"VERBETERING AAN EEN VERTIKALE HOUDER VAN EEN RADIATOR-ELEMENT'
De uitvinding heeft betrekking op een verbetering waarbij het ophangen van een radiator-element van een verwarmingsinstallatie aan vertikale steunen of houders die bevestigd zijn tegen een muur of andere vertikale wanden van een gebouw, wordt vergemakkelijkt.
Het vlakke radiator-element van het type zoals heden meestal gebruikt, vertoont zowel aan zijn bovenste horizontaal lengte-uiteinde als het onderste, op een hoogte van ongeveer een centimater, een plat gedeelte, verdund met betrekking tot zijn geheel, een plat punt vormend van een dikte gelijk aan deze
<EMI ID=1.1>
<EMI ID=2.1>
bevestigd, aan hun centraal gedeelte, en die een onderste deel bevatten,
<EMI ID=3.1>
boven gerichte keep, en meestal uitgevoerd door een eerste en een tw eede plooi; het is in deze keep, min of meer de vorm hebbend van een afgeronde groef, dat men het onderste punt van het achterste radiator-element plaatst.
Om het bovenaan vast te houden, gebruikt men heden voor iedere houder een bijkomend strak stuk.voorzien van een naar omlaag gekeerde keep waarin het bovenste punt van het radiator-element wordt gevat; dit deel is vastgemaakt aan de houder op verschillende wijzen, bijvoorbeeld, het bovenste deel van de houder of steun verwijdert zich van de muur om een mir. of meer horizontale staaf te vormen waarop men het bijkomend stuk vasthecht, of nog is dit voorzien van een vertikale ombuiging schuivend op of in de houder om op deze plaats te worden vastgehecht. Dit soort inrichting omvat voornamelijk, als nadeel, dat men slechts kan overgaan tot de vasthechting van het bijkomend stuk aan de houder nadat dit geplaatst werd op het bovenste punt
<EMI ID=4.1>
operatie moet worden vastgehouden. In het geval waar een radiator-element moet worden geplaatst onder een vensterbank of plank, is het niet mogelijk om het bijkomend stuk langs boven vast te hechten.
Onderhavige uitvinding verhelpt aan deze nadelen; hiertoe, overeenkomstig deze uitvinding, wordt de verbetering aan een vertikale strakke houder, bevestigd aan muren of andere vertikale wanden van een gebouw, voor het ophangen van een radiator-element, gekenmerkt dat het onderste uiteinde van deze steun of houder, zich verwijderend van de muur, uitloopt op een naar boven gekeerde keep, onder de vorm van een min of meer afgeronde groef, op zichzelf bekend en dienende om er het in de lengte platte horizontale onderste punt van het radiator-element in te plaatsen, en dat het bovenste uiteinde van deze steun of houder bij voorkeur omvat, een staaf zich min of meer horizontaal verwijderend van de muur, uiteinde waaraan een verenstaal, een zekere buigzaamheid vertonend, is verbonden en de steun naar boven toe verlengend, zich verwijderend,
verenstaal dat door opeenvolgende plooiingen na een deel evenwijdig met de staaf en bestemd voor de verbinding van het
<EMI ID=5.1>
één min of meer horizontale ombuiging vertoont en tenslotte eindigt met een laatste deel in de algemene vorm van een omgekeerde U met asymmetrische benen, de laatste korter zijnde dan de eerste en bij voorkeur teruggekeerd naar deze.
Bij middel van een strakke houder waaraan, aan zijn bovenste deel, een buigzaam verenstaal aldus gevormd is verbonden, is het voldoende, na plaatsing van het radiator-element dat men lichtjes schuin houdt in de onderste keep van de houders, om het vervolgens in loodrechte richting te plaatsen; het in de lengte bovenste horizontale punt van het radiator-element
<EMI ID=6.1>
naar boven zodanig dat op een gegeven ogenblik het uiteinde van het laatste been van de U boven en voorbij het punt van het radiator-element komt en, door verende werking, neemt het deel van de omgekeerde U schrijlings plaats op het genoemde punt; bijgevolg wordt het radiator-element volkomen vastgehouden en dit zonder dat enige vasthechtingsoperatie nodig blijkt zoals dit het geval is bij de tot op heden bekende inrichtingen.
<EMI ID=7.1>
aan de hand van een tekening die bij wijze van voorbeeld en onbeperkt voorstelt:
- figuur 1: een zijaanzicht van een houder, van een bekend type, verbeterd overeenkomstig de uitvinding, voorzien van een radiator-element;
- figuur 2: een vergroot zijaanzicht van een verenstaal;
- figuur 3: een zijaanzicht van een variante van het einddeel van een verenstaal;
- figuur 4: een zijaanzicht van een andere variante van het einddeel van een verenstaal.
Verwijzend naar deze figuren, is het radiator-element met het verwijzingsnummer 1 aangeduid, met 2 zijn in de lengte plat horizontaal onderste punt, met 3 zijn in de lengte plat horizontaal bovenste punt, met 4 een vertikale houder van het bekende type waarvan het middendeel 4a
<EMI ID=8.1>
van de houder zich verwijderend van de muur en eindigend op een keep 5
naar boven gekeerd, met 4c het bovenste deel van de houder zich verwijderend van de muur, horizontaal in het gekozen voorbeeld; het is met dit deel 4c, een strakke ataaf vormend, dat het gelijklopend deel 6 van het buigzaam verenstaal wordt verbonden door middel van, zoals voorgesteld, een rechte schroef 7 die door de staaf 4c en het deel 6 van het verenstaal gaat; deze schroef 7 wordt gehouden door een moer 8 teneinde het deel 6 van het verenstaal goed
<EMI ID=9.1>
de zijkanten 9 van de staaf 4c geschoven. Het spreekt vanzelf dat andere bevestigingswijzen in overweging kunnen worden genomen.
Het verenstaal, behalve dit eerste horizontaal deel 6, is zodanig gevormd om vervolgens een vertikale ombuiging 10 te bevatten; dan een horizontale ombuiging 11 en tenslotte een einddeel 12 in de vorm van een omgekeerde U (figuur 2), waarvan het eerste been 12a langer is dan het laatste been 12b zodanig dat, na dat het bovenste punt 3 geleund heeft tegen het been 12b en de omgekeerde U 12 omhoog heeft gebracht, het niet het been 12a, hiertegen onvermijdelijk leunend, kan overschrijden.
Om het opheffen van de omgekeerde U 12 te vergemakkelijken, wordt het been 12b lichtjes teruggebracht naar het andere; bovendien, de binnenste afstand tussen het punt van het been 12b en het andere been 12a is quasi gelijk aan de dikte van het platte punt 3 van het radiator-element teneinde een goede houding hiervan te verzekeren.
Indien, zoals voorgesteld in figuur 3, het verenstaal en in het bijzonder zijn einddeel 12, min of meer rechtlijnige ombuigingen 10, 11, 12a,
<EMI ID=10.1>
ombuigingen (figuur 4) voorzien, het been 12b van een stooteinde 13 van een
<EMI ID=11.1>
<EMI ID=12.1>
vorm zoals beschreven en voorgesteld en men zou het kader van deze uitvinding niet te buiten treden door het aanbrengen van wijzigingen, nl. door de
<EMI ID=13.1>
<EMI ID=14.1>
<EMI ID=15.1>
een achterste vertikale ombuiging waardoor het verenstaal rechtstreeks op het vertikaal deel van de houder. komt. Het beschreven systeem is geschikt voor een radiator bestaande uit een enkel plat element 1 of meerdere platte
<EMI ID=16.1>
<EMI ID=17.1>
Om het eventueel afhaken van de radiator te vergemakkelijken, kan men op
<EMI ID=18.1>
voorzien, waardoor het mogelijk is een punt of het uiteinde van een schroevendraaier in te brengen zodat het verenstaal kan worden vrijgemaakt en in het bijzonder het laatste deel van de omgekeerde U 12 van het punt 3
van het radiator-element 1 zodat het punt of het uiteinde van een schroevendraaier niet moet worden ingebracht onder het deel 12b van het verenstaal waardoor de verf van het radiator-element 1 zou worden beschadigd ter hoogte van het punt 3. Zo de verbetering in het bijzonder bestemd is voor een radiator-element van het vlakke type al of niet voorzien van een konvektor, kan men eveneens het gebruik ervan toepassen op een kolomradiateur; het is inderdaad voldoende een middenbeen van de omgekeerde U van het verenstaal, van een grotere afmeting en eventueel afgerond, te voorzien en dit tegenover een keep eveneens breder en afgerond aan het onderste uiteinde van de houder.