BE899747R - Roller skate with drive transmission - has foot support movable on wheeled frame and coupled with transmission to drive one wheel pair e.g. at rear - Google Patents

Roller skate with drive transmission - has foot support movable on wheeled frame and coupled with transmission to drive one wheel pair e.g. at rear

Info

Publication number
BE899747R
BE899747R BE2/60424A BE2060424A BE899747R BE 899747 R BE899747 R BE 899747R BE 2/60424 A BE2/60424 A BE 2/60424A BE 2060424 A BE2060424 A BE 2060424A BE 899747 R BE899747 R BE 899747R
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
footrest
wheels
roller skate
rack
chassis
Prior art date
Application number
BE2/60424A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Fleury Albert G
Hecke Guido A A Van
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from BE2/60134A external-priority patent/BE897125A/en
Application filed by Fleury Albert G, Hecke Guido A A Van filed Critical Fleury Albert G
Priority to BE2/60424A priority Critical patent/BE899747R/en
Application granted granted Critical
Publication of BE899747R publication Critical patent/BE899747R/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A63SPORTS; GAMES; AMUSEMENTS
    • A63CSKATES; SKIS; ROLLER SKATES; DESIGN OR LAYOUT OF COURTS, RINKS OR THE LIKE
    • A63C17/00Roller skates; Skate-boards
    • A63C17/26Roller skates; Skate-boards with special auxiliary arrangements, e.g. illuminating, marking, or push-off devices
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A63SPORTS; GAMES; AMUSEMENTS
    • A63CSKATES; SKIS; ROLLER SKATES; DESIGN OR LAYOUT OF COURTS, RINKS OR THE LIKE
    • A63C17/00Roller skates; Skate-boards
    • A63C17/12Roller skates; Skate-boards with driving mechanisms

Landscapes

  • Motorcycle And Bicycle Frame (AREA)

Abstract

The roller skate comprises a foot support (101) and a front (103) and a rear (102) wheel pair carried in a frame (112). At least at one end of the support, this frame is movable to and fro by a limited amount in vertical direction relative to the support. - At least one of the wheels (102) at that end is provided with a transmission (114,120-124). This converts the relative movement towards one another of the frame and that end of the support into a forward driving (138) torque whilst, at least in their nearest relative position, it permits forward wheel rotation.

Description

       

   <Desc/Clms Page number 1> 
 



   Onderhavige verbeteringsoctrooiaanvrage heeft tot doel de uitvinding zoals   omschreven   in het uitvindingsoctrooi ruimer af te bakenen. 



   De verbeteringsoctrooiaanvrage heeft tevens betrekking op een variante van de uitvoeringsvorm volgens het uitvindingsoctrooi. 



   De uitvinding heeft bijgevolg betrekking op een rolschaats welke een voetsteun bevat en twee paar wielen die respectievelijk op het voorste en op het achterste einde van de voetsteun zijn gelegen. 



   Bij bekende rolschaatsen van deze soort zijn zowel het voorste als het achterste paar wielen op een vaste plaats direct onder de voetsteun gelegen. De wielen van elk paar zijn door middel van kogellegers draaibaar gemonteerd op een as die meestal onder tussenkomst van een enigszins elastische koppeling vastgemaakt is aan steunen die op de onderzijde van de voetsteun staan. De elastische koppeling maakt een zeer beperkte kanteling van de as rond een zich in de langsrichting van de voetsteun uitstrekkende scharnieras mogelijk. De wielen worden uitsluitend in beweging gebracht door de beweging van de rolschaats over een grondvlak.

   Dit laatste geschiedt telkens een schaatser, die aan elke voet een dergelijke rolschaats draagt, zijn voet met een voorwaartse beweging, welke voortvloeit uit de beweging van de schaatser zelf ten opzichte van de grond en/of uit een voorwaartse beweging van de voet van de schaatser ten opzichte van zijn lichaam, op de grond plaatst. 



  Op een vlakke grond kan de schaatser zijn snelheid enkel doen toenemen, of kan hij een bepaalde snelheid tegen verschillende weerstanden in enkel onderhouden, door met de voeten te bewegen en dus een fysische arbeid te verrichten. 



   De uitvinding heeft tot doel een rolschaats van het hier gedoelde type te verschaffen waarmee, ten opzichte van de bekende schaatsen, met een zelfde kracht een grotere versnelling kan worden verkregen of voor het in stand houden 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 van een constante snelheid een kleinere krachtinspanning is vereist. 



   Tot dit doel bevat de rolschaats een onderstel dat, op ten minste een einde van de voetsteun, over een beperkte afstand van de voetsteun weg en omgekeerd verplaatsbaar op deze voetsteun is gemonteerd en het paar wielen op het gedoelde einde draagt, en een bewegingsomzettingsmechanisme dat de verplaatsing van het onderstel en het gedoelde einde van de voetsteun naar elkaar omzet in een drijfmoment in voorwaartse rotatiezin inwerkend op ten minste een van de wielen van het laatstgedoelde paar, en ten minste bij de maximaal bij elkaar gelegen stand van het onderstel en het laatstgedoelde einde van de voetsteun de rotatie in voorwaartse zin van de wielen van het laatstgedoelde paar toelaat. 



   De hoger gedoelde rotatiezin moet uiteraard worden gezien met betrekking tot de bewegingszin van de rolschaats zodat onder voorwaartse rotatiezin de zin moet worden verstaan waarin het desbetreffende wiel draait tijdens het voorwaarts rollen van de rolschaats. 



   Wanneer een schaatser de voet met de rolschaats opheft, verwijdert het onderstel, door de zwaartekracht en eventueel een veer, zich van de voetsteun. Wanneer de schaatser de voet terug op de grond plaatst, duwt hij met zijn eigen gewicht, en dus zonder enige krachtinspanning, de voetsteun naar het onderstel. Deze laatstgenoemde verplaatsing kan dan op haar beurt een bijkomende drijving van de op het onderstel gemonteerde wielen veroorzaken. 



   In een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding bevat het bewegingsomzettingsmechanisme een tandheugel, die op de voetsteun is gemonteerd en een getand gedeelte bezit, en een overbrenging tussen deze tandheugel en ten minste een van de wielen van het paar op het gedoelde einde, welke overbrenging een tandwielelement bevat dat, ten minste bij de verplaatsing 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 van de voetsteun en het onderstel naar elkaar, in het getande gedeelte van de tandheugel   grijpt, zo   dat de overbrenging bij de laatstgenoemde verplaatsing ten minste een van de wielen van het laatstgedoelde paar in voorwaartse rotatiezin drijft. 



   Doelmatig bevat het bewegingsomzettingsmechanisme middelen om in de maximaal bij elkaar gelegen stand van de voetsteun en het onderstel de wielen van het paar op het gedoelde einde los te koppelen van de tandheugel en hun rotatie in de voorwaartse zin vrij toe te laten. 



   Bij voorkeur zijn de wielen van het paar op het gedoelde einde vast op een in het onderstel gelegerde as en is de overbrenging tussen de tandheugel en deze wielen een tandwieloverbrenging tussen de tandheugel en deze   as.   



   In een merkwaardige uitvoeringsvorm van de uitvinding is het ten opzichte van een einde van de voetsteun verplaatsbare onderstel op een afstand van dit einde scharnierend aan de voetsteun bevestigd. 



   Andere bijzonderheden en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hier volgende beschrijving van een rolschaats volgens de uitvinding ; deze beschrijving wordt enkel als voorbeeld gegeven en beperkt de uitvinding niet ; de verwijzingscijfers betreffen de hieraan toegevoegde tekeningen. 



   Figuur 1 stelt een langse verticale doorsnede voor van een rolschaats volgens de uitvinding. 



   Figuur 2 stelt een langse horizontale doorsnede voor van de rolschaats uit figuur   1,   genomen ten hoogte van de   wielassen.   



   Figuur 3 is een zijaanzicht van het achterste gedeelte van de rolschaats uit de vorige figuren maar met het onderstel en de voetsteun in maximaal uit elkaar gewentelde stand. 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 



   In de verschillende figuren hebben dezelfde verwijzingscijfers betrekking op dezelfde elementen. 



   De rolschaats volgens de figuren bevat op de gebruikelijke manier een voetsteun 101, een paar achterste wielen 102 en een paar voorste wielen 103. 



   De voetsteun 101 is gevormd door een geprofileerde metalen plaat. 



   De voorste, in de figuren 1 en 2 links gelegen, wielen 103 zijn op een bekende manier door middel van kogellegers 104 gemonteerd op smallere einden van een vaste as 105 die op de hierna beschreven manier in zeer beperkte mate elastisch kantelbaar onderaan de voetsteun 101 is bevestigd. 



  De twee wielen 103 worden op de as 105 gehouden door op de einden van de as geschroefde moeren 106. 



   Een rubber blokje 107 zit gevangen tussen twee over elkaar grijpende beugels 108 en 109 die met hun benen door middel van een pen 110 scharnierend aan elkaar zijn bevestigd. De pen 110 is loodrecht op de as 105 en van achter naar voor schuin opwaarts gericht. De onderste beugel 10P bezit tussen zijn benen een naar buiten uitspringend buisvormig gedeelte dat rond de as 105 is geklemd. De bovenste 
 EMI4.1 
 beugel 9 is vasta beugel aan twee evenwijdige platen 111 die op de onderzijde van de voetsteun 101 zijn vastgemaakt. 



   In tegenstelling tot bekende rolschaatsen, is het achterste, in de figuren 1 en 2 rechts gelegen, paar wielen 102 niet op dezelfde manier als de voorste wielen 103 op de voetsteun 101 gemonteerd maar wel onder tussenkomst van een onderstel 112 dat op het achterste einde over een beperkte afstand van de voetsteun 101 weg en naar de voetsteun 101 toe verplaatsbaar is. 



   Het onderstel 112 is een rechthoekig kader dat vooraan, tussen de voorste wielen 103, door middel van legers 113 draaibaar op de as 105 is gemonteerd. In de voorzijde van dit kader is een stootblokje 126 gelast, terwijl in de 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 achterzijde ervan een koker 127 is gelast. 



   Terwijl de wielen 103 van het voorste paar draaibaar op de as 105 zijn gemonteerd, zijn de wielen 102 van het achterste paar vast op een as 114 gemonteerd. Deze as 114 steekt doorheen de langse zijden van het kadervormige onderstel 112 en is met beide einden gelegerd in kogellegers 115 die vastgehouden worden in bussen 116 die elk aan de buitenzijde rond een opening 119 in een langse zijde van het onderstel 112 zijn vastgelast. 



   De wielen 112 zijn geklemd op de einden van de as 114. Een moer 117 is op elk uiterste einde van de as 114 geschroefd. In de buitenzijde van de wielen 102 is een kogelleger 118 ingewerkt maar dit leger oefent enkel de functie uit van aanslag voor de moer 117 en dient dus om het beschadigen van het wiel 102 door de moer 117 te beletten. 



   De as 114 is door middel van een tandwieloverbrenging 120-123 gekoppeld aan een tandheugel 124 die, op het achterste einde, door middel van twee schroeven 125 vast tegen de onderzijde van de voetsteun 101 is bevestigd en zieh tussen de twee langse zijden van het kadervormige onderstel 112 uitstrekt. 



   De tandheugel 124 is aan de voorzijde van nabij zijn onderste einde over een afstand getand. De tandheugel bezit een lengte van nagenoeg 7 cm en een breedte van nagenoeg 1 cm. Het getande gedeelte, dat in de figuren 1 en 3 met het   verwijzingscijfer   128 is aangeduid, bezit slechts een lengte van 4,5 cm. Dat getande gedeelte strekt zieh uit volgens een gedeelte van een cirkel waarvan het middelpunt op de scharnieras van de voetsteun 101 ten opzichte van het onderstel 112, dit is dus op de voorste as 105, is gelegen. Boven dit getande gedeelte is de voorzijde van de tandheugel 124 met een gedeelte 129 in het verlengde gelegen van het grondvlak van het getande gedeelte   128, terwijl onder   dit getande gedeelte de voorzijde met een kort gedeelte 130 in het verlengde van het 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 vlak door de tandtoppen is gelegen.

   Het onderste einde van de tandheugel 124 vormt door dit laatste een begrenzing voor een getand gedeelte 123 van de zieh evenwijdig aan de as 114 uitstrekkende hulpas 122, welk getand gedeelte 123 met het getande gedeelte 128 van de tandheugel samenwerkt. Het getande gedeelte 128 van de tandheugel 124 bezit daarenboven zulkdanige lengte dat, wanneer de voetsteun 101 en het onderstel 112 maximaal naar elkaar gewenteld zijn, zoals in de figuren 1 en 2 is voorgesteld, het getande gedeelte 123 van de as 122 zieh tegenover het boven het getande gedeelte 128 gelegen gedeelte 129 van de voorzijde van de tandheugel 124 bevindt en bijgevolg niet met de tandheugel 124 in aanraking is en dus vrij kan roteren. 



   Het getande gedeelte 123 van de as 122 bezit achttien tanden. 



   In de maximaal naar elkaar gewentelde stand van de voetsteun 101 en het onderstel 112 bevindt de voetsteun 101 zieh tegen het bovenste einde van de hogergenoemde koker 127. 



  Deze koker 127 vormt tevens een geleiding voor de tandheugel 124 tijdens de wenteling van de voetsteun 101 ten opzichte van het onderstel 112 en is daartoe op zijn voorzijde van een groef 131 voorzien waarin de achterkant van de tandheugel 124 verschuifbaar steekt. 



   De as 122 is met een einde rechtstreeks en met een ander einde onder tussenkomst van de verlengde naaf van een vast erop gemonteerd tandwiel 121 gelegerd in bussen 132 die in de langse zijwanden van het onderstel 112 zijn gelast. 



  Pennen 133 door beide einden van de as 122 beletten de as volgens haar langsrichting te verschuiven. 



   De as 122 is hoger en meer naar achter gelegen dan de as 114. Om dit toe te laten neemt de hoogte van de langse zijden van het onderstel 112 op het achterste einde toe. 



   Het tandwiel 121 dat door twee pennen 134 on- 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 wrikbaar op de as 122 is bevestigd bezit achtentachtig tanden en grijpt in een getand gedeelte 120 van de hoger qenoemde as 114 die de achterste wielen 102 draagt. Dit getande gedeelte 120 bezit zestien tanden. 



   Een verplaatsing van het getande gedeelte 128 van de tandheugel 124 over het getande gedeelte 123 van de as 122 heeft bijgevolg een rotatie van de as 114 voor gevolg. 



   De koker 127 is onderaan afgesloten door een plaatje 135. Een in de koker 127 opgestelde spiraalveer 136 steunt op dit plaatje 135 en duwt de voetsteun 101 van het onderstel 112 weg. In de naar elkaar gewentelde stand van de voetsteun 101 en het onderstel 112 is de veer 136 maximaal samengedrukt. Om het uitknikken van de veer bij het uit elkaar wentelen van de voetsteun 101 en het onderstel 112 te beletten steekt in de veer 136 een pen 137 die op de tegen de voetsteun 101 bevestigde basis van de tandheugel 124 is gelast en bij de hoger genoemde stand van de voetsteun 101 zieh tot tegen het plaatje 136 uitstrekt. 



   De werking van de hiervoor beschreven rolschaats is als volgt. 



   Wanneer de rolschaatser met zijn voet onder tussenkomst van de rolschaats op de grond steunt, bevinden de voetsteun 101 en het onderstel 112 zieh maximaal bij elkaar. In de figuren 1 en 2 is de rolschaats in deze stand voorgesteld. 



   Zoals hiervoor uiteengezet, laat de tandheugel 124 de voorwaartse rotatie van de as 114 en de achterste wielen 102 toe, aangezien zijn getand gedeelte 128 niet grijpt in het getande gedeelte 123 van de as 122. 



   Wanneer de schaatser een voet oplicht, kantelt het onderstel 112 van de door deze voet gedragen rolschaats, deels onder invloed van de zwaartekracht en deels onder invloed van de spiraalveer 136, rond de as 105 ten opzichte van de voetsteun 101. Daardoor verplaatst zieh het getande ge- 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 deelte 123 over het getande gedeelte 128 van de tandheugel 124. 



  Via het tandwiel 121 en het getande gedeelte 120 van de as 114, wordt deze as 114 gedreven in de zin tegengesteld aan de door de pijl 138 in figuur 1 aangeduide voorwaartse rotatiezin. De achterste wielen 102 worden weliswaar in achterwaartse zin gedreven, maar dit heeft geen invloed op het rolschaatsen aangezien deze wielen zieh niet op de grond bevinden. 



   De kanteling van de voetsteun 101 ten opzichte van het onderstel 112 wordt gestopt wanneer het getande gedeelte 123 door het onderste gedeelte 130 van de tandheugel 124 wordt tegengehouden. Doordat dit getande gedeelte 123 niet meer wentelt, houdt ook de wenteling van de wielen 102 op. In figuur 3 is de rolschaats in de laatstgedoelde stand, dit is dus met de voetsteun 101 en het onderstel 112 maximaal uit elkaar gewenteld, voorgesteld. 



   Wanneer de schaatser zijn voet terug op de grond plaatst, duwt hij door zijn eigen gewicht, zodra de wielen 102 de grond raken, de voetsteun 101 naar het onderstel 112. 



  De tandheugel 124 verplaatst zieh daardoor in neerwaartse zin over het getande gedeelte 123 van de as 122. Via het tandwiel 121 worden het getande gedeelte 120 en dus ook de as 114 gedreven in de door de pijl 138 aangeduide voorwaartse rotatiezin. De rotatiesnelheid van de op de as 114 gemonteerde achterste wielen 102 is daarbij normaal groter dan de rotatiesnelheid die ze zouden krijgen uitsluitend door het neerzetten op de grond van de zieh voorwaarts bewegende rolschaats. 



   Telkens de schaatser een voet neerplaatst, ontstaat er dus een bijkomende voorwaartse drijving van de achterste wielen 102 zodat met de hiervoor beschreven rolschaats een grotere snelheid kan worden verkegen dan met de bekende. 



   Deze bijkomende drijving telkens de voetsteun 101 en het onderstel 112 naar elkaar worden verplaatst, bij het neerzetten van de rolschaats, houdt op wanneer het niet getande gedeelte 129 van de tandheugel 114 zieh tegenover het 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 getande gedeelte 123 bevindt en dus de voetsteun 101 tegen het bovenste einde van de koker 127 is gelegen zoals in de figuren 1 en 2 is voorgesteld. Het gedeelte 123 en dus ook de wielen 102 kunnen nu vrij in voorwaartse zin roteren tot het getande gedeelte 128 van de tandheugel 124, bij de opwaartse verplaatsing ervan ten opzichte van het getande gedeelte 123, opnieuw met dit getande gedeelte 123 in ingrijping komt. 



   De uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor beschreven uitvoeringsvorm, en binnen het raam van de octrooiaanvrage kunnen aan de beschreven uitvoeringsvorm vele veranderingen worden aangebracht, onder meer wat betreft de vorm, de samenstelling, de schikking en het aantal van de onderdelen die voor het verwezenlijken van de uitvinding worden gebruikt. 



   In het bijzonder moet de voetsteun niet noodzakelijk een metalen plaat zijn. Hij kan ook een deel vormen van een schoen. 



   De voetsteun moet ook niet noodzakelijk uit   een   stuk bestaan. De voetsteun kan op de gebruikelijke manier in lengte instelbaar zijn. Uiteraard moet dan ook het onderstel eveneens in lengte instelbaar zijn. 



   De gedreven wielen moeten niet noodzakelijk vast op de achterste as zijn gemonteerd. Ze kunnen ook draaibaar rond deze as zitten, in welk geval het met de tandheugel samenwerkende getande gedeelte van de bijkomende as door een overbrenging rechtstreeks met deze wielen in plaats van met de achterste as moet zijn verbonden. 



   De getande gedeelten van de assen kunnen uiteraard vervangen worden door op deze assen vast gemonteerde tandwielen. 



   Om bij maximaal naar elkaar gewentelde stand van de voetsteun en het onderstel het vrij rollen van de achterste wielen toe te laten moet de tandheugel niet noodzakelijk een 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 gedeelte bezitten dat in de laatstgedoelde stand vrij is van de overbrenging tussen de tandheugel en de achterste wielen. Deze overbrenging kan zelf een vrijloopkoppeling bevatten bij voorbeeld van de aard beschreven in het uitvindingsoctrooi. 



   In plaats van de achterste wielen kunnen de voorste wielen worden gedreven in welk geval de voetsteun ten opzichte van het onderstel wentelbaar is rond een vooraan gelegen   as.   



   De tandheugel moet niet noodzakelijk gebogen zijn en vast op de voetsteun zijn gemonteerd. Hij kan bij voorbeeld ook rechtlijnig zijn en scharnieren, in welk geval middelen, zoals een geleiding, dienen te zijn voorzien om de tandheugel steeds in contact met een tandwielelement van de overbrenging te houden.



   <Desc / Clms Page number 1>
 



   The aim of the present improvement patent application is to more broadly define the invention as described in the invention patent.



   The improvement patent application also relates to a variant of the embodiment according to the invention patent.



   The invention therefore relates to a roller skate which comprises a footrest and two pairs of wheels which are respectively located on the front and the rear end of the footrest.



   In known roller skates of this type, both the front and rear pair of wheels are located in a fixed position directly below the footrest. The wheels of each pair are pivotally mounted on ball-bearings on a spindle usually attached to brackets on the underside of the footrest through a slightly elastic coupling. The elastic coupling allows very limited tilting of the axis about a hinge axis extending in the longitudinal direction of the footrest. The wheels are only moved by the movement of the roller skate over a ground surface.

   The latter takes place each time a skater, who wears such a roller skate on each foot, his foot with a forward movement, which results from the movement of the skater itself with respect to the ground and / or from a forward movement of the foot of the skater relative to his body, on the ground.



  On a flat surface, the skater can only increase his speed, or he can maintain a certain speed against different resistances in ankle, by moving the feet and thus doing a physical work.



   The object of the invention is to provide a roller skate of the type referred to here with which, with respect to the known skates, a greater acceleration can be obtained with the same force or for maintaining

 <Desc / Clms Page number 2>

 from a constant speed a smaller effort is required.



   To this end, the roller skate includes an undercarriage mounted on at least one end of the footrest, a limited distance away from the footrest and reversibly movable on this footrest, and bearing the pair of wheels on the intended end, and a movement conversion mechanism displacement of the undercarriage and the intended end of the footrest toward each other converts to a forward rotational torque acting on at least one of the wheels of the latter pair, and at least at the maximum adjacent position of the undercarriage and the latter end of the footrest allows forward rotation of the wheels of the latter pair.



   The above sense of rotation must of course be seen with regard to the sense of movement of the roller skate, so that forward sense of rotation must be understood to mean the sense in which the wheel in question rotates during the rolling of the roller skate.



   When a skater lifts the foot with the roller skate, the frame, due to gravity and possibly a spring, moves away from the footrest. When the skater puts the foot back on the ground, he pushes the footrest towards the chassis with his own weight, and therefore without any effort. This latter displacement can in turn cause an additional float of the wheels mounted on the chassis.



   In a particular embodiment of the invention, the motion conversion mechanism includes a rack mounted on the footrest and having a toothed portion, and a transmission between this rack and at least one of the wheels of the pair at the intended end, which transmission is a gear element contains that, at least on the move

 <Desc / Clms Page number 3>

 of the footrest and the chassis engages each other in the toothed portion of the rack so that the transmission in the latter displacement drives at least one of the wheels of the latter pair in forward rotation.



   Advantageously, the motion conversion mechanism includes means for disconnecting the wheels of the pair at the intended end from the rack in the maximum adjacent position of the footrest and the chassis and allowing their rotation in the forward sense.



   Preferably, the wheels of the pair at the intended end are fixed on an axle mounted in the chassis and the transmission between the rack and these wheels is a gear transmission between the rack and this shaft.



   In a curious embodiment of the invention, the underframe movable relative to one end of the footrest is hinged to the footrest at a distance from this end.



   Other details and advantages of the invention will become apparent from the following description of a roller skate according to the invention; this description is given by way of example only and does not limit the invention; the reference numbers refer to the accompanying drawings.



   Figure 1 represents a longitudinal vertical section of a roller skate according to the invention.



   Figure 2 represents a longitudinal horizontal section of the roller skate of Figure 1, taken at the height of the wheel axles.



   Figure 3 is a side view of the rear portion of the roller skate from the previous figures but with the chassis and footrest in maximum rotated position.

 <Desc / Clms Page number 4>

 



   In the different figures, like reference numerals refer to like elements.



   The roller skate according to the figures comprises in the usual way a footrest 101, a pair of rear wheels 102 and a pair of front wheels 103.



   The footrest 101 is formed by a profiled metal plate.



   The front wheels 103, located on the left in figures 1 and 2, are mounted in a known manner by means of ball bearings 104 on narrower ends of a fixed shaft 105 which is elastically tiltable at the bottom of the footrest 101 in the manner described below to a very limited extent. confirmed.



  The two wheels 103 are held on the shaft 105 by nuts 106 screwed onto the ends of the shaft.



   A rubber pad 107 is trapped between two overlapping brackets 108 and 109 which are hinged together with their legs by means of a pin 110. The pin 110 is perpendicular to the axis 105 and angled upwardly from the rear to the front. The lower bracket 10P has an outwardly projecting tubular section between its legs clamped about the axis 105. The upper
 EMI4.1
 bracket 9 is fixed bracket to two parallel plates 111 which are attached to the bottom of the footrest 101.



   In contrast to known roller skates, the rear pair of wheels 102, located on the right in Figures 1 and 2, is not mounted on the footrest 101 in the same way as the front wheels 103, but through a chassis 112 which extends over the rear end. a limited distance away from the footrest 101 and movable towards the footrest 101.



   The chassis 112 is a rectangular frame mounted pivotally on the axle 105 between the front wheels 103 by means of bearings 113. A tapping block 126 is welded in the front of this frame, while in the

 <Desc / Clms Page number 5>

 a sleeve 127 is welded on the back of it.



   While the wheels 103 of the front pair are rotatably mounted on the shaft 105, the wheels 102 of the rear pair are fixedly mounted on a shaft 114. This shaft 114 protrudes through the longitudinal sides of the frame-shaped chassis 112 and is alloyed at both ends in ball bearings 115 held in sleeves 116, each of which is welded externally around an opening 119 in a longitudinal side of the chassis 112.



   The wheels 112 are clamped on the ends of the shaft 114. A nut 117 is screwed onto each extreme end of the shaft 114. A ball bearing 118 is incorporated in the outside of the wheels 102, but this bearing only functions as a stop for the nut 117 and thus serves to prevent damage to the wheel 102 by the nut 117.



   The shaft 114 is coupled by a gear transmission 120-123 to a rack 124 which, at the rear end, is fixedly secured to the underside of the footrest 101 by two screws 125 and between the two longitudinal sides of the frame-shaped chassis 112.



   The rack 124 is toothed at a distance from its front near its lower end. The rack has a length of approximately 7 cm and a width of approximately 1 cm. The toothed portion, which is indicated by the reference numeral 128 in Figures 1 and 3, is only 4.5 cm long. That toothed portion extends according to a part of a circle, the center of which is located on the pivot axis of the footrest 101 relative to the chassis 112, i.e. on the front axis 105. Above this toothed portion is the front of the rack 124 with a portion 129 in line with the base of the toothed portion 128, while below this toothed portion is the front with a short portion 130 in line with the toothed portion 128.

 <Desc / Clms Page number 6>

 is located directly through the tooth tips.

   The lower end of the rack 124 forms a boundary for the latter for a toothed part 123 of the auxiliary shaft 122 extending parallel to the shaft 114, which toothed part 123 cooperates with the toothed part 128 of the rack. In addition, the toothed portion 128 of the rack 124 has such a length that, when the footrest 101 and the chassis 112 are maximally rotated towards each other, as shown in Figures 1 and 2, the toothed portion 123 of the shaft 122 is opposite the above. the toothed portion 128 is located portion 129 of the front of the rack 124 and therefore does not contact the rack 124 and thus rotates freely.



   The toothed portion 123 of the shaft 122 has eighteen teeth.



   In the maximum rotated position of the footrest 101 and the chassis 112, the footrest 101 is located against the upper end of the aforementioned sleeve 127.



  This sleeve 127 also forms a guide for the rack 124 during the rotation of the footrest 101 relative to the chassis 112 and is provided for this purpose on its front with a groove 131 in which the rear of the rack 124 is slidably inserted.



   The shaft 122 is alloyed one end directly and with another end through the extended hub of a fixedly mounted gearwheel 121 in bushings 132 welded into the longitudinal sidewalls of the chassis 112.



  Pins 133 through both ends of the shaft 122 prevent the shaft from sliding in its longitudinal direction.



   The shaft 122 is higher and more rearward than the shaft 114. To allow this, the height of the longitudinal sides of the chassis 112 at the rear end increases.



   The gear wheel 121, which is supported by two pins 134

 <Desc / Clms Page number 7>

 Mounted pivotally on the shaft 122, it has eighty-eight teeth and engages a serrated portion 120 of the above-mentioned shaft 114 which carries the rear wheels 102. This toothed portion 120 has sixteen teeth.



   Consequently, displacement of the toothed portion 128 of the rack 124 over the toothed portion 123 of the shaft 122 results in rotation of the shaft 114.



   The sleeve 127 is closed at the bottom by a plate 135. A coil spring 136 arranged in the tube 127 rests on this plate 135 and pushes the footrest 101 away from the chassis 112. In the rotated position of the footrest 101 and the chassis 112, the spring 136 is compressed to the maximum. In order to prevent the spring from buckling when the footrest 101 and the chassis 112 are rotated apart, a spring 137 is inserted into the spring 136, which is welded to the base of the rack 124 fixed against the footrest 101 and at the aforementioned position. of the footrest 101 extends against the plate 136.



   The roller skate described above works as follows.



   When the roller skater rests with his foot on the ground through the roller skate, the footrest 101 and the chassis 112 are maximally together. Figures 1 and 2 show the roller skate in this position.



   As explained above, the rack 124 allows the forward rotation of the shaft 114 and the rear wheels 102, since its toothed portion 128 does not engage the toothed portion 123 of the shaft 122.



   When the skater lifts a foot, the frame 112 of the roller skate carried by this foot tilts, partly under the influence of gravity and partly under the influence of the coil spring 136, around the axis 105 relative to the footrest 101. As a result, the toothed ge

 <Desc / Clms Page number 8>

 section 123 over the toothed portion 128 of the rack 124.



  Via the gear wheel 121 and the toothed portion 120 of the shaft 114, this shaft 114 is driven in the sense opposite to the forward rotation sense indicated by the arrow 138 in Figure 1. The rear wheels 102 are driven backwards, but this does not affect the roller skating since these wheels are not on the ground.



   The tilt of the footrest 101 relative to the chassis 112 is stopped when the toothed portion 123 is held by the lower portion 130 of the rack 124. Because this toothed part 123 no longer rotates, the rotation of the wheels 102 also ceases. Figure 3 shows the roller skate in the last-mentioned position, that is to say with the footrest 101 and the chassis 112 being maximally rotated apart.



   When the skater puts his foot back on the ground, as soon as the wheels 102 touch the ground, he pushes the footrest 101 towards the chassis 112 by his own weight.



  As a result, the rack 124 moves downwardly over the toothed portion 123 of the shaft 122. Via the gearwheel 121, the toothed portion 120 and thus also the shaft 114 are driven in the forward sense of rotation indicated by the arrow 138. The rotational speed of the rear wheels 102 mounted on the spindle 114 is normally greater than the rotational speed they would obtain solely by depositing on the ground the roller skate moving forward.



   Each time the skater puts one foot down, there is thus an additional forward drive of the rear wheels 102, so that the above-described roller skate can achieve a greater speed than with the known one.



   This additional float, each time the footrest 101 and the chassis 112 are moved together, when the roller skate is put down, ceases when the toothed portion 129 of the rack 114 is opposite the

 <Desc / Clms Page number 9>

 toothed portion 123 and thus the footrest 101 is positioned against the upper end of the sleeve 127 as shown in Figures 1 and 2. The portion 123, and thus also the wheels 102, can now rotate freely in the forward sense until the toothed portion 128 of the rack 124, upon its upward displacement from the toothed portion 123, again engages this toothed portion 123.



   The invention is by no means limited to the above-described embodiment, and within the scope of the patent application many changes can be made to the described embodiment, including as regards the shape, composition, arrangement and number of the parts which are to be realized. of the invention.



   In particular, the footrest should not necessarily be a metal plate. It can also be part of a shoe.



   The footrest also does not necessarily have to be in one piece. The footrest can be adjusted in length in the usual way. Naturally, the frame must also be adjustable in length.



   The driven wheels do not necessarily have to be fixed on the rear axle. They may also be rotatable about this axle, in which case the toothed portion of the auxiliary axle cooperating with the rack must be connected directly to these wheels by a transmission instead of to the rear axle.



   The toothed parts of the shafts can of course be replaced by gears fixed on these shafts.



   In order to allow the rear wheels to roll freely when the footrest and the chassis are rotated to the maximum, the rack must not necessarily

 <Desc / Clms Page number 10>

 a section which, in the latter position, is free from the transmission between the rack and the rear wheels. This transmission may itself include a freewheel clutch, for example of the nature described in the invention patent.



   Instead of the rear wheels, the front wheels can be driven, in which case the footrest is rotatable about a front axle relative to the chassis.



   The rack must not necessarily be bent and be firmly mounted on the footrest. For example, it may also be rectilinear and hinged, in which case means such as a guide should be provided to keep the rack always in contact with a gear element of the transmission.


    

Claims (14)

CONCLUSIES 1. Rolschaats welke een voetsteun (101) bevat en twee paar wielen (102, 103) die respectievelijk op het voorste en het achterste einde van de voetsteun (101) zijn gelegen, met het kenmerk dat ze een onderstel (112) bevat dat, op ten minste een einde van de voetsteun (101) over een beperkte afstand van de voetsteun (101) weg en omgekeerd verplaatsbaar op deze voetsteun (101) is gemonteerd en het paar wielen (102) op het gedoelde einde draagt en een bewegingsomzettingsmechanisme (114, 120-124) dat de verplaatsing van het onderstel (112) en het gedoelde einde van de voetsteun (101) naar elkaar omzet in een drijfmoment in voorwaartse rotatiezin inwerkend op ten minste een van de wielen (102) van het laatstgedoelde paar, en ten minste bij de maximaal bij elkaar gelegen stand van het onderstel (112) en het laatstgedoelde einde van de voetsteun (101)  CONCLUSIONS A roller skate comprising a footrest (101) and two pairs of wheels (102, 103) located respectively on the front and rear ends of the footrest (101), characterized in that it includes a base (112) which, is mounted on at least one end of the footrest (101) a limited distance from the footrest (101) and reversely movable on this footrest (101) and carries the pair of wheels (102) on the target end and a movement conversion mechanism (114 120-124) that translates the displacement of the chassis (112) and the intended end of the footrest (101) together in a forward rotational torque acting on at least one of the wheels (102) of the latter pair, and at least at the maximum adjacent position of the chassis (112) and the latter end of the footrest (101) de rotatie in voorwaartse zin van de wielen (102) van het laatstgedoelde paar toelaat.  allows forward rotation of the wheels (102) of the latter pair. 2. Rolschaats volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het bewegingsomzettingsmechanisme (114-120-124) een tandheugel (124) bevat die op de voetsteun (101) is gemonteerd en een getand gedeelte (128) bezit, een overbrenging (120-123) tussen deze tandheugel (124) en ten minste een van de wielen (102) van het paar op het gedoelde einde, welke overbrenging (120-123) een tandwielelement (123) bevat dat, ten minste bij de verplaatsing van de voetsteun (101) en het onderstel (112) naar elkaar in het getande gedeelte (128) van de tandheugel (124) grijpt, zo dat de overbrenging (120-123) bij de laatstgenoemde verplaatsing ten minste een van de wielen (102) van het laatstgedoelde paar in voorwaartse rotatiezin drijft.  Roller skate according to claim 1, characterized in that the motion conversion mechanism (114-120-124) includes a rack (124) mounted on the footrest (101) and having a toothed portion (128), a transmission (120-123 ) between this rack (124) and at least one of the wheels (102) of the pair at the intended end, said transmission (120-123) including a gear element (123) which, at least when the footrest (101) is displaced ) and the chassis (112) engages each other in the toothed portion (128) of the rack (124) so that the transmission (120-123) at the latter displacement includes at least one of the wheels (102) of the latter pair floats in forward rotation. 3. Rolschaats volgens conclusie 2, met het kenmerk dat het bewegingsomzettitigsmc-chanisme (114, 120-124) middelen (129) bevat om in de maximaal bij elkaar gelegen stand van de voetsteun (101) en het onderstel (112) de wielen (102) <Desc/Clms Page number 12> van het paar op het gedoelde einde los te koppelen van de tandheugel (124) en hun rotatie in de voorwaartse zin vrij toe te laten.  Roller skate according to claim 2, characterized in that the motion converting mechanism (114, 120-124) comprises means (129) for moving the wheels (in the maximum adjacent position of the footrest (101) and the chassis (112)). 102)  <Desc / Clms Page number 12>  of the pair on the target end to disengage from the rack (124) and allow their forward rotation free. 4. Rolschaats volgens conclusie 3, met het kenmerk dat de middelen om in de maximaal bij elkaar gelegen stand van de voetsteun (101) en het onderstel (112) de wielen (102) van het paar op het hoger gedoelde einde los te koppelen gevormd zijndoor een op het getande gedeelte (128) van de tandheugel (124) aansluitend gedeelte (129) dat, bij de laatstgenoemde stand, tegenover het tandwielelement (123) dat in het getande gedeelte (128) kan grijpen, is gelegen, maar volledig vrij van dit tandwielelement (123) is.  Roller skate according to claim 3, characterized in that the means for detaching the wheels (102) from the pair at the higher end is formed in the maximally adjacent position of the footrest (101) and the chassis (112). by a portion (129) connecting to the toothed portion (128) of the rack (124) which, in the latter position, is opposite the gear element (123) which can engage in the toothed portion (128), but is completely free of this gear element (123). 5. Rolschaats volgens conclusie 4, met het kenmerk dat de wielen (102) van het paar op het gedoelde einde vast zijn op een in het onderstel (112) gelegerde as (114) en de overbrenging (120-123) tussen de tandheugel (124) en deze wielen (102) een tandwieloverbrenging (120-123) tussen de tandheugel (114) en deze as (114) is.  Roller skate according to claim 4, characterized in that the wheels (102) of the pair at the intended end are fixed on an axle (114) mounted in the chassis (112) and the transmission (120-123) between the rack ( 124) and these wheels (102) is a gear transmission (120-123) between the rack (114) and this shaft (114). 6. Rolschaats volgens conclusie 5, met het kenmerk dat de tandwieloverbrenging (120-123) een hulpas (122) bevat die zieh evenwijdig aan de laatstgenoemde as (114), waarop de wielen (102) van het paar op het gedoelde einde vast zijn gemonteerd, uitstrekt en in het onderstel (112) is gelegerd, een eerste tandwielelement (123) dat vast op deze hulpas (122) is en dat in het getande gedeelte (128) van de tandheugel (124) kan grijpen, een tweede tandwielelement (121) dat vast op deze hulpas (122) is, en een tandwielelement (120) dat vast is op de eerstgenoemde as (114) en dat in laatstgenoemd tandwielelement (121) grijpt.  Roller skate according to claim 5, characterized in that the gear transmission (120-123) includes an auxiliary shaft (122) parallel to the latter shaft (114), on which the wheels (102) of the pair are fixed at the intended end mounted, extended and mounted in the chassis (112), a first gear element (123) which is fixed on this auxiliary shaft (122) and which can engage in the toothed portion (128) of the rack (124), a second gear element ( 121) which is fixed on this auxiliary shaft (122) and a gear element (120) which is fixed on the former shaft (114) and which engages in the latter gear element (121). 7. Rolschaats volgens conclusie 6, met het kenmerk dat het eerste tandwielelement (123) op de hulpas (122) en het tandwielelement (120) op de as (114) waarop de wielen (102) vast zijn, getande gedeelten van deze assen (122 en 114) <Desc/Clms Page number 13> zijn, terwijl het tweede tandwielelement (121) op de hulpas (122) een tandwiel (121) is.  Roller skate according to claim 6, characterized in that the first gear element (123) on the auxiliary shaft (122) and the gear element (120) on the shaft (114) on which the wheels (102) are fixed, toothed parts of these shafts ( 122 and 114)  <Desc / Clms Page number 13>  while the second gear element (121) on the auxiliary shaft (122) is a gear (121). 8. Rolschaats volgens een van de conclusies 1 tot 7, met het kenmerk dat het ten opzichte van een einde van de voetsteun (101) verplaatsbare onderstel (112) op een afstand van dit einde scharnierend aan de voetsteun (101) bevestigd is.  Roller skate according to any one of claims 1 to 7, characterized in that the base (112) movable relative to one end of the footrest (101) is hingedly mounted on the footrest (101) at a distance from this end. 9. Rolschaats volgens conclusie 8, met het kenmerk dat het ten opzichte van een einde van de voetsteun (101) verplaatsbare onderstel (112) scharnierend bevestigd is rond de as (105) die op het andere einde van de voetsteun (101) is gelegen en waarop de wielen (103) van het paar op het laatstgenoemde einde draaibaar zijn gemonteerd.  Roller skate according to claim 8, characterized in that the base (112) movable relative to one end of the footrest (101) is hinged around the axis (105) located on the other end of the footrest (101) and on which the wheels (103) of the pair are rotatably mounted on the latter end. 10. Rolschaats volgens een van de conclusies 8 en 9, met het kenmerk dat het gedoelde einde, waarop het onderstel (112) ten opzichte van de voetsteun (101) verplaatsbaar is, het achterste einde is.  Roller skate according to either of Claims 8 and 9, characterized in that the intended end on which the chassis (112) is movable relative to the footrest (101) is the rear end. 11. Rolschaats volgens een van de conclusies 1 tot 10, met het kenmerk dat ze een verend element (136) dat het onderstel (112) en het gedoelde einde van de voetsteun (101) van elkaar weg duwt, bevat.  Roller skate according to any one of claims 1 to 10, characterized in that it comprises a resilient element (136) which pushes the base (112) and the intended end of the footrest (101) apart. 12. Rolschaats volgens conclusie 11, met het kenmerk dat het verende element (136) een spiraalveer is en opgesteld is in een onderaan gesloten koker (127) die op een einde van het onderstel (112) is gemonteerd.  Roller skate according to claim 11, characterized in that the resilient element (136) is a coil spring and is arranged in a bottom-closed sleeve (127) mounted on one end of the base (112). 13. Rolschaats volgens conclusie 12, met het kenmerk dat ze een geleidingspen (137) voor de spiraalveer (136) bevat, welke pen (137) op de onderzijde van de voetsteun (101) is bevestigd.  Roller skate according to claim 12, characterized in that it comprises a guide pin (137) for the coil spring (136), which pin (137) is mounted on the underside of the footrest (101). 14. Rolschaats zoals hiervoor beschreven of in de hieraan toegevoegde tekeningen voorgesteld.  14. Roller skate as described above or presented in the accompanying drawings.
BE2/60424A 1983-06-24 1984-05-25 Roller skate with drive transmission - has foot support movable on wheeled frame and coupled with transmission to drive one wheel pair e.g. at rear BE899747R (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2/60424A BE899747R (en) 1983-06-24 1984-05-25 Roller skate with drive transmission - has foot support movable on wheeled frame and coupled with transmission to drive one wheel pair e.g. at rear

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2/60134A BE897125A (en) 1983-06-24 1983-06-24 Roller skate with foot rest vertically movable to wheel frame - has transmission contg. freewheel to convert downward movement into driving torque
BE2/60424A BE899747R (en) 1983-06-24 1984-05-25 Roller skate with drive transmission - has foot support movable on wheeled frame and coupled with transmission to drive one wheel pair e.g. at rear

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE899747R true BE899747R (en) 1984-09-17

Family

ID=25661783

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2/60424A BE899747R (en) 1983-06-24 1984-05-25 Roller skate with drive transmission - has foot support movable on wheeled frame and coupled with transmission to drive one wheel pair e.g. at rear

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE899747R (en)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1000278C2 (en) * 1995-05-02 1996-11-05 Rudolph Arthur Marinu Kooijman Skateboard drive mechanism
FR2808702A1 (en) * 2000-05-15 2001-11-16 Georges Nicolas Vaskas Self propelled roller skate has tilting sole plate to receive users shoe and with ratchet and gear drive to rollers

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1000278C2 (en) * 1995-05-02 1996-11-05 Rudolph Arthur Marinu Kooijman Skateboard drive mechanism
FR2808702A1 (en) * 2000-05-15 2001-11-16 Georges Nicolas Vaskas Self propelled roller skate has tilting sole plate to receive users shoe and with ratchet and gear drive to rollers
WO2001087436A1 (en) 2000-05-15 2001-11-22 Georges Nicolas Vaskas Self-powered mechanical running vehicle adaptable under each foot of a walking person

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US9579242B2 (en) Electric mid-wheel drive wheelchair
US7021641B2 (en) Suspension structure for wheelchair
US6712369B2 (en) Anti-turnover mechanism of electrical wheelchair
CA2708985C (en) Multi-terrain motorized wheelchair apparatus
US20060076747A1 (en) Wheelchair suspension system
US3727709A (en) Snowmobile construction
GB2441318A (en) Electric wheelchair suspension
US7097595B1 (en) Fold-up mechanism for an electric treadmill
EP1885318B1 (en) A wheel chair
BE899747R (en) Roller skate with drive transmission - has foot support movable on wheeled frame and coupled with transmission to drive one wheel pair e.g. at rear
US1208173A (en) Skate.
US3973785A (en) Sled
US5413362A (en) Front wheel brake for roller skate
CA2471476A1 (en) Snow vehicle
CN1628049A (en) Arrangement in a wheel lifting mechanism
CN101002710B (en) Base apparatus for electric wheel-chair
US5501658A (en) Massage table roller mechanism
US2449871A (en) Foot propelled skate
NL7901879A (en) DRIVER&#39;S SEAT FOR A MOTOR VEHICLE.
US5482302A (en) Human powered skibob
US1228162A (en) Elevating-truck.
US2061334A (en) Self-propelled roller skate
US341999A (en) Roller-skate
GB2452692A (en) Skateboard with its deck providing drive to wheels
EP1057709A2 (en) Stroller

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Owner name: FLEURY ALBERT G.

Effective date: 19860630

Owner name: VAN HECKE GUIDO A.A.

Effective date: 19860630