BE832020A - Tijdindelings-multiplexwerkwijze. - Google Patents

Description

  "Tijdindelings-multiplexwerkwijze" De uitvinding heeft betrekking tot een tijdindelings-multiplexwerkwijze in een elektronisch trunkverbonden

  
 <EMI ID=1.1> 

  
Het doel van de uitvinding is een werkwijze voor

  
te stellen om op doeltreffende wijze de logische bewerkingen van een dergelijk stelsel voor het behandelen van oproepen

  
te bewaken en te bedienen.

  
Het gezegde stelsel omvat lokale schakels, trunkschakels, een logische stroomkring voor elk der gezegde schakels en een railstruktuur die de gezegde logische stroomkringen onderling verbindt. De werkwijze volgens de uitvinding bestaat in het toewijzen van een tijdsinterval aan elk van de lokale schakels waarbij de totale som van deze tijdsintervallen een volledige cyclus vormt, en in het toewijzen van een factor

  
van gezegde tijdsinterval aan elke trunklijn, zodat wanneer

  
één lokale schakel behandeld wordt, de gegevens van alle trunklijnen gelijktijdig behandeld worden.

  
Deze tijdindelings-multiplexwerkwijze wordt gebruikt in samenwerking met de railstruktuur van het stelsel en gezegde struktuur zal bij voorkeur van het type zijn dat beschreven

  
 <EMI ID=2.1> 

  
Een dergelijke railstruktuur omvat vijf rails, waarvan twee gebruikt worden voor trunklijnen en drie voor lokale lijnen.

  
Bijvoorbeeld :

  
Rail 1 wordt gebruikt voor het aanduiden van de bezette toestand van trunklijnen;

  
rail 2 wordt gebruikt voor het aanduiden van de bezette toestand van lokale lijnen;

  
rail 3 is een cijferrail die gebruikt wordt voor het overdragen van de cijfers van een opgeroepen trunknummer;

  
rail 4 is een cijferrail die gebruikt wordt voor het overdragen van de cijfers van een opgeroepen lokaal nummer;

  
rail 5 wordt gebruikt voor het zenden van de behandelde toestelnummers.

  
Volgens de uitvinding wordt aan elke lokale

  
schakel een specifieke tijdsinterval in de algehele tijdindelingsschikking toegewezen. Aan elke trunklijn wordt eveneens een specifieke tijdsinterval toegewezen. De totale som van alle tijdsintervallen van lokale schakels vormt een volledige stelselcyclus bij het behandelen van trunkoproepen en van lokale oproepen. Wanneer de gegevens die betrekking hebben tot één lokale schakel behandeld worden, worden tegelijkertijd de gegevens voor alle trunklijnen behandeld. Bijgevolg worden in de loop van een volledige cyclus van het stelsel alle lokale schakels behandeld terwijl alle trunklijnen n maal opnieuw behandeld worden.

  
 <EMI ID=3.1> 

  
met de railstruktuur van het stelsel. Wanneer een behandelingsstroomkring informatie noteert op een rail voor een specifieke oproep, gebeurt het noteren gedurende de tijdsinterval van de specif ieke lokale schakel of de specifiede trunklijn die op dat moment voor de oproep gebruikt wordt. Hetzelfde geldt voor het aflezen van informatie van een rail; het aflezen geschiedt

  
 <EMI ID=4.1> 

  
schakel of trunklijn die in gebruik is.

  
Als afbeelding hiervan is een schematische tekening bijgevoegd, die uitleg verschaft aangaande de tijdindeling

  
op voornoemde rail 1 en rail 2.

  
Zoals reeds gemeld, wordt rail 1 gebruikt om de bezette toestand van een trunklijn aan te duiden. De bezette toestand van een trunk lijn kan voorkomen bijvoorbeeld, 1) wanneer er een inkomende oproep (INC) op die trunklijn is, 2) wanneer een toestelstroomkring die trunklijn ingenomen heeft (BY),

  
3) wanneer die trunklijn hoeft overgedragen te worden (TR),

  
4) wanneer de trunklijn in de wachtstand geplaatst wordt (H). "In de tij d" betrekt elke trunklijn een C-tij dsinterval op rail 1. Op rail 1, heeft elke trunktijdsinterval 4 bit's gegevens. Deze zijn van gelijke lengte, en elke gegevensbit vertegenwoordigt één van de vier bezettoestanden van de in gebruikzijnde trunklijn. Wanneer een logische stroomkring een bezette toestand noteert van de trunklijn die hij gebruikt, noteert hij deze bezettoestand op rail 1 gedurende de tijdsinterval van deze trunklijn. Bijvoorbeeld, een toestelstroomkring heeft trunklijn 3 in overdrachttoestand geplaatst,

  
hij noteert gedurende de tijdsinterval van trunklijn 3 deze overdrachttoestand (TR) op rail 1. De logica van het toestel waarop trunklijn wordt overgedragen leest van rail 1 de overdrachttoestand van trunklijn 3 af in de tijdsinterval van trunklijn 3 op rail 1. Ofwel kan de logica van een trunklijn

  
 <EMI ID=5.1> 

  
trunklijn een inkomende oproep is. De logica van de toestellen die inkomende oproepen kunnen ontvangen leest dan af van

  
rail 1 dat die specifieke trunklijn een inkomende oproep heeft en begint te zoemen.

  
Rail 2 wordt gebruikt om de bezette toestand van te duiden van een lokale schakel. De bezette stand van een lokale schakel kan bijvoorbeeld voorkomen, 1) wanneer hij ingenomen is door een inkomende partij (BY), 2) wanneer hij gebruikt wordt voor een gezamelijke oproep (COMF), 3) wanneer de opgeroepen lokale partij vrij is (RT, beltcon), 4) wanneer het zenden van het lokaal opgeroepen nummer moet stilgelegd worden (CF). Elke lokale schakel bezet "in de tijd" een D-tijdsinterval op rail 2. Elke tijdsinterval heeft eveneens

  
 <EMI ID=6.1>  dezelfde als die van een trunklijnbit. Elke gegevensbit vertegenwoordigt één van de vier toestandenvan een lokale schakel. Wanneer een logische stroomkring de bezette toestand van een lokale schakel die hij in gebruik heeft noteert, noteert hij de bezette toestand op rail 2 in de tijdsinterval van die lokale schakel.

  
Rail 3 wordt gebruikt door de stroomkring van het toestel om de cijfers van een opgeroepen trunknummer over te dragen naar een trunkstroomkring op de trunkstroomkring van

  
de ingenomen trunklijn. Gezien elke trunklijn een specifieke tijdsinterval bezit, wordt het cijfer van het opgeroepen trunknummer op rail 3 genoteerd voor overdracht naar de trunkstroomkring gedurende de tijdsinterval van deze trunklijn. De stroomkring van de trunklijn die gebruikt wordt voor de trunkoprcep leest eveneens het opgeroepen nummer van rail 

  
af gedurende de tijdsinterval van deze trunklijn. Hij verwerkt

  
 <EMI ID=7.1> 

  
/een&#65533; verder te leiden naar een hoofdcentrale (MAX) of naar/binnencentrale (PABX).

  
Rail 4 wordt door de toestellenstroomkring gebruikt voor het overdragen van de cijfers van een opgeroepen lokaal nummer naar de stroomkring van de ingenomen lokale schakel. Daar elke lokale schakel over een specifieke tijdsinterval beschikt, wordt het nummer van een opgeroepen lokaal nummer

  
op rail 4 genoteerd voor overdracht naar de lokale stroomkring gedurende de tijdsinterval van de betrokken lokale schakel. Daar elk toestellijnnummer twee cijfers omvat, wordt het

  
eerste cijfer in een register van de lokale stroomkring opgenomen. Nadat de lokale stroomkring de twee cijfers ontvangen heeft van het opgeroepen lokaal nummer, noteert hij deze op

  
een andere rail, rail 5, voor het doorzenden naar de logische

  
 <EMI ID=8.1> 

Claims (1)

1. noteren op rail 5 geschiedt eveneens gedurende de tijdsinterval van de lokale schakel die voor deze lokale oproep gebruikt wordt.

   Bij voorkeur zal het intercomstelsel, buiten de hiervoor beschreven tijdindeling, eveneens voorzien zijn van een ruimtelijke indeling, en zulks hoofdzakelijk om de opbouw en de werking van het stelsel te vereenvoudigen en zijn modulaire constructie te vergemakkelijken.

   Bijgevolg, wordt aan elke oproep zijn individuele kruispuntbaan gegeven voor lokale lijnschakeling en voor trunklijnschakeling. De gezegde schakelaars worden elk beheerst door tijdindelings-multiplexseinen, zoals hierboven beschreven, langs de overeenstemmende lijn- of trunklogica's <EMI ID=9.1>

   lokale en trunkschakel.

   EISEN.

   1.- In een elektronisch trunkverbonden intercomstelsel voorzien van lokale schakels, trunkschakels, een logische stroomkring voor elkeen der voornoemde schakels en

   een railstruktuur voor het onderling verbinden van deze laatsten, een tijdindelings-multiplexwerkwijze die erin bestaat een tijdsinterval toe te wijzen aan elke lokale schakel, waarvan

   de totale som een volledige cyclus vormt, en een factor van gezegde tijdsinterval toe te wijzen aan elke trunklijn, zodat wanneer een lokale schakel verwerkt wordt de gegevens van alle trunklijnen gelijktijdig verwerkt worden.

   2.- Werkwijze volgens eis 1, daardoor gekenmerkt

   dat elke factor van tijdsintervallen op zijn beurt onderverdeeld is in sub-factors, waarvan elk toegewezen is aan een specifieke toestand van de verwerkte lijn.

   3.- Elektronisch trunkverbonden intercomstelsel omvattend een reeks lokale schakels, elk met zijn logische stroomkring, een reeks trunkschakels, elk met zijn logische stroomkring, een railstruktuur die &#65533;ezepde logische stroomkringen onderling verbindt; een synchronisatiestroomkring voor gezegde railstruktuur; een reeks kruispunten om lokale lijnen onderling te verbinden en om lokale schakels met

   <EMI ID=10.1>

   door TDM beheerst worden, doorgezonden over gezegde railstruktuur.

   <EMI ID=11.1>

   zoals voorafgaand beschreven en weergegeven in de bij gaande tekening.