BE867059A - Machine voor het vormen van lolly's - Google Patents

Machine voor het vormen van lolly's

Info

Publication number
BE867059A
BE867059A BE187683A BE187683A BE867059A BE 867059 A BE867059 A BE 867059A BE 187683 A BE187683 A BE 187683A BE 187683 A BE187683 A BE 187683A BE 867059 A BE867059 A BE 867059A
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
drum
groove
emi
inner body
punch
Prior art date
Application number
BE187683A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Aquarius Coenrardus H
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Aquarius Coenrardus H filed Critical Aquarius Coenrardus H
Priority to BE187683A priority Critical patent/BE867059A/nl
Priority to NL7808098A priority patent/NL7808098A/nl
Publication of BE867059A publication Critical patent/BE867059A/nl
Priority to GB7916114A priority patent/GB2024089B/en

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B30PRESSES
    • B30BPRESSES IN GENERAL
    • B30B11/00Presses specially adapted for forming shaped articles from material in particulate or plastic state, e.g. briquetting presses, tabletting presses
    • B30B11/18Presses specially adapted for forming shaped articles from material in particulate or plastic state, e.g. briquetting presses, tabletting presses using profiled rollers
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23GCOCOA; COCOA PRODUCTS, e.g. CHOCOLATE; SUBSTITUTES FOR COCOA OR COCOA PRODUCTS; CONFECTIONERY; CHEWING GUM; ICE-CREAM; PREPARATION THEREOF
    • A23G3/00Sweetmeats; Confectionery; Marzipan; Coated or filled products
    • A23G3/02Apparatus specially adapted for manufacture or treatment of sweetmeats or confectionery; Accessories therefor
    • A23G3/0236Shaping of liquid, paste, powder; Manufacture of moulded articles, e.g. modelling, moulding, calendering
    • A23G3/0252Apparatus in which the material is shaped at least partially in a mould, in the hollows of a surface, a drum, an endless band, or by a drop-by-drop casting or dispensing of the material on a surface, e.g. injection moulding, transfer moulding
    • A23G3/0289Compression moulding of paste, e.g. in the form of a ball or rope or other preforms, or of a powder or granules
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B30PRESSES
    • B30BPRESSES IN GENERAL
    • B30B11/00Presses specially adapted for forming shaped articles from material in particulate or plastic state, e.g. briquetting presses, tabletting presses
    • B30B11/02Presses specially adapted for forming shaped articles from material in particulate or plastic state, e.g. briquetting presses, tabletting presses using a ram exerting pressure on the material in a moulding space
    • B30B11/08Presses specially adapted for forming shaped articles from material in particulate or plastic state, e.g. briquetting presses, tabletting presses using a ram exerting pressure on the material in a moulding space co-operating with moulds carried by a turntable
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B30PRESSES
    • B30BPRESSES IN GENERAL
    • B30B11/00Presses specially adapted for forming shaped articles from material in particulate or plastic state, e.g. briquetting presses, tabletting presses
    • B30B11/02Presses specially adapted for forming shaped articles from material in particulate or plastic state, e.g. briquetting presses, tabletting presses using a ram exerting pressure on the material in a moulding space
    • B30B11/14Presses specially adapted for forming shaped articles from material in particulate or plastic state, e.g. briquetting presses, tabletting presses using a ram exerting pressure on the material in a moulding space co-operating with moulds on a movable carrier other than a turntable or a rotating drum

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Polymers & Plastics (AREA)
  • Confectionery (AREA)

Description


  "Machine voor het vormen van lolly's"

  
De uitvinding heeft betrekking op een machine voor

  
het vormen van lolly's, die een:gestel bevat, een daarop

  
verplaatsbaar gemonteerd binnenlichaam dat van dwars op

  
haar verplaatsingsrichting lopende groeven voorzien is,

  
middelen om het binnenlichaam ten opzichte van het gestel

  
te verplaatsen, een aantal ten opzichte van het binnenlichaam verplaatsbaar;gemonteerde kleppen die in een stand

  
samen met een groef van het binnenlichaam een op een einde  <EMI ID=1.1> 

  
lollymateriaal in de groef en het uithalen van een lolly uit de groef toelaten, welke kleppen bij het naar de eerste stand verplaatsen een stuk kunnen afsnijden van een tegenover een overeenstemmende groef aangevoerde streng van lollymateriaal, middelen om de kleppen ten opzichte,van het binnenlichaam

  
te verplaatsen, per groef in het binnenlichaam een stempel die verplaatsbaar ten opzichte van het binnenlichaam gemonteerd is en als een zuiger past in de door de groef en de erbij horende gevormde koker, en die een stuk van de aangevoerde streng op het gesloten einde van de koker in de gewenste vorm kan duwen, en middelen om de stempels heen en weer ten opzichte van het binnenlichaam te verplaatsen.

  
Bij bekende machines van deze soort zijn de kleppen, welke dwars gericht zijn op de verplaatsingsrichting van het binnenlichaam, met een einde scharnierend aan het binnenlichaam bevestigd. Dit binnenlichaam wordt, ter plaatse van

  
de aanvoer van de streng lollymateriaal verplaatst in de tegengestelde richting als de aanvoerrichting van de streng. Door nokken worden bij deze verplaatsing van het binnenlichaam de kleppen achtereenvolgens geopend, zodat de streng tegenover een groef konten vervolgens gesloten waarbij de klep de streng afsnijdt en dus een hoeveelheid lollymateriaal in de koker

  
 <EMI ID=2.1> 

  
bijvoorbeeld een ketting zonder einde welke continu gedreven '  wordt en waarlangs de hiervoor genoemde nokken vast opgesteld zijn. Aangezien het opeenvolgend openen en sluiten van de kleppen op een snel ritme gebeurt, veroorzaakt deze bekende machine veel lawaai. Daarenboven is deze machine aan grote slijtage onderworpen, vooral door de scharnierende montage van de kleppen. Verder is het verwijderen van een gevormde lolly uit een groef, na het openen van de bijhorende klep, meestal niet gemakkelijk.

  
De uitvinding heeft nu tot doel deze nadelen te verhelpen en een machine voor het vormen van lolly's te verschaffen welke relatief eenvoudig van constructie is,

  
bij werking en ook bij hoge snelheden, relatief weinig lawaai veroorzaakt, welke relatief weinig aan slijtage onderhevig is en waarbij het verwijderen van de lolly's uit de machine zeer gemakkelijk kan gebeuren.

  
Tot dit doel is het binnenlichaam een trommel die draaibaar op het gestel gemonteerd is rond een meetkundige

  
as die nagenoeg evenwijdig loopt aan de langsrichting van

  
de groeven, terwijl de kleppen aan elkaar verbonden zijn

  
tot een ketting zonder einde, de middelen om de kleppen ten opzichte van het binnenlichaam te verplaatsen kettingwielen bevatten waarover deze ketting loopt volgens een baan waarbij de ketting over een gedeelte van de omtrek van de trommel met deze trommel in contact is zodat daar de kleppen die de ketting vormen samen met de- groeven van de trommel

  
de hoger genoemde kokers vormen, en de middelen om het binnenlichaam te verplaatsen gevormd zijn door middelen om een

  
van de organen gevormd door de trommel en de ketting zonder einde te drijven. -

  
In een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn de middelen om het binnenlichaam te verplaatsen middelen om de trommel te drijven, terwijl de trommel,door het contact met de ketting zonder einde, de ketting zonder einde drijft.

  
 <EMI ID=3.1>  

  
 <EMI ID=4.1> 

  
de uitvinding is het geheel gevormd door de trommel en de kleppen van kanalen voorzien welke, op elke koker, gevormd

  
 <EMI ID=5.1> 

  
geven, aan de van de stempel afgekeerde zijde terwijl de machine middelen bevat om langs dit kanaal een stokje in de koker te brengen.

  
Bij voorkeur bevatten de middelen om een stokje langs

  
 <EMI ID=6.1> 

  
 <EMI ID=7.1> 

  
het gepaste ogenblik, deze pen . te verplaatsen, waarbij

  
de stempel een stokje door het kanaal duwt.

  
Andere bijzonderheden en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hier volgende beschrijving van een machine voor het vormen van lolly's, volgens de uitvinding:
deze beschrijving wordt enkel als voorbeeld gegeven en beperkt de uitvinding niet; de verwijzingscijfers betreffen de hieraan toegevoegde tekeningen. 

  
Figuur 1 is een dwarse doosnede van een machine voor het vormen van lolly's, volgens de uitvinding. <EMI ID=8.1>  is in het gestel 5. Om constructieve redenen bestaat de trommel 1 uit drie, door bouten 6 tegen elkaar bevestigde wielvormige delen 7, 8 en 9. De doorsnede in figuur 1 is dwars door het centrale deel 8 genomen.

  
Dit centrale deel 8 is over gans zijn omtrek van evenwijdig aan de as 4 lopende groeven 10 voorzien. Deze groeven 10 geven over gans hun lengte op het buitenoppervlak van het deel 8 uit en bezitten loodrecht op hun langarichting een doorsnede die de vorm heeft van een halve cirkel. Elk van de groeven 10 mondt aan de zijde van het deel 7 op de
-t zijwand van het deel 8 uit. Aan de zijde van het deel 9 daarentegen is elke groef 10 op zijn uiteinde afgesloten. Het afgesloten einde is afgerond en heeft de vorm van een vierde van een bol waarvan de diameter een heel weinig kleiner is dan de diameter van de doorsnede van de rest van de groef 10. Tussen dit afgeronde einde van de groef 10 en de

  
 <EMI ID=9.1> 

  
loopt op het buitenoppervlak van het deel 8 nog een groefje
11 dat de helft vormt van een rond kanaaltje. Dit groefje 11, dat op de groef 10 uitgeeft, ligt in het verlengde en symmetrisch ten opzichte van de meetkundige as van de groef 10.

  
Het deel 7 van de trommel 1 is over gans zijn omtrek van een groef 12 voorzien. Dwars door deze groef en

  
 <EMI ID=10.1> 

  
van een stempel 14. Deze steel 13 steekt verschuifbaar door openingen 15 in de gedeelten van het deel 7 die de wanden vormen van de groef 12. De aalijn van de steel 13 ligt in het verlengde van de meetkundige as van de ertegenover liggende groef 10. 

  
Aan de van het deel 8 afgekeerde zijde steekt de steel 13 buiten het deel 7 uit. Op dit uitstekende einde is een stootdop 16 vastgemaakt die bestemd is om samen te werken met een op het gestel 5 vast gemonteerde gebogen rand van

  
 <EMI ID=11.1> 

  
steekt de steel 13 buiten het deel 7 uit. Dit uitstekende einde draagt een ronde kop 18 dat op zijn uiterste uiteinde

  
 <EMI ID=12.1> 

  
van de kop 18 is gelijk aan de diameter van de groef 10 in het centrale deel en deze kop 18 past trouwens juist in de groef 10 waarbuiten de kop 18 eenwel met de helft uitsteekt. In de groef 12 in het deel 7 is op de steel 13 van de stempel
14 een ruiter 20 door middel van een bout 21 vastgemaakt.

  
Op deze bout 21, waarvan de kop aan de van de bodem van de groef 12 afgekeerde zijde van de steel 13 gelegen is, zit een looprol 22. Deze looprol 22 is bestemd om samen te werken met de gebogen rand van een vast op het gestel 4 gemonteerde geleider 23. Om eventuele kanteling van de ruiter 20 te beletten wanneer de looprol 22 over de geleider 23 rolt,

  
 <EMI ID=13.1> 

  
verschuifbaar op een fixeerpen 24 welke evenwijdig aan de steel 13, dwars door de groef 12 loopt en onwrikbaar vastgemaakt is in het deel 7.

  
Aan de van het deel 8 afgekeerde zijde van de groef

  
 <EMI ID=14.1> 

  
voorzien die samenwerken met een, niet in de figuren voorgesteld, tandwiel dat door, een eveneens niet in de figuren voorgestelde motor gedreven is. Op deze manier wordt aan de trommel 1 een continue draaiende beweging gegeven.

  
Het deel 9 van de trommel 1 dient in hoofdzaak voor het inbrengen van stokjes tijdens het vormen van de lolly's. Dit deel 9 bezit in zijn buitenomtrek, tegenover elk groefje

  
 <EMI ID=15.1> 

  
de van dit groefje 11 gelegen is en dezelfde halfronde doorsnede bezit. Dit groefje 26 mondt uit op de van het deel 8 afgekeerde zijde van het deel 9. Aan de naar het deel 8 gekeerde zijde bezit het deel 9 op zijn buitenkant een kraag
27 en elk van de groefjes 26 gaat ter plaatse van deze kraag

  
 <EMI ID=16.1> 

  
deel 7, en bijgevolg op een groefje 11 in het deel 8, uitmondt. In elk groefje 26 is een stokjespen 29 heen en weer verplaatsbaar. Deze stokjespen steekt aan de buitenzijde

  
van de trommel 1 buiten het deel 9 uit. Met dit uitstekende einde is de stokjespen 29 onwrikbaar verbonden met een ruiter 30. Deze ruiter 30 is ook onwrikbaar vastgemaakt op

  
een stempel 31 die heen en weer verplaatsbaar zit ineen opening 32 die, evenwijdig aan het groefje 26, aan de naar de

  
as 4 gekeerde zijde van elk groefje, in het deel 9 aangebracht is. Een inlegspie 33, welke gedeeltelijk in een groef in de stempel 31 en gedeeltelijk in een groef in de wand van de opening 32 steekt, belet elke rotatie van de stempel 31 in de opening 32, zonder een verplaatsing in zijn langsrichting van de stempel 31 te beletten. De stempel 31 dient als geleiding voor het geheel stokjespen 29 en ruiter 30 en zorgt ervoor

  
dat de stokjespen 29 niet uit het groefje 26 kan. De heen

  
en weergaande verplaatsing van de stokjespen 29 wordt veroorzaakt door twee met de ruiter 30 samenwerkende geleiders 34

  
 <EMI ID=17.1> 

  
leider 34 werkt samen met een stootdop 36 welke vastzit op de kop van de bout 37 waarmee de ruiter 30 onwrikbaar met de stempel 31 verbonden is. De geleider 34 kan dus met zijn gecurveerde rand het geheel gevormd door de stokjespen 29, de ruiter 30 en de stempel 31 in de richting van het deel

  
 <EMI ID=18.1> 

  
buiten de stempel 31, aan de tegenover de stokjespen 29 gelegen zijde, uitstekend gedeelte van de ruiter en is gemonteerd in een uitholling 56 in de buitenzijde van het deel

  
9 van de trommel 1. Deze geleider 35 duwt op het gepaste ogenblik de ruiter en dus ook de stokjespen::29 van het centrale deel 8 van de trommel 1 weg. Wanneer de stokjespen
29 maximaal weggeduwd is, en dus nagenoeg volledig buiten het groefje 26 gelegen is, bevindt dit groefje 26 zich juist

  
 <EMI ID=19.1> 

  
38 in de groef vallen.

  
Zoals vooral blijkt uit figuur 1 bestaat elke klep

  
2 uit een lichaam 39, op een zijde waarvan twee, in de dwars-

  
 <EMI ID=20.1> 

  
ribben steken ook zijdelings buiten het lichaam 39 uit. De afstand tussen de ribben 40 van de opeenvolgende kleppen 2 van de ketting zonder einde 3 is afwisselend groter en kleiner. In de figuren zijn de ribben 40 met grote afstand tus-

  
 <EMI ID=21.1> 

  
stand tussen elkaar aangeduid door 40' '. Het verschil in afstand tussen de ribben 40' en ribben 40''is zodanig dat de ribben 40'' met hun uiteinden juist passen tussen de einden

  
 <EMI ID=22.1> 

  
stand van elkaar gelegen zijn, van een klep 2 steken dus aan weerszijden van deze klep 2 tussen de ribben 40' met grotere afstand van de twee naburige kleppen 2. De ribben 40 van de naburige kleppen 2 komen dus, zoals de wanden van de schakels van een ketting, met hun uiteinden naast elkaar. Deze naast elkaar komende uiteinden zijn scharnierend met elkaar verbonden door een scharnierpen 41 die dwars door de einden steekt. Het uitvallen van de scharnierpen 41 wordt belet door een

  
bus 42 welke, tussen de twee binnenste ribben 40', rond de pen 41 zit en door een pen 43 onwrikbaar met deze scharnierpen 41 verbonden is. Met deze. door scharnierpennen 41 verbonden ribben 40 welke een echte ketting vormen, loopt de door de kleppen 2 gevormde ketting 3 over twee kettingwielen
44 en een kettingwiel 45. De kettingwielen 44 zitten op assen 46 welke draaibaar in het gestel 5 gelegerd zijn. De kettingwielen 44 zijn aan de bovenkant tegenover de trommel

  
1, op een afstand van elkaar gemonteerd zo dat de ketting 3 over een hoek van ongeveer 90[deg.] de trommel 1 raakt. Het kettingwiel 45 zit op een as 47 welke een weinig boven de kettingwielen 44 en halverwege ertussen draaibaar, en in hoogte instelbaar&#65533;op het gestel 5 gemonteerd is. Deze instelbaarheid wordt op een bekende en niet in de figuren voorgestelde manier bekomen. Door het in hoogte instellen van het kettingwiel 45 kan de ketting 3 aangespannen worden.

  
De lichamen 39 van de kleppen 2 zijn dus aan de buitenzijde van de ketting 3 gelegen. Elk lichaam 39 van een klep 2 is op zijn beide langse randen en op de van de ribben
40 afgekeerde zijde van een uitsparing 48 voorzien. Elke uitsparing 48 bestaat uit een gedeelte dat de vorm heeft van een vierde van een cilinder en waarvan de gebogen zijde naar de 

  
 <EMI ID=23.1> 

  
gedeelte dat de vorm heeft van een achtste van een bol waarvan de diameter een weinig kleiner is dan de diameter van de ho-gergedoelde cilinder. In feite is elke uitsparing 48 in vorm en grootte gelijk aan de helft van de uitsparing 10 in het centrale deel 8 van de trommel 1. De lengte van het lichaam
39 van elke klep 2 is trouwens gelijk aan de breedte van het centrale deel 8 van de trommel 1. Verder is de vorm van

  
elk lichaam 39 zo dat de lichamen 39, wanneer ze in contact komen met het bovenste gedeelte van de trommel 1 schoon

  
tegen elkaar aansluiten waarbij dus naburige uitsparingen

  
48 van naburige lichamen 39 een groef vormen welke het spiegelbeeld is van de groef 10 in de trommel 1 en er trouwens juist tegenover valt. De naburige uitsparingen 48 van twee naburige lichamen 39 en de ertegenover liggende groef 10 in

  
de trommel 1 vormen dus samen een ronde koker, waarin de kop
18 van de stempel 14 als zuiger heen en weer verschuifbaar zit en die aan een uiteinde afgesloten is door een oppervlak in de vorm van een halve bol. Op elk van de uitsparingen 48 in elk lichaam 39 sluit ook een klein groefje 49 aan dat, wanneer de twee lichamen 39 tegen elkaar en tegen de trommel 1

  
 <EMI ID=24.1> 

  
legen zijn en samen met dit groefje 11 een volledig rond kanaal vormen voor een stokje. Dit kanaal ligt dan in het verlengde van een opening 28 en het daarop aansluitende groefje 26.

  
Over ongeveer 90[deg.], tussen de kettingwielen 44, komen de kleppen 2, met het tussen de uitsparingen 48 gelegen gedeelte van het lichaam 39 dus in contact met het tussen de groeven 10 gelegen gedeelte van het buitenoppervlak van het

  
 <EMI ID=25.1> 

  
met hun naburige uitsparingen 48 samen met de ertegenover liggende groef 10 in het deel 11 de hiervoor beschreven ko-ker waarin de kop 18 van de stempel 14 verschuifbaar zit. Opdat nu de kleppen 2 steeds perfect in de gewenste stand

  
in contact zouden komen met het deel 8 van de trommel, is

  
in elke groef 10, aan het naar het deel 7 gekeerde einde, nog een bus 50 gemonteerd waardoor de steel 13 van de bij

  
de groef 10 horende stempel 14 steekt. Deze bus 50, welke dus een bijkomende geleiding voor de stempel 14 vormt,, is

  
door een schroefje 51 op het deel 8 bevestigd zodat deze ring niet kan met de stempel 14 meeschuiven. Aan de naar het deel 9 gekeerde zijde is in het deel 8 ook een busje

  
52 gemonteerd dat, naast het groefje 11 buiten het deel 8 uitsteekt.Dit'busje 52 past in een overeenstemmende uitsparing in een van de twee naburige kleppen 2 welke samen met de hiervoor gedoelde groef 10 een koker voor het vormen van

  
een lolly vormen. De bus 50 en het busje 52 werken bovendien ook nog als meeneemorgaan waardoor de twee kleppen 2 welke boven een groef 10 van de trommel 1 komen, bij rotatie van deze trommel meegetrokken worden. De ketting zonder einde 3 wordt op deze manier niet rechtstreeks aangedreven maar

  
 <EMI ID=26.1> 

  
Naast de trommel 1 is nog een aanvoerbaan 53 voor een streng 54 van lollymateriaal op het gestel 5 gemonteerd.

  
De werking van de hiervoor beschreven machine is als volgt. Een streng suikergoed 54, die op een bekende manier vervaardigd werd,wordt tussen egaliseerrollen 55 door de aanvoerbaan 53 aangevoerd. Deze aanvoerbaan 53 geeft uit op het bovenste gedeelte van het deel 8 van de trommel 1. Deze trommel 1 wordt zo gedreven dat het bovenste gedeelte zich van het einde van de aanvoerbaan 53 weg verplaatst. 

  
De rotatiezin van de trommel 1 is in figuur 1 door de pijl met het verwijzingscijfer 56 aangeduid. Naarmate de trommel

  
 <EMI ID=27.1> 

  
van de aanvoerbaan 53, dwars boven een aantal groeven 10 gelegd. De streng 54 ontmoet op een bepaald ogenblik een klep 2 van de ketting zonder einde 3. Het tussen de twee uitsparingen 48 gelegen gedeelten van het lichaam 39 van deze klep zal in de streng 54 dringen en, naarmate de klep dichter tegen de trommel 1 komt zal dit gedeelte dieper in

  
de streng dringen en uiteindelijk de streng volledig afsnijden. Een stukje streng valt dus in een groef 10 welke intussen volledig afgesloten werd door twee naburige kleppen 2 en zich dus bevindt in de koker, juist voor de kop 18 van de stempel 14, welke maximaal uitgeschoven is. Bij verdere rotatie komt de stootdop 16 van deze stempel 14 in contact met de geleider 17 en wordt hierdoor de stempel ingeduwd. Deze stempel zal zich verplaatsen in de gesloten koker waarin het stukje streng 54 zich bevindt en dit stukje streng zal tegen het afgeronde einde van deze koker samengeduwd worden. Aangezien ook de kop 18 van een half bolvormige opening 18 voorzien is zal het stukje streng 54 uiteindelijk tot praktisch een bol samengeduwd worden.

   Terwijl dit samenpersen door de stempel 14 bezig is komt in het groefje 26, dat in het verlengde ligt van de gevormde koker waarin de stempel 14 het stukje streng
54 samendrukt, een stokje. Uiteraard was de stokjespen 29
-maximaal uitgeschoven. Deze stokjespen 29 wordt nu, door het contact tussen de stootdop 36 en de geleider 34 naar binnen <EMI ID=28.1> 

  
gedoelde koker de lolly volledig gevormd is, het stokje langs het kanaaltje gevormd door het groefje 11 en de uitsparingen  <EMI ID=29.1> 

  
35 de stokjespen 29 terug naar haar beginstand en duwt de geleider 23, onder tussenkomst van de looprol 22 de stempel 14 terug naar zijn beginstand. Uiteraard is de vorm van de geleidingen 34 en 17 zodanig dat de laatstgedoelde verplaatsingen niet gehinderd worden. De stokjespen 29 en de stempel

  
14 bevinden zich terug in hun beginstand wanneer de gedoelde koker onder het in de verplaatsingszin laatst gelegen kettingwiel 44 gekomen is. De twee kleppen 2 welke de hiervoor gedoelde koker begrensden worden nu van het deel 8 van de trommel 1 gelicht doordat ze over het kettingwiel 44 weggeleid worden. Met andere woorden de groef 10 welke van de koker deel uitmaakte en waarin nu een gevormde lolly rust, is niet langer afgesloten. Ook het op de groef 10 aansluitende groefje 11 is niet langer door de kleppen 2 afgesloten zodat nu de lolly gemakkelijk uit de groef 10 en zijn steel uit het groefje 11 kunnen gehaald worden. Dit kan zowel manueel als mechanisch verwezenlijkt worden. Hetgeen hiervoor voor een

  
 <EMI ID=30.1> 

  
 <EMI ID=31.1> 

  
baan 53 en de plaats waar de kleppen 2 van de ketting zonder einde 3 de trommel 1 terug verlaat; Doordat de kleppen onder vorm van een ketting zonder einde gemonteerd zijn is de slij-

  
 <EMI ID=32.1> 

  
de trommel 1 zodat ook bij hoge produktiesnelheid een minimum

  
 <EMI ID=33.1> 

  
gen 48 die samen ermee een koker vormen worden trouwens samen aangebracht. Een ronde opening wordt tegelijkertijd in het deel 8 van de groef 11 en de twee kleppen 2 met de uitsparingen 48 geboord worden wanneer deze kleppen 2 tegen de trommel 1 aansluiten. Door de lengte van de baan van de stempel

  
14 te regelen kan men in plaats van lolly's met een praktische bolvorm ook langwerpige zoals bijvoorbeeld min of meer ellipsvormige lolly's vervaardigen.

  
De uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor

  
 <EMI ID=34.1> 

  
aanvrage kunnen aan de beschreven uitvoeringsvorm vele veranderingen aangebracht worden, onder meer wat betreft de vorm, de samenstelling, de schikking en het aantal van de onderdelen die voor het verwezenlijken van de uitvinding gebruikt worden.

  
In het bijzonder moet de vorm van de groeven in de trommel en de uitsparingnvan de kleppen niet noodzakelijk juist zijn zoals hiervoor beschreven in zoverre de uitsparingen van de kleppen, wanneer de kleppen in contact komen met de trommel, samen met de groeven in de trommel een koker vormen waarin een stuk suikergoed kan samengedrukt worden.

  
Ook moet de stempel voor het samendrukken van het stuk suikergoed niet noodzakelijk door middel van geleiders heen en weer verplaatst worden. De stempel zou bijvoorbeeld

  
 <EMI ID=35.1> 

  
zelfde geldt voor de stokjesinbrengpen.

Claims (1)

  1. CONCLUSIES,
    1. Machine voor het vormen van lolly's, die een gestel bevat, een daarop verplaatsbaar gemonteerd binnenlichaam <EMI ID=36.1>
    het gestel te verplaatsen, een aantal ten opzichte van het binnenlichaam verplaatsbaar gemonteerde kleppen die in een stand samen met een groef van het binnenlichaam een op een einde gesloten koker vormen en in een andere stand het inbrengen van lollymateriaal in de groef en het uithalen van een lolly uit de groef toelaten, welke kleppen bij het naar
    <EMI ID=37.1>
    een tegenover een overeenstemmende groef aangevoerde streng van lollymateriaal, middelen om de kleppen ten opzichte van het binnenlichaam te verplaatsen, per groef in het binnenlichaam een stempel die verplaatsbaar ten opzichte van het binnenlichaam gemonteerd is en als zuiger past in de door de
    <EMI ID=38.1>
    van de aangevoerde streng op het gesloten einde van de koker in de gewenste vorm kan duwen, en middelen om de stempel heen en weer ten opzichte van het binnenlichaam te verplaatsen, m e t h e t k e n m e r k dat het binnenlichaam een trommel is die draaibaar op het gestel gemonteerd is rond een meetkundige as die nagenoeg evenwijdig loop aan de langs-
    <EMI ID=39.1>
    den zijn tot een ketting zonder einde, de middelen om de kleppen ten opzichte van het binnenlichaam te verplaatsen ketting-
    <EMI ID=40.1>
    waarbij de ketting over een gedeelte van de omtrek van de trommel met deze trommel in contact-is zodat daar de kleppen die de ketting vormen samen met de groeven van de trommel de hoger genoemde kokers vormen, en de middelen om het binnenlichaam te verplaatsen gevormd zijn door middelen om een
    <EMI ID=41.1>
    van de organen gevormd door de trommel en de ketting zonder einde te drijven.
    2. Machine volgens vorige conclusie, m e t h e t k e n m e r k dat middelen om het binnenlichaam te verplaat-sen middelen zijn om de trommel te drijven, terwijl de trom-
    <EMI ID=42.1>
    m e t h e t k e n m e r k dat de ketting zonder einde,
    <EMI ID=43.1>
    met deze trommel in contact is.
    4. Machine volgens een van de vorige conclusies, m e t h e t k e n m e r k dat het geheel gevormd door
    de trommel en de kleppen van kanalen voorzien is welke, op elke koker, gevormd door een groef in de trommel en de erbij liorende kleppen, uitgeven, aan d e van de stempel afgekeerde zijde,terwijl de machine middelen bevat om langs dit kanaal een stokje in de koker te brengen.
    5. Machine volgens vorige conclusie, m e t h e t k e n m e r k dat de middelen om een stokje-langs het kanaal in een koker te brengen een pen bevatten welke verplaatsbaar op de trommel gemonteerd is en middelen om, op het gepaste ogenblik, deze pen te verplaatsen, waarbij de stempel een stokje door het kanaal duwt.
    6. Machine volgens vorige conclusie, m e t h e t
    <EMI ID=44.1>
    opzichte van de trommel te verplaatsen een stempel bevatten welke verplaatsbaar in een opening in de trommel steekt en met de pen verbonden is, en een ruiter welke op een buiten
    <EMI ID=45.1>
    en samenwerkt met twee geleiders welke vast ten opzichte van het gestel gemonteerd zijn en, bij rotatie van de trommel door contact met de ruiter deze in de ene respectievelijk de andere zin kunnen verplaatsen. 7. Machine volgens een van de vorige conclusies, m e t h e t k e n m e r k dat elk van de kleppen op zi jn zijde welke naar de trommel gericht is wanneer ze in con-
    <EMI ID=46.1>
    voorzien is en de gedoelde koker, waarin een stempel verplaatsbaar is gevormd is door een groef in de trommel en
    twee naburige groeven van twee naburige kleppen.
    8. Machine volgens vorige conclusie, m e t h e t k e n m e r k dat elk van de kleppen een lichaam bevatten en aan de van de uitsparingen áfgekeerde zijde, twee ribben waarbij de ribben van naburige kleppen met buiten het lichaam uitstekende einden naast elkaar komen en aan elkaar bevestigd zijn door scharnierpennen.
    9. Machine volgens een van de vorige conclusies, m e t h e t k e n m e r k dat de stempels elk een kop bevatten welke zich in een groef in de trommel bevinden, en
    dus in een koker daar waar de door de kleppen gevormde ketting in contact met de trommel is, en een steel die verschuifbaar ten opzichte van de trommel gemonteerd is, terwijl de middelen om deze stempel heen en weer te verplaatsen gevormd zijn door geleidingen welke vast ten opzichte van het gestel gemonteerd zijn en, bij rdatie van de trommel met de steel samenwerken om hem in de gewenste zin te verplaatsen.
    10. Machine volgens vorige conclusie, m e t h e t k e n m e r k dat de stempels met een buiten de trommel uitstekend, einde samenwerken met een geleider terwijl op de stempel ter plaatse van een groef in de trommel, een ruiter bevestigd is welke met de tweede geleider samenwerkt.
    11. Machine volgens een van de vorige conclusies, m e t h e t k e n m e r k dat de groeven in de trommel op hun einde dat afgekeerd is van dit waarlangs een stempel verplaatsbaar steekt, gesloten zijn.
    12. Machine volgens de conclusies 5 en 9, m e t
    h e t k e n m e r k dat de trommel uit drie aan elkaar bevestigde delen bestaat, namelijk een centraal deel
    dat van de groeven voorzien is, een deel waarin de stempels met een gedeelte verplaatsbaar steken en een deel waarin
    de pennen voor de stokjes verplaatsbaar steken.
    13. Machine voor het vormen van lolly's zoals hiervoor beschreven of in de hieraan toegevoegde tekeningen voorgesteld.
BE187683A 1978-05-12 1978-05-12 Machine voor het vormen van lolly's BE867059A (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE187683A BE867059A (nl) 1978-05-12 1978-05-12 Machine voor het vormen van lolly's
NL7808098A NL7808098A (nl) 1978-05-12 1978-08-01 Machine voor het vormen van lolly's.
GB7916114A GB2024089B (en) 1978-05-12 1979-05-09 Machine for forming lollies

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE867059 1978-05-12
BE187683A BE867059A (nl) 1978-05-12 1978-05-12 Machine voor het vormen van lolly's

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE867059A true BE867059A (nl) 1978-11-13

Family

ID=25650770

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE187683A BE867059A (nl) 1978-05-12 1978-05-12 Machine voor het vormen van lolly's

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE867059A (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0036227A3 (en) * 1980-02-29 1983-01-05 Pakcraft Limited Unit E1 Lolly and machine for manufacturing such a lolly

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0036227A3 (en) * 1980-02-29 1983-01-05 Pakcraft Limited Unit E1 Lolly and machine for manufacturing such a lolly

Similar Documents

Publication Publication Date Title
DE3515775C2 (nl)
MXPA02000343A (es) Sistema para el formado continuo de una goma con relleno en el centro.
US4253815A (en) Method and apparatus for the continuous production of candies from a strand of confection
US1967565A (en) Machine for the production of bonbons
BE867059A (nl) Machine voor het vormen van lolly&#39;s
BE901956A (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van lolly&#39;s inrichting hiertoe aangewend en produkt hierdoor bekomen.
HU208783B (en) Apparatus for producing foodstuff composed of wrapping layer and core
US4073322A (en) High-speed filling machine
AT397024B (de) Vorrichtung zum behandeln von teig
EP1446021B1 (en) Process and apparatus for the manufacture and packaging of lollipops
US3669587A (en) Apparatus for filling molded cookies
DE2731728A1 (de) Vorrichtung und verfahren zur herstellung von nahrungsmittelformlingen
US1840438A (en) Automatic continuous molding machine
US1345208A (en) Rotary compression-machine
CN109275923A (zh) 一种来回往复式的全自动球状坚果破壳机
GB2024089A (en) Machine for forming lollies
US1879234A (en) Machine for making lollipops
US3663144A (en) Automatic pastry forming apparatus
DE2333444A1 (de) Verfahren zur herstellung von kaffeegebaeck und maschine zur ausfuehrung des verfahrens
NL9200425A (nl) Doseerinrichting voor deeg.
CH443917A (fr) Procédé et machine pour le moulage en continu d&#39;un produit pulvérulent ou cristallin sous la forme de morceaux individuels
DE3919434A1 (de) Schwingkolbenpresse
KR100415758B1 (ko) 젤리 과자 자동제조장치
BE877880A (nl) Machine voor het vervaardigen van lolly&#39;s
EP0044590B1 (en) Apparatus for producing sweets