<Desc/Clms Page number 1>
BESCHRIJVING behorende bij een UITVINDINGSOCTROOIAANVRAGE ten name van
Hendrik Haesaerts voor : "Landbouwmachine met verkruimelingswerktuig"
<Desc/Clms Page number 2>
De uitvinding heeft betrekking op een landbouwmachine met een verkruimelingswerktuig om aardkluiten te verbrijzelen van de grond waarover de landbouwmachine zich verplaatst.
Bij de tot nog toe gebruikte landbouwmachines van dit type kunnen meestal slechts relatief grove aardkluiten in kleinere stukken verdeeld worden waarvan de grootte, voor het zaaien van sommige gewassen, nog te belangrijk is. Bovendien, worden de aardkluiten, in plaats van verbrijzeld te worden, met sommige bekende landbouwmachines gewoon in de grond geduwd, vooral wanneer de grond relatief droog en rijk aan klei
EMI2.1
is.
De uitvinding heeft hoofdzakelijk tot doel aan deze nadelen te verhelpen en een landbouwmachine voor te stellen die toelaat de aardkluiten op een relatief homogene wijze zeer fijn te verkruimelen en tegelijkertijd een nagenoeg vlak oppervlak te vormen en dit zelfs voor zeer zware kleihoudende gronden bijvoorbeeld.
Tot dit doel vertoont het verkruimelingswerktuig minstens één om zijn as aangedreven rol met een cylindervormig buitenoppervlak die zich nagenoeg loodrecht op de verplaatsingsrichting van de landbouwmachine uitstrekt, waarbij middelen voorzien zijn om aan het cylindervormig buitenoppervlak van de rol, dat in aanraking is met de grond, een translatiesnelheid op te leggen die verschillend is van de verplaatsingssnelheid van de landbouwmachine over de grond, zodanig dat dit buitenoppervlak over de grond glijdt bij de verplaatsing van de landbouwmachine.
<Desc/Clms Page number 3>
In een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn de middelen voorzien om aan het genoemd buitenoppervlak van de roleen translatiesnelheid op te leggen die groter is dan de verplaatsingssnelheid van de landbouwmachine over de grond.
In een meer specifieke uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn de genoemde middelen zodanig dat het verschil tussen de translatiesnelheid van de rol en de verplaatsingssnelheid van de landbouwmachine begrepen is tussen 15 en 25 % en bij voorkeur van de orde van grootte van 20 % bedraagt.
In een meer complete uitvoeringsvorm van de uitvinding is de rol gevolgd door een met naar beneden gerichte tanden voorzien werktuig die in de grond kunnen dringen en toelaten deze laatste nagenoeg zaaiklaar te maken.
In een nog meer specifieke uitvoeringsvorm van de uitvinding is een bijkomend grondbewerkingswerktuig voorzien, zoals bijvoorbeeld een egge, voor de rol, dat toelaat de grond minstens gedeeltelijk om te woelen en in kleinere stukken te verdelen alvorens deze in aanraking komt met de rol.
Andere bijzonderheden en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hierna volgende beschrijving van een specifieke uitvoeringsvorm van een landbouwmachine volgens de uitvinding ; deze beschrijving wordt enkel als voorbeeld gegeven en beperkt de draagwijdte van de uitvinding niet ; de hierna gebruikte verwijzingscijfers hebben betrekking op de hieraan toegevoegde tekeningen, waarin : figuur 1 een perspectief aanzicht is van deze specifieke uitvoeringsvorm en figuur 2 een gedeeltelijk langsaanzicht is van deze specifieke uitvoering- vorm.
In deze beide figuren hebben dezelfde verwijzingscijfers betrekking op dezelfde elementen.
Volgens het in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld vertoont het verkruimelingswerktuig één om haar as 'aangedreven pletrol 2 met een cylindervormig buitenoppervlak 3 dat volledig vlak en zelfs glad is.
<Desc/Clms Page number 4>
De as van deze rol 2 strekt zich nagenoeg loodrecht uit op de verplaatsingsrichting 4 van de landbouwmachine, nagenoeg evenwijdig aan de grond 5 waarover deze laatste zich beweegt.
Bovendien zijn, volgens de uitvinding, middelen voorzien om aan het cylindervormig buitenoppervlak 3 van de rol 2, dat dus in aanraking is met de grond 5, een translatiesnelheid op te leggen die verschillend is van de verplaatsingssnelheid van de landbouwmachine over de grond, zodanig dat dit buitenoppervlak over de grond niet alleen rolt maar eveneens glijdt bij het verplaatsen van de landbouwmachine.
In het raam van deze beschrijving wordt door "translatiesnelheid"verstaan de snelheid van een punt P van het buitenoppervlak 3 van de rol 2 ten opzichte van de grond 5 volgens een richting nagenoeg evenwijdig aan deze laatste, op het ogenblik dat dit punt in aanraking is met de grond.
Theoretisch is het dus de snelheid van een punt van het buitenoppervlak 3 van de rol 2 volgens de richting van de tangens in dit punt.
Meer bepaald zijn, steeds in deze specifieke uitvoeringsvorm, genoemde middelen zodanig voorzien om aan het buitenoppervlak 3 van de rol een dergelijke translatiesnelheid op te leggen die groter is dan de verplaatsingssnelheid van de landbouwmachine over de grond.
Zeer goede resultaten werden bekomen wanneer het verschil tussen de translatiesnelheid van het buitenoppervlak van de rol en de verplaatsingssnelheid van de landbouwmachine zelf begrepen is tussen 15 en 25 % en bij voorkeur van de orde van grootte van 20 % bedraagt.
Aldus, wanneer bijvoorbeeld de verplaatsingssnelheid van de landbouwmachine 10 km per uur bedraagt, kan de translatiesnelheid van het buitenoppervlak 3 van de rol l bijvoorbeeld 12 km/u ten opzichte van de grond bedragen.
Op een volledig onverwachte wijze werd vastgesteld dat op deze manier zelfs relatief kleine aardkluiten van 2 tot 5 cm doormeten verder verbrijzeld werden in relatief kleine deeltjes, zodanig dat de bovenlaag van de grond nagenoeg een uniforme fijne korrelgrootte
<Desc/Clms Page number 5>
verkreeg en een nagenoeg plat oppervlak vormde, onafgezien natuurlijk van de natuurlijke glooiing van het terrein.
Alhoewel de middelen voor het aandrijven van de rol van zeer uiteenlopende aard kunnen zijn, vertonen deze, in de voorgestelde uitvoeringsvorm, een overbrengingsmechanisme, tussen de as waarrond de rol 3 draait en een koppeling 6, die losneembaar verbonden kan worden met de niet voorgestelde aftakas van een trekker, zoals een tractor, waarachter de landbouwmachine geplaatst kan worden. Dit overbrengingsmechanisme omvat meer bepaald tussen de koppeling 6 en de as van de rol 2 een reeks onderling verbonden cardanoverbrengingen welke gevolgd zijn door een tandwiel-en/of kettingaandrijving, die ondergebracht is in een naast de rol voorziene kast 8.
Aan de achterzijde van de rol 2 is een schraper 9 voorzien die zich evenwijdig aan de as van de rol, op een relatief korte afstand van haar buitenoppervlak 3 of nagenoeg in los contact met dit laatste uitstrekt.
Aan elk van de uiteinden van deze schraper 9 is een arm 10 voorzien die toelaat deze op te hangen aan het freem 11 van de landbouwmachine.
Deze armen 10 kunnen hetzij vastgeschroefd zijn op dit freem hetzij scharnierend om een spil 12 op dit laatste bevestigd zijn. In dit laatste geval kan de schraper bijvoorbeeld gewoon los rusten tegen het buitenoppervlak 3 van de rol 2.
Deze schraper zorgt ervoor dat de aarde, die eventueel aan het buitenoppervlak van de rol, zou kleven op een continue manier verwijderd wordt, zodanig dat dit buitenoppervlak steeds zuiver blijft.
Dit is vooral van belang wanneer op relatief vochtige kleihoudende grond gewerkt dient te worden. Het spreekt vanzelf dat eventueel andere equivalente middelen in aanmerking kunnen komen voor het zuiver houden van dit buitenoppervlak.
Verder is de rol 2, in deze specifieke uitvoeringsvorm, gevolgd door een met naar beneden gerichte tanden voorzien werktuig 13 dat bij voorkeur in hoogte instelbaar is, zodanig dat de tanden volgens een regelbare diepte in de grond kunnen dringen om deze laatste zaaiklaar te maken.
<Desc/Clms Page number 6>
Door deze tanden wordt het bovenoppervlak van de aldus fijn verkruimelde grond lichtjes los gewoeld, waardoor een ideaal zaaibed gevormd wordt.
Deze tanden 14 zijn op een regelmatige afstand van elkaar op een draagprofiel 15 gemonteerd dat zich evenwijdig aan de as van de rol 2 uitstrekt en draaibaar is op het freem 11 om een aan de rol 2 evenwijdige as 16.
De uiteinden van deze as 16 scharnieren in een in hoogte instelbare staaf 17 die verschuifbaar is in een op het freem 11 vaste koker 18.
Loodrecht op de as 16 is een met het draagprofiel 15 vaste hefboomarm 19 voorzien waarvan het vrije uiteinde bij middel van een trekveer 20 verbonden is met een achter gelegen naar beneden gerichte organen 21 van het freem 11.
Dit laat toe, wanneer de tanden in de grond dringen deze tegen de werking in van de veren 20 schuin naar achter te wentelen en elastisch op en in de grond te drukken.
In figuur 1 worden de tanden 14 in rusttoestand voorgesteld. In deze stand bevinden de tanden zich dus in een schuin naar voor gerichte stand, terwijl de veren niet onder spanning zijn.
In figuur 2 bevinden de tanden 14 zich in een werkstand en zijn ze dus naar achter gericht, terwijl ze onder invloed van de trekkracht van de veer 20 elastisch op en in de grond drukken en in deze laatste kleine ondiepe groeven vormen waarin het zaad neergelegd kan worden.
Het achterliggend gedeelte 22 van het freem 11, dat de tanden 14 met het erop elastisch inwerkend mechanisme 19,20, 21 draagt, kan eventueel scharnierend gemonteerd worden op het voorste gedeelte 23 van het freem, ter hoogte van de koker 18, zodanig dat het bij middel van twee op het gedeelte 22 van het freem 11 vaste stangen 24, dit gedeelte 22 volgens de richting van de pijl 25 naar omhoog gewenteld kan worden en bij middel van kettingen 26 in deze naar omhoog gewentelde stand kan behouden worden, door bijvoorbeeld deze kettingen vast te maken aan de voorzijde van de landbouwmachine.
<Desc/Clms Page number 7>
Volgens de uitvinding kan dit naar omhoog scharnierend gedeelte 22 van het freem 11 eveneens toelaten de stand van de tanden 14 ten opzichte van de grond 5 te regelen. In dit geval volstaat het dus bij middel van de kettingen 26 het deel 22 van het freem 11 in een regelbare stand op te lichten.
Verder is nog voor de rol 2 een bijkomend grondwerkingswerktuig 28 voorzien dat toelaat de grond minstens gedeeltelijk om te woelen en grove aardkluiten in kleinere stukken te verdelen alvorens deze grond in aanraking komt met de daarop volgende rol 2. Dit grondbewerkingswerktuig omvat bij voorkeur een egge met roterende niet voorgestelde tanden.
Een dergelijk bijkomend grondbewerkingswerktuig is dus vooral van belang wanneer de te bewerken grond relatief grove aardkluiten bevat die moeilijk door de rol 2 in de gewenste fijne deeltjes verkruimeld kunnen worden.
In de voorgestelde uitvoeringsvorm is dit bijkomend grondbewerkingswerktuig 28 op hetzelfde freem 11 als de rol 2 gemonteerd.
Bovendien zijn de rol 2 en het bijkomend grondbewerkingswerktuig 28 ten opzichte van elkaar in hoogte instelbaar gemonteerd in deze uitvoeringsvorm dankzij de aanwezigheid van twee zwengels 29.
De uitvinding is natuurlijk geenszins beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvorm en binnen het raam van de uitvinding kunnen meerdere veranderingen overwogen worden, ondermeer wat betreft het overbrengingsmechanisme tussen de koppeling 6 en de as van de rol 2, de aard en aantal van de bijkomende grondbewerkingswerktuigen, enz...
Aldus kan de rol eventueel gevolgd worden door een zaaiwerktuig.
<Desc / Clms Page number 1>
DESCRIPTION associated with an Invention Patent Application in the name of
Hendrik Haesaerts for: "Agricultural machine with crumbling tool"
<Desc / Clms Page number 2>
The invention relates to an agricultural machine with a crumbling tool to crush clods of the soil over which the agricultural machine is moving.
In the case of agricultural machines of this type used up to now, only relatively coarse clods can usually be divided into smaller pieces, the size of which is still too important for sowing some crops. In addition, instead of being shattered, the clods are simply pushed into the ground with some well-known agricultural machines, especially when the soil is relatively dry and rich in clay
EMI2.1
is.
The main object of the invention is to remedy these drawbacks and to propose an agricultural machine which allows the earth clods to be crumbled very finely in a relatively homogeneous manner, while at the same time forming a substantially flat surface, even for very heavy clay-containing soils, for example.
To this end, the crumbling tool has at least one shaft driven roller with a cylindrical outer surface extending substantially perpendicular to the direction of displacement of the agricultural machine, means being provided to attach the cylindrical outer surface of the roller in contact with the ground, to impose a translation speed different from the speed of movement of the agricultural machine over the ground, such that this outer surface slides over the ground when the agricultural machine is moved.
<Desc / Clms Page number 3>
In a special embodiment of the invention, the means are provided to impose a translation speed on the outer outer surface of the roller which is greater than the speed of movement of the agricultural machine over the ground.
In a more specific embodiment of the invention, said means are such that the difference between the translation speed of the roller and the displacement speed of the agricultural machine is comprised between 15 and 25% and is preferably of the order of 20%.
In a more complete embodiment of the invention, the roller has been followed by a tool provided with downwardly directed tines which can penetrate the soil and allow the latter to be practically ready for sowing.
In an even more specific embodiment of the invention, an additional soil working tool, such as, for example, a harrow, is provided for the roller, which allows to at least partially shake the soil and divide it into smaller pieces before it comes into contact with the roller.
Other particularities and advantages of the invention will become apparent from the following description of a specific embodiment of an agricultural machine according to the invention; this description is given by way of example only and does not limit the scope of the invention; the reference numbers used hereinafter refer to the accompanying drawings, in which: Figure 1 is a perspective view of this particular embodiment and Figure 2 is a partial longitudinal view of this specific embodiment.
In both these figures the same reference numerals refer to the same elements.
According to the exemplary embodiment shown in the figures, the crumbling tool has one flattened roller 2 driven about its axis with a cylindrical outer surface 3 which is completely flat and even smooth.
<Desc / Clms Page number 4>
The axis of this roller 2 extends substantially perpendicular to the direction of displacement 4 of the agricultural machine, almost parallel to the ground 5 over which the latter moves.
Moreover, according to the invention, means are provided to impose a translation speed on the cylindrical outer surface 3 of the roller 2, which is thus in contact with the ground 5, which is different from the speed of movement of the agricultural machine over the ground, such that this outer surface not only rolls over the ground but also slides when moving the agricultural machine.
For the purposes of this specification, "translation speed" means the speed of a point P of the outer surface 3 of the roller 2 with respect to the ground 5 in a direction substantially parallel to the latter, at the point of contact of this point. with the ground.
Theoretically, it is therefore the velocity of a point of the outer surface 3 of the roller 2 according to the direction of the tangent in this point.
More specifically, always in this specific embodiment, said means are provided to impose on the outer surface 3 of the roller such a translation speed which is greater than the speed of movement of the agricultural machine over the ground.
Very good results were obtained when the difference between the translation speed of the outer surface of the roller and the displacement speed of the agricultural machine itself is understood to be between 15 and 25% and preferably of the order of 20%.
Thus, for example, when the moving speed of the agricultural machine is 10 km per hour, the translation speed of the outer surface 3 of the roller 1 can be, for example, 12 km / h relative to the ground.
In a completely unexpected way, it was found that in this way even relatively small clods of 2 to 5 cm diameter were further crushed into relatively small particles, such that the top layer of the soil has almost a uniform fine grain size.
<Desc / Clms Page number 5>
and formed an almost flat surface, notwithstanding of course the natural slope of the terrain.
Although the means for driving the roller can be of very different nature, they show, in the proposed embodiment, a transmission mechanism, between the shaft around which the roller 3 rotates and a coupling 6, which can be detachably connected to the non-shown PTO shaft of a tractor, such as a tractor, behind which the agricultural machine can be placed. More specifically, this transmission mechanism comprises between the clutch 6 and the shaft of the roller 2 a series of interconnected cardan gears which are followed by a gear and / or chain drive, which is housed in a box 8 provided next to the roller.
At the rear of the roller 2, a scraper 9 is provided which extends parallel to the axis of the roller, at a relatively short distance from its outer surface 3 or almost in loose contact with the latter.
An arm 10 is provided at each of the ends of this scraper 9, which allows it to be suspended from the frame 11 of the agricultural machine.
These arms 10 can either be screwed to this frame or hinged around a spindle 12 on the latter. In the latter case, the scraper can for instance simply rest loosely against the outer surface 3 of the roller 2.
This scraper ensures that the soil, which might stick to the outer surface of the roller, is removed in a continuous manner, so that this outer surface always remains clean.
This is especially important when working on relatively moist clay-containing soil. It goes without saying that other equivalent means may be considered for keeping this outer surface clean.
Furthermore, the roller 2, in this particular embodiment, is followed by a tool 13 with downwardly directed tines, which is preferably height-adjustable, such that the tines can penetrate into the soil at an adjustable depth to prepare the latter for sowing.
<Desc / Clms Page number 6>
The top surface of the finely crumbled soil is slightly loosened by these teeth, forming an ideal seed bed.
These teeth 14 are mounted at regular intervals on a support profile 15 which extends parallel to the axis of the roller 2 and is rotatable on the frame 11 about an axis 16 parallel to the roller 2.
The ends of this shaft 16 pivot in a height-adjustable rod 17 which is slidable in a tube 18 fixed on the frame 11.
Perpendicular to the shaft 16, a lever arm 19 fixed with the support profile 15 is provided, the free end of which is connected by means of a tension spring 20 to a rearwardly directed downward members 21 of the frame 11.
This makes it possible, when the tines penetrate into the ground, they rotate diagonally backwards against the action of the springs 20 and press elastically on and into the ground.
In figure 1, the teeth 14 are shown in the rest position. In this position, the teeth are thus in an obliquely forward-facing position, while the springs are not under tension.
In figure 2 the tines 14 are in a working position and are thus directed backwards, while under the influence of the tensile force of the spring 20 they press elastically on and into the ground and in these latter form small shallow grooves in which the seed can be deposited turn into.
The rear part 22 of the frame 11, which carries the teeth 14 with the elastically acting mechanism 19,20, 21, can optionally be hinged on the front part 23 of the frame, at the level of the sleeve 18, such that the by means of two rods 24 fixed on the part 22 of the frame 11, this part 22 can be rotated upwards in the direction of the arrow 25 and can be retained in this upwardly rotated position by means of chains 26, for example by attach chains to the front of the agricultural machine.
<Desc / Clms Page number 7>
According to the invention, this upwardly hinged portion 22 of the frame 11 can also allow the position of the teeth 14 with respect to the ground 5 to be regulated. In this case it is therefore sufficient to raise the part 22 of the frame 11 in an adjustable position by means of the chains 26.
Furthermore, an additional soil working tool 28 is provided for the roller 2, which makes it possible to at least partially shake the soil and to divide coarse earth clods into smaller pieces before this soil comes into contact with the subsequent roller 2. This soil working implement preferably comprises a harrow with rotating teeth, not suggested.
Such an additional tillage implement is therefore particularly important when the soil to be tilled contains relatively coarse clods of earth which are difficult to crumble into the desired fine particles by the roller 2.
In the proposed embodiment, this additional tillage implement 28 is mounted on the same frame 11 as the roller 2.
In addition, the roller 2 and the additional soil tillage implement 28 are mounted adjustable in height relative to each other in this embodiment due to the presence of two cranks 29.
The invention is of course by no means limited to the embodiment described above and within the scope of the invention several changes can be considered, including as regards the transmission mechanism between the coupling 6 and the axis of the roller 2, the nature and number of the additional tillage implements, etc ...
Thus, the roller can optionally be followed by a seeding tool.