<Desc/Clms Page number 1>
Deze uitvinding heeft betrekking op verbindingsstukken voor twee aan elkaar te verbinden onderdelen waarvan elk stuk op een van de te verbinden onderdelen wordt bevestigd.
De uitvinding heeft tot doet verbindingsstukken voor te such. ijlen die het samenvoegen en het losneembaar verbinden van aan elkaar te bevec : tiger. onderdelen op zeer eenvoudige en uiterst praktische w. jze mogelijk maken.
Het doel \an de uitvinding is dus het voorschrijven van middeien die een snelle en lprrelte stevige verbinding en een gemakkelijk uit elkaar nemen van de verbonden onderdelen rnogel1jk maakt.
Te dien einde worden de verbindingsstukken volgens de uitvinding gevormd door twee in etkaar a ! s mannetjes- en vrouwtjesprofiel semenwerkende stukken die in de langsnchting
EMI1.1
een spievo'n nisch ander zodanig da n ontst", Voige-) kin croedoetde '-. een (.'-\. ndk'orsncde.
Volgens een andere mogehjke ertl) \c''. nr -.
Volgem andere mogeljke . ) \orr- '. e'. en/otnoorsnede, eenrechthoek.
Andere dotalls en voordelen van de uitvin-
<Desc/Clms Page number 2>
5ding zullen blijken uit de hiernavolgende beschrijving van verbindingsstukken voor twee aan eikaar te verbinden onderdelen, volgens de uitvinding. Deze beschrijving wordt uitsluitend bij wijze van voorbeeld gegeven en beperkt de uitvinding niet. De verwijzingscijfers hebben betrekking op de hieraan toegevoegde figuren.
Figuur I illustreert volgens een perspectivische voorstelling de wijze waarop twee onderdelen aan elkaar worden bevestigd.
Figuur 2 vertoont, volgens een perspectivische voorstelling, twee verbindingsstukken volgens de uitvinding in een eerste uitvoeringsvorm.
Figuur 3 vertoont, volgens een perspectivische voorstelling, twee verbindingsstukken volgt. de uitvinding in een tweede uitvoeringsvorm.
EMI2.1
Figuur een perspectivtsche twee verbin de uitvinding *in een derde uitvoeringsvorm.
Figuur 5 vertoont, v , ens een perspectivische voorstelltng, twee verbindingsstukken volgens de uitvinding
EMI2.2
n een vterde utt bvorm. oerinVerwest. Den naar figuur t. dan stelt 1 een onder@eel voor dat moet verbonden worden met het onderdeel 2. De onder@elen 1 en 2 staan haaks op elkaar. Op het onderdeel is een @tingsstuk 3 bevestigd terwijl op het onderdeel 2 een
EMI2.3
\'erbl van belde verbindingsstuk- ! tdmgs'-tU) \''i-, bevestigd.
De be estigingken geschtedt d'jr gehjk welk bekend middel zoals het veriijmen of vastschroe\en of door het voorzien van drevels 5 die in daartoe
EMI2.4
vuortene en het te verbinden onderdeel geschoben Elk van de rerbindine ('rbtndtngsstukken voigens de figuren 5 ZiJr1 uitgedacht aib n rhikr Ineetkundlge het tft r 'h n .-kkcn ' < tt offelki alDc erb. stukken otcr 1) e % el-bir. ji,) i", stukken ol eri"tigulir 2
<Desc/Clms Page number 3>
EMI3.1
zijn identisch en vertonen volgen.. een dwarsdoorsnede op een langsas een nagenoeg C-vormig profiel. Een zijde, ni. de zijde 6 t eik van de verbindingsstukken 3 en 4 is een regelmatige rechthoek terwijl de zijde 7 van beide verbindingsstukker 3 en 4 spievormig verloopt.
In de gebruiksstand ; 3 de smalle zijde van het spievormig onderdeel 7 naar omlaag gericht. In het verbindingsstuk 3 is de toestand omge- keerd zodat, wanneer het onderdeel 2 (fig. 1) volgens pijl S naar omlaag wordi gebracht, het onderdeei 2 door het klemmend effekt van de spiewerking van de beide verbindingsstukken stevig tegen het onderdeel l aangedrukt wordt gehouden.
De verbindingsstukken volgens figuur 2 kunnen rechtstreeks op de te verbinden onderdelen worden bevestigd of deel uitmaken van een drager 9 (fig. 1) dic, in het ene geval, op een der onderdelen is bevestigd en in het ander geval in het andere onderdeel is ingewerkt. Een dergelijke structuur is ook denkbaar voor de verbindingsstukken volgens de figuren 3 tot 5.
De verbindt. 1gsstukken volgens figuur 3 vertonen een conisch spievormig mannetjesprofiel 10 dat samenwerkt met een gehjkaardig vrouwtjesprofiel 11.
De dwarsdoorsnede van het mannetjesprofiel 10 is ovaal- of cirkelvormig zoals de dwarsdoorsnede van het daarmede
EMI3.2
Sdmenwerk'. nd het eerste ge\. een vrjuwtjesprofie ! lt.) ntussenstuk 12 het mannetjesproftel 10 met een plaat 13. In het vrouwtjeprofiel11seenovercenkomstigelangwerpigesteuf14voorzien die in verbinding staat met de ovaalvormige langwerpige holte 15.
Bt ; het monterer) komt het splevormlg rnannetjesprofiei 10 met ziin onderste, ? unL\. c'rnug, uiteinde in het bredere bovenste deel van de langwerpigeholte15.
In figuur 4 vindt men hier eveneens cen
EMI3.3
bevesrttnsptar met de \erwlJzII die dour nuddel\jn c hthofktge ttc) le besthoon csiemd )") d oereenK-f.'tge het verbindingsstuk
<Desc/Clms Page number 4>
tcrzo is geprofileerd dat het juist past in de langwerpige sleuf 20 van het tweede verbindingsstuk.
Tenslotte heeft figuur 5 betrekking op een variante die nauw aansluit bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 4. Men vindt hier eveneens een plaat'21 terug met een tussenstuk 22 die het spievormig elemerlt 23 met de plaat 21 verbindt. Het spievormig conisch element 23 eindigt, in de gebruiksstand, onderaan in eer stualle rand, terwijl de dwarsdoorsnede van dit element 23 iichtjes is gewijzigd t. o. v. de rechthoekige doorsnede van het element 18. Het hiermede samenwerkend element 24 vertoont een dwarsdoorsnede die is aangepast om de dwarsdoorsnede van het zopas beschreven verbindingsstuk.
Doordat de verbindingsstukken conisch of spievormig opgebouwd zijn, is in het beginstadium van de samenvoeging voldoende-peling vermits de smalle zijde van het ene onderdeel in de grote zijde of holte van her andere onderdeel wordt gebracht. Bij het verder in elkaar schuiven wordt. zoals reeds hoger gezegd, niet alleen de spie vastgezet maar worden ook de beide onderdelen naar elkaar toegebracht.
Bij een gebeurlijk demonteren var. de onder- delen dient enkel kracht te worden uitgeoefend In tegengestelde zin van pijl 8 @ig. 1).
Hoeweldeverbindingsstukkenvolgens
EMI4.1
de uit\ chikt eltjke bilzunder ezen voor zumeubeien en aridere omdat de hier in de gcbr'jlkilnd onderdelen anneer..-'oals het geval gehnllk wjrdr efnaakt . hout Gdt door drogen kan zetten zich de olgcrs de st-eds zieh rdcen erbtndtncuk opnleuw de kracht cds'de ebrutksnchtirg '' ordt.
<Desc / Clms Page number 1>
This invention relates to connectors for two parts to be joined together, each piece of which is fixed on one of the parts to be joined.
The present invention provides connections for such. deliriums that secure the joining together and the detachable connection of each other. parts in very simple and extremely practical w. make them possible.
The object of the invention is thus to prescribe means which make a quick and easy firm connection and easy disassembly of the connected parts.
For this purpose, the connectors according to the invention are formed by two in a. s male and female profile working together in the longitudinal section
EMI1.1
a spi-nic other arises in this way, "Voige-) kin croedoet" -. a (.'- \. ndk'orsncde.
According to another mogehjke ertl) \ c ''. no.
Volgem other possible. ) \ orr- '. e'. and / or section, a rectangle.
Other dotalls and advantages of the invention
<Desc / Clms Page number 2>
Things will become apparent from the following description of connecting pieces for two parts to be joined together, according to the invention. This description is given by way of example only and does not limit the invention. The reference numbers refer to the attached figures.
Figure I illustrates, in a perspective representation, the manner in which two parts are attached to each other.
Figure 2 shows, according to a perspective representation, two connecting pieces according to the invention in a first embodiment.
Figure 3 shows, according to a perspective representation, two connecting pieces. the invention in a second embodiment.
EMI2.1
Figure shows a perspective two connection of the invention * in a third embodiment.
Figure 5 shows a perspective view of two connecting pieces according to the invention
EMI2.2
n a dirty utt b shape. primeval West. Den to figure t. then 1 represents a part to be connected to part 2. Parts 1 and 2 are perpendicular to each other. A @ting piece 3 is mounted on the part, while a part is mounted on the part 2
EMI2.3
Erbl from rang connector-! tdmgs'-tU) \ '' i-, confirmed.
The attachments are suitable which known means such as gluing or screwing or by providing dowels 5 which are used for this purpose.
EMI2.4
vuortene and the part to be connected. ji,) i ", pieces ol eri" tigulir 2
<Desc / Clms Page number 3>
EMI3.1
are identical and have a cross-section on a longitudinal axis and a substantially C-shaped profile. One side, ni. the side 6 of the connecting pieces 3 and 4 is a regular rectangle, while the side 7 of both connecting pieces 3 and 4 is wedge-shaped.
In the use position; 3 the narrow side of the wedge-shaped part 7 faces downwards. In the connection piece 3 the situation is reversed so that when the part 2 (fig. 1) is lowered according to arrow S, the part part 2 is pressed firmly against the part 1 by the clamping effect of the wedge action of the two connection pieces. kept.
The connecting pieces according to figure 2 can be directly attached to the parts to be connected or form part of a support 9 (fig. 1) which, in one case, is fixed on one of the parts and in the other case is incorporated in the other part . Such a structure is also conceivable for the connecting pieces according to Figures 3 to 5.
The connects. Pieces according to Figure 3 show a conical spigot-shaped male profile 10 which interacts with a truncated female profile 11.
The cross section of the male profile 10 is oval or circular like the cross section of it
EMI3.2
Sdmenwerk '. nd the first ge \. a free profile! (lt.) intermediate piece 12 the male profile 10 with a plate 13. The female profile 11 is provided with a corresponding elongated slot 14 which communicates with the oval-shaped elongated cavity 15.
Bt; the montage) does the splevormlg rnannetjesprofiei 10 come with its bottom,? unL \. c'rnug, end in the wider upper part of the elongated cavity 15.
Figure 4 also shows cen
EMI3.3
confirm with the \ erwlJzII die dour nuddel \ jn c hthofktge ttc) le besthoon csiemd) ") d oereenK-f.'tge the connector
<Desc / Clms Page number 4>
tcrzo has been profiled to fit snugly into the elongated slot 20 of the second connector.
Finally, figure 5 relates to a variant which closely matches the embodiment according to figure 4. Here, too, a plate 21 is found with an intermediate piece 22 connecting the wedge-shaped element 23 to the plate 21. The wedge-shaped conical element 23 ends, in the position of use, at the bottom in an optional edge, while the cross-section of this element 23 is slightly modified. o. for the rectangular cross-section of the element 18. The co-operating element 24 has a cross-section adapted to the cross-section of the connecting piece just described.
Because the connecting pieces have a conical or wedge-shaped construction, there is sufficient clearance in the initial stage of the assembly, since the narrow side of one part is introduced into the large side or cavity of the other part. When sliding together further. as mentioned above, not only the key is fixed, but the two parts are also brought together.
In case of an accident disassemble var. the parts must only be exerted in the opposite direction of arrow 8 @ig. 1).
How many connectors according
EMI4.1
the eltjke bilzunder echoed for zumeubeien and aridere because the parts here in the gcbr'jlkilnd annel ..- 'as the case hnllk wjrdr efnude. wood Gdt can dry through the olgcrs the st-eds see her rdcen erbtndtncuk back up the force cds'de ebrutksnchtirg '' order.