approximately 200kg of feed.



  The present invention is by no means limited to the embodiment described as an example and shown in the accompanying drawings, but such a method and device for supplying individual feed troughs individually with feed can be realized in many variants without departing from the scope of the invention.


    

Claims (1)

Eisen. Requirements. 1. Werkwijze om voedertroggen van voeder te voorzien, waarbij automatisch voedsel in de voeder troggen van een stal wordt aangebracht, met het kenmerk dat zij er hoofdzakelijk in bestaat dat elk dier over een voedertrog (7), al dan niet uitgerust met een voorraadsysteem, beschikt en dat de voedertroggen (7) door een zieh automatisch verplaatsende autonome voederrobot bediend worden, waarbij de dosering van het voeder bij elke trog (7) geschiedt in funktie van de individuele behoefte van het dier dat via de betreffende trog (7) zijn voeder ontvangt. A method of feeding feed troughs, wherein food is automatically introduced into the feed troughs of a shed, characterized in that it mainly consists in that each animal has a feed trough (7), whether or not equipped with a stock system, and that the feeding troughs (7) are operated by an automatically moving autonomous feeding robot, the feed being dosed at each trough (7) in function of the individual needs of the animal, which feed via the respective trough (7) receive. 2. Werkwijze volgens eis 1 met het kenmerk aat de voedertroggen (7) door een zich automatisch verplaatsen wagentje (1) bediend worden, dat het wagentje (1) aan elke voedertrog door middel van een doseer-en/of losapparaat (3) een welbepaalde hoeveelheid voeder aflevert, en dat het sturen van het wagentje en de werking van het doseerapparaat (3) gebeurt door middel van een stuur-en computeréénheid. Method according to requirement 1, characterized in that the feeding troughs (7) are operated by an automatically moving trolley (1), that the trolley (1) is attached to each feeding trough by means of a dosing and / or unloading device (3). delivers a specific amount of feed, and that the control of the trolley and the operation of the dosing device (3) is done by means of a control and computer unit. 3. Werkwijze volgens eis 2 met het kenmerk dat de stuur-en computereenheid zich op het wagentje (1) bevindt. Method according to requirement 2, characterized in that the control and computer unit is located on the trolley (1). 4. Werkwijze volgens eis 2 met het kenmerk dat de stuur-en computereenheid vast voorzien is in de stal. <Desc/Clms Page number 14> 4. Method according to requirement 2, characterized in that the control and computer unit is permanently provided in the stable.  <Desc / Clms Page number 14>   5. Werkwijze volgens een der voorgaande eisen met het kenmerk dat het wagentje (1) gedurende zijn verplaatsing op welbepaalde plaatsen door middel van minstens een laadinrichting gevuld wordt met voeder. Method according to any one of the preceding requirements, characterized in that the trolley (1) is filled with feed by means of at least one loading device during its displacement at specific locations. 6. Werkwijze volgens een der voorgaande eisen met het kenmerk dat zij bedoeld is om in de zeugenhouderij aangewend te worden, met het kenmerk dat de computeréénheid de voedergift berekent uitgaande van de dekdatum van de zeug en de werpdatum en de speendatum van de biggen. 6. Method according to one of the preceding requirements, characterized in that it is intended to be used in sow farming, characterized in that the computer unit calculates the feed quantity on the basis of the covering date of the sow and the farrowing date and the weaning date of the piglets. 7. Werkwijze volgens eis 6 met het kenmerk dat : er een kleinere hoeveelheid voeder verstrekt wordt vanaf het dekken van de zeug tot de negentigste dag van de dracht ; vanaf de negentigste tot de honderd en twaalfste dag een hogere voedergift verstrekt wordt ; vanaf de honderddertiende dag tot het werpen terug een kleinere hoeveelheid voeder wordt verstrekt ; na het werpen de voedergift geleidelijk weer opgevoerd wordt tot 1 kg vermeerderd met een halve kg per te zogen big ; onmiddellijk na het spenen de zeug gedurende 2 dagen alle voedsel ontzegd wordt ; na voornoemde vastperiode tot de daarop volgende dekking een ruim bemeten rantsoen wordt toegekend. Method according to requirement 6, characterized in that: a smaller amount of feed is provided from covering the sow until the ninetieth day of gestation; from the ninetieth to the hundred and twelfth day a higher feed quantity is provided; from the hundredth-thirteenth day until throwing back a smaller amount of feed is provided; after farrowing the feed quantity is gradually increased again to 1 kg increased by half a kg per piglet to be suckled; immediately after weaning the sow is denied all food for 2 days; after the aforementioned fixed period until the subsequent cover, a generously sized ration is granted. 3. Inrichting om voornoemde werkwijze te realiseren, met het kenmerk dat zij hoofdzakelijk bestaat uit een autonoom gestuurd zelfrijdend toestel of wagentje (1) dat voorzien is van een laadruimte <Desc/Clms Page number 15> (2) en een doseer-en/of losapparaat (3), een geleiding (4) om het wagentje (l) längs de voedertroggen (7) van een stal te leiden, minstens een laadinrichting (5) om de laadruimte (2) bij te vullen en een stuur- en computeréénheid om het wagentje (1) en het doseer-en/of losapparaat 3 te bevelen. Device for realizing the aforementioned method, characterized in that it mainly consists of an autonomously controlled self-propelled device or trolley (1) which is provided with a loading space  <Desc / Clms Page number 15>  (2) and a dosing and / or unloading device (3), a guide (4) for guiding the trolley (1) along the feed troughs (7) of a stable, at least one loading device (5) around the loading space (2) and a control and computer unit to command the trolley (1) and the dosing and / or unloading device 3. 9. Inrichting volgens eis 8 met het kenmerk dat het doseer-en losapparaat (3) gevormd wordt door een schroef van Archimedes, of door enig ander bekend volumetrisch doseersysteem. Device according to requirement 8, characterized in that the dosing and unloading device (3) is formed by an Archimedes screw or by any other known volumetric dosing system. 10. Inrichting volgens eis 9 met het kenmerk dat de schroef van Archimedes voorzien is van een toerenteller waarmee de hoeveelheid afgeleverd voeder wordt bepaald. 10. Device according to requirement 9, characterized in that the Archimedes screw is provided with a tachometer with which the quantity of feed delivered is determined. 11. Inrichting volgens eisen 8 tot en met 10 met het kenmerk dat het wagentje (1) en het doseer-en losapparaat (3) door middel van elektrische motoren (10-11) worden aangedreven. Device according to requirements 8 to 10, characterized in that the trolley (1) and the dosing and unloading device (3) are driven by electric motors (10-11). 12. Inrichting volgens eis 11 met het kenmerk dat de elektrische motoren (10-11) gelijkstroommotoren van 24 volt zijn en dat het wagentje (1) van een elektrische batterij is voorzien om de elektrische motoren (10-11) te voeden. EMI15.1 Device according to requirement 11, characterized in that the electric motors (10-11) are 24-volt DC motors and the trolley (1) is provided with an electric battery to power the electric motors (10-11).  EMI15.1   13. Inrichting volgens eisen 11 of 12 met het kenmerk dat het C > wagentje (1) van een automatische aansluiting (13) is voorzien zodanig dat de batterij (12) in de rusttoestand van het wagentje (1) wordt opgeladen. <Desc/Clms Page number 16> Device according to requirements 11 or 12, characterized in that the C> trolley (1) is provided with an automatic connection (13) such that the battery (12) is charged in the rest state of the trolley (1).  <Desc / Clms Page number 16>   14. Inrichting volgens eisen 8 tot en met 13 met het kenmerk dat de geleiding (4) bestaat uit een mechanische geleiding langs een draad of rail. Device according to requirements 8 to 13, characterized in that the guide (4) consists of a mechanical guide along a wire or rail. 15. Inrichting volgens een der voorgaande eisen 8 tot en met 13 met het kenmerk dat de geleiding (4) bestaat uit een induktieve geleiding langs een in de vloer ingewerkte geleider (4). Device according to one of the preceding requirements 8 to 13, characterized in that the guide (4) consists of an inductive guide along a guide (4) integrated into the floor. 16. Inrichting volgens een der voorgaande eisen 8 tot en met 13 met het kenmerk dat de geleiding (4) hoofdzakelijk bestaat uit een laserstraal sturing. Device according to one of the preceding requirements 8 to 13, characterized in that the guide (4) mainly consists of a laser beam control. 17. Inrichting volgens een der voorgaande eisen 8 tot en met 16 EMI16.1 met het kenmerk dat het wagentje (1) verrolbaar is over rubber banden (9). 17. Device according to one of the preceding requirements 8 to 16  EMI16.1  characterized in that the trolley (1) is rollable over rubber belts (9). \ 18. Inrichting volgens een der voorgaande eisen 8 tot en met 17 met het kenmerk dat de laadinrichting (5) bestaan uit een silo (16), een toevoerbuis (17) vanuit de silo (16) tot boven de EMI16.2 'laadruimte element (18) dat in voornoemde toevoerbuis (17) is voorzien. 18. Device according to any one of the preceding requirements 8 to 17, characterized in that the loading device (5) consists of a silo (16), a supply tube (17) from the silo (16) to above the  EMI16.2  loading space element (18) provided in said supply tube (17). 19. Inrichting volgens een der voorgaande eisen 8 tot en met 17 met het kenmerk dat de laadinrichting (5) bestaat uit een silo (16) die uitgerust is met een schroef van Archimedes die reikt tot boven de laadruimte (2) van het wagentje (1). <Desc/Clms Page number 17> Device according to one of the preceding requirements 8 to 17, characterized in that the loading device (5) consists of a silo (16) fitted with an Archimedes screw extending above the loading space (2) of the trolley ( 1).  <Desc / Clms Page number 17>   20.-Werkwijze omafzonderlijke voedertroggen van voeder te voorzien hoofdzakelijk zoals voorafgaand beschreven.   20. Method of feeding individual feed troughs mainly as described previously. 21. Inrichting om afzonderlijke voedertroggen van voeder te voorzien hoofdzakelijk zoals voorafgaand beschreven en weergegeven in de bijgaande tekeningen. p. pa-van : POLYMETAL, PVBA Antwerpen, 21 juni 1985. p. pa van : Antwerps Oktrooi- en Merkenbureau M. F. J. Bockstael N. V. 21. Device for feeding individual feed troughs mainly as previously described and shown in the accompanying drawings. p. pa-van: POLYMETAL, PVBA Antwerp, June 21, 1985. p. dad from: Antwerp Octrooi- en Merkenbureau M. F. J. Bockstael N. V.
BE2/60722A 1985-06-21 1985-06-21 Automatic fodder supply to separate animal esp. sow feed troughs - using moving robot cart itself kept supplied and programmed to dispense varying day to day requirements BE902720A (en)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2/60722A BE902720A (en) 1985-06-21 1985-06-21 Automatic fodder supply to separate animal esp. sow feed troughs - using moving robot cart itself kept supplied and programmed to dispense varying day to day requirements
EP86200884A EP0212687A3 (en) 1985-06-21 1986-05-22 Method and device for filling feed mangers

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2/60722A BE902720A (en) 1985-06-21 1985-06-21 Automatic fodder supply to separate animal esp. sow feed troughs - using moving robot cart itself kept supplied and programmed to dispense varying day to day requirements
EP86200884A EP0212687A3 (en) 1985-06-21 1986-05-22 Method and device for filling feed mangers

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE902720A true BE902720A (en) 1985-10-16

Family

ID=25661827

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2/60722A BE902720A (en) 1985-06-21 1985-06-21 Automatic fodder supply to separate animal esp. sow feed troughs - using moving robot cart itself kept supplied and programmed to dispense varying day to day requirements

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE902720A (en)

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP0512096B1 (en) Method of feeding animals and apparatus suitable for carrying out said method
US3557757A (en) Automatic selective animal feeder
WO2003032720A3 (en) Automatic animal feeder
SU1082352A1 (en) Cowhouse
DE3701864C2 (en)
US3204607A (en) Automatic mobile suckling device
CN112955006A (en) Feeding system and method for feeding animals
CA2822475A1 (en) Automatic feed dispenser
NZ233162A (en) Pig farrowing: piglets after parturition occupy separate feed chamber alongside sow
DE2855000A1 (en) METHOD FOR TAKING ANIMALS
BE902720A (en) Automatic fodder supply to separate animal esp. sow feed troughs - using moving robot cart itself kept supplied and programmed to dispense varying day to day requirements
JP2003009698A (en) Feed-supplying apparatus for animal
WO1988009119A1 (en) An electronic control system for distributing feed for the rearing of animals in fixed housing
EP3066916B1 (en) Suspended car for cattle stable
US3434459A (en) Automated animal feeder
US3421484A (en) Automatic animal feeding device with retractable nipple
RU2101936C1 (en) Feed dispensing apparatus
CN217850762U (en) Automatic material distributing and receiving device
DE2232480C3 (en) Facility for housing large cattle
GB984115A (en) Apparatus for dispensing foodstuffs to poultry and other animals
CN216219459U (en) Automatic feeding robot
NL2033749B1 (en) Feeding system and method for feeding animals, as well as in combination, a stable for keeping animals and such a feeding system
EP3797584A1 (en) Method and motorized feed vehicle for feeding fur animals
NL2033295B1 (en) Feeding system and method for feeding animals, as well as in combination, a stable for keeping animals and such a feeding system
NL1043080B1 (en) Cleaning and / or disinfectant treatment device

Legal Events

Date Code Title Description
CN Change of patent owner's name

Owner name: *POLYMETAL N.V.

Effective date: 19850621

RE Patent lapsed

Owner name: POLYMETAL N.V.

Effective date: 19950630