BE819233A

BE819233A - Werkwijze en pers voor het vervaardigen van houtvezelplaten

Info

Publication number: BE819233A
Application number: BE147937A
Authority: BE
Priority date: 1974-08-27
Filing date: 1974-08-27
Publication date: 1974-12-16

Description

"Werkwijze en pers voor het vervaardigen van houtvezelplaten, spaanderplaten, triplexplaten, roultiplexplaten

en dergelijke".

voor het op een continue wijze door persen vervaardigen van

de houtvezels of spaanders bij voorbeeld eerst vóorge-

pers tot de gewenste einddichtheid gebracht te worden.

De werkwijze volgens de uitvinding is gekenmerkt door het feit dat het genoemd persen in minstens twee afzonderlijke opeenvolgende fazen uitgevoerd wordt, waarbij in de-eerste faze de druk tot een bepaalde waarde gebracht wordt en vervolgens in de volgende faze de druk tot een hogere waarde opgevoerd wordt..

De uitvinding heeft verder meer bepaald betrekking op

een samenhangende koek om vervolgens, na eventueel op maat gezaagd te worden, in een verwarmde hoofdpers tot de gewenste einddicht- heid gebracht te worden.

De uitvinding streeft ernaar, in deze meer bepaalde werkwijze, het vóórpersen te verbeteren.

vezelkoek uitgeoefend wordt om deze zonder beschadiging te kunnen verplaatsen tot in de pers.

Door het onsamenhangend karakter van de vezellaag

schatten problemen voor het toepassen van deze hoge drukken

op deze laag. De pers die hiertoe gebruikt wordt dient van zeer zware constructie te zijn en bestaat meestal uit zeer dure materialen vooral wanneer de samen te drukken laag vezels relatief grote breedte afmetingen heeft

De snelheid van de hiervoor gebruikte voorpers is beperkt om te grote luchtverplaatsingen te vermijden die een gedeeltelijk wegblazen van vezels tot gevolg zou kunnen hebben.

De uitvinding heeft tot doel op een zeer eenvoudige wijze aan deze nadelen te verhelpen.

<EMI ID=9.1> druk tot een-bepaalde waarde gebracht wordt en vervolgens in de volgende faze de druk tot de gewenste eindwaarde van het voorpersen opgevoerd wordt.

Doelmatig wordt, in de eerste faze, de druk tot op nagenoeg
10 kg/cm2 gebracht.

in het bijzonder geschikt is voor het toepassen van de. hierboven beschreven werkvijze. -

Deze pers. met uit boven elkaar om onderlinge evenwijdige assen beweegbare eindloze banden, zoals vlakke ket-

zich op een bepaalde afstand van elkaar in dezelfde zin ver plaatsen, is gekenmerkt door het feit dat de eindloze banden gevolgd zijn door minstens een paar walsrollen.

Bij het toepassen van de hierboven beschreven werkwijze volgens de uitvinding, wordt de eerste faze toegepast ' bij middel van de eindloze banden, die in feite de lage drukzone vormen, terwijl de tweede faze toegepast wordt door de walsrollen die de hoge drukzone vormen.

Andere bijzonderheden en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hiernavolgende beschrijving van een bijzondere uitvoeringsvorm van de werkwijze en de pers volgens de uitvinding; deze beschrijving wordt enkel als voorbeeld gegeven

en beperkt de uitvinding niet; de verwijzingscijfers hebben betrekking op de hieraan toegevoegde figuren.

Figuur 1 is een schematische voorstelling van een vooraanzicht van een pers volgens de uitvinding. Figuur 2 is een bovenaanzicht, met gedeeltelijke door-. sneden&#65533;van de in figuur 1 voorgestelde uitvoeringsvorm. Figuur 3 is een doorsnede volgens de lijn 111-111 van figuur 2. <EMI ID=12.1> Figuren 4, 5 en 6 hebben betrekking op een bepaald onderdeel van de in de voorgaande figuren voorgestelde pers.

wijzingscijfers betrekking op dezelfde elementen.

De werkwijze voor het vervaardigen van houtvezelplaten omvat gewoonlijk volgende stappen
- het strooien van de hout- of andere vezels vermengd met bijkomende grondstoffen, zoals bij voorbeeld een bindmiddel, in een nagenoeg constante dikte op een transportband,
- het vóórpersen van deze laag onsamenhangende vezels tot een min of meer verhandelbare koek,
- het op maat zagen van deze koek,
- het afwerken van de aldus bekomen platen in een verwarmde <EMI ID=14.1>

Volgens de uitvinding geschiedt het voorpersen in twee fazen :

van het voorpersen opgevoerd, welke eindruk kan varieren tussen
15 en 20 kg/cm2. Deze werkwijze geschiedt volledig continu

bij middel van transportbandan die de vezels eerst in de lage druk.faze brengen en vervolgens overvoeren tot de hoge druk faze van het voorpersen.

De druk wordt in de eerste faze bij voorkeur uitgevoerd door middel van boven elkaar beweegbare eindloze banden, waartussen de vezelkoek verplaatst wordt.

In de tweede faze wordt de druk bij voorkeur uitgeoefend door middel van walsen.

Inderdaad, als de koek de eindloze banden verlaat is

brengen zonder beschadiging van zijn structuur.

Daar de walsen met geen grote vlakken op de koek aandrukken geeft een relatieve kleine druk op de walsen zelf een relatief hoge specifieke druk op de koek.

Deze werkwijze wordt bij voorkeur toegepast bij middel van de hierna beschreven pers volgens de uitvinding die meer in detail voorgesteld werd in de hierbijgevoegde figuren.

drukzone 1 waar de vezels ean eerste samendrukking ondergaan tot een druk van nagenoeg 10 kg per cm2 en de hoge drukzone waar

de aard van "de te vervaardigen vezelplaten.

De lage drukzone 1 omvat twee bovenelkaar beweegbare eindloze banden 3 en 4 die elk gevormd worden door vlakke kettingen welke zich om horizontale evenwijdige assen, 5, 6, 7 en 8 boven elkaar bewegen.

De naar elkaar toegerichte delen van de kettingen 3 en 4, respectievelijk 9 en 10 verplaatsen zich in dezelfde zin volgens pijl 11.

De kettingen 3 en 4 lopen over zeshoekige schijven 12,

en 8.

De assen 5 en 7 zijn draaibaar in vaste lagers 16 en
17 terwijl de assen 6 en 8 gemonteerd zijn in lagers 18 en
19 die verschuifbaar gemonteerd zijn op de profielen 20 en 21 en samenwerken met een zuigermechanisme respectievelijk 22 en
23 dat toelaat de kettingen 3 en 4 aan te spannen.

Verder zijn drukrollen 24 tct31 voorzien die samenwerken met de na elkaar toegerichte delen van de kettingen

3 en 4; deze rollen zijn.draaibaar om horizontale aan de assen

5 tot8 evenwijdige assen, waarbij sommige van deze rollen rechtstreeks aangedreven worden.

De rollen 24 tct 27, die drukken op het deel 9 van ketting 3,zijn gemonteerd op een raam 32 dat vertikaal beweegbaar is door middel van een in een cylinder 33 glijdende zuiger 34.

Aldus kan bij middel van deze zuiger de druk op de rollen 24 tot
27 en bijgevolg op het deel 9 van de ketting 3 geregeld worden.

Alhoewel een dergelijk zuigermechanisme eveneens kan voorzien worden voor de onderste rollen 28 en 31 zijn deze laatste in de

De hoge drukzone 2 van de pers volgens de uitvinding bestaat hoofdzakelijk uit twee walsrollen 36 en 37 die draaien om hun assen 38 en 39 volgens de richting van pijlen 40 en

41 respectievelijk. De as 38 is gemonteerd in een kussenblok

42 dat vertikaal beweegbaar is in een raam 43 bij middel van

een in een cylinder 44 glijdende zuiger 45 waaraan de kussenblokken 42 bevestigd zijn. Aldus kan, bij middel van deze zuiger,

De as 39 is gemonteerd in vaste lagers 46.

De tussen dé kettingen 3 en 4 onder lage druk geperste vezelkoek wordt verplaatst volgens de richting van pijl 11 en gebracht tussen de rollen 36 en 37 om er verder een verhoogde druk te ondergaan.

De onderste ketting 4 en de onderste walsrol 37 zijn omsloten door een gemeenschappelijke buigzame gesloten stalen band 47. Op dezelfde manier zijn de bovenste ketting 3 en de bovenste walsrol 36 door een analoge buigzame gesloten stalen band 48 omsloten.

Deze banden 47 en 48 verplaatsen zicn samen met de

- walsrol en eindloze ketting die ze omsluiten, aan dezelfde snelheid en in dezelfde zin.

70 voorzien dat door mideel van een zuigermechanisme 71 verti- kaal op en neer beweegbaar is en op de stalen band 48 gedrukt kan worden om een doorlopende overgang tussen de ketting 3 en

de walsrol 36 toe te laten. Op een analoge wijze is een dergelijk glijstuk 72 voorzien tussen de ketting 4 en de walsrol 37,welk

tikaal beweegbaar is.

De band 47 rust op het deel 10 van ketting 4,en op het glijstuk 72, ondergaat vervolgens op de walsrol 37 een richtingsverandering en verplaatst zich dan verder aan de onderzijde om opnieuw een richtingsverandering naar boven te ondergaan om een reeks opeenvolgende geleidingsrollen 49 tot aan het deel 10 van de ketting 4.

De band 48 verplaatst zich op dezelfde manier tegen

36 naar geleidingsrollen 50 om vervolgens terug ih kontakt te komen met het deel 9 van de ketting 3.

tussen de walsrol 37 en de geleidingsrollen 49 en respectievelijk de walsrol 36 en geleidingsrollen 50 tegen te gaan zijn steunrollen 51 voorzien.

De vezels worden in de pers gebracht bij middel van een transportband 52 die zich in een gesloten kring beweegt tussen een niet voorgestelde strooimachine en de pers volgens de uit-

De pers wordt in beweging gebracht door het aandrijven

walsrollen in de hoge drukzone..

De vlakke kettingen 3 en 4 zijn gevormd uit een reeks rechthoekige identieke platen dia volgens hun langste zijdei met elkaar scharnierend verbonden zijn. Van een dergelijke plaat werd een bovenaanzicht voorgesteld in figuur 4, terwijl figuur 6

4 en figuur S een detail voorstelt van met elkaar samenwerkende opeenvolgende platen.

Aan beide langste zijden zijn brede tanden en over-

kettingen gestrekt zijn de tanden aan de langste zijde van een van de platen rusten in de overeenkomstige holten van de aangrenzende zijden van de aanliggende platen en drukken tegen

deze laatste, ten einde toe te laten d&#65533;kracht die rechtstreeks uitgeoefend wordt op een bepaalde plaaat gedeeltelijk over te brengen

overeenkomstige holten zodanig is dat tijdens een richtingsverandering van de ketting de tanden kunnen draaien in hun holten.

In gestrekte toestand van de kettingen, meer bepaald wanneer deze kettingen zich tegencver elkaar bewegen en de delen 9 en 10 vormen waartussen de vezelkoek gedrukt wordt, strekken de tanden zich uit in de dikte van de platen zodat de opeenvolgende platen een doorlopend vlak vormen.

In de figuren 4 en 5 worden de tanden die aan de bovenkant gelegen zijn aangeduid door referenciécijfer 63, terwijl de

worden door referenciecijfer 64. De holten dragen het referentie-

De opeenvolgende tanden aan een bepaalde zijde van een rechthoekige plaat strekken zich afwisselend aan de bovenkant.

bepaald door twee opeenvolgende aan een zelfde kant vsn de plaat voorziene tanden en de tand die zich tussenzin deze beide tanden in de tegenoverliggende kant van de plaat uitstrekt. Aldus wordt een holte 65 zijdelings begrensd door twee tanden
63 en onderaan door een tand 64 gelegen in de ander kant van de plaat.

Bij twee met elkaar samenwerkende platen zoals voorge-

kant van een bepaalde plaat in de holten 65 van de aangrenzende zijde van de naburige plaat en rusten deze tanden 63 op de tanden 64 van de desbetreffende naburige plaat.

wijze in met de andere waardoor zij de belasting aan elkaar

plaat verdeeld wordt over de naburige platen.

verbonden door scharnieren 66 die aan de randen van de platen voorzien zijn.

De aldus beschreven pers voor het vóórpersen van vezelkoeken vertoont een veel eenvoudiger constructie dan de bestaande dergelijke persen.

Inderdaad, de bestaande persen die in de praktijk een spe-

oefenen om deze zonder beschadiging te kunnen verplaatsen tot in <EMI ID=42.1>

om de stijgende krachten op te vangen.Dit heeft als gevolg een grotere ; afstand tussen de kettingen en hun draaingsas met daarbij nog kettingsachakela uit uiterst dikke platen. Deze schakels komen bij relatief hoge snelheden onregelmatig op de koek terecht

zodat deze laatste door de te grote luchtverplaatsing gedeeltelijk weggeblazen worden waardoor dus fouten ontstaan in de bekomen

platen. Door het gebruik van de pers volgens de uitvinding

waarin het voorpersen in twee fazen geschiedt kan gebruik ge- maakt worden van een veel lichtere constructie aangezien in de

10 kg/cm2 en in de tweede faze gebruik wordt gemaakt van walsen die bijzonder geschikt zijn voor hoge drukken. Door deze volgorde

van bewerkingen bereikt men een vlakke samendrukking van de koek in de beginfaze. Zijn volume wordt percentsgewijze het meest verminderd tussen de vlakke kettingen. Wanneer de koek deze

verder samengedrukt te worden tot de gewenst dichtheid zonder

zijn structuur te beschadigen. Dit komt hoofdzakelijk door het

waardoor er geen wrijving ontstaat tussen deze laatste.

voordeel heeft dat een veel lichtere pers kan gebruikt worden waarvan de materialen aan veel minder strenge eisen dienen te voldoen zonder dat de kwaliteit van de bekomen vezelkoek verminderd wordt. Verder dient nog genoteerd te worden dat de pers

aan hogere snelheid kan werken dan de bestaande zware persen.

Ook is het van belang te noteren dat door de bijzondere constructie van de ketting, meer bepaald-de verbinding tussen

twee opeenvolgende schakels de slijtage van de kettingen fel <EMI ID=48.1>

verminderd is. Inderdaad, bij de bestaande uitvoeringsvormen zijn de scharnierpunten, uitgerust met gaten en bouten, zeer

zwaar belast wat dus een snelle slijtage tot gevolg heeft.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op deze speciale constructie van kettingen zelf, onafgezien van hun toepassing op persen, zodanig dat de uitvinding zich eveneens uitstrekt tot

het gebruik van deze kettingen op andere bestaande persen.

Hier.boven werd de pers volgens de hierbij gevoegde figuren als vóórpers beschreven voor het vervaardigen van vezel- en spaanderplaten.

Volgens de uitvinding kan deze pers nochtans op een voordelige wijze gebruikt worden voor het vervaardigen van triplex- en multiplexplaten.

Verder is het zeer belangrijk te noteren dat, mits een verwarmingsinrichting te voorzien, deze pers op een bijzonder voordelige wijze aangewend kan worden om onmiddellijk de vezel-

of spaanderkoek tot afgewerkte platen om te vormen. Aldus wordt

voorbeeld de vlakke kettingen op de gewenste temperatuur te brengen of de vezels of spaanders door stralingswarmte, bij voorbeeld bij middel van hoogfrequente spanning, vóór of in de pers op te warmen.

De uitvinding is natuurlijk geenszins beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvorm en binnen het raam van de huidige uitvinding kunnen meerdere veranderingen overwogen worden.

Zo kunnen meerdere grote walsen na elkaar opgesteld worden en kan eventueel een glijstuk, analoog aan de glijstukken
70 en 72, voorzien worden tussen twee opeenvolgende walsen even- eens cm het terugveren van de vezelkoek tegen te gaan.

Zo kan, in tegenstelling met hetgeen in de figuren voorgesteld werd, iedere drukrol afzonderlijk met een zuigermechanisme voorzien worden.

Ten slotte kunnen één of meerdere rollen zijdelings

Claims

CONCLUSIES. <EMI ID=52.1>

vervaardigen van vezel-;, spaander-, triplex of multiplexplaten

<EMI ID=53.1>

.twee afzonderlijke opeenvolgende fazen uitgevoerd wordt; waarbij <EMI ID=54.1>

en vervolgens in de volgende faze de druk tot een nogere waarde opgevoerd wordt. <EMI ID=55.1>

<EMI ID=56.1>

3.- Werkwijze volgens één van de vorige conclusies,

met het kenmerk dat de druk in de eerste faze uitgeoefend wordt bij middel van'boven elkaar beweegbare eindloze banden, waartussen de vezelkoek zich beweegt, en de druk in de tweede faze uitgeoefend wordt bij middel van walsen.

4.- Werkwijze volgens één van de vorige conclusies, waar-

<EMI ID=57.1>

of spaanders eerst vóórgeperst worden tot een samenhangende koek om vervolgens, na eventueel op maat gezaagd te worden, in een verwarmde hoofdpers tot de gewenste einddichtigheid gebracht te worden, met het kenmerk dat het vóórpersen in twee afzonderlijke opeenvolgende faze uitgevoerd wordt,waarbij in de eerste faze de

<EMI ID=58.1>

<EMI ID=59.1>

persen opgevoerd wordt.

5.- Werkwijze volgens één van de vorige conclusies, met

<EMI ID=60.1>

gebracht wordt.

6.- Werkwijze voor het vervaardigen van vezel-, spaander-,

<EMI ID=61.1>

7.:- Pers voor het toepassen van de werkwijze volgens één van de vorige conclusies, welke pers bestaat uit boven elkaar

<EMI ID=62.1>

vlakke kettingen, waarbij de naar elkaar gerichte delen van beide

<EMI ID=63.1>

verplaatsen, met het kenmerk dat de eindloze banden gevolgd zijn door minstens één paar walsrollen. 8.- Pers volgens conclusie 7, met het kenmerk dat de onderste eindloze band en de onderste walsrol omsloten zijn

<EMI ID=64.1>

buigzame banden zich samen verplaatsen met de walsrol en eindloze band die ze omsluiten.

9.- Pers volgens de vorige conclusie, met het kenmerk dat de buigzame banden gevormd zijn uit staal.

10.- Pers volgens één van de conclusies 7 tot 9, met het kenmerk dat in cylinders glijdende zuigers voorzien zijn voor het uitoefenen van een vertikale druk op minstens één van de walsrollen.

11.- Pers volgens één van de conclusies 7 tot 10, met het kenmerk dat horizontale drukrollen voorzien zijn die inwerken op de naar elkaar gerichte delen van de eindloze banden, waarbij

<EMI ID=65.1>

rollen een vertikale kracht uit te oefenen.

12.- Pers volgens één van de conclusies 7 tot 11, met het kenmerk dat één of meer drukrollen en één of meer walsrollen aangedreven worden.

<EMI ID=66.1>

het kenmerk dat één of meer drukrollen zijdelings verplaatsbaar zijn.

14.- Pers volgens één van de conclusies 7 tot 13, met het kenmerk dat een verwarmingsinrichting voorzien is voor het

<EMI ID=67.1>

<EMI ID=68.1>

<EMI ID=69.1>

ken voorzien zijn voor het vormen van een doorlopende overgang tussen de banden en walsrollen, waarbij minstens het glijstuk tussen de bovenste band en walsrol vertikaal beweegbaar is.

16.- Ketting voor pers, in het bijzonder pers volgens één van de conclusies 7 tot 15, waarvan de schakels gevormd

zijn door rechthoekige metalen platen die volgens hun langste zijden met elkaar scharnierend verbonden zijn, met het kenmerk dat aan deze zijden tanden en overeenkomstige holten voorzien zijn zodat wanneer de kettingen gestrekt zijn de tanden aan de langste zijde van een van de schakels rusten in de overeenkomstige holten van de aangrenzende zijden van de aanliggende schakels en drukken tegen deze laatste, ten einde toe te laten

de kracht die rechtstreeks uitgeoefend wordt op een bepaalde schakel over te brengen op de aangrenzende schakels, en waarbij de vorm van de tanden en hun overeenkomstige holten zodanig is dat tijdens een richtingsverandering van de ketting de tanden kunnen draaien in hun holten.

17.- Ketting volgens de vorige conclusie, met het kenmerk dat in gestrekte toestand van de ketting de tanden zich uitstrekken in de dikte van de ketting, ten einde met deze laatste een doorlopende vlak te vormen.

18.- Ketting volgens één van de conclusies 16 en 17, met het kenmerk dat de opeenvolgende tanden aan een bepaalde zijde van de rechthoekige plaat zich afwisselend aan de bovenkant en

de onderkant van de plaat uitstrekken waarbij een bepaalde holte begrensd wordt door twee opeenvolgende aan eenzelfde kant van de plaat voorziene tanden en de tand die zich tussenin deze beide tenden in de tegenoverliggende kant van de plaat uitstrekt.

19.- Ketting volgens de vorige conclusie, met het kenmerk dat twee opeenvolgende schakels aan de uiteinde van hun langste zijden door middel van scharnieren onderling met elkaar verbonden zijn. <EMI ID=70.1>