BE836444A - Verbindingsstukken voor meubblonderdelen en dergelijke - Google Patents

Description

   <EMI ID=1.1> 

  
De uitvinding betreft verbindingsstukken voor meubelonderdelen inzonderheid, doch niet exclusief, voor het haaks op elkaar verbinden van dergelijke onderdelen. Deze onderdelen kunnen, bij voorbeeld, bestaan uit een tafelblad en de daarbijhorende poten, een tafelblad zelf bestaande uit langse en dwarse elementen of behoren tot een rugleuning of een zitsel.

  
 <EMI ID=2.1> 

  
verbindingsstukken die een uitzonderlijk stevige verbinding mo- <EMI ID=3.1> 

  
van onderdelen of bijzonder gereedschap en verder.zonder dat de stukken die aan elkaar dienen verbonden te worden gelijmd noch gelast worden.

  
 <EMI ID=4.1> 

  
dat daartóe hol is uitgevoerd, minstens een langwerpige opening waarin het andere verbindingsstuk past, opening waarvan de grootste zijde kleiner is dan de overeenstemmende afmeting van de dwarsdoorsnede van het verbindingsstuk dat in hogerbedoelde opening dient gestoken te worden en is de kleine zijde nagenoeg gelijk aan de dikte van het andere verbindingsstuk, waarbij minstens een overlangse sleuf in de kop van dit laatste verbindingsstuk is voorzien derwijze dat het gedeelte van deze kop dat zich

  
 <EMI ID=5.1> 

  
binnen toe kan plooien wanneer laatstgenoemd verbindingsstuk met zijn kop in hogerbedoelde opening wordt gedrukt en worden laterale insnijdingen volgens een vlak dat loodrecht staat op de hartlijn van bedoeld verbindingsstuk voorzien, een en ander zodanig dat de randen van de kleine zijden van hogerbedoelde langwerpige openingen in deze insnijdingen past.

  
In een bij voorkeur toegepaste verwezenlijkingsvorm van de uitvinding loopt hogerbedoelde kop, langs weerskanten van hogerbedoelde sleuf, schuin naar binnen toe.

  
Andere details en bijzonderheden zullen blijken uit de hiernavolgende beschrijving van verbindingsstukken voor meubelonderdelen volgens de uitvinding. Deze beschrijving wordt enkel als voorbeeld gegeven en beperkt de uitvinding niet. De verwijzingscijfers hebben betrekking op de hieraantoegevoegde.figuren.

  
Figuur 1 is een perspectivische voorstelling van de verbindingsstukken volgens de uitvinding getekend in de stand waarin de stukken nog niet in elkaar zijn gedrukt.  <EMI ID=6.1> 

  
van de uitvinding, in vooraanzicht gezien.

  
De verbindingsstukken volgens de uitvinding kunnen aanleiding geven tot een zeer groot aantal combinaties ; zo kun-

  
 <EMI ID=7.1> 

  
de uitvinding,de rugleuning en het zitsel van tuinstoelen, of het tafelblad van een tuintafel,samengesteld worden. Buiten deze voorwerpen is de uitvinding nog van toepassing op de vervaar-

  
 <EMI ID=8.1> 

  
De verbindingsstukken zullen in de hiernavolgende beschrijving beschouwd worden als haaks op elkaar staande elementen.

  
In figuur 1 verwijst referentie 1 naar een der verbindingsstukken waarin langwerpige openingen 2 zijn voorzien. De grootste afmeting van deze opening wordt met de letter (a),

  
de kleinste met de letter (b) aangegeven.

  
Aangezien het stuk 1 hol is hebben de grote en de kleine zijden van de langwerpige opening een bepaalde dikte waarop verder nog zal gewezen gorden.

  
In elke opening 2 van de als vrouwelijke elementen

  
 <EMI ID=9.1> 

  
keerd als mannelijk element te beschouwen, verbindingsstuk 3 gedrukt.

  
 <EMI ID=10.1> 

  
is iets groter dan de afmeting (a) van iedere opening 2. Daarentegen is de dikte van het verbindingsstuk 3 nagenoeg gelijk aan de afmeting (b) van elke opening 2.

  
De kop, of het vrije uiteinde, van elk verbindingsstuk 3 vertoont minstens een sleuf 4 (fig.3) of twee sleuven 4
(fig.2) die zich evenwijdig uitstrekken met de langsas van het stuk maar loodrecht verlopen t.o.v. het vlak dat evenwijdig is  <EMI ID=11.1> 

  
Aangezien, bij voorkeur. het verbindingsstuk 3 hol

  
 <EMI ID=12.1> 

  
kaars verlengde voorkomende uitsnijdingen die werden voorzien om de kop van het stuk 3 voldoende veerkracht te geven in het vlak dat evenwijdig is met de grootste afmeting van de dwarsdoorsnede van het stuk 3.

  
Volgens figuren 1 en 2 worden twee sleuven 4 voorzien, terwijl in figuur 3 slechts één sleuf te zien is.

  
Om de kop van het stuk 3 zonder moeite in de opening 2 van het stuk 1 te drukken, werd hieraan een wigvormige' vorm gegeven, tenminste wat de aan de buitenkant t.o.v. de sleuven 4 voorkomende delen betreft. Door het naar binnen toe schuin verlopen van deze delen en dank zij de.aanwezigheid van bedoelde sleuven 4, buigen de buitenkanten van de kop van het stuk 3 naar binnen toe. Bij het verder in de openingen 2 indrukken van de kop van het stuk 3 springen, dank zij de veerkracht

  
 <EMI ID=13.1> 

  
de openingen 2 in de laterale insnijdingen 6 die in de kleine zijden van het verbindingsstuk 3 worden uitgespaard.

  
 <EMI ID=14.1> 

  
zelfde als de dikte van de kleine zijden van de openingen 2. Hierdoor zetten zich deze randen stevig vast in de insnijdingen 6 die langs weerskanten van de verbindingsstukken 3 voorkomen.

  
Wanneer de koppen van de stukken 3 zover in de openingen 2 van de stukken 1 zitten; ontstaat een onwrikbare verbinding tussen de stukken 1 en 2.

  
De goede verbinding tussen deze stukken is het gevolg zowel van een optimale keuze van d&#65533; verhoudingen tussen de breedte en de lengte van de openingen 2, enerzijds, als van de  <EMI ID=15.1> 

  
derzijds. 

  
De stof waaruit de stukken bestaan moet voldoende weerstand bieden om nuttig bij de vervaardiging van meubelen te kunnen worden toegepast en toch voldoende elastisch zijn opdat de kop van elk verbindingsstuk 3 zich in elke opening 2 van het andere verbindingsstuk zou kunnen vastzetten.

  
Verschillende synthetische stoffen beantwoorden

  
aan deze eisen.

  
Het is du idelijk dat de uitvinding niet beperkt is tot de hierboven beschreven uitvoeringsvorm en dat vele veranderingen hieraan zouden kunnen aangebracht worden zonder buiten het raam van de octrooiaanvrage te treden. Zo is het duidelijk dat de vorm van de openingen twee verschillend kan zijn van deze die in de figuren is afgebeeld. Ook het uitzicht en de cc niciteit van de elementen die de kop van het stuk 3 bepalen kunnen totaal verschillend zijn.

Claims (1)

1. Conclusies <EMI ID=16.1>

   bindingsstukken, dat daartoe hol is uitgevoerd, minstens een langwerpige opening vertoont waarin het andere verbindingsstuk past, opening waarvan de grootste zijde kleiner is dan de over-

   <EMI ID=17.1>

   stuk dat in hogerbedoelde opening dient gestoken te worden en de kleine zijde nagenoeg gelijk is aan de dikte van het andere verbindingsstuk, waarbij minstens een overlangse sleuf in de kop van dit laatste verbindingsstuk is voorzien derwijze dat het gedeelte van deze kop dat zich aan de buitenkant ervan. t.o.v. deze sleuf, bevindt lichtjes naar binnen toe kan plooien wanneer laatstgenoemd verbindingsstuk met zijn kop in hogerbedoelde ope-

   <EMI ID=18.1>

   laterale insnijdingen volgens een vlak dat loodrecht staat op

   de hartlijn van bedoeld verbindingsstuk worden voorzien, een en ander zodanig dat de randen van de kleine zijden van hogerbedoelde langwerpige openingen in deze insnijdingen passen.

   <EMI ID=19.1>

   h e t kenmerk dat hogerbedoelde kop, langs weerskanten van hogerbedoelde sleuf, schuin naar binnen toe loopt.

   <EMI ID=20.1>

   stuk, waarvan de kop in een langwerpige opening van het andere verbindingsstuk wordt gestoken, hol is .

   <EMI ID=21.1>

   <EMI ID=22.1>

   tige synthetische stof bestaat.

   5. Meubel, meubelonderdeel, ladder en dgl. samengesteld uit verbindingsstukken volgens de vorige conclusies.