<Desc/Clms Page number 1>
"Verbeteringen aan elevators voor gewassen en dergelijke".
De huidige uitvinding heeft betrekking op verbeteringen aan elevators die normaal gebruikt worden voor het verplaatsen van gewassen en dergelijke.
Meer speciaal heeft de huidige uitvinding betrekking op elevators van het type waarbij boven een vaste bodem een transportinrichting is aangebracht, waarbij zulke inrichting bij voorbeeld gevormd wordt door een paar eindloze evenwijdige kettingen die met elkaar verbonden zijn door de eigenlijke meeneemorganen.
Deze laatste kunnen bij voorbeeld gevormd zijn door latten) hoekprofielen of dergelijke die al dan niet getand zijn
<Desc/Clms Page number 2>
uitgevoerd en die op onderling regelmatige afstanden zijn aan- gebracht op de voornoemde kettingen.
Zulke elevator wordt dikwijls gebruikt om gewassen of dergelijke naar een inrichting te brengen die deze gewas- sen verder moet behandelen.
Dien weet dat de optimale werking van de inrichting die gevoed wordt via zulke elevator slechts wordt bekomen wanneer het gewas of dergelijke met een gelijkmatig debiet aan de be- handelingsinrichting wordt toegevoerd.
Ten einde bij de huidige konstrukties te vermijden dat, wanneer het gewas of dergelijke onregelmatig wordt toege- voerd aan de voornoemde elevator, er zich opstoppingen zouden voordoen tussen de voornoemde kettingen, respektievelijk mee- neemorganen en de bodem van de elevator, wordt de as van de voorste kettingwielen verend opgesteld, zodat deze as bij toe- voer van grote hoeveelheden gewas of degelijke vertikaal kan uitwijken. De bodem van de elevator is dan verder zodanig aan- gebracht dat de afstand tussen deze bodem en de erboven bewe- ! gende meeneemorganen steeds groter wordt naarmate men dichter bij de verdere behandelingsinrichting komt.
Een groot nadeel hiervan is dat veel gewas of derge- lijke op de bodem van een alzo gevormde elevator achterblijft doordat het zich niet meer in het bereik bevindt van de mee- neemorganen die cp de voornoemde kettingen zijn aangebracht, waarbij dit achterblijvend gewas zich ophoopt en als het ware in proppen, met andere woorden zeer ongelijkmatig) naar de ver- . dere behandelingsin richting wordt gebracht.
Een typisch voorbeeld van het gebruik van zulke elevator is te vinden bij maaidorsers, waarbij de optimale werkingtvan het dorsmekanisme slechts wordt bekomen wanneer het afgemaaid gewas met een gelijkmatig debiet van het maai- bord naar de dorsinrichting wordt gevoerd,
<Desc/Clms Page number 3>
De huidige uitvinding heeft als hoofdzakelijk voor- werp de voornoemde en andere nadelen die verbonden zijn aan elevators met vaste bodem systematisch uit te sluiten.
Tot dit doel bestaan de verbeteringen aan elevators voor gewassen en dergelijke, van het type dat hoofdzakelijk gevormd is uit een bodem waarboven zich meeneemorganen ver- plaatsen, er hoofdzakelijk in dat de voornoemde bodem beweeg- baar is ten opzichte van de erboven geplaatste transportinrich- ting, respektievelijk meeneemorganen, één en ander zodanig dat de beweging van de voornoemde elevatorbodem gekontroleerd en bevolen wordt door het gewas of dergelijke zelf dat door de elevator moet verplaatst worden.
Volgens een voorkeurdragende uitvoering zal zulke bodem aan de ingangzijde van de elevator scharnierend beves- tigd worden, vermits de afstand tussen de meeneemorganen en de ' bodem zich hier automatisch instelt, dank zij de verende op- stelling van de voornoemde onderas, terwijl naar de uitgang van zulke elevator deze bodem door veren opwaarts zal gedrukt worden en waarbij de veerdruk oordeelkundig zal bepaald worden ten opzichte van e ventuele opstoppingen die zich zouden kunnen voordoen tussen deze bodem en de erboven geplaatste meeneem- organen. Op deze wijze bekomt men dat deze beweegbare bodem steeds naar de meeneemorganen wordt gedrukt zodat opstoppingen totaal uitgesloten zijn.
Ten einde de kenmerken van de huidige uitvinding beter aan te tonen is hierna als voorbeeld, zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven van zulke elevator. Deze beschrijving verwijst naar de bijgaande tekeningen waarin: figuur 1 een langse doorsnede weergeeft van de ver- .beterde elevator volgens de huidige uitvinding;' figuur 2 een gedeeltelijke dwarsdoorsnede toont volgens lijn II-II van figuur 1;
<Desc/Clms Page number 4>
figuur 3 een schematisch zijzicht met gedeeltelijke doorsnede weergeeft van een maaidorser die gebruik maakt van een elevator volgens de figuren 1 en 2.
Zoals weergegeven in de figuren 1 en 2 bestaat de elevator volgens de huidige uitvinding hoofdzakelijk uit een bodem 1 die voorzien is van zijwanden 2, waarbij tussen deze zijwanden assen zijn aangebracht, respektievelijk 3-4, waarop bij voorbeeld paren kettingwielen, respektievelijk 5-6, zijn aangebracht, De kettingwielen zijn ieder verbonden met een kettingwiel 6 door middel van een geschikte ketting 2 waarbij, in dit geval, de kettingen 2 op onderling regelmatige afstanden met elkaar verbonden zijn door hoekprofielen waar- van de onderrand .2 getand is uitgevoerd ten einde doelmatig in te kunnen werken op het te verplaatsen gewas.
De as der kettingwielen is op bekende wijze verend opgesteld zodat de eigenlijke transportinrichting 3 tot 9 opwaarts kan scharnieren rond as wanneer een grote hoeveelheid gewas of dergelijke wordt aangevoerd.
Volgens de uitvinding is boven de voornoemde bodem een valse bodem 10 aangebracht waarbij deze laatste naar de ingang van de alzo gevormde elevator verbonden is met de vaste bodeml d oor één of meer boutjes 11. Het onderuiteinde van de bodem 10 is bedekt door een plaatje 12 dat verhindert dat ge- was zou vastgeklemd worden tussen de bodem 1 en de bodem 10.
Naar het uiteinde van de elevator is onder de bodem 10 een dwarse steunstrip 13 bevestigd waarop minstens één stang 14 is bevestigd.
Deze laatste passeert opeenvolgens doorheen een gat 15 dat is aangebracht in de voornoemde bodem 1 en een gat 16 dat hiertoe voorzien is in een brug of U-vormige steun 12 die onder de voornoemde bodem ¯1 is bevestigd door middel van schroe- ven, respektievelijk 18 en 19. Het vrij uiteinde der voornoemde
<Desc/Clms Page number 5>
stang 14 is voorzien van een schroefdraadgedeelte 20 waarmede moeren, respektievelijk 21 en 22, samenwerken.
Tussen de voornoemde bodem 10, respektievelijk de voornoemde strip 13, en het brugje of U-vormig steunelement 17 is ten slotte een spiraalveer 23 aangebracht.
De voornoemde bodem 10 is naar de zijranden voorzien van een opwaarts geplooid schuin gedeelte 24 dat, door middel van boutjes 25, verbonden is met een strip 26 in een relatief elastisch materiaal, waarbij deze strip 26 aan iedere zijde van de elevator afdichting vormt tussen de bodem 10 en de zijwanden 2.
Het gebruik en de werking van de elevator zoals weer- gegeven in de figuren 1 en 2 is zeer eenvoudig en als volgt.
Door het aansohroeven, respèktievelijk losschroeven van de moeren 21 en 22, kan men de minimale afstand bepalen tussen de voornoemde bodem 10 en, in dit geval, de getande ,hoekprofielen . Deze afstand kan zodanig geregeld worden dat het opgevoerde gewas of dergelijke steeds tegen de voornoemde hoekprofielen wordt gedrukt zodat dit gewas of'dergelijke zonder vertraging wordt opgevoerd, respektievelijk toegevoerd, naar een verdere behandelingsinrichting.
In een uitvoeringsvariante zal men de voornoemde bodem 1 vervangen door een openraamkonstruktie die voorzien is van middelen voor het verend ondersteunen van de beweegbare bodem 10, zodat in dit geval de bodem 10 de werkelijke bodem van het toevoerhuis van de elevator vormt. Op déze wijze voorkomt men dat tussen de bodems 1 en 10 stof of dergelijke zou kunnen terecht komen waardoor de verende werking van de bodem 10 zou geremd worden.
In figuur 3 is als voorbeeld een maaidorser weerge- geven die gebruik maakt van een elevator volgens de huidige uitvinding.
In dit geval wordt het afgemaaid gewas door een zo-
<Desc/Clms Page number 6>
genaamde pennenvijzel 27 naar de ingang van de elevator 1-26 gebracht waar dit gewas door de voornoemde getande hoekpro- fielen wordt gegrepen en wordt opgevoerd naar de dorsinrichting die geschematiseerd is door de dorstrommel 28 en de ermede samen- werkende dorskorf 29.
In dit geval wordt zoals reeds beschreven aan de hand der figuren 1 en 2 het gewas gegrepen door de getande hoek- ' profielen 8 en opgevoerd tussen deze profielen en de voornoemde bodem 10, waarbij dit gewas steeds tegen de hoekprofielen wordt gedrukt door de bodem 12 zodat opstoppingen nagenoeg volledig worden uitgesloten en waardoor het voornoemd dorsmekanisme 28- 29 gelijkmatiger wordt gevoed, zodat de topkapaciteit van zulke maaidorser beter kan bereikt worden.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de tekeningen weergegeven uit- voeringen doch kan in allerlei vormen en afmetingen worden ver- wezenlijkt zonder buiten het kader der uitvinding'te treden.
EISEN.
1.- Verbeteringen aan elevators voor gewassen en dergelijke, van het type dat hoofdzakelijk bestaat uit een bodem waarboven zich minstens een meeneemorgaan verplaatst, met het kenmerk dat de voornoemde bodem beweegbaar is ten op- zichte van de erboven geplaatste transportinrichting, respek- tievelijk meeneemorgaan of meeneemor-ganen, één en ander zo- danig dat de beweging van de voornoemde elevatorbodem gekon- troleerd en bevolen wordt door het gewas of dergelijke zelf dat door de elevator moet verplaatst worden.. **WAARSCHUWING** Einde van DESC veld kan begin van CLMS veld bevatten **.
<Desc / Clms Page number 1>
"Improvements to crop elevators and the like".
The present invention relates to improvements to elevators normally used for moving crops and the like.
More specifically, the present invention relates to elevators of the type in which a conveying device is arranged above a fixed bottom, such device being formed, for example, by a pair of endless parallel chains which are interconnected by the actual driver members.
The latter can be formed, for example, by slats, corner profiles or the like, which may or may not be serrated
<Desc / Clms Page number 2>
and which are arranged at regular intervals on the aforementioned chains.
Such an elevator is often used to transport crops or the like to a facility that has to further treat these crops.
You must be aware that the optimum operation of the device fed via such an elevator is only obtained when the crop or the like is supplied to the treatment device at a uniform flow rate.
In order to avoid, in the present constructions, that when the crop or the like is fed irregularly to the aforementioned elevator, stoppages would occur between the aforementioned chains, respectively entrainment members and the bottom of the elevator, the shaft of the elevator is the front sprocket wheels are spring-loaded, so that this axle can deflect vertically when large amounts of crop are supplied. The bottom of the elevator is then further arranged in such a way that the distance between this bottom and the one above it moves! The following carrier members become increasingly larger the closer one gets to the further treatment device.
A great disadvantage of this is that a lot of crop or the like remains on the bottom of an elevator formed in this way because it is no longer in the range of the entraining members arranged on the aforementioned chains, whereby this residual crop accumulates and as it were cramming, in other words very uneven) to the ver. the treatment facility.
A typical example of the use of such an elevator can be found in combine harvesters, where the optimum operation of the threshing mechanism is only obtained when the cut crop is fed from the cutting board to the threshing device at an even flow rate.
<Desc / Clms Page number 3>
The main object of the present invention is to systematically rule out the aforementioned and other drawbacks associated with fixed bottom elevators.
To this end, the improvements to crop elevators and the like, of the type mainly formed of a bottom above which traversing drivers, mainly consist in that the said bottom is movable with respect to the overhead conveyor. and transport elements, respectively, such that the movement of the aforementioned elevator bottom is controlled and ordered by the crop or the like itself that has to be moved by the elevator.
According to a preferred embodiment, such a bottom will be hingedly attached to the entrance side of the elevator, since the distance between the driving members and the bottom is adjusted automatically here, thanks to the resilient arrangement of the aforementioned bottom shaft, while moving towards the exit. of such an elevator, this bottom will be pushed upwards by springs and the spring pressure will be judiciously determined with respect to any blockages that might occur between this bottom and the carrier members placed above it. In this way it is obtained that this movable bottom is always pushed towards the driving members, so that blockages are completely excluded.
In order to better demonstrate the features of the present invention, a preferred embodiment of such an elevator is described below by way of example, without any limitation in nature. This description refers to the accompanying drawings in which: Figure 1 shows a longitudinal section of the improved elevator according to the present invention; figure 2 shows a partial cross-section according to line II-II of figure 1;
<Desc / Clms Page number 4>
Figure 3 shows a schematic side view with partial cross section of a combine harvester using an elevator according to Figures 1 and 2.
As shown in Figs. 1 and 2, the elevator according to the present invention mainly consists of a bottom 1 provided with side walls 2, wherein shafts are arranged between these side walls, respectively 3-4, on which for example pairs of chain wheels, respectively 5-6. The sprockets are each connected to a sprocket wheel 6 by means of a suitable chain 2, in which case, in this case, the chains 2 are interconnected at regular intervals by corner profiles, the lower edge of which 2 is toothed. in order to be able to act effectively on the crop to be moved.
The axle of the chain wheels is resiliently arranged in a known manner, so that the actual transport device 3 to 9 can pivot upwards about the axle when a large amount of crop or the like is supplied.
According to the invention, a false bottom 10 is arranged above the above-mentioned bottom, the latter being connected to the fixed bottom 1 by one or more bolts 11 towards the entrance of the elevator thus formed. The bottom end of the bottom 10 is covered by a plate 12. that prevents crops from being pinched between the bottom 1 and the bottom 10.
To the end of the elevator, under the bottom 10, a transverse support strip 13 is attached to which at least one rod 14 is attached.
The latter passes successively through a hole 15 made in the aforementioned bottom 1 and a hole 16 provided for this purpose in a bridge or U-shaped support 12 fixed under the aforementioned bottom ¯1 by means of screws, respectively. 18 and 19. The free end of the aforementioned
<Desc / Clms Page number 5>
rod 14 is provided with a threaded portion 20 with which nuts 21 and 22, respectively, cooperate.
Finally, a spiral spring 23 is arranged between the aforementioned bottom 10 and the aforementioned strip 13, respectively, and the bridge or U-shaped support element 17.
The aforementioned bottom 10 is provided to the side edges with an upwardly pleated oblique portion 24 which is connected, by means of bolts 25, to a strip 26 in a relatively elastic material, this strip 26 on each side of the elevator forming a seal between the bottom 10 and the side walls 2.
The use and operation of the elevator as shown in Figures 1 and 2 is very simple and as follows.
By screwing on or unscrewing the nuts 21 and 22, respectively, the minimum distance between the aforementioned bottom 10 and, in this case, the toothed corner profiles can be determined. This distance can be adjusted in such a way that the crop or the like is always pressed against the aforementioned corner profiles, so that this crop or the like is advanced without delay, respectively supplied to a further treatment device.
In one embodiment, the aforementioned bottom 1 will be replaced by an open window construction which is provided with means for resiliently supporting the movable bottom 10, so that in this case the bottom 10 forms the actual bottom of the feeder housing of the elevator. In this way it is prevented that dust or the like could get between the bottoms 1 and 10, so that the resilient action of the bottom 10 would be inhibited.
In Figure 3, as an example, a combine harvester using an elevator according to the present invention is shown.
In this case, the mown crop is
<Desc / Clms Page number 6>
named pin auger 27 is brought to the entrance of the elevator 1-26 where this crop is grasped by the aforementioned serrated corner profiles and is advanced to the threshing device schematized by the threshing drum 28 and the cooperating threshing concave 29 therewith.
In this case, as already described with reference to Figures 1 and 2, the crop is gripped by the toothed corner profiles 8 and fed between these profiles and the aforementioned bottom 10, this crop being always pressed against the corner profiles by the bottom 12. so that blockages are virtually eliminated and so that the aforementioned threshing mechanism 28-29 is fed more evenly, so that the top capacity of such a combine can be better achieved.
The present invention is by no means limited to the exemplary embodiments and shown in the drawings, but can be realized in a variety of shapes and sizes without departing from the scope of the invention.
REQUIREMENTS.
1.- Improvements to elevators for crops and the like, of the type which mainly consists of a bottom above which moves at least one driver, characterized in that the said bottom is movable with respect to the transporting device or driver placed above it, respectively. or take-along devices, in such a way that the movement of the aforementioned elevator bottom is controlled and commanded by the crop or the like itself that has to be moved by the elevator. ** WARNING ** End of DESC field may begin from CLMS field contain **.