<Desc/Clms Page number 1>
BESCHRIJVING behorende bij een
UITVINDINGSOCTROOIAANVRAGE ten name van
Willy Rombaut voor :"Werkwijze en inrichting voor het elektronisch overbrengen van informatie".
<Desc/Clms Page number 2>
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het elektronisch overbrengen van meerdere informaties naar verschillende ontvangpunten, alsook op een inrichting voor het toepassen van deze werkwijze.
Het gebeurt veelvuldig dat meerdere informaties, zoals bijvoorbeeld sturingsbevelen, meetresultaten of controle informaties, naar één of meerdere ontvangpunten dienen overgebracht te worden.
Indien men voor het overbrengen van deze gegevens telkens geen afzonderlijke overdrachtlijn wil voorzien is het nodig beroep te doen op één of ander middel voor het kombineren van de gegevens op een gemeenschappelijk overdrachtmiddel.
Een dergelijk middel wordt bijvoorbeeld gevormd door het zogenoemd "multiplex"systeem met tijdindelingen welke de overdracht omvat van door elkaar lopende impulsen die behoren tot de verschillende over te brengen informaties.
Een dergelijk systeem is echter moeilijk bruikbaar en is slechts verantwoord voor grote inrichtingen, zoals bijvoorbeeld telefoonnetten.
Aldus, indien het in tegendeel kleine installaties betreft, zoals elektrische verlichtings-of stroomverdelingsinstallaties, welke al dan niet gekombineerd zijn met een veiligheid- installatie, is het"multiplex"systeem veel te ingewikkeld.
De uitvinding heeft tot doel een systeem voor te stellen dat toelaat, bij middel van relatief eenvoudige en weinig kostelijke middelen, die gemakkelijk geïnstalleerd kunnen worden, een veelvoud van informaties over te brengen, zoals instructies en meet-of detectieresultaten vanaf één of meerdere punten naar één of meerdere ontvangelementen waar de inlichtingen behandeld en voor verschillende doeleinden gebruikt kunnen worden.
Tot dit doel is de werkwijze voor het elektronisch overbrengen van informatie gekenmerkt door het feit dat men deze impulsen overbrengt op een gesloten gemeenschap-
<Desc/Clms Page number 3>
pelijke lijn, men op een punt van deze gemeenschappelijke lijn de voorste impuls of groep impulsen afneemt en de volgende impulsen hun weg laat vervolgen op de gemmenschappelijke lijn, men inwerkt op de afgenomen impuls of groep impulsen om er de over te brengen informatie op toe te passen en men de aldus behandelde impuls of groep impulsen op een gemeenschappelijke antwoordlijn stuurt, men deze afneem-en behandelingsbewerkingen van de telkens verschillende voorste impuls of groep impulsen zoveel malen als nodig voor het overbrengen van alle voor een transmissie voorziene informaties uitvoert, men de op de antwoordlijn behandelde reeks impulsen stuurt naar een ontvangmiddel waarin men,
in functie van de kloksequentie, de verschillende behandelde impulsen afzondert voor het gebruik van hun informatieinhoud en men de eerste klokimpuls of groep impulsen, na deze die aangewend werden voor de transmissie van informaties, gebruikt om de afneemmiddelen in hun oorspronkelijke stand te brengen en om de klokimpulsgenerator een nieuwe cyclus te doen uitvoeren.
Doelmatig voert men de afname van de impulsen uit bij middel van een elektronische teller.
De uitvinding heeft eveneens betrekking op een inrichting voor het toepassen van de hierboven beschreven werkwijze, welke inrichting gekenmerkt is door het feit dat ze een klokimpulsgenerator, een gesloten gemeenschappelijke transmissielijn en, op verschillende punten van deze lijn, middelen voor het afnemen van impulsen omvat, waarbij elk van deze middelen met behulp van een elektronische teller de voorste impuls of groep impulsen afneemt welke er aankomt, terwijl toegelaten wordt dat de daarop volgende klokimpulsen hun weg vervolgen naar een volgend afneemmiddel, zodanig dat elk afneemmiddel een andere impuls of groep klokimpulsen afscheidt,
waarbij verder de impuls of groep impulsen die voorkomt aan de uitgang van het laatste afneemmiddel gestuurd wordt naar de klokimpulsgenerator om deze afneemmiddelen in hun oorspronkelijke stand te brengen en om de klokimpulsgenerator een nieuwe cyclus te doen aanvangen, en waarbij de door elk afneemmiddel afgetrokken impuls of groep impulsen overgebracht wordt naar middelen voor het be-
<Desc/Clms Page number 4>
handelen van de impuls of groep impulsen om de over te brengen informatie erop toe te passen,
en waarbij tenslotte de middelen voor het behandelen van de impuls of groep impulsen deze laatste nadien stuurt langs een gemeenschappelijke antwoordlijn naar een ontvangmiddel waarin opnieuw elke behandelde impuls of groep impulsen afgezonderd wordt volgens de kloksequentie en elk behandelde en aldus afgezonderde impuls of groep impulsen gestuurd wordt naar een kringloop waarin de door de impuls of groep impulsen voorgestelde informatie gebruikt wordt.
Zoals men er zich rekenschap van kan geven, bestaat het originele van de uitvinding in de mogelijkheid na elk ontvangelement de informaties die voor dit laatste niet bestemd zijn verder door te sturen naar andere ontvangelementen en dit op een eenvoudige manier bij middel van één enkele gesloten transmissielijn.
Andere bijzonderheden en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hierna volgende beschrijving van enkele specifieke uitvoeringsvormen van de uitvinding ; deze beschrijving wordt enkel als voorbeeld gegeven en beperkt de uitvinding niet ; de hierna gebruikte verwijzingscijfers hebben betrekking op volgende figuren : - figuur 1 die een vereenvoudigd schema voorstelt van een impulsafneemkring volgens de uitvinding.
- figuur 2 die een blokschema voorstelt van een verlichtingsbedieningsinstallatie welke gecombineerd is met een veiligheidsinrichting en waarin beroep gedaan wordt op de werkwijze volgens de uitvinding voor het elektronisch overbrengen van informaties.
De in figuur l voorgestelde impulsafneemkring is bestemd om telkens de voorste impuls of groep impulsen van een impulstrein of reeks impulsen die op een gemeenschappelijke gesloten lijn overgebracht worden af te trekken. Deze impulsen worden opgewekt door een niet voorgestelde klokimpulsgenerator, ook genoemd klokmultivibrator, en worden toegepast aan de ingang l van een elektronische teller 3. De eerste invallende klokimpuls brengt de uitgang 100 van de teller op een logicaniveau 1.
<Desc/Clms Page number 5>
Indien vervolgens het contact 11 van een drukknop bijvoorbeeld gesloten wordt, verschijnt een blok gegevens, die functie is van het toegepaste signaal, aan de tweede uitgang van een NAND-kring 5 waarvan de eerste ingang de uitgang op niveau 1 van de teller 3 ontvangt en die dus de blok gegevens overbrengt aan een transistor Tl die door een klokimpuls geleidend zal gemaakt worden opdat de gegevens naar een antwoordlijn Al overgebracht zouden kunnen worden. De klokimpuls wordt naar de transistor Tl overgebracht bij middel van een isoleertransistor T vanaf de gesloten lijn aan de ingang van de teller 3.
De gegevens die een instructie kunnen voorstellen, zoals het bevel een lamp aan te steken, het resultaat van een meting of het sluiten van een veiligheidscontact, worden dus op de antwoordlijn Al overgebracht naar een niet voorgesteld ontvangelement om er gebruikt of geëvalueerd te worden.
Praktisch zal het nuttig zijn dubbele impulsafneemmodules te fabriceren. Bijgevolg bevat de teller 3 een tweede uitgang 200 die op het logicaniveau 1 gebracht wordt door de tweede klokimpuls.
Een tweede NAND-poort wordt aan deze tweede uitgang 200 eveneens verbonden en het is mogelijk een overdracht van analoge gegevens te verrichten bij middel van een andere drukknop 12 bijvoorbeeld.
In de voorgestelde uitvoeringsvorm wordt een combinatie voorzien met een veiligheidsysteem en wordt dus in de module een tweede antwoordtransistor T 2 ingebouwd die inwerkt op een tweede antwoordlijn A2 met dezelfde werking als voor
EMI5.1
de eerste antwoordlijn Al.
De verschillende contacten 11 tot 14 zijn verbonden met de NAND-poorten 5 tot 8 door tussenkomst van optische schakelingen 10 die een galvanische scheiding van de kringen verzekeren.
Diodes 15 zorgen voor een wederzijdse ontkoppeling van de uitgangen van de poorten 5 tot 8 ten opzichte
<Desc/Clms Page number 6>
van de transistors T. en T-respectievelijk.
De derde klokimpuls brengt de derde uitgang 300 van de teller 3 op logicaniveau l dat toegepast wordt aan de ingang C I van de teller om deze laatste te blokkeren. Het uitgangsniveau 1 wordt eveneens gestuurd door een isoleertransistor 13 naar een normaal geblokkeerde transistor T 5 die dan geleidend wordt op het ogenblik dat een klokimpuls zich voordoet aan de basis van transistor T 4.
Bijgevolg, de klokimpulsen die volgen op deze die afgenomen zijn in de hierboven beschreven afneemkring kunnen hun weg vervolgen op de overdrachtlijn 4 naar andere afneemmodules.
De teller 3 wordt in zijn oorspronkelijke stand teruggebracht dankzij een impuls die aan zijn ingang 2 toegepast wordt en een nieuwe cyclus kan aldus opnieuw beginnen.
Deze impuls voor het brengen in de oorspronkelijke stand wordt opgewekt op een wijze die hierna meer in detail beschreven zal worden. Het is dus mogelijk bij middel van elke afneemkring : 1) de voorste impuls of groep impulsen van een impulstrein die bij deze afneemkring aankomen af te nemen en
2) toe te laten aan de volgende impulsen van de trein hun weg te vervolgen.
Bijgevolg scheidt elke afneemkring een welbepaalde impuls of groep impulsen van de impulstrein af.
Deze impuls of groep impulsen kan dan gebruikt worden voor het opnieuw overbrengen van een informatie die gebonden is aan de afneemkring, bijvoorbeeld door het al of niet
EMI6.1
overbrengen van een overeenkomstige impuls op de antwoordlijn A. of A2 (al niet modulatie).
Aangezien de stand in de tijd van de impuls bepaald wordt door de frekwentie van de klok, kunnen de antwoordlijnen A 1 en A2 van elke afneemkring een gemeenschappelijke antwoordlijn vormen welke de antwoordimpulsen draagt.
<Desc/Clms Page number 7>
Hierna wordt thans, met verwijzing naar figuur 2, het samenbrengen van meerdere impulsafneemmodules beschreven welke gecombineerd zijn in een verlichtingsbedieninstallatie in combinatie met een veiligheidssysteem.
De kern van de installatie wordt gevormd door in figuur 1 geïllustreerde impulsafneemmodules.
Deze modules 33 tot 39 worden geschakeld in een gemeenschappelijke lijn 31 die vertrekt aan een hoofdmodule 29. Deze laatste omvat een klokmultivibrator die zijn impulsen toepast op de gemeenschappelijke lijn 31, op een willekeurige aangepaste frekwentie welke funktie is van de overwogen toepassing.
De impulstrein komt aan bij een eerste afneemmodule 33 waar de voorste impuls of groep impulsen afgenomen wordt, terwijl de daarop volgende impulsen gestuurd worden naar de volgende module 34 waar opnieuw een afname plaats heeft met een overdracht van de volgende impulsen enz. tot aan de laatste module 39.
De eerste impuls of groep impulsen welke deze laatste module 39 verlaten, worden teruggestuurd op een lijn 40 naar de hoofdmodule 29 waar ze gebruikt wordt om de klokosmultivilvator en de tellers van de afneemmodules terug in hun beginstand te brengen, zodanig dat een nieuwe cyclus begint.
Met deze hoofdmodule worden dan ontvangmodules 30 verbonden die bestaan uit afneemkringen die analoog zijn aan deze van de afneemmodules. Deze afneemkringen laten dus toe de antwoordimpulsen af te zonderen die afkomstig zijn van de afneemmodules 33 tot 39 en welke aankomen op één of twee antwoordlijnen, naargelang de afneemmodules al dan niet een beveiligingskring (gesloten circuit) zijn.
Elke informatieimpuls wordt dan gestuurd door een lijn 28 naar een bedieningsrelais of een andere toepassingscircuit 27.
De bedieningsrelais werken bijvoorbeeld in op lichtpunten 21 tot 26 van een verlichtingsinstallatie.
<Desc/Clms Page number 8>
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm worden de relais bediend door tussenkomst van een elektronische omschakelkring zodat een tweede bedieningsimpuls nodig is om door tussenkomst van de omschakelkring de toestand van de relais opnieuw te wijzigen.
De schakelmodules 30 kunnen verbonden worden met afficheerelementen, zoals lichtgevende diodes (LED) om de stand van werking van elke afneemkring aan te duiden.
De in figuur 2 voorgestelde installatie omvat eveneens een veiligheidssysteem.
Alle of een deel van de afneemmodules 33 tot 39 bevatten, naast bedieningsdrukknoppen, één of meerdere veiligheidscontacten of-detectors, waarvan de informatie overgebracht wordt, op het ogenblik dat overeenstemt met de klokimpuls van de ermee verbonden afneemmodule, naar de transistor T 2 en de antwoordlijn A2 van de module (zie figuur 1).
De informaties van het veiligheidssysteem op de tweede gemeenschappelijke antwoordlijn A2 worden behandeld op een wijze die analoog is aan deze van de bedieningsimpulsen op de antwoordlijn A. en worden gebruikt voor het bedienen van niet voorgestelde alarminrichtingen, die al of niet lichtpunten of dergelijke van deze installatie kunnen bedienen.
Een aangepaste gelijkstroom lage spanningsvoeding wordt in 40 voorzien voor de verschillende modules en elektronische kringen.
De elektrische stroom wordt bij voorkeur aangebracht op twee draden die verbonden zijn met de gemeenschappelijke gesloten lijn.
In plaats van het hierboven beschreven al of niet informatiesysteem spreekt het vanzelf dat eveneens een modulatie uitgevoerd kan worden volgens aangepaste normen van de afgenomen impulsen, zonder dat dit het principe van de uitvinding beïnvloedt. In dit geval zal het bijvoorbeeld mogelijk zijn fysische waarden over te brengen zoals informaties in verband met temperatuur-
<Desc/Clms Page number 9>
controle-regeling.
De uitvinding is zeker niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen en binnen het raam van de octrooiaanvrage kunnen nog andere toepassingen overwogen worden zoals bijvoorbeeld het onder controle houden van de verlichtingsinstallatie en de verwarming in iedere kamer afzonderlijk en dit gecentraliseerd op de receptie van een hotel of een hospitaal bijvoorbeeld. Het centraliseren van de oproepen van iedere kamer zonder dat na een eerste oproep deze herhaald kan worden.
Verder kan de werkwijze en inrichting volgens de uitvinding toegepast worden voor het controleren van sluiting van deuren en ramen, voor het in-en uitschakelen van verwarming voor het voortdurend onder controle houden van de verlichtingsinstallatie zowel in privéwoningen als in grotere gebouwen.