BE823018A - Verbeteringen aan rolluiken. - Google Patents

Description

  "Verbeteringen aan rolluiken"  <EMI ID=1.1>  in de winter een warmte-uitwisseling geschiedt die niet enkel nadelig is voor het budget maar waardoor het tevens in de betrokken woning tocht.

  
Deze uitvinding heeft betrekking op een afdichting ter plaatse van de voornoemde gleuf, teneinde te verkrijgen dat, wanneer het rolluik is opgetrokken,de genoemde gleuf als het ware is afgedicht zodat minder warmte van binnen naar buiten kan enerzijds, en tocht die in de woning komt via de voornoemde gleuf totaal wordt uitgesloten, anderzijds.

  
De afdichting volgens de uitvinding bestaat tot dit

  
 <EMI ID=2.1> 

  
tiegedeelte aan de bovenzijde van het raam of dergelijke, van afdichtingsmiddelen, één en ander zodanig dat de gleuf die bovenaan het raam bestaat en die nodig is voor de doorgang van het rolluik, gedicht wordt wanneer het rolluik zich in de opgetrokken stand bevindt.

  
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven

  
 <EMI ID=3.1>   <EMI ID=4.1>  3, meer speciaal van het gedeelte dat in figuur 3 door F4 is aangeduid;  figuur 5 een zicht is gelijkaardig aan dit van figuur 4, doch voor een tweede uitvoeringsvariante, waarbij dit zicht <EMI ID=5.1>  figuur 6 een zicht is volgens pijl F6 in figuur 5.

  
In figuur 1 is een vertikale doorsnede weergegeven in een gebouw, ter plaatse van een venster dat is uitgerust met een rolluik. In deze figuur is boven het raam 1 een rolluikkast 2 voorzien waarin het rolluik 3 op bekende wijze kan opgerold worden en waarbij dit rolluik passeert doorheen een

  
 <EMI ID=6.1> 

  
en het bodemgedeelte 6 van de rolluikkast.

  
Volgens de uitvinding voorziet men onderaan het rolluik twee over de ganse lengte doorlopende bijvoorbeeld

  
 <EMI ID=7.1> 

  
tingsmateriaal 9 en 10 komen te liggen zodanig dat op zeer eenvoudige wijze de gleuf 4 wordt afgesloten en het ontwijken van warmte of het binnendringen van koude totaal wordt vermeden.

  
De strippen afdichtingsmateriaal 9 en 10 kunnen op

  
de betrokken onderdelen worden bevestigd door lijmen, nagelen, schroeven of dergelijke. 

  
 <EMI ID=8.1> 

  
strippen die bovenaan ter plaatse van de gleuf 4 zijn aangebracht eventueel kunnen voorzien worden samen met de strippen

  
 <EMI ID=9.1> 

  
afdichtingsstrippen 9 en 10 eventueel kunnen bevestigd zijn op een drager, respektievelijk 11-12, waarbij deze drager ver-

  
 <EMI ID=10.1> 

  
teneinde aldus te verkrijgen dat de inrichting regelbaar is

  
 <EMI ID=11.1> 

  
middel van schroefboutjes 13, waarbij teneinde de regeling mogelijk te maken in de drager 11, ter plaatse van ieder schroef-

  
 <EMI ID=12.1> 

  
een uitsparing 15 aangebracht waarin de kop van het boutje

  
13 plaatsneemt.

  
De drager 12 is bevestigd met de lat 8 door middel van eveneens op onderling regelmatige afstanden geplaatste schroefboutjes 16 waarbij in dit geval, in de lat 8 zelf een langwerpige glauf 17 per schroefboutje 16 wordt aangebracht.

  
Het is duidelijk dat bij voorkeur aan de binnenzijde

  
en de buitenzijde van het rolluik een afdichtingsstrip zal voor-

  
 <EMI ID=13.1> 

  
het raam 1, zal het volstaan enkel aan de buitenzijde van het rolluik de voornoemde gleuf &#65533; te dichten waarbij hetzij onder

  
 <EMI ID=14.1> 

Claims (1)

1. / <EMI ID=15.1>

   gebracht.

   Het is duidelijk dat de huidige uitvinding geenszins beperkt is tot de als voorbeeld beschreven en in de bijgaande tekeningen weergegeven uitvoeringsvormen, doch zulke afdichting kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt, zonder buiten het kader der uitvinding te treden.

   EISEN

   l.- Verbeteringen aan rolluiken, met het kenmerk dat

   <EMI ID=16.1>

   raam of dergelijke, van afdichtingsmiddelen, één en ander zodanig dat de gleuf die bovenaan het raam bestaat en die nodig is voor de doorgang van het rolluik, gedicht worde wanneer het rolluik zich in de opgetrokken stand bevindt.

   2.- Verbeteringen aan rolluiken volgens eis 1, met het kenmerk dat aan de onderrand van het rolluik, minstens aan de buitenzijde en bij voorkeur op iedere zijde, een aanslag of lat is voorzien die kan samenwerken met een strip af dichtingsmateriaal die bevestigd is op het naast de voornoemde gleuf gelegen gedeelte van het vast konstruktiegedeelte.

   <EMI ID=17.1>

   het kenmerk dat aan de onderrand van het rolluik minstens aan de buitenzijde en bij voorkeur op iedere zijde een aanslag of lat is voorzien die kan samenwerken met een strip afdichtingsmateriaal, waarop, aan de bovenzijde,een strip afdichtingsmateriaal is bevestigd die kan samenwerken met het betrokken zich naast de voornoemde gleuf-bevindende vast konstruktiegedeelte.

   4.- Verbeteringen aan rolluiken volgens eis 1 of 3, met het kenmerk dat de voornoemde strip bevestigd is op een lat die, volgens de breedte,verplaatsbaar bevestigd is met de betrokken voornoemde aanslag of lat. 5.- Verbeteringen volgens eis 4, met het kenmerk dat in de voornoemde aanslag of lat, op onderling regelmatige afstanden gleuven zijn aangebracht ten einde aldus, door middel van boutjes, een strip afdichtingsmateriaal instelbaar te

   <EMI ID=18.1>

   6.- Verbeteringen volgens eis 4, met het kenmerk dat

   in de voornoemde aanslag of lat, op onderling regelmatige afstanden gaatjes zijn aangebracht, terwijl in de strip en eventueel in de drager ervan op de voornoemde regelmatige afstanden gleuven zijn voorzien ten einde aldus een strip afdichtingsmateriaal instelbaar te bevestigen met deze aanslag of lat.

   7.- Verbeteringen aan rolluiken, hoofdzakelijk zoals voorafgaand beschreven en weergegeven in de bijgaande tekeningen.