"Lolly en machine ter vervaardiging van
<EMI ID=1.1>
De uitvinding heeft betrekking op een lolly bevattende een stokje en een daarop zittend langwerpig stuk suikergoed.
De uitvinding heeft tot doel een dergelijke lolly te verschaffen die niet alleen kan opgegeten worden maar tevens een fluitsignaal kan geven en dit zonder dat de fabricage van de lolly moeilijker wordt of suikergoed verloren gaat.
<EMI ID=2.1>
op het einde met de uitholling, op dezelfde manier als op een pijpje van een pansfluit, een fluittoon hoorbaar is.
De hoogte van de fluittoon hangt af van de vorm en grootte van de uitholling- De uitholling kan aangebracht worden tijdens het persen en verg t dus geen extra'bewerking. Er vindt geen enkele wegsnijding van suikergoed plaats zodat er geen suikergoed verloren gaat.
In een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding is de uitholling in het stuk suikergoed naar buiten toe konisch verwijdend.
In een doelmatige uitvoeringsvorm van de uitvinding is de lolly aan de buitenkant en nabij het van de uitholling voorziene einde van een inkeping voorzien.
Deze inkeping geeft aan waar men de lip
moet plaatsen om het gemakkelijkst een fluittoon bij het blazen te bekomen.
De uitvinding heeft ook betrekking op een machine die bijzonder geschikt is voor het vervaardigen van lolly's volgens een van de vorige uitvoeringsvormen.
Zoals bekende machines voor het vervaardigen van lolly's bevat ze een aantal matrijzen, middelen om een stuk suikergoed in de matrijzen aan te brengen en, per matrijs, ten minste een verplaatsbare stempel om het aangebrachte stuk suikergoed in de gewenste vorm
te persen.
Voor het vervaardigen van lolly's volgens
<EMI ID=3.1>
stempel van elke matrijs op zijn naar de binnenkant van de matrijs gekeerde einde van een pen voorzien voor het vormen van een uitholling in het stuk suikergoed.
In een bij voorkeur toegepaste uitvoeringsvorm van de uitvinding bevat elke matrijs een binnenlichaam
en een van het binnenlichaam verwijderbare klep.
Doelmatig is dan het binnenlichaam op de binnenkant van de matrijs van een uitsprong voorzien
ter vorming van de inkeping in het stuk suikergoed.
Andere bijzonderheden en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hier volgende beschrijving van een lolly en van een machine ter vervaardiging van dergelijke lolly's volgens de uitvinding; deze beschrijving wordt enkel als voorbeeld gegeven en beperkt.de uitvinding niet; de verwijzings-
<EMI ID=4.1>
Figuur 1 is een zijaanzicht-van een lolly volgens de uitvinding. Figuur 2 stelt een doorsnede voor volgens <EMI ID=5.1> Figuur 3 is een schematisch gehouden aoorsneae van een matrijs uit een machine voor het vervaardigen van de lolly volgens de vorige figuren.
In de verschillende figuren hebben dezelfde verwijzingscijfers betrekking op dezelfde elementen.
De lolly vclgens de figuren 1 en 2 bestaat in hoofdzaak uit een stokje 1 en een langwerpig stuk suikergoed 2.
Het stuk suikergoed 2 heeft de vorm van een cilinder waarvan het uiteinde aan de zijde van het stok-
<EMI ID=6.1>
een ronde uitholling 3 aangebracht. Deze uitholling 3
is naar buiten toe lichtjes konisch verwijdend met een koniciteit van 1 op 50, dit wil zeggen dat over een afstand van 50 lengteeenheden de diameter met één lengteëenheid verandert. De diepte van de uitholling 3
is zo gekozen dat, wanneer men op het einde met de uitholling 3 blaast, op dezelfde manier als men op een pijpje
<EMI ID=7.1>
De toonhoogte van dit signaal hangt af van de diepte van de uitholling 3.
Om gemakkelijk de mond in de juiste stand voor het fluiten te kunnen plaatsen, is in de buitenzijde van het stuk suikergoed 2, nabij het uiteinde waarin de uitholling 3 aangebracht is, een inkeping 4 aangebracht. De onderlip dient in deze inkeping geplaatst
<EMI ID=8.1>
zodat het suikergoed dan praktisch geen neiging heeft tot smelten.
De vervaardiging van de lolly is zeer eenvoudig. Zowel de uitholling 3 als de inkeping 4 worden tijdens de persbewerking zelf aangebracht, hetgeen mogelijk is doordat de inkeping 4 niet tot in de uitholling 3 reikt. Er is dus geen bijkomende bewerking nodig om de lolly
<EMI ID=9.1>
geen suikergoed nadien moet worden weggesneden, is er ook geen enkel verlies van suikergoed.
De lolly kan zeer eenvoudig vervaardigd worden
<EMI ID=10.1>
machines door een andere constructie van de matrijzen
en de stempels. Een machine die bijzonder geschikt is
om omgevormd te worden voor het vervaardigen van de lolly's volgens de aanvrage, is de machine volgens het Belgische octrooi nr. 867.059 van 12 mei 1978 ten
name van de aanvrager.
In figuur 3 zijn een matrijs en een erbij horende stempel, die aangepast zijn om een lolly volgens de aanvrage te vervaardigen, schematisch voorgesteld.
De rest van de machine is ongewijzigd en wordt hierna
dan ook slechts beschreven in zoverre nodig om de uitvinding duidelijk te maken.
Zoals blijkt uit figuur 3 bevat elke matrijs een binnenlichaam 5 en een klep 6. De binnenlichamen
5 van al de matrijzen zijn gemonteerd op een roterende trommel,terwijl de kleppen 6 van al de matrijzen scharnierend aan elkaar verbonden zijn tot een ketting zonder einde die plaatselijk in contact komt met de trommel.
Ter plaatse van het contact dekt dus een klep 6 het binnenlichaam 5 af zodat een gesloten koker 7 gevormd wordt. In deze koker 7 is een stempel 8 verplaatsbaar die verschuifbaar op de trommel gemonteerd is. Deze stempel 8 wordt, tijdens het meewentelen met de trommel, dcor
<EMI ID=11.1>
verplaatst ten opzichte van het binnenlichaam 5.
Vooraleer de klep 6 in contact komt met het binnenlichaam 5, wordt in de holte van het binnenlichaam 5 een stuk suikergoed geplaatst zodat, wanneer de klep 6 het binnenlichaam 5 afsluit en dus de gesloten koker 7
<EMI ID=12.1>
bevindt en wel tussen de stempel 8 en het er tegenover liggende einde van de koker 7 dat, door de vorm van de klep 6 en van het binnenlichaam 5,volgens een afronding gesloten is.
Kenmerkend voor de machine voor het vervaardigen van lolly's volgens de uitvinding is dat op de naar de binnenkant van de matrijs, dat is dus op de naar het suikergoed,gerichte zijde van de stempel 8,een pen 9 staat waarvan de vorm en grootte overeenkomen met
de vorm en grootte van de uitholling 3 die in de lolly moet gevormd worden.
Ook kenmerkend is het feit dat in het binnenlichaam 5, tegenover de plaats waar het suikergoed na het persen door de stempel zich bevindt, en in een nabijheid van de stempel 8, een uitsprong 10 aangebracht is waarvan de vorm en grootte overeenkomen me-bae inkeping 4 die in de lolly moet gevormd worden.
Tijdens het persen wordt op een bekende manier in het stuk suikergoed in de koker 7 een stokje 1 ingeduwd. De trommel met het binnenlichaam 5 komt op een bepaalde plaats tegenover een stokjestrommel 11
en vangt in een groef 12 een stokje 1 op. Dit stokje 1 wordt dan in het suikergoed geduwd door middel van een stempel 13 die in de groef 12 heen en weer verplaatsbaar is op dezelfde manier als de stempel 8 in de koker 7.
Bij elke matri j s behoren een stempel 13 en een groef 12 die in de trommel aangebracht zijn.
In de figuur 3 is de matrijs voorgesteld in
de stand waarbij de lolly juist gevormd is, met andere woorden,in de stand waarbij de stempel 8 maximaal ingeschoven is in de gesloten matrijs en waarbij het stokje 1 juist door de stempel 13 in het stuk suikergoed 2 geduwd werd.
Bij verdere rotatie van de trommel gaan de stempels 8 en 13 terug naar hun beginstand, en verlaat
de klep 6 het binnenlichaam 5. De lolly kan dan uit
de koker 7 verwijderd worden, bij voorbeeld eruit vallen door de zwaartekracht wanneer het binnenlichaam 5 zich onderaan de trommel bevindt.
Voor het vervaardigen van de lolly volgens de uitvinding zijn heel weinig veranderingen aan de bestaande
<EMI ID=13.1>
pen 9 voorzien worden, terwijl in de binnenlichamen 5 een uitsprong 10 moet gemorieerd worden. De werking zelf van de machine blijft ongewijzigd. Zowel de inkeping 4 als de uitholling 3 worden tijdens het persen zelf gevormd zodat hiervoor geen bijkomende bewerking nodig is.
<EMI ID=14.1>
of wegdrukking van suikergoed plaats zodat er niet het minste verlies aan suikergoed is.
De uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor beschreven uitvoeringsvormen, en binnen het raam van de octrooiaanvrage kunnen aan de beschreven uitvoeringsvormen vele veranderingen aangebracht worden, onder meer wat betreft de vorm, de samenstelling, de
<EMI ID=15.1>
verwezenlijken van de uitvinding gebruikt worden.
In het bijzonder moet de lolly niet noodzakelijk cilindervormig zijn. Hij kan ook een ovaalvormige doorsnede bezitten of zelfs een hoekige doorsnede.
<EMI ID=16.1>
ruime zin moet genomen worden zodat hieronder niet noodzakelijk een houten stokje maar ook een kunststof of papieren stokje moet verstaan worden.
De machine moet niet noodzakelijk van het type zijn zoals beschreven in het Belgische octrooi nr. 867.059. Andere bekende lolly's-machines kunnen ook aangepast worden met dien verstande dat, in zoverre een inkeping 4 in de lolly gewenst is, een machine met kleppen noodzakelijk is. Deze inkeping kan evenwel achterwege gelaten worden, in welk geval zelfs een kleppenloze machine voor het maken van lolly's kan gebruikt worden mits de stempels van een pen voorzien worden.
De lolly kan uiteraard op zijn suikergoed nog van een versiering,bij voorbeeld in de vorm van een reliëf,voorzien zijn.
"Lollipop and machine for manufacturing
<EMI ID = 1.1>
The invention relates to a lollipop containing a stick and an elongated piece of candy sitting thereon.
The object of the invention is to provide such a lollipop which can not only be eaten but which can also give a whistle without this making the manufacture of the lollipop more difficult or losing candies.
<EMI ID = 2.1>
in the end with the hollowing, in the same way as on a pipe of a pan flute, a whistle is heard.
The height of the whistle depends on the shape and size of the hollow. The hollow can be applied during pressing and therefore does not require any additional processing. There is no cut-out of candies, so that no candies are lost.
In a special embodiment of the invention, the hollowing in the piece of candy is conically widened outwards.
In an effective embodiment of the invention, the lollipop is notched on the outside and near the hollowed end.
This notch indicates where one holds the lip
must be used for the easiest way to obtain a whistle when blowing.
The invention also relates to a machine which is particularly suitable for making lollipops according to one of the previous embodiments.
Like known lollipop making machines, it includes a number of molds, means for placing a piece of candy into the molds, and, per mold, at least one movable punch around the applied piece of candy in the desired shape
to squeeze.
For the production of lollipops according to
<EMI ID = 3.1>
stamp each die on its inwardly facing end of the die with a pin to form a recess in the candy piece.
In a preferred embodiment of the invention, each mold includes an inner body
and a valve removable from the inner body.
The inner body is expediently provided with a projection on the inside of the mold
to form the notch in the candy piece.
Other particularities and advantages of the invention will become apparent from the following description of a lollipop and of a machine for making such lollipops according to the invention; this description is given by way of example only and does not limit the invention; the referral
<EMI ID = 4.1>
Figure 1 is a side view of a lollipop according to the invention. Figure 2 represents a cross-section according to <EMI ID = 5.1>. Figure 3 is a schematic view of a mold from a lollipop-making machine according to the previous figures.
In the different figures, like reference numerals refer to like elements.
The lollipop according to Figures 1 and 2 mainly consists of a stick 1 and an elongated piece of candy 2.
The piece of candy 2 has the shape of a cylinder, the end of which is on the side of the stick.
<EMI ID = 6.1>
a round hollow 3. This cavity 3
is slightly conically dilated outwardly with a conicity of 1 in 50, that is to say, over a distance of 50 units of length, the diameter changes by one unit of length. The depth of the recess 3
is chosen so that when blowing at the end with the hollow 3, in the same way as when blowing on a pipe
<EMI ID = 7.1>
The pitch of this signal depends on the depth of the concave 3.
In order to easily position the mouth in the correct position for whistling, a notch 4 is arranged in the outside of the piece of candy 2, near the end in which the hollow 3 is arranged. The bottom lip should be placed in this notch
<EMI ID = 8.1>
so that the candy has practically no tendency to melt.
The manufacture of the lollipop is very simple. Both the hollow 3 and the notch 4 are made during the pressing operation itself, which is possible because the notch 4 does not reach into the hollow 3. So no additional processing is required to the lollipop
<EMI ID = 9.1>
no candy has to be cut away afterwards, there is no loss of candy.
The lollipop can be manufactured very easily
<EMI ID = 10.1>
machines by a different construction of the molds
and the stamps. A machine that is particularly suitable
in order to be converted for the production of the lollipops according to the application, the machine according to the Belgian patent no. 867,059 of May 12, 1978 has been
applicant's name.
In Figure 3, a mold and an associated punch adapted to make a lollipop according to the application are schematically shown.
The rest of the machine is unchanged and will be listed below
therefore only described to the extent necessary to make the invention clear.
As shown in Figure 3, each mold includes an inner body 5 and a valve 6. The inner bodies
5 of all the dies are mounted on a rotating drum, while the flaps 6 of all the dies are hinged together to form an endless chain that locally contacts the drum.
Thus, at the location of the contact, a valve 6 covers the inner body 5 so that a closed tube 7 is formed. In this tube 7 a stamp 8 is displaceable and is mounted slidably on the drum. This stamp 8 becomes dcor during rotation with the drum
<EMI ID = 11.1>
displaced from the inner body 5.
Before the valve 6 comes into contact with the inner body 5, a piece of candy is placed in the cavity of the inner body 5 so that, when the valve 6 closes the inner body 5 and thus the closed tube 7
<EMI ID = 12.1>
between the punch 8 and the opposite end of the sleeve 7, which, due to the shape of the valve 6 and of the inner body 5, is closed according to a rounding.
Characteristic of the machine for making lollipops according to the invention is that on the inside of the mold, that is on the side of the stamp 8 facing the candy, there is a pin 9 whose shape and size correspond to
the shape and size of the hollow 3 to be formed in the lollipop.
Also characteristic is the fact that in the inner body 5, opposite the place where the candy is located after pressing through the stamp, and in the vicinity of the stamp 8, a projection 10 is arranged, the shape and size of which correspond to the notch 4 to be formed in the lollipop.
During pressing, a stick 1 is pushed in a known manner into the piece of candy in the tube 7. The drum with the inner body 5 is in a certain position opposite a stick drum 11
and receives a stick 1 in a groove 12. This stick 1 is then pushed into the candy by means of a punch 13 which can be moved back and forth in the groove 12 in the same way as the punch 8 in the tube 7.
Each die includes a punch 13 and a groove 12 provided in the drum.
In the figure 3 the mold is represented in
the position in which the lollipop is correctly formed, in other words, in the position in which the punch 8 has been pushed into the closed mold to the maximum and in which the stick 1 has just been pushed through the punch 13 into the piece of candy 2.
As the drum rotates further, the dies 8 and 13 return to their initial positions and exit
the valve 6 the inner body 5. The lollipop can then be removed
the sleeve 7 is removed, for example falling out by gravity when the inner body 5 is at the bottom of the drum.
There are very few changes to the existing one for the manufacture of the lollipop according to the invention
<EMI ID = 13.1>
pin 9 is provided, while in the inner bodies 5 a projection 10 must be morated. The operation of the machine itself remains unchanged. Both the notch 4 and the hollow 3 are formed during the pressing itself, so that no additional processing is required for this.
<EMI ID = 14.1>
or sweep away candy so that there is not the slightest loss of candy.
The invention is by no means limited to the above-described embodiments, and many changes can be made to the described embodiments within the scope of the patent application, including as regards the shape, the composition, the
<EMI ID = 15.1>
realization of the invention are used.
In particular, the lollipop does not necessarily have to be cylindrical. It can also have an oval cross-section or even an angular cross-section.
<EMI ID = 16.1>
a broad sentence must be taken so that this does not necessarily include a wooden stick but also a plastic or paper stick.
The machine does not necessarily have to be of the type described in Belgian Patent No. 867,059. Other known lollipop machines can also be adapted with the proviso that insofar as a notch 4 in the lollipop is desired, a machine with valves is necessary. However, this notch can be omitted, in which case even a valve-less lollipop making machine can be used provided the stamps are provided with a pin.
The lollipop can of course still be decorated on its candy, for instance in the form of a relief.