"Veiligheidsdeur" "Veiligheidsdeur".
Deze uitvinding heeft betrekking op glazen deuren, meer speciaal glazen veiligheidsdeuren, van het type waarbij
de eigenlijke deur in zogenaamd gelaagd glas is verwezenlijkt en waarbij, minstens onderaan en bovenaan, een metalen plint is aangebracht ten einde zulke deur te kunnen voorzien van geschikte sloten.
Men weet dat de bevestiging van zulke plinten op deuren
uit gelaagd glas zeer delikaat is, o.a. doordat een te onregelmatige druk op het glas zeer vlug tot beschadiging leidt die, alhoewel niet van die aard dat hierdoor de deur onveilig zou worden, niet toelaatbaar is.
Eveneens weet men dat er, bij veiligheidsdeuren, zoveel mogelijk getracht wordt de bevestigingselementen, zoals bijvoorbeeld schroeven, onzichtbaar aan te brengen ten einde demontage van zulke deur, minstens aan de buitenzijde, onmogelijk te maken.
Deze uitvinding heeft dan ook betrekking op een veiligheidsdeur uit gelaagd glas, waarbij de voornoemde plinten zodanig voorzien zijn dat niet enkel een zeer gelijkmatig verdeelde druk wordt uitgeoefend op het glas tijdens het klemmen van dit glas tussen de voornoemde plinten, doch
dat tevens, de bevestigingsschroeven, die toelaten deze plinten op het glas vast te klemmen, slechts bereikbaar zijn via de onderrand,' respektievelijk de bovenrand, van
de deur, randen die, bij een gesloten deur, totaal on-bereikbaar zijn.
In een bijkomende uitvoering zal zulke veiligheidsdeur uit twee gedeelten gelaagd glas worden uitgevoerd waarbij deze delen van elkaar gescheiden, respektievelijk met elkaar verbonden zijn door een geschikte dwarsligger, waarbij in zulke dwarsligger ruimte is voorzien voor het bevestigen
in zulke deur, van een centraal slot, al dan niet in supplement van de voornoemde sloten die in de boven- en/of onderplint zijn aangebracht.
De veiligheidsdeur volgens de uitvinding is van het type gevormd uit een gelaagd glaspaneel dat onderaan en bovenaan gevat is in een metalen plint, met het kenmerk dat iedere plint bestaat uit twee delen die in hoofdzaak evenwijdig zijn aan elkaar en die ieder voorzien zijn van een naar het ander deel gericht uitsteeksel, waarbij deze uitsteeksels met elkaar samenwerkende, ten opzichte van het glaspaneel schuin gerichte vlakken vertonen en waarbij, doorheen de voornoemde uitsteeksels, schroeven zijn voorzien die toelaten de voornoemde delen naar elkaar te verplaatsen, door het op elkaar inwerken van de voornoemde schuine vlakken.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, twee voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven van een veiligheidsdeur volgens de uitvinding met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin :
figuur 1 een vooraanzicht weergeeft van een veiligheidsdeur volgens de uitvinding; figuur 2 op groter schaal een doorsnede weergeeft volgens lijn II-II in figuur 1; figuur 3 een zicht is gelijkaardig aan dit van figuur 1, doch voor een uitvoeringsvariante; figuur 4 een doorsnede weergeeft volgens lijn IV-IV in figuur 3.
In de figuren 1 en 2 is een veiligheidsdeur 1 weergegeven die in hoofdzaak gevormd wordt door de eigenlijke deur 2 in gelaagd glas; een bovenplint 3 en een onderplint 4 in metaal, bijvoorbeeld aluminium; beschermingslatten, bijvoorbeeld geschikte profielen, respektievelijk 5 en 6, voor de zijranden van het glas; een handgreep 7 die in dit geval de verbinding vormt tussen de bovenplint en de onderplint; en in kombinatie met deze laatste, enerzijds, schematisch door 8 en 9 weergegeven scharnieren en, anderzijds, door 10 en 11 schematisch weergegeven sloten.
Zoals meer speciaal in figuur 2 weergegeven bestaan de voornoemde plinten 3 en 4 ieder uit twee elementen, respektievelijk 12 en 13, die, samengevoegd, een U-profiel of H-profiel vormen, in dit geval een H-profiel, één en ander zodanig dat aan één langse zijrand van het H-profiel een kamer 14 wordt gevormd waarin voorzieningen kunnen getroffen worden voor het bevestigen van een slot, scharnier of dergelijke, terwijl aan de andere langse zijrand van het H-profiel een ruimte 15 wordt gevormd waarin het glas kan gevat worden.
Dit glas wordt in deze ruimte 15 zodanig gevat dat het aan de drie zijden omgeven is door een relatief samendrukbaar materiaal, bijvoorbeeld in neopreen, respektievelijk 16,
17 en 18.
De delen 12 en 13 werken, volgens de huidige uitvinding,
in hoofdzaak met elkaar samen door middel van schuine vlakken, respektievelijk 19 voor het gedeelte 12 en 20 voor het gedeelte 16, waarbij in het gedeelte 12 doorgangen 21 zijn voorzien voor het lichaam 22 van schroeven 23, terwijl in het gedeelte 13 schroefdraadgaten 24 zijn aangebracht waarmede het schroefdraadgedeelte 25 van zulke schroeven 23 kan samenwerken.
In deze uitvoering is de naar het gedeelte 13 gerichte zijde van het gedeelte 12 nog voorzien van een klein nokje 26.
Zoals blijkt uit de tekeningen volstaat het de delen 12 en
13, samen met de materialen 16 tot 18, omheen de betrokken rand van het glaspaneel 2 te brengen, ten einde te verkrijgen dat de vlakken 19 en 20 in elkaars nabijheid worden gebracht om, op dit ogenblik de schroeven 23 aan te brengen met de bedoeling, door het aanschroeven van deze laatsten, te verkrijgen dat, door de aanwezigheid van de vlakken 19 en 20, en gebruikmakend van de speling tussen de schroeven
23 en de gaten 21, de delen 12 en 13 als het ware naar elkaar worden getrokken, waarbij de druk uitgeoefend door
de materialen 16 en 17 op het glaspaneel 2 zeer gelijkmatig is.
Tijdens het voornoemd aandrukken heeft het nokje 26 als doel dat, vooraleer dit nokje in aanraking komt met het gedeelte 13 de ruimte 15 relatief groot is terwijl, nadat het nokje 26 samenwerkt met het gedeelte 13 de delen 12 en
13 nagenoeg volledig evenwijdig zijn geplaatst waardoor de druk op het glaspaneel zuiver loodrecht is en de kans tot beschadigen nagenoeg volledig is uitgesloten.
In de figuren 3 en 4 is een variante weergegeven die verschilt van de eerste uitvoeringsvorm doordat de deur uit twee delen is verwezenlijkt waarbij deze twee delen gevormd worden door panelen in gelaagd glas, respektievelijk
27-28, die met elkaar verbonden zijn door een dwarsligger
29 waarop een handgreep 30 is bevestigd en waarin, bij voorkeur, een slot 31 zal voorzien worden.
In dit geval wordt de dwarsligger 29 gevormd uit twee delen, respektievelijk 32-33, die, door tussenkomst van lagen relatief samendrukbaar materiaal, bijvoorbeeld neopreen, respektievelijk 34, 35 en 36, de panelen 27 en 28 stevig omklemmen en met elkaar verbinden door middel
van twee reeksen geschikte schroeven, respektievelijk 37 en 38, die zo dicht mogelijk bij de zijrand van de glas-panelen worden geplaatst, ten einde ook hier de druk op deze panelen zo gelijkmatig mogelijk uit te oefenen.
Het is duidelijk dat op deze wijze een veiligheidsdeur wordt bekomen, gevormd in gelaagd glas, waarbij de bovenen onderplint en eventueel een middendwarsstuk, op geschikte wijze kunnen aangebracht worden over de betrokken zijranden van het gelaagd glas en op deze zijranden een geschikte druk uitoefenen.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de bijgaande tekeningen weergegeven uitvoeringen, doch zulke deur kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader der uitvinding te treden.
"Security door" "Security door".
This invention relates to glass doors, more particularly glass security doors, of the type where
the actual door is made of so-called laminated glass and where, at least at the bottom and top, a metal plinth is fitted in order to be able to provide such a door with suitable locks.
It is known that the fixing of such baseboards on doors
made of laminated glass is very delicate, among other things because too irregular pressure on the glass very quickly leads to damage which, although not of such a nature that the door would become unsafe, is not permissible.
It is also known that, in the case of security doors, every effort is made to invisibly attach the fastening elements, such as screws, in order to make it impossible to disassemble such a door, at least on the outside.
This invention therefore also relates to a safety door made of laminated glass, wherein the aforementioned skirting boards are provided in such a way that not only a very evenly distributed pressure is exerted on the glass during the clamping of this glass between the aforementioned skirting boards, but
that also the fastening screws, which allow to clamp these skirting boards to the glass, are only accessible via the bottom edge, respectively the top edge, of
the door, edges that are completely inaccessible when the door is closed.
In an additional embodiment, such a safety door will be made of two-part laminated glass, these parts being separated from each other or connected to each other by a suitable cross beam, whereby such cross beam is provided with space for fixing
in such a door, of a central lock, whether or not in addition to the aforementioned locks fitted in the top and / or bottom plinth.
The safety door according to the invention is of the type formed of a laminated glass panel, which is mounted at the top and bottom in a metal plinth, characterized in that each plinth consists of two parts which are substantially parallel to each other and each of which is provided with a the other part projecting projection, these projections having interacting surfaces which are inclined relative to the glass panel and wherein screws are provided, through which the aforementioned projections move, by interacting the the aforementioned sloping surfaces.
With the insight to better demonstrate the features of the invention, two preferred embodiments of a security door according to the invention are described below, by way of example without any limiting character, with reference to the accompanying drawings, in which:
figure 1 shows a front view of a security door according to the invention; figure 2 is a larger-scale section according to line II-II in figure 1; figure 3 is a view similar to that of figure 1, but for an embodiment variant; figure 4 represents a section according to line IV-IV in figure 3.
Figures 1 and 2 show a safety door 1 which is mainly formed by the actual door 2 in laminated glass; a top skirting 3 and a bottom skirting 4 in metal, for example aluminum; protective slats, for example suitable profiles, 5 and 6, respectively, for the side edges of the glass; a handle 7 which in this case forms the connection between the top plinth and the bottom plinth; and in combination with the latter, on the one hand, hinges schematically represented by 8 and 9 and, on the other hand, by locks schematically represented by 10 and 11.
As shown more particularly in figure 2, the aforementioned skirting boards 3 and 4 each consist of two elements, respectively 12 and 13, which, when combined, form a U-profile or H-profile, in this case an H-profile, all this in such a way that on one longitudinal side edge of the H-profile a chamber 14 is formed in which provisions can be made for attaching a lock, hinge or the like, while on the other longitudinal side edge of the H-profile a space 15 is formed in which the glass can be captured.
This glass is mounted in this space 15 in such a way that it is surrounded on the three sides by a relatively compressible material, for example in neoprene, respectively 16,
17 and 18.
Parts 12 and 13 operate, according to the present invention,
substantially together by means of inclined planes, 19 for the section 12 and 20 for the section 16, respectively, wherein in section 12 passages 21 are provided for the body 22 of screws 23, while in section 13 threaded holes 24 are provided with which the threaded portion 25 of such screws 23 can cooperate.
In this embodiment, the side of the section 12 facing the section 13 is still provided with a small projection 26.
As shown in the drawings, parts 12 and
13, together with the materials 16 to 18, around the relevant edge of the glass panel 2, so as to obtain that the surfaces 19 and 20 are brought together to, at this time, install the screws 23 with the intention of , by screwing the latter, to obtain that, by the presence of the surfaces 19 and 20, and using the clearance between the screws
23 and the holes 21, the parts 12 and 13 are, as it were, pulled together, the pressure being exerted by
the materials 16 and 17 on the glass panel 2 is very uniform.
During the aforementioned pressing, the projection 26 has the object that before this projection comes into contact with the part 13 the space 15 is relatively large, while after the projection 26 interacts with the part 13 the parts 12 and
13 are placed almost completely parallel so that the pressure on the glass panel is perpendicular and the risk of damage is almost completely excluded.
Figures 3 and 4 show a variant which differs from the first embodiment in that the door is constructed in two parts, these two parts being formed by panels in laminated glass, respectively
27-28, which are connected by a cross beam
29 on which a handle 30 is mounted and in which, preferably, a lock 31 will be provided.
In this case, the crossbeam 29 is formed of two parts, 32-33 respectively, which, through layers of relatively compressible material, for example neoprene, respectively 34, 35 and 36, firmly clamp the panels 27 and 28 and connect them by means of
of two sets of suitable screws, 37 and 38, respectively, which are placed as close as possible to the side edge of the glass panels, in order to apply the pressure on these panels as uniformly as possible here as well.
It is clear that in this way a safety door is obtained, formed in laminated glass, wherein the upper bottom plinth and possibly a central cross piece, can be suitably applied over the relevant side edges of the laminated glass and exert an appropriate pressure on these side edges.
The present invention is by no means limited to the exemplary embodiments described in the accompanying drawings, but such a door can be realized in various shapes and sizes without departing from the scope of the invention.