"Fietsdrager" Deze uitvinding heeft betrekking op een fietsdrager,
<EMI ID=1.1>
<EMI ID=2.1>
dak of de koffer van een voertuig, in het algemeen een per- sonenvoertuig.
Deze uitvinding heeft betrekking op zulke fietsdrager die, ten opzichte van de bekende fietsdrager, verschillende voordelen vertoont waaronder als voornaamste :
- zeer eenvoudige en lichte uitvoering;
- eenvoudig aan te brengen, respektievelijk te verwijderen, ten opzichte van de op het betrokken voertuig aangebrachte bagagedrager;
- eenvoudige aanpassing van de fietsdrager aan de lengte van de fiets;
- eenvoudige en stevige bevestiging van de fiets met de fietsdrager;
- geen bijkomende bevestigingsmiddelen voor het bevestigen van de fiets;
- instelbaarheid voor alle soorten fietsen en dit vanaf kinderfietsen tot fietsen voor volwassenen;
- de fiets kan bevestigd worden zonder demontage van bepaalde delen van de fiets.
De fietsdrager die de voornoemde en andere voordelen
<EMI ID=3.1>
die voorzien is van kleminrichtingen voor het bevestigen ervan op een bagagedrager en die aan één uiteinde voorzien is van een bevestigingsinrichting voor het fietszadel en aan het ander uiteinde van een bevestigingsinrichting voor het fietsstuur, met het kenmerk dat de bevestigingsinrichting voor het stuur gevormd wordt door twee haken die voorzien zijn op de uiteinden van twee konvergerende stangen die aan hun tweede uiteinde verbonden zijn met een ten opzichte van de voornoemde ligger verschuifbaar stuk waarbij dit laatste door tussenkomst van een bout en een excentriek verbonden is met een geprofileerde,
op de voornoemde ligger bevestigde steunplaat voor onder andere de voornoemde konvergerende stangen en waarbij deze steunplaat voorzien is van aanslagen voor het fietsstuur één en ander zodanig dat er door verdraaien van de voornoemde excentriek een relatieve verplaatsing wordt verkregen van de voornoemde haken ten opzichte van de voornoemde aanslagen waardoor het fietsstuur tussen deze haken en aanslagen wordt gegrepen en vastgehouden.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter
<EMI ID=4.1>
karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven
met verwijzing naar de bijgaande tekeningen waarin :
figuur 1 een perspektief zicht weergeeft van een fietsdrager volgens de uitvinding die bevestigd is op een op het dak van een personenvoertuig aangebrachte bagagedrager; figuur 2 een zijaanzicht weergeeft van de fietsdrager volgens de uitvinding; figuur 3 een bovenaanzicht weergeeft van figuur 2; figuur 4 op groter schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 3 door F4 is aangeduid; figuren 5, 6, 7, 8 en 9 respektievelijk doorsneden zijn volgens de lijnen V-V, VI-VI, VII-VII, VIII-VIII en IX-IX in figuur 4; figuur 10 een doorsnede is gelijkaardig aan deze van figuur 6, doch voor een uitvoeringsvariante; figuur 11 een zicht is gelijkaardig aan dit van figuur 3, doch voor een tweede stand.
De fietsdrager volgens de uitvinding bestaat uit
een ligger 1 die voorzien is van klemmen, respektievelijk
<EMI ID=5.1> bagagedrager, bijvoorbeeld op de dwarslatten, respektieve-
<EMI ID=6.1>
fiets kan aangebracht en bevestigd worden en tenslotte uit
<EMI ID=7.1>
fietsdrager volgens de uitvinding, respektievelijk los te maken van deze fietsdrager.
De voornoemde ligger 1 wordt gevormd door een U-profiel waarvan de vrije randen, respektievelijk 9 en 10, naar elkaar toe zijn omgezet. In de bodem van de ligger 1 zijn instelgaten voorzien die in dit geval gevormd worden door bijvoorbeeld vijf gleuven, respektievelijk 11-12-13-14 en 15.
<EMI ID=8.1>
onder de kop van deze bouten, voorzien is van een vierkantig gedeelte dat samenwerkt met de opening waardoorheen deze bouten zijn aangebracht ten einde verdraaien ervan te verhinderen. De paren bouten 16-17 en 18-19 zijn verder met elkaar verbonden door plaatjes, respektievelijk 20 en 21, één en ander zodanig dat, door tussenkomst van moeren, respektievelijk 22-23 en 24-25,de fietsdrager kan bevestigd worden met
de dwarsliggers van een bagagedrager.
De bouten 16-17 passeren doorheen de voornoemde gleuf
11 waarbij de bout 17 langer is uitgevoerd en eveneens passeert doorheen een deel van de kleminrichting 6 zoals hierna zal
<EMI ID=9.1>
<EMI ID=10.1>
en die, na het bevestigen van de fietsdrager met de bagage-
<EMI ID=11.1>
middel van de bout 17, waarbij deze plaat 26 twee divergerende
<EMI ID=12.1>
onder andere blijkt uit figuur 7, plaatselijk zijn dichtge- plooid ten einde doorgang te vormen terwijl achteraan in deze geprofileerde plaat een doorgang 31 is voorzien voor de voor- noemde bout 17.
In de doorgangen die gevormd worden door de armen
29 en 30 van de geprofileerde plaat 26, zijn twee stangen aangebracht, respektievelijk 32 en 33,waarbij de buiten áe
<EMI ID=13.1>
en waarbij deze haken bij voorkeur voorzien zijn van een bescherming, respektievelijk 36 en 37, in een soepel materiaal zoals bijvoorbeeld rubber, kunststof of dergelijke ten einde de beschadiging van het fietsstuur te vermijden. De stangen
<EMI ID=14.1>
speciaal figuur 6, en hierover kan verschoven worden.
In het profiel 38 is een doorgang 39 voorzien waardoorheen een bout 40 steekt die, in de ligger 1, respektievelijk onder de randen 9 en 10, in dit geval vastgelast is op
<EMI ID=15.1>
bout 40 is verder een cirkelvormig plaatje 42 voorzien dat als het ware de opening 43 afdekt die voorzien is in de plaat
26 ten einde het verschuiven van het profiel 38 mogelijk te maken, waarbij dit plaatje 42 excentrisch is aangebracht op
<EMI ID=16.1>
voorzien die het geheel kan aandrukken.
Het voornoemd plaatje 42 is op een bepaalde plaats voorzien van een handgreep 45 en is eveneens voorzien van een uitsteeksel 46 waarbij dit uitsteeksel kan samenwerken
<EMI ID=17.1>
<EMI ID=18.1>
In figuur 10 is een variante weergegeven van figuur 6 waarbij de bout 40 voorzien is van een moer 49 die zodanig is
<EMI ID=19.1>
is inderdaad mogelijk zulke konstruktie te voorzien zonder
<EMI ID=20.1>
haar zogenaamd dood punt wordt gebracht zodat zij, zonder hulp, niet kan loskomen.
Op de divergerende armen 29 en 30 van de plaat 26 zijn tenslotte aanslagen voorzien, respektievelijk 50-51, die ieder bestaan uit een uitsteeksel 52 met daarin een gat voor een bout 53 waarbij deze bout in om het even welke stand ten opzichte van de betrokken haak 34-35 kan bevestigd worden door middel van moeren 54-55, terwijl de naar de betrokken
<EMI ID=21.1>
<EMI ID=22.1>
drager zoals hiervoor beschreven wordt tenslotte gevormd door
<EMI ID=23.1>
vormen van de staafjes, respektievelijk 59 en 60,waarbij
deze staafjes in dit geval ieder bevestigd zijn op een plaatje,
<EMI ID=24.1>
van elkaar die afhankelijk is van de breedte van het zadel van de fiets die met zulke fietsdrager moeten samenwerken.
De fietsdrager volgens de uitvinding zal, door middel van de inrichtingen 2 en 3,stevig bevestigd worden met de betrokken langsliggers, in dit geval 4 en 5, van een bagage-
<EMI ID=25.1>
<EMI ID=26.1>
als in de breedte ingesteld worden,waarbij de breedte zal bepaald worden in verhouding van de breedte van het zadel van de fiets terwijl de afstand tussen de haken 57-58 en
<EMI ID=27.1>
van de fiets, één en ander zodanig dat, met uitgeduwde
<EMI ID=28.1>
<EMI ID=29.1>
aanslagen 50 en 51 zal geplaatst worden.
Vervolgens volstaat het, door middel van de hand- greep 45, de excentriek 42, eventueel na lossen van de vleugelmoer 44, te verdraaien vanuit de stand zoals weerge- geven in figuur 8, tot in de stand zoals weergegeven in figuur 3, waardoor het stuur van de fiets stevig gegrepen
<EMI ID=30.1>
Men verkrijgt op deze wijze dat, na een nauwkeurige regeling
van de f ietsdrager, ten opzichte van de lengte van de fiets, deze laatste stevig en zeer doeltreffend wordt vastgegrepen
en vastgehouden.
<EMI ID=31.1>
aanligt tegen de aanslag 48 waarbij een stand is bereikt waarin de excentriek over zijn zogenaamd dood punt heen is zodat, zelfs met een uitvoering zoals weergegeven in figuur 10, een doeltreffende bevestiging van de fiets wordt verkregen.
This invention relates to a bicycle carrier,
<EMI ID = 1.1>
<EMI ID = 2.1>
roof or trunk of a vehicle, generally a passenger vehicle.
This invention relates to such a bicycle carrier which, compared to the known bicycle carrier, has several advantages, including the main ones:
- very simple and light version;
- easy to fit or remove, respectively, in relation to the luggage carrier mounted on the vehicle concerned;
- easy adaptation of the bicycle carrier to the length of the bicycle;
- simple and secure attachment of the bicycle with the bicycle carrier;
- no additional fasteners for attaching the bicycle;
- adjustability for all types of bicycles, from children's bicycles to bicycles for adults;
- the bicycle can be attached without dismantling certain parts of the bicycle.
The bicycle carrier offering the aforementioned and other benefits
<EMI ID = 3.1>
which is provided with clamping devices for fixing it to a luggage carrier and which is provided at one end with a fixing device for the bicycle saddle and at the other end with a fixing device for the bicycle handlebar, characterized in that the fixing device for the handlebar is formed by two hooks provided on the ends of two converging rods connected at their second end by a piece slidable with respect to the aforementioned beam, the latter being connected by means of a bolt and an eccentric to a profiled,
Support plate fixed on the aforementioned beam for, among other things, the aforementioned converging rods and wherein this support plate is provided with stops for the bicycle handlebars, this such that a relative displacement of the aforementioned hooks with respect to the aforementioned stops as a result of which the bicycle handlebar is caught and held between these hooks and stops.
With the insight the characteristics of the invention better
<EMI ID = 4.1>
character, a preferred embodiment
with reference to the accompanying drawings in which:
figure 1 represents a perspective view of a bicycle carrier according to the invention which is mounted on a luggage carrier mounted on the roof of a passenger vehicle; figure 2 represents a side view of the bicycle carrier according to the invention; figure 3 represents a top view of figure 2; figure 4 represents the part indicated by F4 in figure 3 to a larger scale; Figures 5, 6, 7, 8 and 9 are respectively sections according to lines V-V, VI-VI, VII-VII, VIII-VIII and IX-IX in Figure 4; figure 10 is a cross-section similar to that of figure 6, but for an embodiment variant; figure 11 is a view similar to that of figure 3, but for a second position.
The bicycle carrier according to the invention consists of
a beam 1 provided with clamps, respectively
<EMI ID = 5.1> luggage carrier, e.g. on the cross bars, resp.
<EMI ID = 6.1>
bike can be attached and attached and finally off
<EMI ID = 7.1>
bicycle carrier according to the invention, respectively detachable from this bicycle carrier.
The aforementioned beam 1 is formed by a U-profile whose free edges, 9 and 10, respectively, are bent towards each other. Adjustment holes are provided in the bottom of the beam 1, which in this case are formed by, for example, five slots, 11-12-13-14 and 15, respectively.
<EMI ID = 8.1>
under the head of these bolts, is provided with a square portion which cooperates with the opening through which these bolts are arranged in order to prevent them from turning. The pairs of bolts 16-17 and 18-19 are further connected to each other by plates, 20 and 21, respectively, all this such that, by means of nuts, respectively 22-23 and 24-25, the bicycle carrier can be attached with
the sleepers of a luggage carrier.
The bolts 16-17 pass through the aforementioned slot
11 wherein the bolt 17 is made longer and also passes through a part of the clamping device 6 as will be hereinafter
<EMI ID = 9.1>
<EMI ID = 10.1>
and which, after securing the bicycle carrier with the luggage
<EMI ID = 11.1>
means of the bolt 17, this plate 26 two diverging
<EMI ID = 12.1>
it can be seen, inter alia, from figure 7, that they are locally folded in order to form a passage, while at the back of this profiled plate a passage 31 is provided for the aforementioned bolt 17.
In the passageways formed by the poor
29 and 30 of the profiled plate 26, two rods are arranged, 32 and 33 respectively, the outer
<EMI ID = 13.1>
and wherein these hooks are preferably provided with a protection, respectively 36 and 37, of a flexible material such as for instance rubber, plastic or the like in order to avoid damage to the bicycle handlebar. The rods
<EMI ID = 14.1>
special figure 6, and this can be moved.
In the profile 38 a passage 39 is provided, through which a bolt 40 extends which, in the beam 1 and under the edges 9 and 10, respectively, in this case is welded to
<EMI ID = 15.1>
bolt 40 furthermore, a circular plate 42 is provided which, as it were, covers the opening 43 provided in the plate
26 in order to allow sliding of the profile 38, this plate 42 being mounted eccentrically on
<EMI ID = 16.1>
provided that can press the whole.
The aforementioned plate 42 is provided with a handle 45 at a certain location and is also provided with a protrusion 46 whereby this protrusion can cooperate.
<EMI ID = 17.1>
<EMI ID = 18.1>
Figure 10 shows a variant of figure 6 in which the bolt 40 is provided with a nut 49, which is such
<EMI ID = 19.1>
is indeed possible to envisage such a construction without it
<EMI ID = 20.1>
her so-called dead point is brought so that she cannot get loose without help.
Finally, on the diverging arms 29 and 30 of the plate 26 stops are provided, 50-51, respectively, each of which consists of a protrusion 52 with a hole therein for a bolt 53, this bolt being in any position relative to the relevant position. hook 34-35 can be fixed by means of nuts 54-55, while facing the concerned
<EMI ID = 21.1>
<EMI ID = 22.1>
support as described above is finally formed by
<EMI ID = 23.1>
forming the rods 59 and 60, respectively, wherein
in this case these rods are each attached to a plate,
<EMI ID = 24.1>
of each other depending on the width of the saddle of the bicycle that must cooperate with such bicycle carrier.
The bicycle carrier according to the invention will, by means of the devices 2 and 3, be firmly attached to the relevant side members, in this case 4 and 5, of a luggage compartment.
<EMI ID = 25.1>
<EMI ID = 26.1>
as in width, where the width will be determined in relation to the width of the saddle of the bicycle while the distance between hooks 57-58 and
<EMI ID = 27.1>
of the bicycle, in such a way that, with pushed out
<EMI ID = 28.1>
<EMI ID = 29.1>
stops 50 and 51 will be placed.
Subsequently, it suffices, by means of the handle 45, to turn the eccentric 42, possibly after loosening the wing nut 44, from the position as shown in figure 8 to the position as shown in figure 3, whereby the handlebars of the bicycle firmly gripped
<EMI ID = 30.1>
In this way it is obtained after a precise adjustment
of the carrier, relative to the length of the bicycle, the latter is gripped firmly and very effectively
and detained.
<EMI ID = 31.1>
abuts against the stop 48 whereby a position has been reached in which the eccentric has passed its so-called dead point so that, even with an embodiment as shown in figure 10, an effective attachment of the bicycle is obtained.