BE859750A - Plaatsnijinrichting - Google Patents
PlaatsnijinrichtingInfo
- Publication number
- BE859750A BE859750A BE181763A BE181763A BE859750A BE 859750 A BE859750 A BE 859750A BE 181763 A BE181763 A BE 181763A BE 181763 A BE181763 A BE 181763A BE 859750 A BE859750 A BE 859750A
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- emi
- carriage
- plate
- cutting device
- sheet
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B21—MECHANICAL METAL-WORKING WITHOUT ESSENTIALLY REMOVING MATERIAL; PUNCHING METAL
- B21D—WORKING OR PROCESSING OF SHEET METAL OR METAL TUBES, RODS OR PROFILES WITHOUT ESSENTIALLY REMOVING MATERIAL; PUNCHING METAL
- B21D43/00—Feeding, positioning or storing devices combined with, or arranged in, or specially adapted for use in connection with, apparatus for working or processing sheet metal, metal tubes or metal profiles; Associations therewith of cutting devices
- B21D43/28—Associations of cutting devices therewith
- B21D43/287—Devices for handling sheet or strip material
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B21—MECHANICAL METAL-WORKING WITHOUT ESSENTIALLY REMOVING MATERIAL; PUNCHING METAL
- B21D—WORKING OR PROCESSING OF SHEET METAL OR METAL TUBES, RODS OR PROFILES WITHOUT ESSENTIALLY REMOVING MATERIAL; PUNCHING METAL
- B21D43/00—Feeding, positioning or storing devices combined with, or arranged in, or specially adapted for use in connection with, apparatus for working or processing sheet metal, metal tubes or metal profiles; Associations therewith of cutting devices
- B21D43/28—Associations of cutting devices therewith
- B21D43/282—Discharging crop ends or the like
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Agronomy & Crop Science (AREA)
- Details Of Cutting Devices (AREA)
Description
"Plaatsnijinrichting". De uitvinding heeft betrekking op een plaatsnijinrichting welke een eigenlijke snijmachine bevat. Bij bekende inrichtingen van deze soort, waarbij <EMI ID=1.1> aan de snijinrichting, ook "guillotine-schaar" toegevoerd <EMI ID=2.1> twee randen zijn als afval te beschouwen terwijl de andere stukken, die al of niet in grootte gelijk zijn, moeten in een of meerdere stapels opgestapeld worden. De scheiding van de afval van de goede stukken gebeurt bij de bekende inrichtingen manueel en ook het stapelen van de stukken en, indien de stukken verschillende grootten bezitten, de keuze van de stapel gebeurt manueel. Het selecteren en manueel stapelen van de stukken is relatief tijdrovend en laat niet toe de snijmachine aan haar maximumsnelheid te werken. De uitvinding heeft tot doel een snijinrichting te verschaffen waarbij het afscheiden van de afval en het stapelen van de goede stukken, eventueel in meerdere stapels, automatisch en vrij snel kan gebeuren. Tot dit doel bevat de plaatsnij inrichting een afvoerinrichting die na de snijmachine opgesteld is en zelf een transportmechanisme zonder einde bevat voor het opvangen en van het snijorgaan van de snijmachine weg transporteren van de gesneden stukken., een rond een horizontale as ten opzichte van het transportmechanisme wentelbaar gemonteerde klep welke aan het afvoereinde van het transportmechanisme opgesteld is en in een stand nagenoeg het verlengde vormt van dit transportmechanisme, middelen om de klep te wentelen tussen de hoger genoemde stand en een stand waarbij tussen de wentelas van de klep en het transportmechanisme een opening blijft waardoor gesneden stukken kunnen vallen, een opvangorgaan dat op het van het transportmechanisme afgekeerde einde <EMI ID=3.1> noemde stand bevindt, welk opvangorgaan aan haar van de klep afgekeerde einde van ten minste een aanslag voor het op te vangen stuk voorzien is, een wagen welke ten opzichte van het transportmechanisme tot boven het opvangorgaan verplaatsbaar is, een geleiding voor de wagen welke ten opzichte van het transportmechanisme met een einde boven het <EMI ID=4.1> over de geleiding te verplaatsen, ten minste een meeneemorgaan welk op de wagen gemonteerd is, welk een op het opvangorgaan opgevangen stuk kan grijpen, middelen om het meeneemorgaan in en uit te schakelen, middelen om het meeneemorgaan <EMI ID=5.1> neemorgaan het op het opvangorgaan .liggende stuk kan grijpen, en een besturingsinrichting welke de middelen om de klep te wentelen, de middelen om de wagen te verplaatsen, de middelen om het meeneemorgaan in en uit te schakelen en de middelen om het meeneemorgaan en het opvangorgaan naar elkaar. te brengen, bestuurt. De snijbewerkingen welke op eenzelfde plaat uitgevoerd worden, gebeuren in een vooraf gekende volgorde zodat <EMI ID=6.1> klep de afval laat vallen maar de gcede stukken naar het opvangorgaan stuurt, terwijl de wagen telkens wanneer de meeneemorganen een goed stuk gegrepen hebben, zich tot boven de gepaste stapel verplaatst waar de meeneemorganen dan het goed stuk lossen. <EMI ID=7.1> <EMI ID=8.1> ganen welke op de wagen gemonteerd zijn en gevormd <EMI ID=9.1> uit te schakelen middelen zijn om het aanzuigen toe te laten en te onderbreken. Bij voorkeur zijn de middelen om het opvangorgaan en het meeneemorgaan naar elkaar te brengen, middelen om het opvangorgaan tot tegen de zuignappen te verplaatsen. De uitvinding heeft ook tot doel een plaatsnijinrichting welke een eigenlijke snijmachine bevat, te verschaffen, waarbij de aanvoer van een plaat aan de snijmachine automatisch, snel en zeer precies kan plaatsvinden. Tot dit doel bevat de plaatsnij inrichting een aanvoerinrichting welke zelf een nagenoeg horizontale positieinsteltafel bezit, welke tafel voor de snijmachine gemonteerd is en ten minste een in haar langsrichting verplaatsbare aanslag en ten minste een in haar dwarsrichting verplaatsbare aanslag bevat om de plaat op de tafel in te stellen, terwijl de aanvoerinrichting middelen bevat om de aanslagen te verplaatsen. In een bij voorkeur toegepaste uitvoeringsvorm van de uitvinding is ten minste een gedeelte van de positieinsteltafel rond een verticale as over ten minste 90[deg.] draai- <EMI ID=10.1> In een merkwaardige uitvoeringsvorm van de uitvin- <EMI ID=11.1> <EMI ID=12.1> <EMI ID=13.1> ding zullen blijken uit de hier volgende beschrijving van een plaatsnijinrichting volgens de uitvinding; deze beschrijving wordt enkel als voorbeeld gegeven en beperkt de uitvinding niet; de verwijzingscijfers betreffen de hieraan toegevoegde tekeningen. Figuur 1 is een zijaanzicht van een gedeelte van een snijinrichting volgens de uitvinding. Figuur 2 is een bovenaanzicht van het gedeelte van <EMI ID=14.1> Figuur 3 is een zijaanzicht van de rest van de snijinrichting volgens de uitvinding, maar op grotere schaal getekend. Figuur 4 is een bovenaanzicht van het gedeelte van de snijinrichting uit figuur 3. <EMI ID=15.1> plaat met aanduiding van de opeenvolgende snijlijnen. In de verschillende figuren hebben dezelfde verwijzingscijfers betrekking op dezelfde elementen. De snijinrichting volgens de figuren bestaat in <EMI ID=16.1> <EMI ID=17.1> een afvoerinrichting, in het algemeen met.het verwijzings cijfer 3 aangeduid. <EMI ID=18.1> <EMI ID=19.1> in de langsrichting van de snijinrichting lopende, door profielen gevormde geleidingen 6 gemonteerd, ter hoogte en in het verlengde van de aanvoertafel 7 van de snijmachine 2. Aan de voorkant van de snijinrichting is op het <EMI ID=20.1> gemonteerd. Het blad van deze hijstafel 8 is op een schaarmechanisme gemonteerd en is, door middel van een pneumatisch of hydraulisch mechanisme, dat eenvoudigheidshalve niet in <EMI ID=21.1> snijden platen 9 worden in een stapel op deze hijstafel 8 geplaatst, welke hijstafel een last van ongeveer 5.000 kg kan dragen. Tussen de hijstafel 8 en de snijmachine 2 is een positie-insteltafel 10 gemonteerd. Deze positie-insteltafel lo bestaat uit vier, in de dwarsrichting van de snijinrichting lopende bladen 11 welke tussen de twee geleidingen 6 op het gestel 4 vastgemaakt zijn. De bladen 11 bezitten in hun bovenzijde ingewerkte kogeltjes 12. In het tweede blad 11, te rekenen vanaf de snijmachine 2 is een draaitafel 13 ingewerkt. Deze draaitafel 13 is gevormd door een over 3600 rond een verticale as draaibare schijf welke daarenboven rond haar draaias op en neer verplaatsbaar is en volledig onder de bladen 11 kan verdwijnen. Het op en neer verplaatsen gebeurt door het pneumatische zuigermechanisme 73 en het draaien over 3600 gebeurt door een op de schijf gemonteerde <EMI ID=22.1> <EMI ID=23.1> <EMI ID=24.1> chine 2 gelegen is, is in�het midden een aanslag 14 gemonteerd waarvan de plaats ten opzichte van de positie-insteltafel 10 vast is maar die evenwel van boven de bovenzijde van de tafel 10 tot eronder verplaatsbaar is. In een langse rand van de tafel 10 zijn ook nog tussen respectievelijk twee bladen 11 en de aan deze langse zijde gelegen geleiding 6 twee vaste aanslagen 15 gemonteerd. Op de ertegenover liggende langse zijde van de tafel 10 zijn twee pneumatisch in de dwarsrichting van de tafel verplaaatsbare aanslagen 16 gemonteerd. Een dergelijke aanslag 16 bevindt zich in de spleet tussen <EMI ID=25.1> belwerkend pneumatisch zuigermechanisme heen en weer in deze gleuf verplaatst. Op het voorste einde van de tafel 10, dit is dus het verst van de snijmachine 2 verwijderde uiteinde, is een in de langsrichting van de snijinrichting verplaatsbare aanslag 17 gemonteerd. Ook de verplaatsing van deze aanslag 17 gebeurt pneumatisch,. bijvoorbeeld door middel van een dubbelwerkend pneumatisch zuigermechanisme. Deze aanslag 17 verplaatst zich over een in de langsrichting van de snijinrichting lopende geleiding 18, welke volledig in de tafel 10 ingewerkt is. De aanvoerinrichting 1 bevat een wagen 19 welke door middel van vier wielen over de'twee geleidingen 6 heen en weer loopt. Twee van deze wielen worden gedreven door een elektronisch bediende gelijkstroom stappen-motor 20. De wagen 19 is verplaatsbaar van boven de hijstafel 8 tot boven de positie-insteltafel 10. Deze wagen 19 bestaat uit een kader tussen de dwarse zijden waarvan in de langsrichting van de : : : . ; a <EMI ID=26.1> gemaakt zijn. Aan deze steunen 21 zijn zuignappen 22 vastgemaakt waarvan het zuigende uiteinde naar onder gericht is en aan de onderzijde buiten de steunen 21 uitsteekt. Deze zuignappen 22 staan door leidingen 23 in verbinding met een vacuüm-zuiginrichting 77 welke boven op de wagen 19 gemonteerd is. Op de naar de snijmachine 2 gerichte voorste rand van de wagen 19 zijn twee instelbare grijparmen 25 gemonteerd waarvan de eigenlijke grijpende vingers zich juist ter hoogte van de bovenzijde van de hijstafel 8 bevinden. Het openen of sluiten van de grijparmen 25 wordt op een bekende en hier niet nader in detail beschreven manier pneumatisch bevolen. Het hydraulische of pneumatische mechanisme dat het blad van de hijstafel 8 op en neer verplaatst, de pneumatische mechanismen welke de aanslagen 16 en 17 verplaatsen, de motor 74 en het zuigermechanisme 73 welke de draaitafel 13 verplaatsen, de motor 20 die de wagen 19 drijft, en de vacuümzuiginrichtingen 24 en 77 en de pneumatische mechanismen welke de grijparmen 25 openen en sluiten, worden alle bestuurd door middel van een besturingsinrichting 26. Deze besturing kan gebeuren op een bekende of althans voor een vakman voor de hand liggende manier en eenvoudigheidshalve zijn de verbindingen tussen de besturingsinrichting 26 en de hiervoor genoemde mechanismen of motoren, niet voorgesteld. De besturingsinrichting 26 bevat een numerische computer welke in functie van een opgelegd programma de verschillende motoren en mechanismen in de gewenste volgorde inschakelt en uitschakelt. Om een stel metaalplaten te snijden, zoals voor- <EMI ID=27.1> op de hijstafel 8. De hijstafel 8 bevindt zich hierbij in haar laagste stand en de wagen 19 bevindt zi�h tegen de snijmachine 2. Men brengt nu de snijinrichting in werking door het induwen van een knop op de besturingsinrichting 26. Deze besturingsinrichting 26 brengt eerst de motor 20 in werking, zodat de wagen 19 zich tot juist boven de hijstafel 8 en de stapel platen 9 verplaatst, beveelt dan het in werking tre- <EMI ID=28.1> 22 zuigen, en beveelt ook het omhoog gaan van de hijstafel 8. De bovenste plaat .9 van de stapel op deze hijstafel 8 wordt door de zuignappen 22 vastgehouden. De hijstafel 8 wordt gezakt en de wagen 19 wordt nu naar voor gerold tot boven de positie-insteltafel 10 waarna de besturingsinrichting 26 de vacuümzuiginrichting 77 uitschakelt. De plaat 9 wordt door de zuignappen 22 gelost en valt op de positie-insteltafel. Nu treden de pneumatische aanslagen 16 en 17 in werking, welke aanslagen de plaat 9 tegen de vaste aanslagen 14 en 15 aanduwen en bijgevolg de positie van deze plaat op de tafel 10 instellen. Terzelfdertijd heeft de besturingsinrichting 26 de wagen 19 terug tot boven de hijstafel 8 doen lopen, zodat nu de twee grijparmen 25 zich tegenover de het verst van de snijmachine 2 bevindende rand van de plaat 9 op de positie-insteltafel 10 bevinden. Deze grijparmen zijn in de dwarsrichting verplaatsbaar zodat ze zich aan de breedte van de plaat kunnen aanpassen. De besturingsinrichting 26 beveelt nu het openen <EMI ID=29.1> plaatsen van de wagen 19 tot de grijparmen 25 de plaat 9 grijpen, waarna deze grijparmen toegaan. De pneumatisch verplaats- <EMI ID=30.1> van de tafel 10. Bij de verdere verplaatsing wordt de plaat 19 in de snijmachine 2 geduwd. In de eerste plaats wordt volgens de lijn 27 gesneden waarbij dus een strook afval 28 aan de achterkant van de snijmachine afgegeven wordt. De wagen 19 gaat vervolgens terug van de snijmachine 2 weg en de grijparmen 25 laten de <EMI ID=31.1> ting 24 starten , waardoor de zuignappen 75 van de draaitafel 13 zuigen en tevens door middel van het zuigermechanisme 73, het omhoog verplaatsen van deze tafel 13 tot boven de platen 11 en dus tot de plaat 9 erop gezogen wordt. Vervolgens brengt de besturingsinrichting 26 de motor 74 zolang in werking,dat de tafel 13 en dus ook de plaat 9 over 180[deg.] gewenteld worden, waarna ze de inrichting 24 uitschakelt- en de draaitafel 13 opnieuw naar omlaag doet verplaatsen. Door de pneumatische aanslagen 16 en 17 wordt de plaat nu opnieuw gepositionneerd zoals bij het begin. Vervolgens grijpen de grijparmen 25 terug de plaat en verplaatst de wagen 19 zich terug naar de snijmachine 2 toe. Op deze manier wordt de andere langse rand van de plaat 9 volgens de lijn 29 afgesneden. In tegenstelling met de strook 28 welke zo smal mogelijk genomen wordt, hangt de breedte van de strook 30 af van de afmetingen van de stukken welke men uit de plaat 9 wenst te snijden, zodat deze strook 30 relatief breed kan zijn en dus nog eventueel gebruikt kan worden. De strook 30 is wel afval, maar soms bruikbare afval en moet bijgevolg van de strook 28 gescheiden worden. Na het afsnijden van de strook 30 wordt de plaat <EMI ID=32.1> ting 26 doet opnieuw de draaitafel 13,.op dezelfde manier als hiervoor beschreven, de plaat 9 draaien, nu evenwel slechts over 90[deg.]. De plaat 9 komt nu met haar langsrichting in de langsrichting van de snijinrichting, dit is das loodrecht op het mes van de snijmachine 2, te liggen. De plaat 9 wordt nu op dezelfde manier als bij het begin en na de <EMI ID=33.1> de positie-insteltafel 10 door middel van de pneumatisch verplaatsbare aanslagen 16 en 17. De besturingsinrichting 26 beveelt daarna het opnieuw vastgrijpen door de grijparmen 25 van de plaat 9 en het naar de snijmachine 2 verplaatsen van de wagen 19. Deze verplaatsing gebeurt intermitterend met telkens tussen twee verplaatsingen een snijbewerking door de snijmachine. Een eerste maal wordt gesneden volgens de lijn 31 waarbij een strook afval 78 vrij komt. Vervolgens wordt volgens de lijnen 32 het gewenste aantal stukken 33 gesneden. Er blijft nog een strookje 34 over dat eveneens als afval of bruikbare rest dient beschouwd te worden. Dit strookje 34 wordt na het afsnijden door de snijmachine 2 geduwd door middel van pneumatische duwers 38 welke op de platenhoudersteun van de snijmachine 2 tussen de plaatklemcilinders gemonteerd zijn. De stukken 33 kunnen gelijk aan elkaar zijn of verschillend van grootte zoals voorgesteld in de figuur 5. Al de stukken 33, en de stroken 28, 30, 34 en 78 worden aan de achterzijde van de snijmachine 2 door de afvoerinrichting 3 opgevangen en afgevoerd, waarbij de afvoer- <EMI ID=34.1> <EMI ID=35.1> stapeld worden. Hiertoe bevat, zoals vooral blijkt uit de figuren 3 en 4, de afvoerinrichting een afvoertransportband zonder einde welke bestaat uit een aantal op een afstand van elkaar lopende riemen 35 welke over twee rollen 36 lopen. Een van de rollen 36 wordt gedreven door een niet in de figuren voorgestelde motor, welke motor bestuurd wordt door de besturingsinrichting 26 op zulkdanige manier dat de motor steeds in werking is van zodra de inrichting in werking gesteld wordt. <EMI ID=36.1> achter de snijmachine 2, onder het ondermes 37. Een op.de snijmachine 2 gemonteerde afglijplaat leidt de afgesneden stroken of stukken op de riemen 35. Om de platen en vooral dunne en lange platen gedurende het doorvoeren onder het mes van de snijmachine te ondersteunen, bevat de snij inrichting ook nog een aantal intrekbare platensteunen 39. Deze platensteunen steken tussen de riemen 35 van de afvoertransportband <EMI ID=37.1> <EMI ID=38.1> <EMI ID=39.1> 36 is evenals de platensteunen ten opzichte van het gestel van de snijmachine 2 gemonteerd. Aan de van de snijmachine 2 afgekeerde zijde van de afvoertransportband 35-36 is op een gestel 44 een afvalklep 45 rond een horizontale as draaibaar gemonteerd. <EMI ID=40.1> 2 gekeerde vrije rand nagenoeg tegen de aanvoertransportband zonder einde 35,36 zodat de stukken welke op deze afvoertransportband opgevangen worden over de klep 45 verder verschuiven. Deze klep 45 is dan in de hoger genoemde stand naar haar scharnieras toe omlaag hellend. In haar andere uiterste stand is de afvalklep 45 meer opwaarts gericht zodat tussen de klep en de aanvoertransportband 35-36 een opening ontstaat waardoor de door de transportband aangevoerde stukken omlaag vallen. Onder deze opening staat op de grond 5 een afvalbak 46 waarin deze aldus gevallen stukken opgevangen worden. Het wentelen van de afvalklep 45 gebeurt door middel van een dubbelwerkend hydraulisch of pneumatisch zuigermechanisme 47 welke op een niet in de figuren voorgestelde manier'vast op het gestel 44 gemonteerd is. Een stang 48 is scharnierend met de zuigerstang van dit zuigermechanisme 47 en onwrikbaar met de rotatieas van de afvalklep 45 verbonden. Het zuigermechanisme 47 wordt bevolen door de besturingsinrichting 26 welke zelf een aanduiding betreffende de ene of de andere uiterste stand van de <EMI ID=41.1> zuigerstang van het zuigermechanisme 47 bediend wórden. <EMI ID=42.1> <EMI ID=43.1> <EMI ID=44.1> <EMI ID=45.1> reiken. Over deze twee geleidingen 51 is een wagen 52 verplaatsbaar. Deze wagen bezit twee paar wielen 53 waarvan er twee gedreven worden door een motor 54 welke door de besturingsinrichting 26 bestuurd wordt. De wagen 52 draagt, op dezelfde manier als de wagen 19 van de aanvoerinrichting 1 een aantal zuignappen 55 welke in verbinding staan langs een soepele slang 56 met een vacuüm-zuigmechanisme 57, welk zuigmechanisme ook door de besturingsinrichting 26 bevolen wordt. Juist achter de afvalklep 45 is onder de geleidingen 51 een opvangtafel 58 op en neer verplaatsbaar op het gestel44 gemonteerd.Deze opvangtafel 58 is aan haar bovenzijde van kogeltjes 59 voorzien. Op haar achterste, van <EMI ID=46.1> <EMI ID=47.1> opstaande rand 60 welke dienst doet als aanslag. Normaal bevindt de opvangtafel 58 zich in de in de figuur 3 voorgestelde stand, waarbij haar voorste rand juist naust de scharnieras van de afvalklep 45 gelegen is en de tafel naar achter omlaag loopt. Een stuk plaat dat door de afvalklep 45 op de opvangtafel 58 gebracht wordt, zal dan over de kogeltjes 59 tot tegen de aanslag 60 glijden. Een naderingsschakelaar 61 welke zich, voor de hiervoor genoemde stand van de opvangtafel 58, in de nabijheid van de aanslag 60 bevindt, noteert wanneer een stuk plaat zich tegen de aanslag bevindt en geeft dan een signaal aan de bestu- <EMI ID=48.1> germechanisme 62 in werking brengt. Dit zuigermechanisme <EMI ID=49.1> nisme 63 dat zelf met de opvangtafel 58 verbonden is. Van zodra dus een stuk plaat tegen de aanslag 60 komt, zal het zuigermechanisme 62 de opvangtafel 58 opwaarts verplaatsen tot tegen de zuignappen 55 van de wagen 52, welke zich dan juist boven de tafel 58 bevindt. Het stuk plaat zal dan door de zuignappen vastgehouden worden. Bij deze verplaatsing wordt de tafel 58 nog geleid door eenvoudigheidshalve niet in de figuren voorgestelde geleidingen. Deze geleidingen en het stangenmechanisme 63 zijn zo geconstrueerd dat bij de opwaartse verplaatsing de hellende tafel 58 ook een weinig kantelt tot ze horizontaal is. De uiterste standen van de opvangtafel 58 of, hetgeen op hetzelfde neerkomt, de uiterste standen van de zuigerstang van het zuigermechanisme <EMI ID=50.1> met de besturingsinrichting 26 in verbinding staan. Deze besturingsinrichting zorgt ervoor dat telkens de opvangtafel 58 omhoog verplaatst wordt, de wagen 52 zich juist boven deze opvangtafel 58 bevindt. Op de wagen 52 is nog een naderingsschakelaar 65 gemonteerd welke, van zodra een stuk plaat door de zuignappen 55 gegrepen wordt, een signaal geeft aan de besturingsinrichting 26 waardoor deze besturingsinrichting de motor 54 in werking brengt. De wagen 52 zal zich over de geleidingen 51 met het stuk plaat verplaatsen terwijl dan de opvangtafel 58 zich terug naar zijn beginstand begeeft. De afvoerinrichting 3 bevat drie stapelwagens 66,- 67 en 68 welke onder de geleidingen, tussen het gestel 44 door, kunnen gereden worden. De besturingsinrichting 26 bepaalt de afstand waar- <EMI ID=51.1> het ingestelde programma, de wagen 52 stopt boven de wagen 66, 67 of 68. Na het stoppen van de wagen beveelt de besturingsinrichting 26 het uitschakelen van de zuignappen 55 welke het stuk plaat lossen. Dit stuk plaat valt dan op de gewenste wagen. Elk van de wagens 66, 67 en 68 bevat een vaste aanslag 69 en een verstelbare aanslag 70 waartussen dus de <EMI ID=52.1> nog een aanduwklep 71 gemonteerd welke tevens noteert wanneer de stapel op de wagen voldoende hoogte bezit en dan een signaal geeft aan de besturingsinrichting 26, welke dan de afvoerinrichting 3 stopt. Elk van de wagens 66, 67 en 68 bedient nog een schakelaar 72, welke een signaal geeft aan de besturingsinrichting 26 wanneer de wagen zich in de goede stapelpositie onder de geleidingen 51 bevindt. Aangezien steeds in een vooraf gekende volgorde gesneden wordt, weet men dus op voorhand van een steeds terugkomende reeks stukken, het hoeveelste stuk als afval moet verwijderd worden, het hoeveelste stuk op de wagen 66 moet gestapeld worden, het hoeveelste stuk op de wagen 67 moet gestapeld worden en het hoeveelste stuk op de wagen 68 moet gestapeld worden. Het is bijgevolg mogelijk de besturingsin- <EMI ID=53.1> kingen van de snijmachine 2, dat op het gepaste ogenblik de afvalklep 45 geopend wordt om de afval in de bak 46 te laten vallen en de wagen 52 bij haar verplaatsing steeds over de gepaste stapelwagen 66, 67 of 68 stopt. Het is vanzelfsprekend dat de besturingsinrichting 26 tegelijker tijd de aanvoerinrichting 1, de snijmachine 2 en de afvoerinrichting 3 <EMI ID=54.1> <EMI ID=55.1> voerd wordt door de inrichting 1 aan de snijmachine 2 en deze snijmachine 2 verder de plaat snijdt. Zowel de aanvoer als de afvoer gebeurt vrij snel en volledig automatisch, terwijl het snijden toch nauwkeurig plaatsvindt. Zeker door de combinatie van de aanvoerinrichting en de afvoerinrichting kan de volledige snijinrichting zeer snel werken met een minimum aan werkkrachten. Zoals reeds vermeld is de besturingsinrichting 26 een soort computer welke geprogrammeerd kan worden door mini-cassettes. Deze mini-cassettes bezitten een statisch geheugen, met een capaciteit van meerdere sequenties en zijn stockeerbaar. Deze mini-cassettes kunnen met behulp van druktoetsen geprogrammeerd worden. De uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor beschreven uitvoeringsvorm, en binnen het raam van de octrooiaanvrage kunnen aan de beschreven uitvoeringsvorm vele veranderingen aangebracht worden, onder meer wat betreft de vorm, de samenstelling, de schikking en het aantal van de onderdelen die voor het verwezenlijken van de uitvinding gebruikt worden. In het bijzonder moet de snijinrichting niet noodzakelijk terzelfder tijd een aanvoerinrichting en een afvoerinrichting bevatten. Een van de twee inrichtingen kan vervangen worden door een manuele bediening. Ook moet de inrichting niet noodzakelijk de hiervoor vermelde schakelaars bezitten en ook de besturingsinrichting moet niet noodzakelijk een computer zijn. De verschillende bewerkingen kunnen in plaats van automatisch ook manueel stap voor stap bevolen worden.
Claims (1)
- <EMI ID=56.1>1. Plaatsnijinrichting welke een eigenlijke snijmachine bevat., m e t h e t k e n m e r k dat ze een afvoerinrichting bevat die na de snijmachine opgesteld isen zelf een transportmechanisme zonder einde bevat voor het opvangen en van het snijorgaan van de snijmachine weg transporteren van de gesneden stukken, een rond een horizontaleas ten opzichte van het transportmechnisme wenstelbaar gemonteerde klep welke aan het afvoereinde van het transportmechanisme opgesteld is en in een stand nagenoeg het verlengde vormt van dit transportmechanisme, middelen om de klep te wentelen tussen de hoger genoemde stand en een stand waarbij tussen de wentelas van de klep en het transportmechanisme een opening blijft waardoor gesneden stukken kunnen vallen, een opvangorgaan dat op het van het transportmechanisme afgekeerde einde van de klep ten opzichte van deze klep gemonteerd is om de stukken op te vangen wanneer de klep zich in haar eerstgenoemde stand bevindt, welk opvangorgaan aan haar van de klep afgekeerde einde van ten minste een aanslag voor het op te vangen stuk voorzien is, een wagen welke ten opzichte van het transportmechanisme tot boven het opvangorgaan verplaatsbaar is,een geleiding voor de wagen welke ten opzichte van het transportmechanisme met een einde boven het opvangorgaan gemonteerd is, middelen om de wagen heen en weer over de gelei-<EMI ID=57.1>wagen gemonteerd is, welk een op het opvangorgaan opgevangen stuk kan grijpen, middelen om het meeneemorgaan in en uit te schakelen, middelen om het meeneemorgaan en het opvangorgaan<EMI ID=58.1>opvangorgaan liggende stuk kan grijpen, en een besturingsin- <EMI ID=59.1>len om de wagen te verplaatsen, de middelen om het meeneemorgaan in en-uit te schakelen en de middelen om het meeneemorgaan en het opvangorgaan naar elkaar te brengen, bestuurt.2. Plaatsnijinrichting volgens vorige conclusie, met h e t k e n m e r k dat de afvoerinrichting meerdere meeneemorganen bevat welke op de wagen gemonteerd zijn en gevormd zijn door zuignappen welke met een zuiginrichtingin verbinding staan, terwijl de middelen om de meeneemorganen in en uit te schakelen middelen zijn om het aanzuigen toete laten en te onderbreken.3. Plaatsnijinrichting volgens vorige conclusie, m e t h e t k e n m e r k dat de middelen om het opvangorgaan en de meeneemorganen naar elkaar te brengen, middelenom het opvangorgaan tot tegen de zuignappen te verplaatsen zijn.4. Plaatsnijinrichting volgens een van de vorige conclusies, m e t h e t k e n m e r k dat het opvangorgaan ten minste in zijn opvangstand van de afvalklep weg omlaag loopt .5. Plaatsnijinrichting volgens vorige conclusie, m e t het k e n m e r k dat de aanslag op het opvangorgaan gevormd is door een opstaande rand die op het laagste einde van het opvangorgaan staat.6. Plaatsnijinrichting volgens een van de conclusies 4 en 5, m e t h e t k e n m e r k dat het opvangorgaan met een stangenmechanisme verbonden is-dat het opvangorgaan bij de opwaartse verplaatsing tevens nagenoeg horizontaal brengt en de middelen om het opvangorgaan en het meeneemorgaan naar elkaar te brengen middelen bevat om het stangmechanisme te bedienen. <EMI ID=60.1><EMI ID=61.1>sie, m e t h e t k e n m e r k dat ze twee detectoren bevat welke de uiterste standen van het opvangorgaan detecteren en een signaal aan de besturingsinrichting geven en een naderingsschakelaar welke de aanwezigheid van een stuk plaat tegen aanslag op het opvangorgaan detecteert en eveneens een signaal geeft aan de besturingsinrichting.<EMI ID=62.1>een platensteun bevat welke ten opzichte van het transport -<EMI ID=63.1>mechanisme zonder einde op en neer verplaatsbaar gemonteerd<EMI ID=64.1>tussen een hoogste stand waarbij de platensteun bij het snijden de plaat kan ondersteunen en een laagste stand waarbij de platensteun onder het bovenste gedeelte van het transportmechanisme zonder einde gelegen is.9. Plaatsnijinrichting volgens vorige conclusie,<EMI ID=65.1>band zonder einde bevat welke uit op een afstand van elkaar lopende riemen bestaat en de plaatsteun steunorganen bevat wel-<EMI ID=66.1> <EMI ID=67.1>11. Plaatsnijinrichting volgens vorige conclusie,<EMI ID=68.1>ringsschakelaar bevat welke een signaal aan de besturingsinrichting geeft wanneer het wagentje zich onder de geleiding in de juiste stand bevindt.12. Plaatsnijinrichting volgens een van de conclusies 10 en 11 m e t h e t k e n m e r k dat elk wagentje een vaste aanslag en een instelbare aanslag bezit waartussen de stukken plaat kunnen opgevangen worden alsmede een<EMI ID=69.1>wanneer de stapel op het wagentje voldoende hoogte bereikt heeft.13. Plaatsnijinrichting welke een eigenlijke snijmachine bevat, m e t h e t k e n m e r k dat ze een aanvoerinrichting bevat welke zelf een nagenoeg horizontale positieinsteltafel bezit, welke tafel voor de snijmachine gemonteerd is en ten minste een in haar langsrichting 'verplaatsbare aan-- slag en ten minste een in haar dwarsinrichting verplaatsbare aanslag bevat om de plaat op de tafel in te stellen, terwijlde aanvoerinrichting middelen bevat om de aanslagen te verplaatsen.<EMI ID=70.1><EMI ID=71.1>de positie-insteltafel rond een verticale as over ten minste 90[deg.] draaibaar ten opzichte van de snijmachine gemonteerd is.<EMI ID=72.1> <EMI ID=73.1>........der de bovenzijde van deze rest tot boven deze bovenzijde, terwijl de aanvoerinrichting middelen bevat om de draaitafel te draaien en middelen om de draaitafel op en neer te verplaatsen.16. Plaatsnijinrichting volgens vorige conclusie, m e t h e t k e n m e r k dat de draaitafel van zuignappen voorzien is welke door leidingen met een vacuüm-zuiginrichting verbonden zijn.17. Plaatsnijinrichting volgens een van de conclusies 13 tot 16, m e t het k e n m e r k dat ze een wagen bevat welke boven de positie-insteltafel verplaatsbaar is, een geleiding voor deze wagen, ten minste een grijpmechanisme dat op de wagen gemonteerd is om een op de tafel ingestelde plaat te grijpen; middelen om de wagen heen en weer<EMI ID=74.1>middelen om het grijpmechanisme te openen en te sluiten.18. Plaatsnijinrichting volgens vorige conclusie, m e t h e t k e n m e r k dat het grijpmechanisme om eenop de tafel ingestelde plaat te grijpen ten minste twee grijparmen bevat welke, in de richting loodrecht op de verplaatsingsrichting van de wagen,ten opzichte van elkaar instelbaar zijn.19. Plaatsnijinrichting volgens een van de conclusies 17 en 18, m e t h e t k e n m er k dat de aanvoerin-<EMI ID=75.1><EMI ID=76.1><EMI ID=77.1>nisme een plaat van de stapel kan grijpen en op de tafel kan brengen. <EMI ID=78.1><EMI ID=79.1>nisme een aantal zuignappen bevat, een vacuüm-zuiginrichting en een verbinding tussen' de zuiginrichting en de zuig-<EMI ID=80.1>uit te. schakelen.<EMI ID=81.1>clusies 19 en 20, met h e t k e n m e r k dat de aanvoerindchting een hijstafel bevat welke aan de van de snijmachine afgekeerde zijde van de insteltafel gemonteerd is en waarvan het blad op en neer verplaatsbaar is en middelen bevatom dit blad op en neer te verplaatsen, terwijl de geleiding voor de wagen tot boven de hijstafel loopt.22. Plaatsnijinrichting volgens een van de conclusies 13 tot 21, m e t h e t k e n m e r k dat de middelen om de verplaatsbare aanslagen te verplaatsen pneumatische zuigermechanismen bevatten.23. Plaatsnijinrichting volgens een van de conclusies 13 tot 22, met h e t k e n m e r k dat de positieinsteltafel, benevens in haar langsrichting en in haar dwarsrichting verplaatsbare aanslagen,daarmee samenwerkende aanslagen met vaste plaats bevat, welke aanslagen in verticale richting verplaatsbaar zijn.tussen een stand waarbij ze boven<EMI ID=82.1>stand waarbij ze onder deze bovenzijde gelegen zijn� terwijl de insteltafel tevens middelen bevat om deze vaste aanslagen op en neer te verplaatsen.24. Plaatsnijinrichting volgens een van de conclusies 11 tot 23, m e t h e t k e n m e r k dat ze een besturingsinrichting bevat welke besturingsinrichting de ge- <EMI ID=83.1>25. Plaatsnijinrichting volgens een van de conclusies 1 tot 12 en volgens een van de conclusies 13 tot 23,. m e t h e t k e n m e r k dat ze zowel een aanvoerinrichting als een afvoerinrichting bevat.26. Plaatsnijinrichting volgens conclusies 24 en 2 5, m e t h e t k e n m e r k dat de besturingsinrichting zowel de afvoerinrichting als de aanvoerinrichting bestuurt.27. Plaatsnijinrichting zoals hiervoor beschreven of in de hieraan toegevoegde tekeningen voorgesteld.
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE181763A BE859750A (nl) | 1977-10-14 | 1977-10-14 | Plaatsnijinrichting |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE859750 | 1977-10-14 | ||
BE181763A BE859750A (nl) | 1977-10-14 | 1977-10-14 | Plaatsnijinrichting |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE859750A true BE859750A (nl) | 1978-02-01 |
Family
ID=25650332
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE181763A BE859750A (nl) | 1977-10-14 | 1977-10-14 | Plaatsnijinrichting |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
BE (1) | BE859750A (nl) |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR2477929A1 (fr) * | 1980-03-15 | 1981-09-18 | Mengele & Soehne Masch Karl | Dispositif d'amenee de feuilles pour cisailles |
-
1977
- 1977-10-14 BE BE181763A patent/BE859750A/nl unknown
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR2477929A1 (fr) * | 1980-03-15 | 1981-09-18 | Mengele & Soehne Masch Karl | Dispositif d'amenee de feuilles pour cisailles |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US4445409A (en) | Device for cutting paper, cardboard, and similar materials | |
US4040318A (en) | Transfer machine for cutting rolled sheet metal | |
US4613268A (en) | Process and apparatus for the automatic supply of a machine for processing products in the form of sheets | |
DK2493765T3 (en) | A method and apparatus for kartondispenser | |
US3948402A (en) | Bag opening and emptying | |
US4759168A (en) | Medium-speed power-feed bread slicer | |
US5503388A (en) | Buffered stacker | |
EP3556669B1 (en) | Apparatus for emptying bags | |
US3789456A (en) | Rib cutting apparatus | |
CA2495950A1 (en) | Reload system for slicing machine | |
US4321847A (en) | Continuous cold cut slicing machine | |
JPH033796A (ja) | 加工食品スライスシステム | |
EP0947428A1 (en) | Unpacking device | |
EP0070792B1 (en) | Integral paper collection and transfer assembly | |
BE859750A (nl) | Plaatsnijinrichting | |
EP3168055B1 (en) | Method and apparatus for processing envelopes containing contents | |
EP2060358A1 (en) | Laser cutting machine for metal sheets | |
US4299149A (en) | Apparatus for removing and stacking of sheet metal strips cut by a plate shear | |
US4787325A (en) | Cloth ply folding and sewing apparatus and method | |
US4550670A (en) | Material handling system | |
US3025057A (en) | Continuous layboy | |
US4474094A (en) | Apparatus for outfeeding and stacking of sheet metal sections or cuttings or the like | |
US7121066B2 (en) | Installation for slicing and packaging bread | |
US4030619A (en) | Apparatus and method for stacking rolls of pressure sensitive tape | |
GB1576676A (en) | Apparatus for handling flat articles |