"Spiegelinrichting" .
De uitvinding heeft betrekking op een spiegelin-
<EMI ID=1.1>
hun spiegelende zijden een hoek met elkaar maken.
Dergelijke spiegelinrichtingen zijn zogenoemde hoekspiegels diedn feite gevormd zijn door twee vlakke spiegels rechtopstaand onder een hoek tegen elkaar te plaatsen. In vele gevallen zijn de twee spiegels door middel van dragers waarop ze bevestigd zijn scharnierend met elkaar verbonden zodat de hoek tussen hen ingesteld kan worden.
Deze bekende spiegelinrichtingen hebben tot doel
<EMI ID=2.1>
de inrichting geplaatst werd of in het bijzonder van een persoon
<EMI ID=3.1>
<EMI ID=4.1>
wel een spiegelbeeld bekomen van twee zijden van het voorwerp dat, of van de persoon die, zich voor de inrichting bevindt. In vele gevallen overigens bevat de spiegelinrichting nog een derde spiegel zodat er nog van een zijde meer een beeld kan bekomen worden.
De hoek tussen de spiegelende vlakken is voor het
<EMI ID=5.1>
zien is de hoek meestal groter dan 90[deg.]. Dit laatste zal zeker het geval zijn indien men, zoals gebruikelijk, een van de spiegelende vlakken aan een muur bevestigt. De waarnemer neemt
<EMI ID=6.1>
zodat hoe stomper de hoek tussen de twee spiegelende vlakken
hoe gemakkelijker hij het beeld op het andere spiegelende vlak ziet.
Zelfs indien de twee spiegelende vlakken toevallig 'een rechte hoek met elkaar zouden maken, wat bij voorbeeld gemakkelijk kan bekomen worden wanneer de twee vlakken scharnierend aan elkaar bevestigd zijn, zal een waarnemer er nooit aan denken het beeld gevormd in de hoek tussen de twee vlakken te gebruiken aangezien dit beeld op een storende manier onderbroken is. BijQe hiervoor gedoelde spiegelinrichtingen sluiten de spiegelende vlakken met hun spiegelende zijden in de hoek niet nauw op elkaar aan zodat daar een spleet ontstaat in het beeld.
Deze spleet is vooral zeer groot indien de twee spiegelende
<EMI ID=7.1>
nierlichaam zich meestal tussen de twee dragers bevindt waarop de spiegelende vlakken vastgemaakt zijn.
Het de hiervoor gedoelde bekende spiegelinrichtingen kan men dus wel op elk spiegelend vlak een verschillend beeld waarnemen wanneer men naar het vlak kijkt maar het op elk vlak bekomen beeld is zoals bij een gewone enkele vlakke spiegel een spiegelbeeld. De recMerzijde van de persoon of het voorwerp bevindt zich bijgevolg op het spiegelbeeld dat door de spiegelinrichting weerkaatst wordt aan de linkerzijde van dit voorwerp of deze persoon. Het beeld dat men op elk vlak bekomt van een tekst die voor de spiegelinrichting gehouden wordt,, is bij voorbeeld onleesbaar.
In vele gevallen evenwel is dit spiegelbeeldeffect
<EMI ID=8.1>
<EMI ID=9.1>
len nog heel wat moeite om bepaalde niet alledaagse handelingen, bijvoorbeeld aan zijn gelaat, nauwkeurig uit te voeren indien hij deze handelingen alleen in de spiegel kan volgen. Zo kan ook een kunstschilder die een zelfportret wenst te schilderen hiervoor moeilijk een spiegel gebruiken tenzij hij zijn spiegelbeeld schildert.
De uitvinding heeft tot doel dit nadeel te verhelpen en een spiegel inrichting te verschaffen die zeer eenvoudig <EMI ID=10.1>
dit is een beeld dat geen spiegelbeeld is, van een voorwerp
<EMI ID=11.1>
rende vervorming of onderbreking kan weergeven.
Tot dit doel maken de twee vlakken met hun s piegelende zijden juist een rechte hoek met elkaar en sluiten ze in de hoek nauw op elkaar aan.
Verrassenderwijze is immers gebleken dat, wanneer
<EMI ID=12.1>
men door het weerkaatsen naar elkaar van deze spiegelende zijden, in de hoek een normaal beeld bekomt in plaats van een spiegelbeeld. Dit beeld bestaat wel uit twee helften, namelijk een op elk spiegelend vlak,maar door de spiegelende zijden van deze vlakken in de hoek nauw tegen elkaar te doen aansluiten, is het beeld in de hoek niet op een storende wijze onderbroken.
In een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding
<EMI ID=13.1>
tussen de twee spiegelende vlakken constant juist 90[deg.] blijft.
<EMI ID=14.1>
bevatten de spiegelende vlakken een draagblad en, aan de voorzijde, dit is aan de binnenzijde van de rechte hoek, een spiegelende bekleding daarvan.
<EMI ID=15.1>
gebruiken als bij de bekende spiegels van verfoelied glas,
<EMI ID=16.1>
zijn opdat de spiegelende zijden van de twee vlakken nauw tegen elkaar zouden kunnen aansluiten,de draagbladen evenwel niet noodzakelijk doorschijnend moeten zijn.
In een merkwaardige uitvoeringsvorm van de uitvinding bestaat de spiegelinrichting uit twee afzonderlijke vlakken die tegen elkaar geplaatst zijn en in de hoek nauw tegen elkaar aansluiten.
Bij voorkeur is daarenboven een opstaande rand
van een van de spiegelende vlakken afgeschuind zodat aan de spiegelende zijde een scherpe hoek wordt gevormd en sluit dit vlak met deze scherpe hoek tegen de spiegelende zijde van het andere spiegelende vlak aan.
<EMI ID=17.1>
middelen die de twee spiegelende vlakken in de hoek tegen elkaar klemmen.
In een bij voorkeur toegepaste uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn de spiegelende vlakken ten minste enigszins inlichting verplaatsbaar ten opzichte van elkaar en bevat de spiegelinrichting middelen om de hoek tussen de twee spiegelende
<EMI ID=18.1>
Bij deze uitvoeringsvorm moet de montage van de
<EMI ID=19.1>
niet zo nauwkeurig gebeuren aangezien de juiste instelling na de vervaardiging op het gewenste ogenblik kan gebeuren. Bij deze uitvoeringsvorm kunnen ook eventuele afwijkingen in de hoek die bij de verpakking, het transport of het ophangen van
de inrichting zouden ontstaan nog gecorrigeerd worden.
Andere bijzonderheden en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hie�olgende beschrijving van een spiegelinrichting volgens de uitvinding; deze beschrijving wordt enkel als voorbeeld gegeven en beperkt de uitvindinghiet; de ver-
<EMI ID=20.1> snijding van een spiegelinrichting volgens de uitvinding. Figuur 2 stelt een doorsnede voor volgens de lijn II-II uit figuur 1. Figuur 3 stelt een doorsnede voor analoog aan deze uit figuur 2 maar met betrekking op een andere uitvoeringsvorm van de spiegelinrichting volgens de uitvinding.
In de verschillende figuren hebben dezelfde ver-
<EMI ID=21.1>
De spiegelinrichting volgens de figuren 1 en 2 bevat twee afzonderlijke bladen 1 en 2 die elk aan een zijde van een weerspiegelende foelie 3 voorzien zijn. De foelie 3
is me t haar spiegelende zijde van het overeenstemmende Had
weg gericht zodat dit blad niet noodzakelijk doorschijnend moet zijn. Dit blad kan van eender welk geschikt materiaal zoals
<EMI ID=22.1>
<EMI ID=23.1>
is kan de foelie 3 vervangen worden door een polijsting van een zijde van het blad.
De twee bladen 1 en 2 zijn verticaal in een aan de voorzijde open kast 4 gemonteerd, met de weerspiegelende zijde van hun foelie 3 naar de open zijde van de bak gericht.
<EMI ID=24.1>
in de rechte hoek nauw tegen elkaar aan.
Om een zo goed mogelijke aansluiting van de spiegelende foelies 3 te bekomen, is een opstaande rand 17 van het blad 2 afgeschuind zodat aan de zijde van de foelie 3
<EMI ID=25.1>
hoek tegen de voorzijde van de foelie 3 van het blad 1 geplaatst.
Dit blad 2 wordt daarenboven tegen het blad 1 aangedrukt door middel van twee spiraalveren 5.
Het ene blad 1 is vast in de kast 4 gem onteerd.
<EMI ID=26.1>
6 in twee profiellijsten 7 en 8 die aan de binnenkant van de kast 4 bevestigd zijn respectievelijk nabij de open zijde op een zijwand en in het midden van de rugwand. Met zijn bovenste
<EMI ID=27.1>
10 die respectieveli jk op de önderwand en op de bovenwand van
<EMI ID=28.1>
schuin ten opzichte van de achterwand van de kast 4 gericht zijn.
Het blad 2 daarentegen is in zijn horizontale richting een weinig verschuifbaar ten opzichte van het blad 1. Met zijn van het blad 1 verwijderde opstaande rand is het blad
2 geklemd in een groef 12 in een verticale profiellijst 13 die, nabij de open zijde van de kast 4, tegen de binnenkant van de zijwand ervan opgesteld is maar niet aan d e kast zelf bevestigd is. Met zijn onderste en bovenste rand steekt het blad 2 verschuifbaar in een groef 14 van latten 15 die respectievelijk op de bodem en op de bovenwand van de kast 4 instelbaar bevestigd zijn.
De hogergedoelde spiraalveren 5 zijn, aan de rugzijde van het blad 2, onder trekspanning tussen de profiellijsten 8 en 12 gemonteerd. Deze veren 5 trekken dus de profiellijst 12 naar het blad 1 en duwen bijgevolg het. blad
2 met de scherpe hoek van zijn afgeschuinde opstaande rand tegen de voorzijde van het blad 2.
Om een perfecte aansluiting van de scherpe hoek
van de afgeschuinde opstaande rand van het blad 2 tegen de voorzijde van het blad 1 en bijgevolg een zuivere hoek tussen de spiegelende vlakken te bekomen is het aangewezen de afschuining ten minste in de omgeving van de scherpe hoek te polijsten.
<EMI ID=29.1>
bevestigd door middel van schroeven 11 die door langwerpige openingen 16 in het aan Je voorzijde van het blad 2 gelegen gedeelte van de latten geschroefd zijn. Door deze langwerpige openingen 16 kan men,vooraleer de schroeven 11 aangespannen zijn, de latten 15 een weinig loodrecht op hun langsrichting verplaatsen en, door een einde van de latten meer te verplaatse n dan het andere, deze latten een weinig rond een verticale
as kantelen. Hierdoor is het mogelijk de hoek tussen het
<EMI ID=30.1>
blad 1 een weinig in te stellen en zodoende de hoek tussen
<EMI ID=31.1>
juiste instelling van de hoek worden de schroeven 11 in de latten 15 aangeschroefd zodat een constante hoek van juist 90[deg.]
<EMI ID=32.1> geval kan men aldus op een eenvoudige en snelle manier de gewenste nauwkeurigheid van de hoek bekomen zonder dat hierdoor de fabricage te ingewikkeld wordt. Een eventuele fout in de hoek, die bij voorbeeld bij het transport zou kunnen on tstaan, kan op deze manier ook nadien n og gecorrigeerd worden.
De voor de bladen 1 en 2 gelegen gedeelten van de latten 10 en 15 kunnen nog om esthetische redenen afgedekt worden door een bodemplaat en een bovenwandplaat.
De uitvoeringsvorm volgens de figuur 3 verschilt in hoofdzaak van de hiervoor beschreven uitvoeringsvorm doordat de twee bladen 1 en 2 een enkel stuk vormen. Dit stuk kan
<EMI ID=33.1>
plooien. Het kan ook gegoten worden uit metaal,in het bijzonder gietijzer, aluminium en messing, of uit kunststof. Om een
<EMI ID=34.1>
<EMI ID=35.1>
polijsten zelf de spiegelende zijde bekomen. Het is evenwel ook mogelijk, zoals bij de uitvoeringsvorm volgens de figuren
<EMI ID=36.1>
kleden door een weerspiegelende foelie 3. Ook deze foelie kan nog nadien gepolijst worden of bijgewerkt worden vooral om een perfecte hoek van 90[deg.],z onder de minste afronding aan de voorzijde, te bekomen.
De twee bladen kunnen zowel hol zijn als vol en zijn normaal voldoende sterk uitgevoerd om elke vervorming van de hoek tussen de bladen uit te sluiten. In een dergelijk geval is een montage in een kast niet noodzakelijk alhoewel een dergelijke montage toch om esthetische redenen kan gewenst zijn. Ook een inrichting voor het instellen van de hoek zoals bij de uitvoeringsvorm volgens de figuren 1 en 2 is in dit geval overbodig aangezien de correcte hoek bij de fabricage zelf bekomen wordt en eens en voorgoed vastligt. Wel is
het mogelijk bij een uitvoeringsvorm uit kunststof de
twee bladen 1 en 2 toch een weinig elastisch ten opzichte van elkaar wentelbaar te maken zodat bijgevolg de hoek elastisch vervormbaar is. In een dergelijk geval kan toch een instelling
<EMI ID=37.1>
manier als bij de uitvoeringsvorm volgens de figuren 1 en 2
<EMI ID=38.1>
is een inrichting om de twee bladen tegen elkaar aan te drukken overbodig aangezien deze twee bladen een geheel vormen en dus uiteraard de weerspiegelende zijden van deze twee bladen in de hoek perfect op elkaar aansluiten.
Bij elk van de hiervoor beschreven uitvoeringsvor-
<EMI ID=39.1>
<EMI ID=40.1>
als bij eenhormale spiegel. Wanneer men evenwel in de hoek kijkt dan neemt men eveneens een beeld waar van een persoon die,
<EMI ID=41.1>
vindt, maar dit beeld is geen spiegelbeeld meer maar wel een normaal beeld zoals men bij voorbeeld op een foto bekomt.
De rechterhand van een persoon die zich voor de spiegelinrichting bevindt, zal bij voorbeeld ook aan de rechterzijde van de per-
<EMI ID=42.1>
spiegelbeeld. Men bekomt aldus een beeld in de spiegel dat identiek is aan het beeld dat men zou bekomen indien men de afgebeelde persoon werkelijk voor zich zou aantreffen en rechtstreeks zou bekijken.
In feite bestaat het gedoelde beeld in de hoek uit
<EMI ID=43.1>
van de bladen 1 en 2. Doordat deze spiegelende zijden in de hoek nauw op elkaar aansluiten, is de scheiding tussen de twee delen van het beeld zo goed als onzichtbaar. De spiegelende zijden van de twee bladen 1 en 2 mogen wel door een doorschij-
<EMI ID=44.1>
bij voorkeur zo dun mogelijk zijn om in de hoek geen vervorming
<EMI ID=45.1>
aansluiting op elkaar van de twee spiegelende zijden niet beletten.
Deze voorwaarde van nauwkeurige aansluiting van de twee spiegelende zijden brengt met zich mee dat het niet vol-
<EMI ID=46.1>
te plaatsen. Doordat de spiegelende zijde zich aan de achter-
<EMI ID=47.1>
de twee spiegelende zijden tegen elkaar te doen aansluiten.
In de hoek ontstaat een spleet tussen de spiegelende zijden
<EMI ID=48.1>
<EMI ID=49.1>
spiegelende zijden juist 90[deg.] bedraagt en perfect zuiver is, dit is zonder afronding is, dat het beeld gevormd in de hoek nie t vervormd is alhoewel een kleine vervorming door een afwijking van de juiste hoek minder storend werkt dan een spleet in de hoek tussen de spiegelende zijden, welke spleet dan het gevormde beeld in de hoek onderbreekt.
<EMI ID=50.1>
inrichting een beeld bekomt zoals op een fotografische afbeelding en geen spiegelbeeld is deze inrichting bijzonder geschikt
voor bepaalde toepassingen zoals bij voorbeeld voor het vervaardigen van een zelfportret door een schilder of voor het volgen van precieze, niet alledaagse handelingen , bij voorbeeld aan het gezicht,maar ook in het alledaagse leven
kan de spiegiinrichting gebruikt worden alhoewel dit in het begin wel wat wennen vergt gezien de jarenlange gewoonte
van normale spiegels die een spiegelbeeld weergeven.
De uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor beschreven uitvoeringsvormen, en binnen het raam van de octrooiaanvrage kunnen aan de beschreven uitvoeringsvormen
vele veranderingen aangebracht worden, onder meer wat betreft
de vorm,de samenstelling, de schikking en het aantal van de onderdelen die voor het verwezenlijken van de uitvinding gebruikt worden.
In het bijzonder moet bij een spiegelinrichting <EMI ID=51.1>
hoek niet noodzakelijk van het hiervoor beschreven type zijn. Zo kunnen onder meer de twee bladen in richting instelbaar zijn. De latten waarin de bladen met hun onderste randen steken, kunnen in plaats van door schroeven ook door lijm aan de kast bevestigd zijn.
Zelfs indien de spiegelinrichting uit twee afzonderlijke bladen bestaat, moet overigens geen dergelijke instelinrichting noodzakelijk aanwezig zijn. De hoek kan bij
de fabricage zelf onmiddellijk en definitief gevormd zijn.
De kast kan vervangen worden door een kader of lijstwerk.
Bij de uitvoeringsvorm waarbij de spiegelinrichting uit twee afzonderlijke bladen bestaat die aan de voorzijde van een weerspiegelende foelie voorzien zijn, moet deze foelie
<EMI ID=52.1>
aangebracht zi jn. Deze foelie kan ook aangebracht worden nadat de twee bladen reeds in hun definitieve positie gemon-
<EMI ID=53.1>
de twee bladen doorloopt en uiteraard het probleem van de goede aansluiting van de twee spiegelende zijden van de twee bladen opgelost is.
"Mirror arrangement".
The invention relates to a mirror
<EMI ID = 1.1>
their mirrored sides make an angle with each other.
Such mirror devices are so-called corner mirrors which are in fact formed by placing two flat mirrors upright at an angle to each other. In many cases, the two mirrors are hinged to each other by means of supports to which they are attached, so that the angle between them can be adjusted.
These known mirror devices have as their object
<EMI ID = 2.1>
the device was placed or in particular that of a person
<EMI ID = 3.1>
<EMI ID = 4.1>
do obtain a mirror image of two sides of the object or of the person in front of the establishment. In many cases, incidentally, the mirror device also contains a third mirror, so that an image can be obtained from one side more.
The angle between the mirror surfaces is in front of it
<EMI ID = 5.1>
see, the angle is usually greater than 90 [deg.]. The latter will certainly be the case if, as usual, one of the mirror surfaces is attached to a wall. The observer takes
<EMI ID = 6.1>
so the more obtuse the angle between the two mirror surfaces
the more easily he sees the image on the other specular surface.
Even if the two mirrored surfaces happen to be 'at right angles to each other, which can be easily achieved, for example, when the two faces are hinged together, an observer will never remember the image formed in the corner between the two faces to use as this image is interrupted in a disturbing way. The mirror devices intended for this purpose do not closely match the mirror surfaces with their mirror sides in the corner, so that a gap is created in the image there.
This slit is especially very large if the two are specular
<EMI ID = 7.1>
kidney body is usually located between the two carriers on which the mirror surfaces are attached.
The known mirror devices referred to above can therefore perceive a different image on each reflective surface when looking at the surface, but the image obtained on each surface is a mirror image, as is the case with an ordinary single flat mirror. The recipient of the person or object is therefore located on the mirror image reflected from the mirror device on the left side of this object or person. For example, the image obtained on each plane of a text that is held in front of the mirror device is illegible.
In many cases, however, this is a mirror image effect
<EMI ID = 8.1>
<EMI ID = 9.1>
Still a lot of effort to perform certain unusual actions, for example on his face, accurately if he can only follow these actions in the mirror. For example, a painter who wishes to paint a self-portrait can hardly use a mirror for this unless he paints his mirror image.
The object of the invention is to overcome this drawback and to provide a mirror device which is very simple <EMI ID = 10.1>
this is an image that is not a mirror image of an object
<EMI ID = 11.1>
can display running distortion or interruption.
To this end, the two surfaces with their specular sides are at right angles to each other and are closely aligned in the corner.
It has surprisingly been found that when
<EMI ID = 12.1>
by reflecting each other from these mirrored sides, a normal image is obtained in the corner instead of a mirror image. This image does consist of two halves, one on each specular surface, but by closely fitting the mirroring sides of these surfaces in the corner, the image in the corner is not interrupted in a disturbing way.
In a special embodiment of the invention
<EMI ID = 13.1>
between the two specular planes, just 90 [deg.] remains constant.
<EMI ID = 14.1>
the mirror surfaces contain a support sheet and, on the front, this is on the inside of the right angle, a mirror coating thereof.
<EMI ID = 15.1>
use as with the famous mirrored glass mirrors,
<EMI ID = 16.1>
However, in order for the mirror surfaces of the two surfaces to fit closely together, the carrier sheets need not necessarily be translucent.
In a curious embodiment of the invention, the mirror device consists of two separate surfaces which are placed against each other and which fit closely together in the corner.
In addition, there is preferably an upright edge
chamfered from one of the mirror surfaces so that an acute angle is formed on the mirror side, and this surface connects with this sharp angle against the mirror side of the other mirror surface.
<EMI ID = 17.1>
means that clamp the two mirror surfaces together in the corner.
In a preferred embodiment of the invention, the mirror surfaces are movable at least slightly in relation to each other and the mirror device comprises means around the angle between the two mirror surfaces.
<EMI ID = 18.1>
In this embodiment, mounting the
<EMI ID = 19.1>
not as accurate as the correct adjustment can be made at the desired time after manufacture. In this embodiment, any deviations in the angle associated with packaging, transportation or hanging
the furnishings would still be corrected.
Other particularities and advantages of the invention will become apparent from the following description of a mirror device according to the invention; this description is given by way of example only and does not limit the invention here; the
<EMI ID = 20.1> cutting of a mirror device according to the invention. Figure 2 represents a cross-section according to the line II-II of figure 1. Figure 3 represents a cross-section analogous to that of figure 2 but with regard to another embodiment of the mirror device according to the invention.
The same figures in the different figures
<EMI ID = 21.1>
The mirror device according to Figures 1 and 2 comprises two separate blades 1 and 2, each of which is provided with a reflective foil 3 on one side. The mace 3
is with her reflective side of the corresponding Had
facing away so that this blade should not necessarily be translucent. This sheet can be made of any suitable material such as
<EMI ID = 22.1>
<EMI ID = 23.1>
the foil 3 can be replaced by polishing one side of the blade.
The two blades 1 and 2 are mounted vertically in a front open box 4, with the reflective side of their foil 3 facing the open side of the box.
<EMI ID = 24.1>
at right angles to each other.
In order to achieve the best possible connection of the specular films 3, an upright edge 17 of the sheet 2 is chamfered so that on the side of the film 3
<EMI ID = 25.1>
placed against the front of the foil 3 of the blade 1.
Moreover, this sheet 2 is pressed against the sheet 1 by means of two spiral springs 5.
One sheet 1 is fixed in the box 4 mounted.
<EMI ID = 26.1>
6 in two profile strips 7 and 8 which are mounted on the inside of the box 4, respectively near the open side on a side wall and in the middle of the back wall. With its top
<EMI ID = 27.1>
10 which are respectively on the bottom wall and on the top wall of
<EMI ID = 28.1>
are directed obliquely to the rear wall of the box 4.
The blade 2, on the other hand, is slightly slidable in its horizontal direction relative to the blade 1. With its upright edge removed from the blade 1, the blade is
2 clamped in a groove 12 in a vertical profile strip 13, which, near the open side of the box 4, is arranged against the inside of the side wall thereof, but is not attached to the box itself. With its lower and upper edge, the blade 2 slidably protrudes into a groove 14 of slats 15, which are adjustable on the bottom and on the top wall of the box 4, respectively.
The above-mentioned spiral springs 5 are mounted under tension between the profile strips 8 and 12 on the back of the blade 2. These springs 5 thus pull the profile strip 12 towards the sheet 1 and consequently push it. sheet
2 with the sharp corner of its chamfered raised edge against the front of the blade 2.
For a perfect connection of the sharp angle
From the beveled upright edge of the blade 2 against the front of the blade 1 and thus obtain a clean angle between the mirror surfaces, it is advisable to polish the bevel at least in the vicinity of the acute angle.
<EMI ID = 29.1>
fastened by means of screws 11 which are screwed through elongated openings 16 in the part of the slats located at the front of the blade 2. Through these elongated openings 16, before the screws 11 are tightened, the slats 15 can be moved a little perpendicular to their longitudinal direction and, by moving one end of the slats more than the other, these slats move a little around a vertical
tilt the axis. This allows the angle between it
<EMI ID = 30.1>
set blade 1 a little and thus the angle between
<EMI ID = 31.1>
the correct angle adjustment, the screws 11 are screwed into the slats 15 so that a constant angle of just 90 [deg.]
<EMI ID = 32.1> case, the desired angle accuracy can thus be obtained in a simple and fast manner without complicating the manufacturing. A possible error in the corner, which could arise for example during transport, can also be corrected in this way afterwards.
The parts of the slats 10 and 15 situated in front of the sheets 1 and 2 can still be covered for aesthetic reasons by a bottom plate and a top wall plate.
The embodiment according to figure 3 differs mainly from the above described embodiment in that the two blades 1 and 2 form a single piece. This piece is possible
<EMI ID = 33.1>
folds. It can also be cast from metal, especially cast iron, aluminum and brass, or from plastic. To a
<EMI ID = 34.1>
<EMI ID = 35.1>
polish the mirror side. However, it is also possible, as in the embodiment according to the figures
<EMI ID = 36.1>
dress by a reflective foil 3. This foil can also be polished or updated afterwards, especially to obtain a perfect angle of 90 [deg.], z under the least rounding at the front.
The two blades can be either hollow or full and are normally of sufficient strength to exclude any distortion of the angle between the blades. In such a case, mounting in a cabinet is not necessary, although such mounting may still be desirable for aesthetic reasons. An apparatus for adjusting the angle as in the embodiment according to figures 1 and 2 is also superfluous in this case, since the correct angle is obtained during the manufacture itself and is fixed once and for all. Well is
in an embodiment of plastic, it is possible
to make two blades 1 and 2 slightly elastic with respect to each other, so that the angle can thus be elastically deformed. In such a case, an institution can nevertheless
<EMI ID = 37.1>
as in the embodiment according to figures 1 and 2
<EMI ID = 38.1>
there is no need for a device to press the two blades together since these two blades form a whole and thus of course perfectly match the reflective sides of these two blades in the corner.
With each of the above described embodiments
<EMI ID = 39.1>
<EMI ID = 40.1>
as with a hormonal mirror. However, when you look in the corner, you also perceive an image of a person who,
<EMI ID = 41.1>
, but this image is no longer a mirror image but a normal image, as is obtained, for example, from a photo.
For example, the right hand of a person who is in front of the mirror device will also be on the right side of the
<EMI ID = 42.1>
reflection. One thus obtains an image in the mirror which is identical to the image that one would obtain if one really found the person depicted in front of him and looked directly at it.
In fact, the intended image in the corner consists of
<EMI ID = 43.1>
of sheets 1 and 2. Because these mirrored sides in the corner fit closely together, the separation between the two parts of the image is virtually invisible. The reflective sides of the two blades 1 and 2 may be visible through a translucent
<EMI ID = 44.1>
preferably as thin as possible to avoid distortion in the corner
<EMI ID = 45.1>
do not prevent connection of the two mirrored sides.
This condition of precise connection of the two mirrored sides means that it is not sufficiently
<EMI ID = 46.1>
to place. Because the mirror side is on the back
<EMI ID = 47.1>
connect the two mirrored sides together.
In the corner a gap is created between the mirrored sides
<EMI ID = 48.1>
<EMI ID = 49.1>
mirrored sides is just 90 [deg.] and is perfectly clean, this is without rounding, that the image formed in the corner is not distorted, although a small distortion due to a deviation from the right angle is less disturbing than a slit in the angle between the specular sides, which slit then interrupts the formed image in the corner.
<EMI ID = 50.1>
device obtains an image as on a photographic image and no mirror image, this device is particularly suitable
for certain applications such as, for example, for making a self-portrait by a painter or for following precise, out-of-the-ordinary actions, for example on the face, but also in everyday life
the mirror device can be used, although this takes some getting used to in the beginning, given the many years of habit
of normal mirrors that mirror.
The invention is by no means limited to the above-described embodiments, and within the scope of the patent application, the described embodiments
many changes are made, including in terms of
the shape, composition, arrangement and number of the components used to implement the invention.
In particular, with a mirror device, <EMI ID = 51.1>
corner are not necessarily of the type described above. For example, the two blades can be adjustable in direction. The slats into which the blades stick with their lower edges can be attached to the cabinet by glue instead of screws.
Incidentally, even if the mirror device consists of two separate blades, no such adjusting device must necessarily be present. The angle can be adjusted
the manufacture itself must be immediately and definitively formed.
The cabinet can be replaced by a frame or moldings.
In the embodiment in which the mirror device consists of two separate blades which are provided with a reflective foil on the front, this foil
<EMI ID = 52.1>
applied. This film can also be applied after the two blades have already been mounted in their final position.
<EMI ID = 53.1>
runs through the two blades and of course the problem of the proper connection of the two mirror sides of the two blades is solved.