BE898561A

BE898561A - Klittenband-verpakking.

Info

Publication number: BE898561A
Application number: BE0/212121A
Authority: BE
Original assignee: Hevatex Bandfab Bv
Priority date: 1983-01-28
Filing date: 1983-12-27
Publication date: 1984-04-16
Also published as: DE8337667U1; IT8452861V0; FR2540077A1; DE3370784D1; IT1178829B; GB8401070D0; GB2134881A; DK22184D0; EP0122981B1; GR79466B; IT8467056A0; DK22184A; EP0122981A2; GB2134881B; CA1218035A; EP0122981A3; NL8300317A

Abstract

Een klittenband-verpakking,waarin de beide samenstellende bandvormige klittenbanddelen elk in de vorm van een rol zijn opgenomen. Volgens de uitvinding omvat de verpakking twee elk in dwarsdoorsnede tenminste een gedeelte van een cirkel vormende compartimenten,die elk één der rollen opnemen,terwijl de compartimenten met een gemeenschappelijke uitlaat zijn uitgevoerd,via welke de samenwerkende bandvormige klittenbanddelen in tot de klittenband gekoppelde vorm afvoerbaar zijn.

Description

BESCHRIJVING behorende bij een
UITVINDINGSOCTROOIAANVRAGE ten name van
Bandfabriek Hevatex B. V. voor : "Klittenband-verpakking" Met recht van voorrang op de octrooiaanvrage ingediend in Nederland op 28 januari 1983, NO 83.00317.

Klittenband-verpakking.

De uitvinding heeft betrekking op een klittenbandverpakking, waarin de beide samenstellende bandvormige klittenbanddelen elk in de vorm van een rol zijn opgenomen.

In een bekende uitvoering van een dergelijke klittenband-verpakking worden de beide rollen klittenbanddelen tezamen in een zak, blister of doos verpakt. Hierbij bestaat evenwel het gevaar, dat de rollen ongewild weer uitrollen en met elkaar verward raken, waardoor bemoeilijkt wordt, een stuk van een bepaalde lengte van de rollen klittenbanddelen af te knippen of af te snijden.

De onderhavige uitvinding beoogt een klittenbandverpakking te verschaffen, welke dit bezwaar op bijzonder effectieve wijze opheft.

Hiertoe wordt de klittenband-verpakking volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt, dat de verpakking twee elk in dwarsdoorsnede ten minste een gedeelte van een cirkel vormende compartimenten omvat, die elk een der rollen opnemen, terwijl de compartimenten met een gemeenschappelijke uitlaat zijn uitgevoerd, via welke de samenwerkende bandvormige klittenbanddelen in tot de klittenband gekoppelde vorm afvoerbaar zijn.

Op deze wijze wordt in de eerste plaats voorkomen, dat de rollen op willekeurige wijze kunnen uitrollen en met elkaar verward kunnen raken.

Daar de beide samenstellende klittenbanddelen de uitlaat van de verpakking in gekoppelde vorm verlaten, wordt het voorts bijzonder gemakkelijk, om een stuk klittenband van een bepaalde lengte af te knippen of af te snijden.

Volgens een eerste uitvoering van de klittenband-

verpakking volgens de uitvinding zijn de compartimenten naast elkaar gelegen en vormen deze elk in dwarsdoorsnede een gedeelte van een cirkel, dat groter is dan een halve cirkel en kleiner is dan een gehele cirkel, terwijl de beide compartimenten via een versmald gebied op elkaar aansluiten en met elkaar in open verbinding staan, waarbij aan één zijde van dit versmalde gebied de uitlaat is gevormd.

Volgens een tweede uitvoering van de klittenbandverpakking volgens de uitvinding liggen de beide compartimenten met elkaar in lijn en vormen deze elk in dwarsdoorsnede althans ongeveer een gehele cirkel, waarbij op elk compartiment een uitlaatgedeelte aansluit en deze uitlaatgedeelten eveneens met elkaar in lijn liggen, terwijl tussen de beide compartimenten een scheidingswand is gelegen.

De uitvinding zal hierna worden toegelicht aan de hand van de tekening, die enige uitvoeringsvoorbeelden van een klittenbandverpakking volgens de uitvinding weergeeft.

Fig. l is een bovenaanzicht van een eerste uitvoering van een klittenband-verpakking volgens de uitvinding.

Fig. 2 geeft perspectivisch de samenstellende elementen van een tweede uitvoering van de klittenband-verpakking volgens de uitvinding weer.

Fig. 3 is een perspectivisch aanzicht van de, uit de elementen volgens fig. 2 samengebouwde, klittenbandverpakking.

Fig. 4 toont perspectivisch de, in de klittenbandverpakking volgens fig. 3 opgenomen, rollen van de beide samenstellende bandvormige klittenbanddelen.

In fig. l is een eerste uitvoeringsvoorbeeld weergegeven van de klittenband-verpakking, waarin de beide samenstellende bandvormige klittenbanddelen 1, 2 elk in de vorm van een rol 3, respectievelijk 4 zijn opgenomen.

De verpakking omvat twee op elkaar aansluitende en met elkaar in open verbinding staande, naast elkaar gelegen compartimenten 5,6, die elk een der rollen 3, respectievelijk 4 opnemen.

Elk compartiment 5,6 vormt in dwarsdoorsnede een gedeelte van een cirkel, dat groter is dan een halve cirkel, doch kleiner is dan een gehele cirkel. Op deze wijze wordt bereikt, dat de beide compartimenten 5,6 via een versmald gebied 7 op elkaar aansluiten, waarbij in dit versmalde gebied 7 de beide bandvormige klittenbanddelen 1, 2 met elkaar in aanraking komen en tot de klittenband 8 worden gekoppeld. Deze klittenband 8 verlaat de verpakking via een uitlaat 9'in het buitenste eindvlak van een tuitvormig uitsteeksel 9, dat aan één zijde van dit versmalde gebied 7 is gelegen.

De verpakking bestaat uit een blister 10, die een doorgedrukt gedeelte 11 bezit, dat de buitenwand 12 en de opstaande zijwand 13 van de compartimenten 5,6 en van het tuitvormige uitsteeksel 9 vormt. De blister 10 omvat voorts een vlak wanddeel 14, dat evenwijdig aan de buitenwand 12

van de compartimenten 5,6 verloopt en dat op de opstaande zijwanden 13 van deze compartimenten 5,6 en van het tuitvormige uitsteeksel 9 aansluit. De opstaande zijwand 13 van de compartimenten 5,6 heeft een licht conisch, vanaf de buitenwand 12 naar het vlakke wanddeel 14 toe enigszins buitenwaarts hellend, verloop. Het vlakke wanddeel 14 is op een drager 15 bevestigd, die een eindwand van de compartimenten 5,6 en van het tuitvormig uitsteeksel 9 vormt.

Deze bevestiging vindt bijvoorbeeld met behulp van plakken of warm-plakken of van nieten 16 plaats. De drager 15 kan met een ophangoog 17 zijn uitgevoerd.

De hoogte van de compartimenten 5,6 en van het tuitvormig uitsteeksel 9 en de lengte van de uitlaat 9' komen althans ongeveer met de breedte van de klittenbanddelen l, 2 overeen.

De breedte van de uitlaat 9'komt althans ongeveer met de dikte van het klittenband 8 overeen. Met voordeel kunnen de randen van de uitlaat 9'enige druk op het klittenband 8 uitoefenen. Desgewenst kunnen de samenstellende bandvormige klittenbanddelen 1, 2 aan de buitenzijde zelfklevend zijn uitgevoerd en met siliconenpapier zijn afgedekt. In dat geval wordt uiteraard de breedte van de uitlaat 9'dienovereenkomstig vastgesteld.

Bij elk compartiment 5,6 is in de buitenwand 12 een centrale centreer-doordrükking 18 gevormd, die op de betreffende rol 3,4, als deze bijna is afgewikkeld, een centrerende werking uitoefent. Hierdoor blijven de rollen

3, 4 hun plaats in hun compartiment 5,6 tot het laatst toe behouden. Uiteraard kunnen de centreer-doordrukkingen ook in de drager 15 ziJn gevormd.

In de fig. 2,3 en 4 is een gewijzigde uitvoering van de klittenband-verpakking volgens de uitvinding weergegeven, welke in hoofdzaak daarin van de in het voorgaande beschreven klittenband-verpakking volgens fig. 1 verschilt, dat de beide compartimenten 19,20 niet naast elkaar zijn gelegen, doch met elkaar in lijn liggen.

De compartimenten 19,20 vormen in dwarsdoorsnede althans ongeveer een gehele cirkel, terwijl op elk compartiment 19,20 een uitlaatgedeelte 21 aansluit. Deze uitlaatgedeelten 21 liggen eveneens met elkaar in lijn en eindigen in een gemeenschappelijke uitlaat 22.

Tussen de beide compartimenten 19,20 is een scheidingswand 23 gelegen, die ter plaatse van het uiteinde van de beide uitlaatgedeelten 21 een uitsparing 24 bezit. De beide uitlaatgedeelten 21 verlopen tangentiaal ten opzichte van hun compartiment 19, respectievelijk 20 en bezitten een hoogte, welke van de compartimentshoogte afneemt-tot ongeveer de dikte van het betreffende klittenbanddeel 1, respectievelijk 2, welke hoogte op enige afstand van de uitlaat 22 reeds wordt bereikt.

Zoals uit fig. 3 blijkt komen de beide klittenbanddelen 1, 2, nadat deze in het betreffende uitlaatgedeelte 21 elk over een kwart slag zijn gedraaid, ongeveer ter plaatse van de uitsparing 24 in de scheidingswand 23 met elkaar in

aanraking, zodat zij tezamen via de gemeenschappelijke uitlaat 22 uit de klittenband-verpakking kunnen worden getrokken.

Ook in deze uitvoering komt de hoogte van de compartimenten 19,20 en de lengte van de uitlaat 22 althans ongeveer met de breedte van de klittenbanddelen l, 2 overeen, terwijl de breedte van de uitlaat 22 althans ongeveer met de dikte van het klittenband 8 overeenkomt.

De breedte van de uitlaat 22 kan desgewenst weer zodanig zijn, dat de randen van de uitlaat 22 enige druk op de klittenband 8 uitoefenen. Elk compartiment 19,20 is in zijn buitenste eindwand van een centrale centreerdoordrukking 25 voorzien.

De klittenband-verpakking volgens de fig. 2,3 en 4 is gevormd uit twee blisters 26,27, die elk een doorgedrukt gedeelte bezitten, dat de buitenwand 28 en de opstaande zijwand 29 van het betreffende compartiment 19,20 en van het betreffende uitlaatgedeelte 21 vormt. Elke blister 26,27 omvat voorts een vlak wanddeel 30, dat evenwijdig aan de buitenwand 28 van het betreffende compartiment 19, 20 verloopt en dat op de opstaande zijwand 29 van dit compartiment 19,20 en van het bijbehorende uitlaatgedeelte 21 aansluit. De vlakke wanddelen 30 van de beide blisters 25, 26 zijn op tegenover gelegen zijden van een, de scheidingswand 23 vormende drager bevestigd, die een eindwand van de compartimenten 19,20 vormt en die weer met een ophangoog 31 is uitgevoerd.

De uitvinding is niet beperkt tot de in de tekening weergegeven uitvoerlngsvoorbeelden, die op verschillende manieren binnen het kader der uitvinding kunnen worden gevarieerd.

Claims

Conclusies l. Klittenband-verpakking, waarin de beide samenstellende bandvormige klittenbanddelen elk in de vorm van een rol zijn opgenomen, met het ken mer k, dat de verpakking twee elk in dwarsdoorsnede tenminste een gedeelte van een cirkel vormende compartimenten omvat, die elk één der rollen opnemen, terwijl de compartimenten met een gemeenschappelijke uitlaat zijn uitgevoerd, via welke de samenwerkende bandvormige klittenbanddelen in tot de klittenband gekoppelde vorm afvoerbaar zijn.
2. Klittenband-verpakking volgens conclusie. 1, m e-t-h e t ken mer k, dat de compartimenten naast elkaar zijn gelegen en elk in dwarsdoorsnede een gedeelte van een cirkel vormen, dat groter is dan een halve cirkel en kleiner is dan een gehele cirkel, terwijl de beide compartimenten via een versmald gebied op elkaar aansluiten en met elkaar in open verbinding staan, waarbij aan één zijde van dit versmalde gebied de uitlaat is gevormd.
3. Klittenband-verpakking volgens conclusie 2, met het ken mer k, dat aan de genoemde zijde van het versmalde gebied een tuitvormig uitsteeksel is gevormd, dat in het buitenste eindvlak de uitlaat bezit.
4. Klittenband-verpakking volgens één der voorgaande conclusies, met het ken mer k, dat deze is gevormd uit een blister, die een doorgedrukt gedeelte bezit, dat de buitenwand en de opstaande zijwand van de compartimenten vormt, terwijl de blister voorts een vlak <Desc/Clms Page number 10> wanddeel omvat, dat evenwijdig aan de buitenwand van de compartimenten verloopt en dat op de opstaande zijwanden van deze compartimenten aansluit, waarbij dit vlakke wanddeel op een drager is bevestigd, die een eindwand van de compartimenten vormt. EMI10.1
5. Klittenband-verpakking volgens conclusie 1, met k, dat de beide compartimenten met elkaar in lijn liggen en elk in dwarsdoorsnede althans ongeveer een gehele cirkel vormen, waarbij op elk compartiment een uitlaatgedeelte aansluit en deze uitlaatgedeelten eveneens met elkaar in lijn liggen, terwijl tussen de beide compartimenten een scheidingswand is gelegen.
6. Klittenband-verpakking volgens conclusie 5, met het ken m er k, dat de beide uitlaatgedeelten althans ongeveer tangentiaal ten opzichte van hun compartimenten verlopen en een hoogte bezitten, welke van de compartimentshoogte atneemt tot ongeveer de dikte van het betreffende klittenbanddeel.
7. Klittenband-verpakking volgens conclusie 5 of 6, met het ken mer k, dat de scheidingswand ter plaatse van althans het uiteinde van de beide uitlaatgedeelten een uitsparing bezit.
8. Klittenband-verpakking volgens conclusie 5, 6 of 7, m e t h e t k e n m e r k, dat deze is gevormd uit twee blisters, die elk een doorgedrukt gedeelte bezitten, dat de buitenwand en de opstaande zijwand van het betreffende compartiment en van het betreffende uitlaatge- <Desc/Clms Page number 11> deelte vormt, terwijl elke blister voorts een vlak wanddeel omvat, dat evenwijdig aan de buitenwand van het betreffende compartiment verloopt en dat op de opstaande zijwand van dit compartiment en van het bijbehorende uitlaatgedeelte aansluit, waarbij de vlakke wanddelen van de beide blisters op tegenover gelegen zijden van een, de scheidingswand vormende drager zijn bevestigd, die een eindwand van de compartimenten vormt.
9. Klittenband-verpakking volgens één der voorgaande conclusies, met het ken mer k, dat de hoogte van de compartimenten en de lengte van de uitlaat althans ongeveer met de breedte van de klittenbanddelen overeenkomen.
10. Klittenband-verpakking volgens één der voorgaande conclusies, met het ken mer k, dat de breedte van de uitlaat althans ongeveer met de dikte van het klittenband overeenkomt.
11. Klittenband-verpakking volgens één der voorgaande conclusies, met het ken mer k, dat de breedte van de uitlaat zodanig is, dat de langsranden van de uitlaat enige druk op het klittenband uitoefenen.
12. Klittenband-verpakking volgens één der voorgaande conclusies, met het ken mer k, dat elk compartiment in één van de eindwanden een centrale centreerdoordrukking bezit.