BE878549A - STORAGE OR PACKAGING APPARATUS WITH A NUMBER OF SEPARATE HOLDER ELEMENTS - Google Patents

STORAGE OR PACKAGING APPARATUS WITH A NUMBER OF SEPARATE HOLDER ELEMENTS Download PDF

Info

Publication number
BE878549A
BE878549A BE0/196977A BE196977A BE878549A BE 878549 A BE878549 A BE 878549A BE 0/196977 A BE0/196977 A BE 0/196977A BE 196977 A BE196977 A BE 196977A BE 878549 A BE878549 A BE 878549A
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
emi
elements
holder
row
rolled
Prior art date
Application number
BE0/196977A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Vandermolen Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Vandermolen Bv filed Critical Vandermolen Bv
Priority to SE7908495A priority Critical patent/SE425967B/en
Priority to GB7936229A priority patent/GB2034669B/en
Priority to DK443079A priority patent/DK144091C/en
Priority to US06/087,158 priority patent/US4320846A/en
Priority to CH951279A priority patent/CH636821A5/en
Priority to AT0690979A priority patent/AT380849B/en
Priority to DE2943856A priority patent/DE2943856C2/en
Priority to DE7930727U priority patent/DE7930727U1/en
Priority to FR7927094A priority patent/FR2440889A1/en
Priority to IT7953702U priority patent/IT7953702V0/en
Priority to IT69131/79A priority patent/IT1119558B/en
Priority to CA000338951A priority patent/CA1140902A/en
Publication of BE878549A publication Critical patent/BE878549A/en
Priority to NL8001923A priority patent/NL184203C/en
Priority to ZA00805120A priority patent/ZA805120B/en
Priority to MX18371480A priority patent/MX150853A/en
Priority to AU61829/80A priority patent/AU527914B2/en
Priority to BR8005510A priority patent/BR8005510A/en
Priority to HK99/83A priority patent/HK9983A/en

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B25HAND TOOLS; PORTABLE POWER-DRIVEN TOOLS; MANIPULATORS
    • B25HWORKSHOP EQUIPMENT, e.g. FOR MARKING-OUT WORK; STORAGE MEANS FOR WORKSHOPS
    • B25H3/00Storage means or arrangements for workshops facilitating access to, or handling of, work tools or instruments
    • B25H3/02Boxes
    • B25H3/021Boxes comprising a number of connected storage elements
    • B25H3/023Boxes comprising a number of connected storage elements movable relative to one another for access to their interiors
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65DCONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
    • B65D75/00Packages comprising articles or materials partially or wholly enclosed in strips, sheets, blanks, tubes, or webs of flexible sheet material, e.g. in folded wrappers
    • B65D75/40Packages formed by enclosing successive articles, or increments of material, in webs, e.g. folded or tubular webs, or by subdividing tubes filled with liquid, semi-liquid, or plastic materials
    • B65D75/42Chains of interconnected packages

Description

       

  Opberg- of verpakkingsinrichting met een aantal afzonderlijke houderelementen.

  
De uitvinding betreft een opberg- of verpakkingsinrichting, omvattende een aantal houderelementen,

  
die elk een draagwand met evenwijdige langsranden en vanaf

  
 <EMI ID=1.1> 

  
door aan of bij de langsranden van de draagwanden aangebrachte scharnierverbindingen tot een aaneengeschakelde rij

  
met elkaar zijn verbonden, waarbij deze elementenrij vanuit

  
de vlakke uitgeslagen stand, waarin de houderelementen op

  
hun draagwanden rusten, door een oprolbeweging tot een althans in hoofdzaak gesloten prismatisch blok kan worden samengevouwen.

  
Een dergelijke verpakkingsinrichting is bekend uit bijvoorbeeld het Duitse Offenlegungsschrift
1.536.138. Deze bekende inrichting dient voor het verpakken van vloeibare of korrelige stoffen, waarbij elk afzonderlijk houderelement in een kopwand een uitschenkopening

  
heeft maar overigens geheel gesloten is uitgevoerd. De houderelementen hebben een zodanig driehoekig profiel, dat

  
 <EMI ID=2.1> 

  
profiel kunnen worden sainengevouwen in een stand, waarin

  
 <EMI ID=3.1> 

  
aansluiten en met hun toppen in het midden van het blok

  
samenkomen, terwijl hun naar buiten gekeerde draagwanden

  
langs de ribben van het gevormde blok scharnierend aan elkaar gelast zijn. Na het uitvouwen of uitrollen van de elementenrij kunnen de afzonderlijke houderelementen langs de scharnierverbindingen van de rij losgescheurd worden voor afzonderlijk gebruik.

  
De uitvinding beoogt een opberg- of verpakkingsinrichting van de in de aanhef genoemde soort te verschaf-

  
fen, die bestemd is als opbergdoos voor blijvend gebruik en die een groot aantal gemakkelijk toegankelijke vakken heeft, waarin voorwerpen van u iteenlopende aard kunnen worden opgeborgen .

  
De inrichting volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat de houderelementen zodanig aan elkaar aangepaste dwarsprofielen hebben, dat de elementenrij vanuit de uitgeslagen stand vanaf één van de einden van de rij tot het prismatische blok spira alsgewijs oprolbaar is, waarbij althans het merendeel van de houderelementen tegenover hun als bodemwand dienende draagwanden open bovenzijden hebben, die in de opgerolde stand van de elementenrij door wanddelen van daartegen aansluitende. binnenwaarts daarvan liggende andere houderelementen afgesloten zijn.

  
Aldus wordt een opbergdoos verkregen, die in

  
de opgerolde toestand een compacte blokvorm en een aantrekkelijk uiterlijk he eft en die in de uitgerolde stand

  
de inhoud van alle houderelementen overzichtelijk vrijgeeft. Bij het spiraalsgewijs oprollen van de elementenrij wordt telkens een volgend, nog horizontaal liggend houderelement aan zijn open bovenzijde door het betrokken daarop passende houderelement of door de wanddelen van een aantal van deze elementen van het reeds opgerolde deel van de elementenrij afgesloten, zodat de houderinhoud niet kan ontsnappen. Bij het uitrollen van de elementenrij worden anderzijds de

  
 <EMI ID=4.1> 

  
boven gekeerd in de horizontale stand teruggebracht.

  
De op- en uitrolbare opbergdoos volgens de uitvinding kan voor velerlei doeleinden worden gebruikt, zoals voor het opbergen van schroeven, moeren en andere kleine technische onderdelen, als naaidoos, sigaren- en sigarettendoos, verbanddoos, gereedschapsdoos en dergelijke.

  
Bij het uitrollen van de elementenrij en

  
ook bij het oprollen daarvan is het van essentieel belang, dat het opgerolde blokdeel van de elementenrij zijn gesloten samenhang bewaart en dat dit opgerolde blokdeel derhalve alleen als geheel om de betrokken scharnier van het op de bodem liggende houderelement van het blokdeel

  
 <EMI ID=5.1> 

  
hoger gelegen scharnieren voortijdig open kunnen zwaaien, waardoor de inhoud van deze houderelementen daaruit zou kunnen vallen.

  
Om dit voortijdig openen van de spiraalsgewijs opgewonden houderrij of deel van deze rij te verhinderen of althans te bemoeilijken zijn bij voorkeur volgens een belangrijk facet van de uitvinding telkens een houderelement en een in de opgerolde stand van de elementenrij tegen de bovenzijde daarvan aansluitend ander houderelement

  
 <EMI ID=6.1> 

  
opgerolde stand van de rij alleen een relatieve draaibeweging tussen deze beide houderelementen om de scharnieras tussen het eerstgenoemde element en het in de uitrolrichting daarop volgende element toestaan, maar zulk een

  
 <EMI ID=7.1> 

  
van de elementenrij verhinderen. Deze borgorganen kunnen verschillende uitvoeringen hebben, zoals hieronder nog nader wordt beschreven.

  
Zoals op zichzelf uit het bovengenoemde Duitse "Offenlegungsschrift" 1.536.138 bekend is, kan het prismatische blok in dwarsdoorsnede vijf- of meerhoekig, bij voorkeur zeshoekig zijn. Deze zeshoekige uitvoering vormt , bij de opbergdoos volgens de uitvinding een gunstig compromis, omdat daarbij enerzijds de schuine zijden van de houderelementen onder een niet te kleine hoek met de bodemwand, namelijk een hoek van 60[deg.], schuin binnenwaarts hellen, terwijl anderzijds bij een opgerold blok van bepaalde grootte de door het aantal zijden van het blok bepaalde breedte van de buitenste houderelementen niet te klein wordt.

   Bij een dergelijke, tot een vijf- of meerhoekig blok oprolbare bergdoos is bij voorkeur volgens de uitvinding de uitvoering zodanig, dat in de opgerolde stand van de elementenrij de bodemwand resp. een zijwand van een houderelement de gehele open bovenzijde van een radiaal buitenwaarts daarvan liggend houderelement passend afdekt. 

  
Bij een tot een prismatisch blok oprolbare rij van houderelementen volgens de uitvinding zal de uitvoering in het algemeen zodanig zijn, dat het in de oprolrichting laatste, buitenste houderelement van de rij met zijn bodemwand een zijvlak van het blok en met zijn buitenste zijwand een deel van het betrokken aangrenzende zijvlak van het

  
blok vormt, waarbij de tegen elkaar aansluitende schuine zijranden van de kopwanden van de houderelementen volgens door de ribben van het blok lopende radiale vlakken resp. volgens een door de bovenrand van de genoemde buitenste elementzijwand evenwi jdig aan zulk een radiaalvlak lopend vlak kunnen zijn gericht.

  
Zoals op zichzelf uit het genoemde Duitse "Offenlegungsschrift" 1.536.138 bekend is, kan het prismatische blok in dwarsdoorsnede ook een rechthoekige, in

  
het bijzonder vierkante vorm hebben. In dat geval is bij

  
de verpakkingsdoos volgens de uitvinding de uitvoering

  
bij voorkeur zodanig, dat in de opgerolde stand van de elementenrij de open bovenzijde van een houderelement is afgedekt door de bodemwand van het binnenwaarts daarvan liggende element en door een zijwand van elk van de beide aan dit laatste element scharnierend vastzittende houderelementen.

  
Volgens een gunstige uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn het uiterste houderelement aan het buiteneinde van de elementenrij aan zijn buitenste zijwand en

  
de bodemwand van een in het gevormde blok daartegen liggende houderelement van samenwerkende sluitorganen, zoals 

  
een snapsluiting met vingergreep, voorzien. Bij voorkeur is daarbij voorts in het houderelement, dat in de opgerolde stand van de elementenrij tegenover het genoemde uiterste houderelement van de elementenrij ligt, een verdiepte handgreep gevormd. De opbergdoos kan aldus in de opgerolde toestand aan deze handgreep worden opgetild en gedragen, waarbij gewaarborgd is, dat bij het neerzetten van het blok ook steeds het genoemde uiterste houderelement van de elementenrij aan de onderzijde komt te liggen en dus de doos

  
ook gedwongen in de juiste stand daarvan wordt geopend.

  
De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van een aantal in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeelden van de opberginrichting volgens de uitvinding, bij de bespreking waarvan nog andere bij voorkeur toegepaste maatregelen naar voren zullen komen.

  
Fig. 1 is een perspectivisch aanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van de inrichting, uitgevoerd als een opbergdoos, die in opgerolde toestand de vorm heef t van een regelmatig zeskantig prismatisch blok; fig. 2 is een perspectivisch aanzicht van de doos van fig. 1 in gedeeltelijk uitgerolde stand; fig. 3 is een bovenaanzicht van de doos van fig. 1 in de geheel uitgerolde stand, waarbij enkele houderelementen zijn weggelaten;

    fig. 4 is een zijaanzicht van de rij van houderelementen van fig. 3; fig. 5 is een vooraanzicht van een variant van de doos van fig.. 1, waarbij de rij van hcuderelementen in de opgerolde toestand een onregelmatig zeskantig prismatisch blok vormt; fig. 6 toont op grotere schaal een dwarsdoorsnede van de sluiting van de doos van fig. 1; fig. 7 is een eindaanzicht van een andereuitvoeringsvorm van de inrichting, waarbij de rij van houderelementen in de opgerolde toestand een blok van vierkant profiel vormt; fig. 8 is een vooraanzicht van een deel van de doos van fig. 7 als gezien volgens de pi jl VIII van

  
die fig.; fig. 9 is een middenlangsdoorsnede van een deel van de rij van houderelementen van de doos van fig. 7 in de ten dele uitgeslagen stand; fig. 10 is een zi jaanzicht van een andere uit- <EMI ID=8.1> 

  
een dergelijke doos als afgebeeld in fig. 7; en fig. 11 is een bovenaanzicht van de scharnier-&#65533; verbinding van fig. 10.

  
De opbergdoos afgebeeld in de fig. 1-4 bestaat uit een rij van onderling scharnierend verbonden langwerpige houderelementen 1-14 van onderling gelijke lengte, maar

  
van variërend dwarsprofiel. D e houderelementen hebben elk een vlakke rechthoek ige bodemwand 15 en loodrecht vanaf deze wand omhoogstaande kopwanden 16, die de verschillende profielvormen van de houderelementen bepalen. Zo is de profielvorm van het eerste houderelement 1 parallellogramvormig en die van de onderling gelijke houderelementen 2-5 trapeziumvormig, waarbij de opstaande zijranden van de kopwanden telkens hoeken van 60o met de bodemwand insluiten. Het houderelement 6 vormt een overgang naar de elementen 7-12, die een grotere hoogte hebben, waardoor het profiel van dit element 6 een onregelmatige vierhoek vormt, terwijl de elementen 7-11 weer trapeziumvormig zijn. Het houderelement 17 heeft een driehoekig profiel, terwijl de houderelementen 13 en 14, die op nog te beschrijven wijze de kern van het opgewikkelde blok vormen, afwijkende profielen hebben.

   De houderelementen zijn aan de bovenzijde open en hebben verticale zijwanden 17, die op de bovenste hoekpunten van de kopwanden 16 aansluiten en derhalve op korte afstand van de zijranden van de bodemwanden 15 op deze bodemwanden aansluiten. De elementzijwanden 17 zijn aan

  
de buitenzijde nog door driehoekige steunen 20 verstijfd.

  
 <EMI ID=9.1> 

  
schuin buitenwaarts hellende buitenwand 18, waarbij tussen deze wand 18 en de daarnaast liggende verticale zijwand
17 een aantal kleine bakjes en een nog te beschrijven

  
 <EMI ID=10.1> 

  
de rand van de bodemwand aansluitende verticale zijwand

  
19 aan de ene zijde en een schuin buitenwaarts hellende zijwand 18 aan de andere zijde, terwijl het binnenste ele- <EMI ID=11.1> 

  
(fig. 4). Zoals in fig. 3 is te zien, kunnen de houderelementen in de langsrichting nog door verticale dwarsschotten 21 in vakken zijn onderverdeeld, welke dwarsschotten, zoals getekend, bij voorkeur uitschuifbaar zijn en daartoe met hun uiteinden in groeven steken, die tussen aan de betrokken zijwanden 20 aangebrachte nokken 22 zijn gevormd.

  
De houderelementen 1-13 zijn langs de tegen elkaar aanliggende langsranden van hun bodemwanden 15

  
door geschikte scharnierverbindingen, waarvan de scharnierassen door 23 zijn aangeduid, tot een aaneengeschakelde elementenrij scharnierend aan elkaar verbonden, terwijl de houderelementen 13 en 14 langs de bovenranden van hun

  
aan elkaar grenzende buitenwaarts hellende zijwanden 18 door een scharnierverbinding met scharnieras 24 verbonden zijn. In het getekende uitvoeringsvoorbeeld zijn de

  
 <EMI ID=12.1> 

  
door twee buigzame banden 25 (fig. 1 en 2), die evenwijdig aan elkaar in daartoe aangebrachte verdiepingen dwars over de onderzijde van de bodemwanden 15 van de houderelementen 1-13 lopen en daaraan vastgekleefd zijn, waarbij deze banden 25 zich tevens over de aan elkaar grenzende zijwanden 18 van de elementen 13 en 14 uitstrekken.

  
De dwarsafmetingen en profielvormen van de houders 1-14, resp. de kopwanden 16 daarvan, zijn zo gekozen, dat de elementenrij vanuit de in de fig. 3 en 4

  
 <EMI ID=13.1> 

  
element 14 spiraalsgewijs tot het in fig. 1 getekende gesloten regelmatige zeskantige prismatische blok 26 kan worden opgerold. Daarbij wordt eerst het houderelement

  
 <EMI ID=14.1> 

  
het houderelement 13 gedraaid, welke beide op elkaar

  
 <EMI ID=15.1> 

  
hoogte hebben dan de overige elementen, dan de kern of de binnenste winding van de spiraalvormen. Deze met hun open zijden op elkaar aansluitende houderelementen 13 - 

  
en 14 sluiten dan een relatief grote ruimte in, die kan dienen voor het opbergen van één of meer grotere voorwerpen. Desgewenst is het echter ook mogelijk om het houderelement 14

  
van een opklapbaar deksel te voorzien teneinde daarin een afzonderlijke opbergruimte te vormen. De dan volgende

  
tweede winding van de spiraal bestaat uit het kleine, als vulstuk dienende houderelement 12 van driehoekig profiel en

  
de daarop aansluitende houderelementen 11, 10, 9 en 8,

  
die onderling gelijk zijn en een trapeziumvormig profiel hebben, terwijl deze tweede winding eindigt in het tra-

  
 <EMI ID=16.1> 

  
randen van het element 12 aan te liggen, terwijl een aan deze zijwand 19 gevormde zijwaarts uitstekende lip 27

  
op de bovenrand van de achterste zijwand 17 van het houderelement 12 aansluit, waardoor de smalle ruimte in dit houderelement 12 aan de bovenzijde wordt afgesloten. De driehoekige kopwanden van dit houderelement 12 steken boven de zijwanden 17 van dit element uit. Bij het verder oprollen van de elementenrij worden de open bovenzijden van de houderelementen 11, 10 en 9 passend afgesloten

  
door respectievelijk de buitenste zijwand 18 van het element 14, de bodemwand 15 van dit element en de andere schuine zijwand 18 van dit element, terwijl de houderelementen 8 en 7 worden afgesloten door de schuine zijwand 18

  
van het element 13 en de bodemwand 15 van dit element 13

  
 <EMI ID=17.1> 

  
De buitenste winding van de spiraal bestaat uit het overgangselement 6, de onderling gelijke trapeziumvormige elementen 5, 4, 3 en 2, en het houderelement 1

  
aan het buiteneinde van de elementenrij. Omdat de elementen 11-8 van de tweede spiraalwinding een kleinere breedte hebben, dan de elementen 5-1 van de buitenste winding is hun hoogte groter gekozen teneinde deze elemen-ten 11-8 een voldoend grote en praktisch bruikbare inhoud te geven. Het overgangselement 6 heeft schuine zijden

  
 <EMI ID=18.1> 

  
grenzende schuine zijde van het hogere element 7 en op die van het lagere element 5 aansluiten, terwijl de bovenrand van het element 6 schuin ten opzichte van de bodemwand

  
15 van dit elen,ent verloopt. Bij het oprollen van deze laatste winding van de spiraal worden de open bovenzijden van de elementen 6,5, 4, 3, 2 en 1 passend afgesloten door de bodemwanden van respectievelijk de elementen 12, 11, 10, 9, 8 en 7. De schuin buitenwaarts hellende buitenste zijwand 18 van het laatste houderelement 1 ligt in het vlak van de naar buiten gekeerde

  
 <EMI ID=19.1> 

  
bodemwanden 15 van de houders 5, 4, 3, 2 en 1 vormen vijf zijvlakken van het gevormde gesloten blok 26, terwijl

  
het zesde zijvlak van dit blok derhalve wordt gevormd

  
door de genoemde schuin buitenwaarts hellende zijwand

  
18 van het element 1 en de bodemwand 15 van het kortere overgangselement 6. In fig. 1 is te zien, dat de tegen elkaar aansluitende zijden van de elementen van de tweede en derde spiraalwinding in vijf gevallen langs de radiale  vlakken door de ribben van het blok 26 lopen, terwijl alleen de tegen elkaar aanliggende zijden van de elementen

  
6 en 7 hierop een uitzondering vormen.

  
Voor een goede werking van de beschreven opbergdoos is het van belang, dat bij het uitrollen van de elementenrij de spiraalwindingen van het nog niet uitgerolde deel van het blok zich niet voortijdig kunnen

  
openen, terwijl bij het oprollen van de elementenrij de reeds opgerolde elementen niet meer uit elkaar mogen

  
kunnen bewegen. In fig. 2 is de stand getekend tijdens

  
het uitrollen van de elementenrij op een plat steunvlak, waarbij de elementen 1 en 2 reeds afgewikkeld zijn, terwijl het resterende.deel van het elementenblok om de scharnieras 23 tussen de elementen 2 en 3 buiten&#65533;aarts wordt verdraaid tot ook dit element 3 op het steunvlak  <EMI ID=20.1> 

  
belang., dat alleen een -draaibeweging om deze scbarnieras
23 tussen de e lementen 2 en 3 mogelijk is en geen draaibeweging om de scharnieras tussen twee andere elementen, bijvoorbeeld om de scharnieras 23 tussen de elementen 5

  
 <EMI ID=21.1> 

  
dingen zich zouden openen en de inhoud uit de verschillende, nog niet vlak liggende houderelementen zou kunnen vallen.

  
Om dit voortijdig openen te voorkomen is aan de bovenrand van elke kopwand 16 van de houderelementen een gebogen, schuin omhoog en in de afrolrichting van de elementenrij gerichte borgnok 28 gevormd, die in de opgerolde

  
 <EMI ID=22.1> 

  
groef 29, welke in de onderzijde van de corresponderende kopwand 16 van het betrokken radiaal binnenwaarts liggende houderelement is uitgespaard. De kromming van de nok 28 en de bijbehorende groef 29 heeft daarbij een middelpunt, dat op de scharnieras 23 tussen het van de nokken voorziene houderelement en het in de afrolrichting daaraan grenzende element ligt. Als gezien in fig. 2 is bij het wegdraaien van het nog samenhangende blokdeel om de scharnieras 23 tussen de elementen 2 en 3 de borgnok 28 van het element 2 juist uit de borggroef 29 van het element 8 getreden, hetgeen mogelijk was doordat het krommingsmiddelpunt van deze nok 28 en de groef 29 op de scharnieras 23 tussen de elementen 2 en 3 ligt.

   Uit deze fig. blijkt tevens, dat de borgnokken 28 en groeven 29 tussen de andere elementen van het nog opgerolde blokdeel deze elementen bijeenhouden en het voortijdig openen <EMI ID=23.1> 

  
In het midden van de naar buiten gekeerde zijwand 18 van het uiterste element 1 van de elementenrij is een snapsluiting 30 gevormd (fig. 1 en 6). Daartoe zijn bij deze zijwand vanaf de bovenrand daarvan omlaag lopende uitsparingen aangebracht ter vorming van alleen aan hun ondereinden nog aan de bodemwand 15 van het element 1  <EMI ID=24.1> 

  
kend haakdeel 32 en een zijwaarts uitstekende vingergreep

  
33 vastzitten, die daarbij nog door platte verstijvingsdelen 34 met de lippen 31 verbonden zijn. Het haakdeel
32 steekt in een opening 35 in de rand van de bodemwand 15 van het element 7 en grijpt in de sluitstand over een verdikt randdeel 36 van deze opening 35. Door met de vinger

  
de greep 33 omlaag te drukken kan de haak 32 tegen de veerkracht van de lippen 31 in van het randdeel 36 weggedraaid worden, zodat dan de doos kan worden geopend voor het uitrollen daarvan, terwijl bij het oprollen de verdikte rand 36 langs de voorzijde van het haakdeel 36 kan glijden

  
 <EMI ID=25.1> 

  
rand 36 kan terugsnappen en dan het uiterste houderelement

  
1 vastzet.

  
In het houderelement 4, dat in het opgerolde

  
blok 26 tegenover het uiterste houderelement 1 ligt, is

  
een handgreep 37 gevormd (fig. 1 en 3). Daartoe is in

  
de bodemwand 15 van het houderelement 4 een tussen dwarswanden 38 ingesloten opening 39 uitgespaard, die

  
in het midden door de in de langsrichting van het element

  
4 lopende balkvormige handgreep 37 wordt overbrugd. Daarbij kan de handgreep 37 nog door een dwarse tussenwand

  
40 zijn verstijfd. Als men de gesloten blokvormige doos

  
26 bij de handgreep 37 optilt en vervolgens neerzet komt aldus vanzelf de doos in de voor het openen en uitrollen daarvan gewenste stand op het uiterste houderelement 1 te rusten.

  
Fig. 5 toont een variant van de uitvoeringsvorm van de doos van fig. 1. De doos van fig. 5 heeft <EMI ID=26.1> 

  
doos van fig. 1 verkregen denken door de houderelementen 1, 2 en 3 weg te laten en het houderelement 4 te vervangen door een element 4', waarvan de buitenste zijwand 18 schuin buitenwaarts is gericht en in het vlak ligt van de bodemwand 15 van het element 9. Hierdoor wordt in de opgerolde stand van de elementenrij een zeskantig prismatisch blok verkregen, dat echter ongelijke zijden heeft, maar in de stand van fig. 5 een verticaal symmetrieviak heeft.'

  
 <EMI ID=27.1> 

  
tussen de zi jwand 18 van het element 4' en de bodemwand 15 van het daartegen liggende element 10 aangebracht, terwijl de in fig. 5 evenmin getekende handgreep 37 in de bodemwand van het bovenste element 7 is aangebracht. Voorts kunnen uiteraard de borggroeven 29 in de elementen 7, 8 en 9 vervallen.

  
In de fig. 7, 8 en 9 is een uitvoeringsvorm

  
van de inrichting volgens de uitvinding afgebeeld, die in het bijzonder geschikt is als verpakkingsdoos voor schroeven, spijkers en dergelijke voorwerpen in sorteringen van verschillende formaten, waarbij de koper de doos desgewenst later ook als opbergdoos kan blijven gebruiken. Bij deze uitvoeringsvorm vormt de samengestelde doos in opgerolde toestand een prismatisch blok 50 van vierkante dwarsdoorsnede, welk blok is samengesteld uit rechthoekige bakvormige houderelementen 41-48 van onderling gelijke hoogte en lengte, maar verschillende breedten, en een de kern van de spiraalwikkeling vormend houderelement 49 van vierkant profiel en ongeveer de dubbele hoogte, welk houderelement 49 door een deksel 51 afsluitbaar is.

   De houderelementen zijn uit een doorzichtige kunststof vervaardigd en hebben elk een bodemwand 52 en loodrecht vanaf deze bodemwand opstaande kopwanden 53 en zijwanden 54 en 55. De bodem-

  
 <EMI ID=28.1> 

  
zijde voorbij de zijwand 54 van het element voort met een

  
deel 56, waarvan de lengte gelijk is aan de hoogte van de hou-

  
 <EMI ID=29.1> 

  
aaneengeschakelde elementenrij scharnierend aan elkaar verbonden (fig. 9), waartoe telkens tussen de langsrand

  
van een uitstekend bodemwanddeel 56 van een houderelement en de langsrand van de bodemwand 52 van het in de oprolrichting naastliggende houderelement een filmscharnier 57 is

  
 <EMI ID=30.1>  

  
Uit de fig. 7 en 9 blijkt, dat bij het oprollen van de gestrekte elementenrij vanaf het de kern van het blok 50 vormende houderelement 49 telkens het uitstekende bodemwanddeel 56 van een voorafgaand element tegen

  
de buitenzijde van de zijwand 66 van het volgende element en de zijwand 54 van het voorafgaande element op de open bovenzijde van het volgende element komen te liggen. De open bovenzijde van het tweede element 48 wordt daarbij door de zijwand 54 van het eerste element 49 passend afgesloten, terwijl de onderling gelijke elementen 47 en 46 een grotere

  
 <EMI ID=31.1> 

  
een zijde van het eerste element 49 en de zijwand 54 van het voorafgaande element 48 resp. 47 afgesloten wordt. De daarop volgende elementen 45 en 44 hebben weer een zelfde breedte en worden aan hun open bovenzijden afgedekt door

  
de zijwand 54 van het voorafgaande element, de bodemwand

  
52 van het binnenwaarts daarvan liggende element 49

  
resp. 48, en het uitstekende bodemwanddeel 56 van dit laatste element, of als dit deel 56 bij een anders uitgevoerde scharnierverbinding afwezig is, door de zijwand 55 van het aan deze bodemwand grenzende element 48 resp. 47. De onderling gelijke elementen 43 en 42 hebben weer een grotere breedte, dan de elementen 45 en 44 en worden op analoge wijze als deze laatste afgedekt, terwijl het uiterste element 41 van de rij de grootste breedte heeft, die gelijk is aan de zijde van het gevormde blok 50. Bij deze uitvoeringsvorm bestaan de borgorganen voor het verhinderen van het voortijdig openen van de spiraalwindingen van het gevormde blok 50 uit borgtongen58,di.e aan de zijwanden 54  van de houderelementen zijn gevormd en in het midden vanaf de bovenrand van deze zijwanden omhoogsteken.

   De borgtongen 58 passen elk in een verdieping 59, die is aangebracht in de bodemwand van het element, dat in de opgerolde stand van de elementenrij van fig. 7 met zijn bodemwand

  
 <EMI ID=32.1> 

  
 <EMI ID=33.1>  borglip 58 aan de zijwand 54 van het uiterste element 41 van de elementenrij past in de verdieping 59 aangebracht in de bodemwand van het element 44. Zoals uit fig. 7 volgt, verhindert deze borglip 58 niet de verdraaiing van het  houderelement 42 ten opzichte van het houderelement 41 om

  
de deze elementen verbindende scharnier 57 maar wel het buitenwaarts zwenken van het door de elementen 43-49 gevormde blokdeel om de rechts bovenliggende scharnieras 57 tussen

  
de elementen 42 en 43. De borglip 58 van het element 48

  
past in een verdieping 59, die is aangebracht in het deksel 51 van het binnenste element 49.

  
Aan de borglip 58 van het uiterste houderelement 41 is een naar binnen uitstekende verdikte rand 60 gevormd, die verend in een corresponderende groef op de bodem van de verdieping 59 van het element 44 grijpt en daardoor de doos in de opgerolde toestand samenhoudt.

  
In de zijwand 54 van dit uiterste element 41 zijn twee inspringende holten 61 gevormd (zie ook fig. 8), waarin

  
twee vingers kunnen worden gestoken om bij het openen

  
van de doos het onderliggende element 41 te kunnen tegenhouden als het overige deel van de opgerolde doos tegen

  
de veerwerking van de snapsluiting 59, 60 in om de

  
rechts onderliggende scharnier 57 moet worden opengedraaid bij het begin van de uitrolbeweging.

  
In de fig. 10 en 11 is nog aangegeven, dat

  
bij een verpakkingsdoos van het type van fig. 7-9 in plaats

  
 <EMI ID=34.1> 

  
tussen de houderelementen kunnen worden toegepast. Dit

  
 <EMI ID=35.1> 

  
ding tussen de houderelementen 46 en 47 gelllustreerdBi j vergeli jking met fig. 9 is te zien, dat in dit geval de bodemwand 52 van het houderelement 47 geen verlengstuk 56 heeft maar geli jk met de zijwand 54 eindigt. De beide kopwanden 53 van het houderelement 47 hebben echter voorbij de zijwand 54 uitstekende delen 62, die schar-

  
 <EMI ID=36.1>   <EMI ID=37.1> 

  
Ter versterking van de scharnierverbinding zijn deze scharnierpennen 64 opgenomen in blokvormig verdikte delen
65, die in de betrokken hoeken van het houderelement 46 zijn gevormd. Het zal duidelijk zijn, dat dergelijke scharnierverbindingen ook tussen de overige houderelementen van de elementenrij zijn aangebracht, terwijl desgewenst zulke scharnierverbindingen ook bij de uitvoeringsvorm van fig. 1 kunnen worden toegepast.

  
De beschreven meervoudige opberg- en verpakkingsdozen kunnen uit een geschikte kunststof door een

  
 <EMI ID=38.1> 



  Storage or packaging device with a number of separate holder elements.

  
The invention relates to a storage or packaging device, comprising a number of holder elements,

  
each of which has a supporting wall with parallel longitudinal edges and from

  
 <EMI ID = 1.1>

  
by hinge connections arranged on or at the longitudinal edges of the supporting walls to form a connected row

  
are connected to each other, with this element row from

  
the flat unfolded position, in which the holder elements are located

  
their supporting walls rest, by a rolling movement can be collapsed into an at least substantially closed prismatic block.

  
Such a packaging device is known from, for example, the German Offenlegungsschrift
1,536,138. This known device serves for packaging liquid or granular substances, wherein each separate container element in a front wall has a pouring opening

  
but is otherwise completely closed. The holder elements have a triangular profile such that

  
 <EMI ID = 2.1>

  
profile can be folded in a position, in which

  
 <EMI ID = 3.1>

  
and with their tops in the middle of the block

  
come together, while their outward-facing bearing walls

  
are hinged together along the ribs of the formed block. After unfolding or unrolling the row of elements, the individual holder elements can be torn along the hinge joints of the row for separate use.

  
The object of the invention is to provide a storage or packaging device of the type mentioned in the preamble

  
It is intended as a storage box for permanent use and has a large number of easily accessible compartments in which objects of all kinds can be stored.

  
The device according to the invention is characterized in that the holder elements have transverse profiles adapted to each other such that the row of elements can be rolled up spiraically from the folded-out position from one of the ends of the row to the prismatic block, at least the majority of the holder elements opposite their supporting walls serving as bottom wall, they have open top sides which, in the rolled-up position of the element row, are joined by wall parts therefrom. other container elements lying inwardly thereof are closed.

  
Thus, a storage box is obtained, which is in

  
the rolled-up state has a compact block shape and an attractive appearance and those in the rolled-out position

  
provides a clear overview of the contents of all holder elements. When the element row is spirally rolled up, a subsequent, still horizontally lying holder element is closed at its open top by the respective corresponding holder element or by the wall parts of a number of these elements of the already rolled-up part of the element row, so that the container content is not can escape. On the other hand, when the element row is rolled out, the

  
 <EMI ID = 4.1>

  
returned to horizontal position above.

  
The retractable and retractable storage box according to the invention can be used for many purposes, such as for storing screws, nuts and other small technical parts, such as sewing box, cigar and cigarette box, first-aid box, tool box and the like.

  
When rolling out the element row and

  
also when it is rolled up, it is essential that the rolled-up block part of the element row maintains its closed cohesion and that this rolled-up block part therefore only as a whole around the relevant hinge of the container element of the block part lying on the bottom

  
 <EMI ID = 5.1>

  
higher located hinges can swing open prematurely, as a result of which the contents of these holder elements could fall out.

  
According to an important aspect of the invention, in order to prevent or at least hinder this premature opening of the spirally wound container row or part of this row, a container element and another container element connecting to the top thereof in the rolled-up position of the element row are preferably

  
 <EMI ID = 6.1>

  
in the rolled-up position of the row, only allow a relative rotational movement between these two holder elements about the pivot axis between the former element and the element in the unrolling direction, but such a

  
 <EMI ID = 7.1>

  
of the element row. These locking members can have different designs, as described in more detail below.

  
As is known per se from the above-mentioned German "Offenlegungsschrift" 1,536,138, the cross-sectional prismatic block may be pentagonal or polygonal, preferably hexagonal. This hexagonal design represents a favorable compromise in the storage box according to the invention, because on the one hand the sloping sides of the holder elements are inclined inwardly at an angle not too small with the bottom wall, namely an angle of 60 [deg.], While on the other hand with a rolled-up block of a certain size, the width of the outer container elements determined by the number of sides of the block does not become too small.

   According to the invention, with such a storage box that can be rolled up into a pentagonal or polygonal block, the embodiment is preferably such that in the rolled-up position of the row of elements, the bottom wall resp. a side wall of a container element covers the entire open top side of a container element lying radially outwardly thereof.

  
In the case of a row of holder elements according to the invention that can be rolled up into a prismatic block, the embodiment will generally be such that the last holder element of the row in its last direction, with its bottom wall, has a side surface of the block and with its outer side wall a part of the row. the related adjacent side face of the

  
block, wherein the abutting oblique side edges of the end walls of the holder elements follow radial surfaces extending through the ribs of the block, respectively. according to a plane running parallel to such a radial plane through a top edge of said outer element side wall.

  
As is known per se from the aforementioned German "Offenlegungsschrift" 1,536,138, the prismatic block can also have a rectangular cross-section in cross-section.

  
have a particularly square shape. In that case is at

  
the packaging box according to the invention the implementation

  
preferably such that, in the rolled-up position of the element row, the open top of a holder element is covered by the bottom wall of the element lying inwardly thereof and by a side wall of each of the two holder elements hingedly attached to the latter element.

  
According to a favorable embodiment of the invention, the outermost holder element at the outer end of the element row is on its outer side wall and

  
the bottom wall of a container element of co-operating closing members lying in the molded block against it, such as

  
a snap closure with finger grip, provided. Preferably, a recessed handle is also formed in the holder element, which lies in the rolled-up position of the element row opposite the said extreme holder element of the element row. The storage box can thus be lifted and carried on this handle in the rolled-up state, whereby it is ensured that, when the block is put down, the said outermost holder element of the element row always comes to lie at the bottom and thus the box.

  
is also forced to open in the correct position.

  
The invention is further elucidated on the basis of a number of exemplary embodiments of the storage device according to the invention shown in the drawing, in which further preferred measures will be discussed during the discussion.

  
Fig. 1 is a perspective view of a first embodiment of the device, designed as a storage box, which when rolled up takes the form of a regular hexagonal prismatic block; Fig. 2 is a perspective view of the box of Fig. 1 in a partially unrolled position; FIG. 3 is a top plan view of the box of FIG. 1 in the fully unrolled position with some retaining elements omitted;

    FIG. 4 is a side view of the row of container elements of FIG. 3; FIG. 5 is a front view of a variant of the box of FIG. 1, the row of curved elements in the coiled state forming an irregular hexagonal prismatic block; FIG. 6 is an enlarged cross-sectional view of the closure of the box of FIG. 1; FIG. 7 is an end view of another embodiment of the device, the row of container elements in the rolled-up state forming a square profile block; FIG. 8 is a front view of a portion of the box of FIG. 7 as seen in FIG. VIII of FIG

  
that fig .; FIG. 9 is a mid-longitudinal section of a portion of the row of container elements of the box of FIG. 7 in the partially extended position; Fig. 10 is a side view of another view of <EMI ID = 8.1>

  
such a box as shown in Fig. 7; and Fig. 11 is a top plan view of the hinge - &#65533; connection of fig. 10.

  
The storage box shown in Figs. 1-4 consists of a row of mutually hingedly connected elongated container elements 1-14 of equal length, but

  
of varying cross section. The holder elements each have a flat rectangular bottom wall 15 and end walls 16 projecting perpendicularly from this wall, which define the different profile shapes of the holder elements. For example, the profile shape of the first holder element 1 is parallelogram-shaped and that of the mutually equal holder elements 2-5 is trapezoidal, the upright side edges of the end walls each enclosing angles of 60o with the bottom wall. The holder element 6 forms a transition to the elements 7-12, which have a greater height, whereby the profile of this element 6 forms an irregular quadrilateral, while the elements 7-11 are again trapezoidal. The holder element 17 has a triangular profile, while the holder elements 13 and 14, which in the manner yet to be described, form the core of the wound block, have different profiles.

   The container elements are open at the top and have vertical side walls 17, which connect to the upper corner points of the end walls 16 and therefore connect to these bottom walls at a short distance from the side edges of the bottom walls 15. The element side walls 17 are on

  
the outside is still stiffened by triangular supports 20.

  
 <EMI ID = 9.1>

  
obliquely outwardly inclined outer wall 18, between this wall 18 and the adjacent vertical side wall
17 a number of small containers and one to be described

  
 <EMI ID = 10.1>

  
vertical side wall adjoining the edge of the bottom wall

  
19 on one side and an obliquely outwardly inclined side wall 18 on the other side, while the inner element- <EMI ID = 11.1>

  
(Fig. 4). As can be seen in Fig. 3, the holder elements can in the longitudinal direction still be divided into compartments by vertical transverse partitions 21, which transverse partitions, as drawn, are preferably extendable and for this purpose insert into grooves which extend between the side walls concerned Cams 22 provided are formed.

  
The container elements 1-13 are along the abutting longitudinal edges of their bottom walls 15

  
by suitable hinge connections, the hinge axes of which are indicated by 23, hingedly connected to one another in a row of elements, while the holder elements 13 and 14 are along the top edges of their

  
adjacent outwardly inclined side walls 18 are connected to pivot shaft 24 by a hinge connection. In the illustrated exemplary embodiment, the

  
 <EMI ID = 12.1>

  
by two flexible bands 25 (fig. 1 and 2), which run parallel to each other in recesses arranged for that purpose transversely of the bottom side of the bottom walls 15 of the holder elements 1-13 and are adhered thereto, these bands 25 also extending over the adjacent side walls 18 of elements 13 and 14 extend.

  
The transverse dimensions and profile shapes of the holders 1-14, respectively. the end walls 16 thereof are selected such that the element row from the position shown in FIGS. 3 and 4

  
 <EMI ID = 13.1>

  
element 14 spirals until the closed regular hexagonal prismatic block 26 shown in FIG. 1 can be rolled up. The holder element is thereby first

  
 <EMI ID = 14.1>

  
the holder element 13 rotated, which are both on top of each other

  
 <EMI ID = 15.1>

  
height than the other elements, then the core or the inner winding of the spiral shapes. These holding elements which adjoin each other with their open sides 13 -

  
and 14 then enclose a relatively large space, which can serve for storing one or more larger objects. If desired, however, it is also possible to hold the holder element 14

  
provided with a folding lid in order to form a separate storage space therein. The next one

  
The second winding of the spiral consists of the small holder element 12 of triangular profile and serving as filling piece

  
the adhering holder elements 11, 10, 9 and 8,

  
which are equal to each other and have a trapezoidal profile, while this second winding ends in the trapezoidal

  
 <EMI ID = 16.1>

  
edges of the element 12, while a laterally projecting lip 27 formed on this side wall 19

  
adjoins the top edge of the rear side wall 17 of the holder element 12, so that the narrow space in this holder element 12 is closed at the top. The triangular end walls of this holder element 12 protrude above the side walls 17 of this element. When the element row is rolled up further, the open top sides of the holder elements 11, 10 and 9 are closed appropriately

  
by the outer side wall 18 of the element 14, the bottom wall 15 of this element and the other inclined side wall 18 of this element, respectively, while the holder elements 8 and 7 are closed by the inclined side wall 18

  
of the element 13 and the bottom wall 15 of this element 13

  
 <EMI ID = 17.1>

  
The outer winding of the spiral consists of the transition element 6, the mutually equal trapezoidal elements 5, 4, 3 and 2, and the holder element 1

  
at the outer end of the element row. Since the elements 11-8 of the second spiral winding have a smaller width than the elements 5-1 of the outer winding, their height is chosen to be larger in order to give these elements 11-8 a sufficiently large and practically usable content. The transition element 6 has slanted sides

  
 <EMI ID = 18.1>

  
Adjoining the sloping side of the upper element 7 and that of the lower element 5, while the top edge of the element 6 is oblique with respect to the bottom wall

  
15 of these elements, graft expires. When this last turn of the spiral is wound up, the open top sides of the elements 6,5, 4, 3, 2 and 1 are closed appropriately by the bottom walls of the elements 12, 11, 10, 9, 8 and 7 respectively. obliquely outwardly inclined outer side wall 18 of the last holder element 1 lies in the plane of the outwardly facing

  
 <EMI ID = 19.1>

  
bottom walls 15 of holders 5, 4, 3, 2 and 1 form five side faces of the formed closed block 26, while

  
the sixth side face of this block is therefore formed

  
by the said sidewall sloping outwardly

  
18 of the element 1 and the bottom wall 15 of the shorter transition element 6. It can be seen in Fig. 1 that the abutting sides of the elements of the second and third spiral windings are in five cases along the radial planes through the ribs of the block 26, while only the abutting sides of the elements

  
6 and 7 are an exception to this.

  
For the proper functioning of the described storage box, it is important that the spiral windings of the not yet unrolled part of the block cannot prematurely roll out of the element row.

  
while the elements that have already been rolled up cannot be disassembled when the element row is rolled up

  
can move. In fig. 2 the position is drawn during

  
rolling out the row of elements on a flat supporting surface, wherein the elements 1 and 2 are already unwound, while the remaining part of the element block is rotated outside the pivot axis 23 between the elements 2 and 3 to also this element 3 on the supporting surface <EMI ID = 20.1>

  
importance., that only a rotational movement around this scanner axis
23 between the elements 2 and 3 is possible and no rotational movement around the pivot axis between two other elements, for example around the pivot axis 23 between the elements 5

  
 <EMI ID = 21.1>

  
things would open and the contents could fall out of the different, not yet lying flat holder elements.

  
To prevent this premature opening, a curved upwardly angled locking cam 28, which is oriented in the rolling direction of the row of elements, is formed on the top edge of each end wall 16 of the holder elements,

  
 <EMI ID = 22.1>

  
groove 29, which is recessed in the underside of the corresponding end wall 16 of the respective radially inwardly holding container element. The curvature of the cam 28 and the associated groove 29 has a center point, which lies on the pivot axis 23 between the holder element provided with the cams and the element adjacent thereto in the unwinding direction. As seen in Fig. 2, when the still cohesive block part is turned around the hinge axis 23 between the elements 2 and 3, the locking cam 28 of the element 2 just protruded from the locking groove 29 of the element 8, which was possible because the center of curvature of this cam 28 and the groove 29 on the hinge shaft 23 lie between the elements 2 and 3.

   This figure also shows that the locking cams 28 and grooves 29 between the other elements of the still rolled-up block part hold these elements together and open them prematurely <EMI ID = 23.1>

  
A snap closure 30 is formed in the center of the outwardly facing side wall 18 of the extreme element 1 of the element row (Figures 1 and 6). For this purpose, recesses running downwards from the top edge thereof are formed on this side wall to form only the bottom wall 15 of the element 1 at their bottom ends. <EMI ID = 24.1>

  
had hook part 32 and a laterally projecting finger grip

  
33, which are still connected to the lips 31 by flat stiffening parts 34. The hook part
32 protrudes into an opening 35 in the edge of the bottom wall 15 of the element 7 and engages in the closed position over a thickened edge part 36 of this opening 35. By using the finger

  
By pressing the handle 33 downwards, the hook 32 can be rotated away from the edge part 36 against the resilience of the lips 31, so that the box can then be opened for unrolling it, while during the rolling up the thickened edge 36 along the front of the hook part 36 can slide

  
 <EMI ID = 25.1>

  
edge 36 can snap back and then the extreme holder element

  
1 fasten.

  
In the holder element 4, which is rolled up

  
block 26 is opposite the extreme container element 1

  
a handle 37 is formed (Figures 1 and 3). To that end is in

  
the bottom wall 15 of the holder element 4 has an opening 39 enclosed between transverse walls 38, which recess

  
in the middle by the longitudinal direction of the element

  
4 running beam-shaped handle 37 is bridged. The handle 37 can still pass through a transverse partition wall

  
40 have stiffened. If one has the closed block-shaped box

  
26 lifts up by the handle 37 and then sets it down, the box thus automatically rests in the position desired for opening and unrolling it on the extreme holder element 1.

  
Fig. 5 shows a variant of the embodiment of the box of FIG. 1. The box of FIG. 5 has <EMI ID = 26.1>

  
box of fig. 1 by omitting the holder elements 1, 2 and 3 and replacing the holder element 4 with an element 4 ', the outer side wall 18 of which is directed obliquely outward and lies in the plane of the bottom wall 15 of the element 9. As a result, in the rolled-up position of the element row, a hexagonal prismatic block is obtained, which, however, has uneven sides, but has a vertical symmetry field in the position of fig.

  
 <EMI ID = 27.1>

  
arranged between the side wall 18 of the element 4 'and the bottom wall 15 of the element 10 lying against it, while the handle 37, which is also not shown in Fig. 5, is arranged in the bottom wall of the upper element 7. Furthermore, the locking grooves 29 in elements 7, 8 and 9 can of course be omitted.

  
In Figs. 7, 8 and 9 is an embodiment

  
of the device according to the invention, which is particularly suitable as a packaging box for screws, nails and the like in various sized formats, whereby the buyer can also continue to use the box as a storage box if desired. In this embodiment, the assembled box when rolled up forms a prismatic block 50 of square cross-section, which block is composed of rectangular box-shaped container elements 41-48 of mutually equal height and length, but different widths, and a container element 49 forming the core of the spiral winding of square profile and approximately double the height, which holder element 49 can be closed by a lid 51.

   The holder elements are made of a transparent plastic and each have a bottom wall 52 and end walls 53 and side walls 54 and 55, which rise vertically from this bottom wall.

  
 <EMI ID = 28.1>

  
side past the sidewall 54 of the element with a

  
part 56, the length of which is equal to the height of the holder

  
 <EMI ID = 29.1>

  
connected row of elements hingedly connected to each other (fig. 9), each time between the longitudinal edge

  
of a protruding bottom wall part 56 of a holder element and the longitudinal edge of the bottom wall 52 of the holder element adjacent in the winding direction is a film hinge 57

  
 <EMI ID = 30.1>

  
It can be seen from Figs. 7 and 9 that when the stretched element row rolls up from the holder element 49 forming the core of the block 50, the protruding bottom wall part 56 of a previous element always protrudes against

  
the outside of the side wall 66 of the next element and the side wall 54 of the previous element come to rest on the open top of the next element. The open top side of the second element 48 is thereby suitably closed by the side wall 54 of the first element 49, while the mutually equal elements 47 and 46 have a larger

  
 <EMI ID = 31.1>

  
one side of the first element 49 and the side wall 54 of the previous element 48 and. 47 is closed. The subsequent elements 45 and 44 again have the same width and are covered on their open tops

  
the side wall 54 of the previous element, the bottom wall

  
52 of the inwardly located element 49

  
resp. 48, and the protruding bottom wall part 56 of the latter element, or if this part 56 is absent with a hinge connection of a different design, through the side wall 55 of the element 48 and 70 adjoining this bottom wall. 47. The mutually equal elements 43 and 42 again have a greater width than the elements 45 and 44 and are covered in an analogous manner to the latter, while the extreme element 41 of the row has the greatest width, which is equal to the side of the molded block 50. In this embodiment, the locking members for preventing premature opening of the spiral turns of the molded block 50 consist of locking tongues 58 formed on the side walls 54 of the container members and centered from the top edge of the these side walls stick up.

   The locking tongues 58 each fit in a recess 59, which is arranged in the bottom wall of the element, which in the rolled-up position of the element row of Fig. 7 with its bottom wall

  
 <EMI ID = 32.1>

  
 <EMI ID = 33.1> locking lip 58 on the side wall 54 of the extreme element 41 of the element row fits into the depression 59 arranged in the bottom wall of the element 44. As follows from fig. 7, this locking lip 58 does not prevent the rotation of the holder element 42 relative to holder element 41

  
the hinge 57 connecting these elements, but the pivoting outwardly of the block part formed by the elements 43-49 about the right-hand pivot axis 57 between

  
elements 42 and 43. Retaining lip 58 of element 48

  
fits into a recess 59 provided in the cover 51 of the inner member 49.

  
An inwardly projecting thickened rim 60 is formed on the retaining lip 58 of the outermost holder element 41, which resiliently engages in a corresponding groove on the bottom of the recess 59 of the element 44 and thereby holds the box together in the rolled-up state.

  
Two recessed cavities 61 are formed in the side wall 54 of this extreme element 41 (see also fig. 8), in which

  
two fingers can be inserted to open

  
of the box, the underlying element 41 can be restrained as the rest of the rolled-up box against

  
the spring action of the snap fastener 59, 60 in

  
right hinge 57 below must be turned open at the start of the unrolling movement.

  
It is further indicated in FIGS. 10 and 11 that

  
with a packing box of the type shown in Fig. 7-9 instead

  
 <EMI ID = 34.1>

  
can be used between the holder elements. This

  
 <EMI ID = 35.1>

  
As illustrated between the holder elements 46 and 47, it can be seen that in comparison with Fig. 9, in this case the bottom wall 52 of the holder element 47 does not have an extension 56 but ends at the same side with the side wall 54. However, the two end walls 53 of the holder element 47 have projecting parts 62 beyond the side wall 54, which are hinged

  
 <EMI ID = 36.1> <EMI ID = 37.1>

  
In order to strengthen the hinge connection, these hinge pins 64 are incorporated in block-shaped thickened parts
65, which are formed in the respective corners of the holder element 46. It will be clear that such hinge connections are also arranged between the other holder elements of the element row, while if desired such hinge connections can also be used in the embodiment of Fig. 1.

  
The described multiple storage and packaging boxes can be made of a suitable plastic by a

  
 <EMI ID = 38.1>


    

Claims (1)

CONCLUSIES CONCLUSIONS 1. Opberg- of verpakkingsinrichting, omvattende <EMI ID=39.1> 1. Storage or packaging device, comprising <EMI ID = 39.1> evenwijdige langsranden en vanaf de draagwand opstaande kopwanden en zijwanden hebben en die door aan of bij de langsranden van de draagwanden aangebrachte scharnierverbindingen tot een aaneengeschakelde rij met elkaar zijn verbonden, waarbij deze elementenrij vanuit de vlakke uitgeslagen stand, waarin de houderelementen op hun draagwanden rusten, door een oprolbeweging tot een althans in hoofdzaak gesloten prismatisch blok kan worden samenge- have parallel longitudinal edges and end walls and side walls upright from the supporting wall and which are connected to each other by hinge connections arranged on or at the longitudinal edges of the supporting walls to form an interconnected row, said row of elements from the flat extended position in which the holder elements rest on their supporting walls, can be assembled by means of a rolling-up movement into an at least substantially closed prismatic block <EMI ID=40.1> <EMI ID = 40.1> (1-14; 41-49) zodanig aan elkaar aangepaste dwarsprofielen hebben, dat de elementenrij vanuit de uitgeslagen stand (1-14; 41-49) have mutually adapted transverse profiles such that the element row from the unfolded position <EMI ID=41.1> <EMI ID = 41.1> blok (26; 50) spiraalsgewijs oprolbaar is, waarbij althans block (26; 50) can be spirally rolled up, at least het merendeel van de houderelementen tegenover hun als bodemwand (15; 52) dienende draagwanden open bovenzijden hebben, die in de opgerolde stand van de elementenrij the majority of the container elements opposite their supporting walls serving as bottom wall (15; 52) have open top sides, which in the rolled-up position of the element row door wanddelen van daartegen aansluitende, binnenwaarts daarvan liggende, andere houderelementen afgesloten zijn. are closed by wall parts of adjoining, inwardly thereof, other holder elements. 2 . Inrichting volgens conclusie 1 , m e t 2. Device according to claim 1, m e t h e t k e n m e r k, dat telkens een houderelement en een c h e r, that each a holding element and a in de opgerolde stand van de elementenrij tegen de bovenzijde daarvan aansluitend ander houderelement van in in the rolled-up position of the element row against the top side thereof, another holder element of in elkaar grijpende bororganen (28, 29; 58, 59) zijn voorzien, die in de opgerolde stand van de elementenrij alleen een relatieve draaibeweging tussen deze beide houderelementen interlocking locking members (28, 29; 58, 59) are provided, which, in the rolled-up position of the element row, only have a relative rotational movement between these two holder elements om de scharnieras (23; 57) tussen het eerstgenoemde element en het in de uitrolrichting daarop volgende element about the pivot axis (23; 57) between the first-mentioned element and the element following it in the unrolling direction <EMI ID=42.1> <EMI ID = 42.1> van de andere scharnieras sen van het opgerolde gedeelte van of the other pivot axes of the rolled-up part of de elementenrij verhinderen. prevent the row of elements. <EMI ID=43.1> <EMI ID=44.1> <EMI ID = 43.1> <EMI ID = 44.1> <EMI ID=45.1> <EMI ID = 45.1> bodemwand (15) resp. de zijwand (18) van een houderelement de gehele open bovenzijde van een radiaal buitenwaarts daarvan liggend houderelement passend afdekt. bottom wall (15) resp. the side wall (18) of a container element covers the entire open top of a container element lying radially outwardly therefrom. 4. Inrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, m e t h e t kenmerk, dat het in de oprolrichting laatste, buitenste houderelement (1) van de elementenrij Device according to claim 1, 2 or 3, characterized in that the outermost holder element (1) of the element row, which is last in the winding direction, <EMI ID=46.1> <EMI ID = 46.1> en met zijn buitenste zijwand (18) een deel van het betrokken aangrenzende zijvlak van het blok vormt. and with its outer side wall (18) forming part of the associated adjacent side face of the block. <EMI ID=47.1> <EMI ID = 47.1> conclusies, m e t h e t k e n m e r k, dat de kopwanden claims, characterized in that the end walls (16) van althans het merendeel van de houderelementen trapeziumvormig (2-11) zijn en de zijwanden (17) van de houderelementen loodrecht op de bodemwand (15) staan en door de bovenhoeken van de kopwanden lopen. (16) of at least most of the container elements are trapezoidal (2-11) and the side walls (17) of the container elements are perpendicular to the bottom wall (15) and pass through the top corners of the end walls. 6. Inrichting volgens één der voorafgaande conclusies, met- h e t k e n m e r k, dat de houderelementen (1-5) van de buitenste winding van houderelementen van de spiraalvormig opgerolde elementenrij een kleinere hoogte hebben, dan de elementen (7-11) van de daarop volgende, daar binnen liggende winding van de elementenrij, waarbij een de overgang tussen deze windingen vormend houderelement (6) een vanaf de kleinere hoogte naar de grotere hoogte schuin verlopende bovenzijde heeft. Device according to any one of the preceding claims, characterized in that the holder elements (1-5) of the outer winding of holder elements of the spiral-wound element row have a smaller height than the elements (7-11) of the following, therein a winding of the element row, wherein a holder element (6) forming the transition between these windings has an upper side sloping from the smaller height to the greater height. 7. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij het prismatische blok in dwarsdoorsnede een recht- The device of claim 1 or 2, wherein the cross-sectional prismatic block is a straight <EMI ID=48.1> <EMI ID = 48.1> h e t k e n m e r k, dat in de opgerolde stand van de elementenrij de open bovenzijde van een houderelement is afgedekt door de bodemwand (52) van het binnenwaarts characterized in that, in the rolled-up position of the element row, the open top of a container element is covered by the bottom wall (52) of the inward <EMI ID=49.1> <EMI ID = 49.1> <EMI ID=50.1> <EMI ID=51.1> <EMI ID = 50.1> <EMI ID = 51.1> elementen. elements. <EMI ID=52.1> <EMI ID = 52.1> 7, m e t h e t k e n m e r k, dat de borgorganen bestaan 7, characterized in that the locking members exist <EMI ID=53.1> <EMI ID = 53.1> wanden (15) van een houderelement uitstekende gebogen nok walls (15) of a holder element projecting curved cam (28) en een in de opgerolde stand van de elementenrij deze nok passend opnemende groef (29) in de onderzijde van de corresponderende kopwand van het tegen dit element aansluitende, binnenwaarts daarvan liggende element, waarbij het krommingsmiddelpunt van de nok en de groef (28) and a groove (29) fitting this cam in the rolled-up position of the element row in the underside of the corresponding end wall of the element adjoining this element, inwardly thereof, the center of curvature of the cam and the groove <EMI ID=54.1> <EMI ID = 54.1> eerstgenoemde element en het in de uitrolrichting daaraan grenzende element ligt. the former element and the element adjacent thereto in the roll-out direction. 9. Inrichting volgens conclusies 2 en 7, Device as claimed in claims 2 and 7, m e t h e t k e n m e r k, dat de borgorganen bestaan note that the locking means exist uit een vanaf de, als gezien in de afrolrichting achterste zijwand van een element omhoogstekende nok (58) , die from a projection (58) protruding from the side wall of an element as seen in the unrolling direction, which grij pt in een verdieping aangebracht in de bodemwand (52) van het element, dat in de opgerolde stand van de elementenrij met zijn bodemwand in het verlengde van de genoemde zijwand komt te liggen. engages in a recess arranged in the bottom wall (52) of the element, which in the rolled-up position of the element row comes to lie with its bottom wall in line with said side wall. 10. Inrichting volgens één der voorafgaande 10. Device according to one of the preceding <EMI ID=55.1> <EMI ID = 55.1> aan het binneneinde van de elementenrij liggende houderelementen (14, 13) langs de bovenranden van hun aangrenzende zijwanden (18) scharnierend aan elkaar zijn verbonden en in de opgerolde stand van de elementenrij met hun bovenzijden passend tegen elkaar aansluiten. holder elements (14, 13) lying at the inner end of the element row are hingedly connected along the top edges of their adjoining side walls (18) and fit their top sides together in the rolled-up position of the element row. 11. Inrichting volgens één der voorafgaande conclusies, m e t h e t k e n m e r k, dat het aan het binneneinde van de elementenrij liggende houderelement (49) een grotere hoogte heeft, dan de daaraan grenzende elementen en van een deksel (51) is voorzien. 11. Device as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that the holder element (49) located at the inner end of the row of elements has a greater height than the elements adjoining it and is provided with a lid (51). <EMI ID=56.1> <EMI ID = 56.1> conclusies, m e t h e t k e n m e r k, dat het uiterste conclusions, that are the most extreme <EMI ID=57.1> <EMI ID=58.1> <EMI ID = 57.1> <EMI ID = 58.1> <EMI ID=59.1> <EMI ID = 59.1> daartegen liggende houderelement (7; 44) van samenwerkende sluitorganen (30; 60) , zoals een snapsluiting met vingergreep, zijn voorzien. the holder element (7; 44) lying against it is provided with co-operating closing members (30; 60), such as a snap closure with finger grip. <EMI ID=60.1> <EMI ID = 60.1> conclusies, m e t h e t k e n m e r k. dat althans enkele van de houderelementen door dwarsschotten (21) in vakken zijn onderverdeeld, welke dwarsschotten met hun einden losneembaar in groeven in de zijwanden (17) van het houderelement geschoven zijn. conclusions, m e t k e n m r k. that at least some of the holder elements are divided into compartments by transverse partitions (21), which transverse partitions are releasably slid into grooves in the side walls (17) of the holder element. <EMI ID=61.1> <EMI ID = 61.1> conclusies, m e t h e t k e n m e r k, dat in het houderelement (4), dat in de opgerolde stand van de elementenrij tegenover het houderelement(l) aan het buiteneinde van de elementenrij ligt, een verdiept liggende handgreep (37) is gevormd. claims, characterized in that a recessed handle (37) is formed in the holder element (4) which lies in the rolled-up position of the element row opposite the holder element (1) at the outer end of the element row. <EMI ID=62.1> <EMI ID = 62.1> conclusies, m e t h e t k e n m e r k, dat de houderelementen scharnierend aan elkaar zijn verbonden door middel van twee of meer tegen de onderzijde van hun bodemwanden bevestigde en zich over de gehele elementenrij uitstrekkende f lexibele banden (25). claims, characterized in that the container elements are hinged together by means of two or more flexible belts (25) mounted against the bottom of their bottom walls and extending over the entire row of elements. 16. Inrichting volgens één der conclusies 1- 15, m e t h e t k e n m e r k, dat de bodemwanden (52) van de houderelementen aan één zijde voorbij de betrokken zijwand (54) uitsteken over een afstand, die correspondeert met de hoogte van de houderelementen, waarbij telkens tussen de rand van zulk een uitstekend bodemwanddeel 16. Device as claimed in any of the claims 1- 15, characterized in that the bottom walls (52) of the holder elements protrude on one side beyond the respective side wall (54) by a distance corresponding to the height of the holder elements, in each case between the edge of such a protruding bottom wall part (56) en de rand van de bcdemwand (52) van het naastliggende houderelement een filmscharnier (57) of een dergelijke scharnierverbinding is aangebracht. (56) and the edge of the bottom wall (52) of the adjacent container element is provided with a film hinge (57) or the like hinge connection. <EMI ID=63.1> <EMI ID = 63.1> <EMI ID=64.1> <EMI ID = 64.1> <EMI ID=65.1> <EMI ID = 65.1> trokken zijwand (54) uitstrekken en uitstekende schar-nierplaten (62) vormen, die door scharnierpennen (64) met het naastliggende houderelement zijn verbonden. drawn sidewall (54) and form projecting hinge plates (62), which are connected to the adjacent container member by hinge pins (64).
BE0/196977A 1978-11-02 1979-08-31 STORAGE OR PACKAGING APPARATUS WITH A NUMBER OF SEPARATE HOLDER ELEMENTS BE878549A (en)

Priority Applications (18)

Application Number Priority Date Filing Date Title
SE7908495A SE425967B (en) 1978-11-02 1979-10-15 OF ANY NUMBER OF SEPARATE CONTAINERS CONTAINING CONSUMPTION OR PACKAGING DEVICE
GB7936229A GB2034669B (en) 1978-11-02 1979-10-18 Storing or packing device comprising a number of separate container elements
DK443079A DK144091C (en) 1978-11-02 1979-10-19 THE CONTAINER SITE INCLUDING A NUMBER OF SEPARATE CONTAINER ELEMENTS
US06/087,158 US4320846A (en) 1978-11-02 1979-10-22 Storing or packing device comprising a number of separate container elements
CH951279A CH636821A5 (en) 1978-11-02 1979-10-23 CONTAINERS FROM A VARIETY OF STIFF CONTAINERS.
AT0690979A AT380849B (en) 1978-11-02 1979-10-24 STORAGE OR PACKING DEVICE FROM A VARIETY OF CONTAINER ELEMENTS
DE2943856A DE2943856C2 (en) 1978-11-02 1979-10-30 Container from a chain of container elements
DE7930727U DE7930727U1 (en) 1978-11-02 1979-10-30 Rollable container
IT7953702U IT7953702V0 (en) 1978-11-02 1979-10-31 STORAGE AND PACKAGING DEVICE INCLUDING A PLURALITY OF CONTAINER ELEMENTS
FR7927094A FR2440889A1 (en) 1978-11-02 1979-10-31 STORAGE OR PACKING DEVICE
IT69131/79A IT1119558B (en) 1978-11-02 1979-10-31 STORAGE OR PACKAGING DEVICE INCLUDING A MULTI-PURPOSE OF CONTAINER ELEMENTS
CA000338951A CA1140902A (en) 1978-11-02 1979-11-01 Storing or packing device comprising a number of separate container elements
NL8001923A NL184203C (en) 1979-08-31 1980-04-02 STORAGE DEVICE WITH A ROW OF ROLL-UP HOLDERS.
ZA00805120A ZA805120B (en) 1978-11-02 1980-08-20 Storing or packing device comprising a number of separate container elements
MX18371480A MX150853A (en) 1979-08-31 1980-08-28 IMPROVEMENTS IN STORAGE ARTIFACT COMPRISING SEPARATE CONTAINERS
AU61829/80A AU527914B2 (en) 1979-08-31 1980-08-28 Container
BR8005510A BR8005510A (en) 1979-08-31 1980-08-29 STORAGE OR PACKAGING DEVICE
HK99/83A HK9983A (en) 1978-11-02 1983-03-17 Storing or packing device comprising a number of separate container elements

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL7810935A NL165964C (en) 1978-11-02 1978-11-02 STORAGE DEVICE WITH A ROW OF ROLL-UP HOLDERS.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE878549A true BE878549A (en) 1980-02-29

Family

ID=19831827

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE0/196977A BE878549A (en) 1978-11-02 1979-08-31 STORAGE OR PACKAGING APPARATUS WITH A NUMBER OF SEPARATE HOLDER ELEMENTS

Country Status (3)

Country Link
JP (1) JPS5571256A (en)
BE (1) BE878549A (en)
NL (1) NL165964C (en)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4856706A (en) * 1987-02-17 1989-08-15 Zedek, B.V. Packing device
EP1048576A1 (en) * 1999-04-29 2000-11-02 CHOI, Deok-Whan Multi-purpose package assembly

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1001653C2 (en) * 1995-11-15 1997-05-21 Otterspoor Produkties B V Box.

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4856706A (en) * 1987-02-17 1989-08-15 Zedek, B.V. Packing device
EP1048576A1 (en) * 1999-04-29 2000-11-02 CHOI, Deok-Whan Multi-purpose package assembly

Also Published As

Publication number Publication date
JPS5634494B2 (en) 1981-08-11
NL7810935A (en) 1980-05-07
JPS5571256A (en) 1980-05-29
NL165964C (en) 1981-06-15
NL165964B (en) 1981-01-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4320846A (en) Storing or packing device comprising a number of separate container elements
KR101045833B1 (en) Food packs or improvements therefor
US4491231A (en) Collapsible case
US5299704A (en) Collapsible locker box
US2141743A (en) Display container
US5020673A (en) Carrying case for personal items
US5364016A (en) Pleated wrapper for solid loose articles
US6167680B1 (en) Portable display case
US3567105A (en) Combined food and drink container
US3061396A (en) Collapsible cabinet
EP2164760A1 (en) Container
NL8700813A (en) FOLDED CARDBOARD BOX WITH SWIVEL LIP.
US6276530B1 (en) Container
US5845951A (en) Lever operated bag holder
US5213254A (en) Dual configuration storage container for flat cards
BE878549A (en) STORAGE OR PACKAGING APPARATUS WITH A NUMBER OF SEPARATE HOLDER ELEMENTS
US3625393A (en) One piece collapsible plastic-carrying carton
RU2722004C2 (en) Demonstration container
US4722462A (en) Collapsible solid deodorant dispensing package
US5269456A (en) Dual configuration storage container for flat cards
JPH11512688A (en) Product packaging and display unit
US4580681A (en) Nestable case
JP2510103B2 (en) Folding box
NL8001923A (en) Holder components of storage unit - have cross fitting profiles allowing row of hinged connections to be rolled up spirally to prismatic block
EP0665803B1 (en) Reusable carry container

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Owner name: VANDERMOLEN B.V.

Effective date: 19920831