BE899198A

BE899198A - Werkwijze en inrichting voor het aanbrengen van merkblikjes in het bijzonder op geslacht pluimvee.

Info

Publication number: BE899198A
Application number: BE0/212591A
Authority: BE
Original assignee: Tender Marianne De
Priority date: 1984-03-20
Filing date: 1984-03-20
Publication date: 1984-07-16

Abstract

De werkwijze en de inrichting omvatten merkblikjes voorzien van oprolbare tandjes die op elkaar gestapeld worden waardoor ze dus elk afzonderlijk en vlak op elkaar komen te liggen in stapels die dan in een langwerpig bevoorradingsmagazijn kunnen geplaatst worden van de inrichting voor het één na één aanbrengen van de merkblikjes in het vel van geslacht pluimvee.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



   UITVINOINGSOCTROOI VOOR   :"Werkwijze en inrichting voor het aanbrengen van   merkblikjes, in het bijzonder op geslacht pluimvee." OP NAAM VAN : OE TENDER Marianne te 2940 ZEMST 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 
De uitvinding omvat een werkwijze voor het aanbrengen van merkblikjes op geslacht vee, in het bijzonder geslacht pluimvee alsook de inzichting dewelke daartoe   gebruikt   kan worden. 



   Bij het met de hand of automatisch aanbrengen van merkblikjes werd tot op heden meestal gebruik gemaakt van toestellen waarbij merkblikjes, voorzien van oprolbare tandjes,   een   na   een   zijdelings toegevoerd worden vanaf een opgerolde stripband waar de merkblikjes de   een   naast de andere liggen en nog gedeeltelijk aan elkaar vastzitten. 



   Het aan te brengen merkblikje moet dan eerst nog van de rest van de band worden   aFgesneden   alvorens in het geslacht pluimvee te worden vastgehecht. 



   Dit afsnijden, alsook het zijdelings opschuiven van de band over een afstand van precies de breedte van   een   merkblikje, stelt tal van eisen en problemen aan het tangmechanisme met alle nadelige gevolgen vandien. 



   Anderzijds is vanuit de praktische standhoek bekeken een moeilijk te hanteren en volumineuze striprol niet ideaal voor een met de hand te bedienen tang. 



   Het doel van de huidige uitvinding is een nieuwe bevoorradingswijze van merkblikjes voor te stellen waarbij de inrichting of tang voor het aanbrengen van de merkblikjes in het pluimvee heel wat eenvoudiger kan uitgevoerd worden en met een grotere bedrijfszekerheid. 



   De werkwijze volgens de uitvinding bestaat er aldus uit de merkblikjes op elkaar te stapelen waardoor ze dus elk afzonderlijk en vlak op elkaar komen te liggen in stapels die dan in een langwerpig bevoorradingsmagazijn kunnen ge- 
 EMI2.1 
 plaatst worden van een inrichting voor het een na een aanbrengen van de merkblikjes. 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 



   De uitvinding omvat tevens een inrichting voor het verwerken van op elkaar gestapelde merkblikjes met oprolbare tandjes waarbij het bovenaanliggende blikje door een stootstuk in de richting van de tandjes verplaatst wordt zodat de tandjes door een gebogen aambeeldvlak opgerold worden en zich in het vel van het geslacht vee kunnen vasthechten. 



   De uitvinding zal verduidelijkt worden door de hiernavolgende beschrijving van een uitvoeringsvorm waarbij verwezen wordt naar de bijbehorende tekeningen waarin : figuur 1 : een aanzicht is in perspektief van een voorrad of    stapel merkblikjes   volgens de uitvinding ; figuur 2 : een schematische voorstelling is van een inrichting voor   het   aanbrengen van merkblikjes vanaf een Stapel ; figuur 3 : is een lengtedoorsnede van een vereenvoudigde uitvoering van een tang voor het aanbrengen van merkblikjes ; figuur 4 : is een doorsnede van een detail van het stootstuk ; figuur 5 : is een linker zijaanzicht van een andere uitvoering van da tanginrichting ; figuur 6 : is een rechter zijaanzicht van de tang volgens de figuur 5. 



   Zoals afgebeeld op de   figuur   1 liggen da merkblikjes 1 vlak op elkaar waarbij de    tandjes 2 zich   in een lengterichting uitstrekken. 



   Bij voorkeur zullen de merkblikjes bij aldus verkregen stapels over een bepaalde hoogte of een bepaald aantal blikjes met elkaar verbonden worden met een kleefstof die bijvoorbeeld aan de buitenzijde van de stapels kan aangebracht worden in de vorm van een Film. 



   De Figuur 2 toont een inrichting voor het aanbrengen van merkblikjes 1 vanaf een stapel zoals afgebeeld in de Figuur 1. 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 



   Deze inrichting bestaat in hoofdzaak uit een langwerpig magazijn 3 die een stapel merkblikjes kan opvangen en die voorzien is van een permanent duworgaan 4 met een bij voorkeur éénpuntskontakt of kogel 5. 



   Aan het vrije uiteinde van het magazijn 3 worden de merkblikjes tegengehouden door de neus 6 van een stootstuk   7 ;   tegenover het stootstuk 7 bevindt zieh een aambeeld 8 voorzien van een gebogen vlak 9. Dit aambeeld kan vast of beweegbaar opgesteld worden zoals verder in de beschrijving zal beschreven worden. 



   Oe neus van het stootstuk 7 is zodanig uitgewerkt dat een trapje 10 gevormd is die overeenkomt met de dikte van   een   merkblikje. 



   Bij het verplaatsen van het stootstuk 7 volgens de pijl Fl zal bijgevolg   een   merkblikje volgens zijn lengteas verschuiven zodanig dat de oprolbare tandjes 2 zieh tegen het gebogen vlak 9 van het aambeeld 8 oprollen en bijgevolg in het vel van het geslacht vee vasthechten. 



   De inrichting zoals afgebeeld op de figuur 2 kan bijvoorbeeld uitgewerkt worden als een met de hand bediende tang   (figuur     3)   met twee om   een   punt draaiende staven. 



  Een der staven is verwezenlijkt als een langwerpig magazijn 13 en de andere staaf 12 is aan   een   uiteinde scharnierend verbonden in 14 met het magazijn 13 en aan het andere uiteinde voorzien van een stootpin 15 die samenwerkt met een gleuf 16 voorzien in de achterzijde van het stootstuk 7. 



   Aan het vrije uiteinde van het magazijn 13 is een geleidingsblok 17 voorzien in dewelke het stootstuk 7 zieh rechtlijnig kan verplaatsen. 



   Tegenover het stootstuk 7 is een aambeeld 18 gemonteerd met een gebogen vlak 9. Dit aambeeld 18 is scharnierend bevestigd rond een as 19 die deel uitmaakt van een beugel 20. 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 



   Oe stapel met merkblikjes 1 worden permanent naar het vrije uiteinde van het magazijn 13 geduwt door middel van een kogel 21 die deel uitmaakt van een stang 22 die telescopisch in een buis glijdt en onderhavig is aan de werking van een veer 24. De buis 23 is bevestigd op een sluitstuk 25 die aan het gesloten uiteinde van het magazijn 13 kan vergrendeld worden. 



   Indien een kracht uitgeoefend wordt op de staaf 12, zwenkt deze om de as 14 volgens de pijl F2 en de stootpin 15 werkt in op   het   stootstuk 7 dewelke zich in lengterichting verplaatst. 



   Het bovenaanliggende merkblikje 1 wordt meegenomen en da tandjes 2 rollen zich op tegen de gebogen vorm 9 van het aambeeld 18. Wanneer de tandjes 2 volledig opgerolt zijn 
 EMI5.1 
 zit het merkblikje 1 vastgehecht in het vel van het geslacht pluimvee. 



   Om dit merkblikje nu los te laten van da tang zijn er twee mogelijkheden : - ofwel laat men de staaf 12 terugzwenken in tegengestel- da richting van de pijl F2 ; - ofwel laat men de staaf 12 samenwerken met de beugel 20, waarin het aambeeld 18 vastzit, zodanig dat dit geheel zich van het magazijn 13 kan verwijderen en het aambeeld 
 EMI5.2 
 18 rond de as 19 kan draaien en aldus het merkblikje 1 loslaat wanneer de tandjes volledig opgerold zijn. 



   Deze laatste uitvoering is toegepast in een andere uitvoeringsvorm van da uitvinding die afgebeeld is op de figuren 5 en 6. 



   Aangezien de kracht die op de staaf 12   (Figuur   3) moet uitgeoefend worden tamelijk groot is wordt een hendel 30 voorzien   (Figuren     5, 6) dewelke   door een heFboomsysteem de staaf 12 bediend en aldus de behandelingskracht verminderd. 



     Deze   hendel 30 kan scharnieren rond een as 31, bevestigd op het magazijn 13, en is voorzien van een arm 32 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 waarvan het uiteinde door middel van een pen 34 samenwerkt met een uitsparing 36 in de staaf 12. 



   Deze staaf 12 kan steeds in een normale open stand gehouden worden door de werking van een veer 38. 



   Zoals op de figuur 6 afgebeeld is kan een pen 40 die bevestigd is op de staaf 12 samenwerken met een nok 42 die deel uitmaakt van de beugel 20 waarin het aambeeld 18 kan scharnieren. 



   Oe vorm van de nok 42 is zodanig uitgewerkt dat de beugel 20, in het beginstadium van de verplaatsing van de staaf 12 en bijgevolg bij het oprollen van de tandjes 2 tegen het aambeeld 18, niet kan bewegen maar van zodra de staaf 1 en het stootstuk 7 het merkblik   l over   een voldoende afstand verplaatst hebben om de tandjes 2 volledig op te rollen kan de beugel 20 zijwaarts zwenken waardoor het merkblikje, die in het vel vastgehecht zit, losgelaten wordt.

Claims

EISEN 1. Werkwijze voor het aanbrengen van merkblikjes in het bijzonder op geslacht pluimvee waarbij da merkblikjes voorzien zijn van oprolbare tandjes met het kenmerk dat de merkblikjes op elkaar gestapeld worden waardoor ze dus elk afzonderlijk en vlak op elkaar komen te liggen in stapels die dan in een langwerpig bevoorradingsmagazijn kunnen ge- EMI7.1 plaatst worden van een inrichting voor het een na een aan- brengen van de merkblikjes in het vel van geslacht vee.
2. Werkwijze volgens eis 1, met het kenmerk dat de aldus verkregen stapels merkblikjes over een bepaalde hoogte oF met een bepaald aantal blikjes met elkaar verbonden worden door een kleefstof of een gelijkaardig produkt.
3. Werkwijze volgens eis 2 met het kenmerk dat de merkblikjes van een stapel met elkaar verbonden zijn door een kleefstof of een gelijkaardig produkt die aan de buitenzijde van de stapel is aangebracht in de vorm van een film.
4. Inrichting voor het verwerken van merkblikjes volgens de-werkwijze van eis 1 met het kenmerk dat het bovenaanliggende blikje van een stapel door een stootstuk (7) verplaatst wordt in de richting overeenstemmend met de richting van de op te rollen tandjes (2) zodanig dat de tandjes tegen een gebogen vlak (9) van een aambeeld Ca) worden gedrukt en opgerold terwijl ze zich in het vel van geslacht vee kunnen vasthechten.
5. Inrichting volgens eis 4, met het kenmerk dat ze in hoofdzaak bestaat uit een langwerpig magazijn tl33 en een staaf [12) die scharnierend verbonden is met het magazijn (13) en die samenwerkt met het stootstuk [7] om aan deze een rechtlijnige verplaatsing te kunnen geven. <Desc/Clms Page number 8>
6. Inrichting volgens eis 4, met het kenmerk dat het stootstuk (7) voorzien is van een neus [6] die zodanig is uitgewerkt dat een trapje gevormd is die overeenkomt met EMI8.1 de dikte van een merkblikje.
7. Inrichting volgens eis 5, met het kenmerk dat de stapel met merkblikjes (l) dewelke in het langwerpig magazijn (13] geplaatst zijn voortdurend naar het vrije uiteinde van het magazijn [13] geduwt wordt door middel van een orgaan [4] die slechts met een éénpuntskontakt op de stapel ingrijpt.
8. Inrichting volgens eis 4, met het kenmerk dat een in het vel van geslacht vee vastgehecht merkblikje van de inrichting losgelaten wordt doordat het aambeeld C83 zich van het magazijn Cl3 kan verwijderen wanneer de tandjes [2] van het merkblikje volledig opgerold zijn.
9. Inrichting volgens de eisen 4 en 5, met het kenmerk dat een hendel (30] voorzien is die eveneens scharnierend verbonden is met het magazijn en door een hefboomsysteem de staaf [12] bediend om de behandelingskracht van de tang te verminderen.
10. Inrichting volgens de eisen 4 en 5, met het kenmerk dat de staaf [12] door een pen (40) samenwerkt met een nok z die deel uitmaakt van de bevestiging van het aambeeld (18) zodanig dat wanneer de tandjes van het merkblikje volledig opgerold zijn het aambeeld (18) van het magazijn (13) kan wegzwenken.