BE834424A

BE834424A - Werkwijze en inrichting voor het verzamelen van op een vloeistofoppervlak drijvende lichte stof

Info

Publication number: BE834424A
Application number: BE1006952A
Authority: BE
Priority date: 1975-08-28
Filing date: 1975-10-13
Publication date: 1976-02-02
Also published as: NL7510152A

Description


   <EMI ID=1.1> 

VAN OP EEN VLOEISTOFOPPERVLAK DRIJVENDE

LICHTE STOF 

  
Ce uitvinding betreft een werkwijze voor het verzamelen van ten minste één, op een vloeistof drijvende lichte stof, zoals op water drijvende olie, welke lichte stof tot in

  
 <EMI ID=2.1> 

  
neden gerichte wanden tot onder het vloeistofoppervlak reikt, wordt gevoerd, waarbij ten minste aan de buitenzijde van de onder het vloeistofoppervlak reikende warid middels een van boven af op het vloeistofoppervlak gerichte vloeistofstraal vanaf het vloeistofoppervlak ten minste één daalstroom wordt gecreëerd, waarmee de lichte stof met vloeistof onder een onder het vloeistofoppervlak gelegen rand van de wand tot binnen het verzamelreservoir wordt gevoerd, waarna de lichte stof tot het vloeistofoppervlak in het reservoir stijgt en

  
 <EMI ID=3.1> 

  
afvoer nabi j de onderzijde van het verzamelreservoir wordt afgevoerd. 

  
Een dergelijke werkwijze is bekend. Daarbij wordt de lichte stof vanwege een door de daalstroom veroorzaakte kolk tegen de dichtbij gelegen vlakke wand gestuwd. De lichte stof kleeft dan aan deze wand en belemmert de toestroming van lichte stof naar de daalstroom.

  
De uitvinding heeft ten doel de werking van de vloeistofstraal in dit opzicht te verbeteren. Daartoe wordt volgens de uitvinding de daalstroom aan het vloeistofoppervlak op een een kolk in hoofdzaak vrij van de wand houdende afstand van de wand gehouden. Hierdoor wordt de lichte stof in mindere mate tegen de wand gestuwd. 

  
De uitvinding betreft en verschaft tevens een in-

  
 <EMI ID=4.1> 

  
stof drijvende lichte stof, zoals op water drijvende olie, ten minste omvattende een verzamelreservoir voor de te ver-

  
 <EMI ID=5.1> 

  
het vloeistofoppervlak af gerichte daalstroom, waarmee de lichte stof onder een onder het vloeistofoppervlak gelegen rand van de wand tot in het verzamelreservoir wordt gevoerd, die het kenmerk heeft, dat het straalmondstuk op een een kolk in hoofdzaak vrij van de wand houdende afstand van de wand op het vloeistofoppervlak is gericht.

  
De genoemde en andere kenmerken van de uitvinding zullen in de hierna volgende beschrijving aan de hand van een tekening worden verduidelijkt.

  
In de tekening stellen schematisch voor:
figuur 1 een vertikale doorsnede door een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding, figuur 2 een vooraanzicht volgens pijlen II van figuur 1, figuur 3 een gedeeltelijk bovenaanzicht van de voorzijde van de inrichting van figuur 1, figuur 4 op grotere schaal een doorsnede over de lijn IV-IV van figuur 3, figuur 5 een doorsnede over de lijn V-V van figuur 4, figuur 6 een variant van figuur 3, en figuur 7 een perspektivisch aanzicht van de voorzijde van een andere voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding tijdens het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding.

  
Zoals geschetst in de figuren drijft verontreinigende lichte stof 2 op een vloeistofoppervlak 1. In de vloeistof 3 gestoken wanden 4 van een verzamelreservoir 5 scheiden de verzamelruimte 6 van buitenruimte 7.

  
De verontreinigende stof 2 kan schuim, plantenresten,  <EMI ID=6.1> 

  
Op verscheidene plaatsen wordt een daalstroom 8 gecreëerd door op het vloeistofoppervlak 1 en de zich daarop

  
 <EMI ID=7.1> 

  
richting en met voldoende energie om te waarborgen, dat afhankelijk van hun viscositeit en hun soortelijk gewicht

  
 <EMI ID=8.1> 

  
reinigingen 2 ten minste in hoofdzaak onder en voorbij een rand 90 van een vertikale wand 4 tot in het verzamelreservoir

  
 <EMI ID=9.1> 

  
vermogen in een stijgstroom 10 geraakt en de verzamelruimte 6 in stroomt.

  
Elk straalmondstuk 91 wordt via een leiding 15 gevoed door een pomp 21 die via een lange zuigleiding 22 water 3 opzuigt.

  
De meegevoerde vloeistof 3 alsmede de door de verontreinigende stof 2 verdrongen vloeistof uit de verzamelruimte 6 kan via de open bodem 92 van het verzamelreservoir 5 ontwijken.

  
De bij het inspuiten van de vloeistofstraal 9 uit de atmosfeer meegevoerde lucht stijgt eveneens met de lichte stof 2 tot in de verzamelruimte 6 en ontwijkt aan de open bovenzijde 93.

  
Ten einde te voorkomen, dat de vloeistofstraal 9 uiteenwaaiert, steekt een staaf 80 coaxiaal in het straalmondstuk 91 en strekt zich van daar af tot op ongeveer het niveau 11 van de rand 90 uit, zodat de vloeistof als een de staaf 80 omhullende-straal 9 de afstand tussen het straalmondstuk 91 en het niveau 11 aflegt. Dankzij de aanwezigheid van de staaf 80 die de vloeistofstraal 9 inwendig geleidt, is de omtrek van de vloeistofstraal 9 vergroot, waardoor de straal effektiever is.

  
De staaf 80 kan rond of vierkant zijn, doch heeft bij voorkeur het profiel van figuur 5, waarbij langsribben 82 kanalen 83 voor vloeistof tussen zich in vormen.

  
Tijdens het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding wordt bij de inrichting van de figuren 1-5 elke van een rij van daalstromen 8 aan het vloeistofoppervlak 1 op een afstand a van de wand 4 gehouden, doordat elke daalstroom 8 gedeeltelijk wordt omhuld middels een gedeeltelijk

  
 <EMI ID=10.1> 

  
In de variant van figuur 6 is de daalstroom 8 over een geringer deel van de omtrek omhuld.

  
Bij de variant van figuur 7 is het zich op het vloeistofoppervlak 1 bevindende wanddeel 13 van de wand 4 niet gebogen, doch de rand 90 van de wand 4 steekt over een afstand b ten opzichte van het wanddeel 13 naar buiten, waardoor het wanddeel 13 aan het vloeistofoppervlak 1 op een afstand a van de vloeistofstraal 9 af kan blijven.

  
Elke door een daalstroom 8 opgewekte kolk 14

  
 <EMI ID=11.1> 

  
vrij van de wand 4, zodat de toevoer van lichte stoffen naar <EMI ID=12.1> 

  
Elk straalmondstuk 91 is neerwaarts hellend.in de richting naar de rand 90 van de wand 4 toe gericht.

Claims

<EMI ID=13.1>

1. Werkwijze voor het verzamelen van ten minste één, op een vloeistof drijvende lichte stof, zoals op water drijvende olie, welke lichte stof tot in een verzamelreservoir, <EMI ID=14.1>

tot onder het vloeistofoppervlak reikt, wordt gevoerd, waarbij ten minste aan de buitenzijde van de onder het vloeistofoppervlak reikende wand middels een van boven af op het vloeistofoppervlak gerichte vloeistofstraal vanaf het vloei-

<EMI ID=15.1>

mee de lichte stof met vloeistof onder een onder het vloeistofoppervlak gelegen rand van de wand tot binnen het verzamelreservoir wordt gevoerd, waarna de lichte stof tot het vloeistofoppervlak in het reservoir stijgt en daar wordt ver-

<EMI ID=16.1>

de onderzijde van het verzamelreservoir wordt afgevoerd,

met het kenmerk, dat de daalstroom aan het vloeistofoppervlak op een een kolk in hoofdzaak vrij van de wand houdende afstand van de wand wordt gehouden.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk,

<EMI ID=17.1>

deeltelijk daarom gebogen wanddeel van de wand van het verzamelreservoir.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het' kenmerk, dat de daalstrocm tot in het verzamelreservoir onder een rand wordt doorgevoerd die ten opzichte van het op het vloeistofniveau staande deel van de wand naar voren reikt.

4. Inrichting voor het verzamelen van ten minste

<EMI ID=18.1>

de naar beneden gerichte wanden tot in de vloeistof reikt,

en een straalmondstuk voor het opwekken van ten minste één <EMI ID=19.1>

ten minste vanaf het vloeistofoppervlak af gerichte daalstroom, waarmee de lichte stof onder een onder het vloeistofoppervlak gelegen rand van de wand tot in het verzamelreservoir wordt gevoerd, met het kenmerk,dat het straalmondstuk op een een kolk in hoofdzaak vrij van de wand houdende afstand van de wand op het vloeistofoppervlak is gericht.

5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de buitenzijde van de wand,de daalstroom gedeeltelijk omhullend,gebogen is.

6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het straalmondstuk neerwaarts hellend in de richting naar.de wand toe is gericht en de wand in hoofdzaak vertikaal staat.

7. Inrichting volgens een van de conclusies 4-6, met het kenmerk, dat elke van een rij van daalstromen gedeeltelijk wordt omhuld middels gedeeltelijk daaromheen gebogen, op elkaar aansluitende wanddelen van een wand van het verzamelreservoir.

8. Inrichting volgens conclusie 4,' met het kenmerk, dat de rand van de wand ten opzichte van het op het vloeistofniveau staande deel van de wand naar buiten steekt.

9. Inrichting volgens een van de conclusies 4-8, gekenmerkt door ten minste één staaf die de vloeistofstraal

<EMI ID=20.1>

10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de staaf de daalstroom geleidt vanaf het niveau van de lichte stof tot ongeveer het niveau van de rand van de wand.