<Desc/Clms Page number 1>
EMI1.1
"Drukvat voor een conbrale verwarminzainetallatie en werkwijze voor het vervaardigen van dit drukvat." Do uitvinding heeft betrekking op een drukvat voor een centrale
EMI1.2
verwarmingeinetallatle bestaande in hoofdzaak uit twee komvormige delen en een in het vat aangebracht soepel membraan van rubber of
<Desc/Clms Page number 2>
dergelijke, waarbij de naar buiten omgebogen randen van de delen van het drukvat en de daartussen reikende omtreksrand van het soc- pels membraan lucht* en/of vlocistofuicht op elkander vastgeklemd zijn, Dergelijke drukvaten zijn algemeen bekend.
Onverschillig hoc de lucht- en of vloeistofdichte klemming tussen de omgebogen randen van de delen van het drukvat en de daartussen reikende omtreksrand van het soepele membraan constructief wordt bereikt, onderscheiden al deze bekende drukvaten zich doordat de wand van elk komvormig deel overal dezelfde dikte heeft en zich dadelijk van af of nagenoeg van af de omgebogen rand in dwarsdoorsnede vernauwt. Het is echter in meer gevallen gewenst dat ten minste één van de delen van het drukvat een grotere inhoud heeft dan het andere deel of dat beide delen te- samen een drukvat met een grotere inhoud dan normaal moeten leveren.
De uitvinding beoogt aan deze wenselijkheid op een zo doelmatig en economisch mogelijke wijze te voldoen. Volgens de uitvinding wordt dit bereikt,doordat ten minste van één deel van het drukvat de omge- bogen rand en het bodemgedeelte aanmerkelijk dikker zijn dan het daar- tissen liggende wandgedeelte dat een rechte cirkelcylindrische althans nagenoeg cirkelcylindrische vorm heeft.
Deze oplossing heeft het grote voordeel dat het gewenste resul- taat op zeer eenvoudige en zeer economische wi..o kan worden verkre- gek namelijk door toepassing van een werkwijze die eveneens tot de uitvinding wordt gerekend. Deze werkwijze kenmerkt zich, doordat ten minste één van de delen van het drukvat eerst op de bekende wijze @@@ een overal gelijke wenddikte Hordt vervaardigd,
waarra @ deel aan een uitdrijfbewerking wordt onderworpen waardoor met @ @ van de algemene reeds bij de eerste bewerking aan het deel golven vorm, uitsluitend het wandgedeelte gelegen tussen de naar buiten omgebogen
<Desc/Clms Page number 3>
EMI3.1
rand en het bodemgedeelte een geringere dikte krijgt en dit wandge- deelte tegelijkertijd in een rechte cirhelcylindrische of nagenoeg cirkelcylindrische vorm wordt gebracht. Het spreekt wel vanzelf, dat het dunnere wand,--.edeelte een zodanige dikte moet behouden, dat aan de veiligheidsvoorschriften wordt voldaan.
Daarom à het van be- lane dat met het dunner mazez van een deel van de wand tegelijkertijd nan '.'-'.gedeelte een reC3lte cirkel.eylindr.sche vorm wordt gegeven, 1>ic'... .;.cl:i;nitch üe sterkste is bij een bepaalde dikte van de
EMI3.2
wand.
EMI3.3
Bovendien in het vat belang dat het volumegedeelte van het drukvat 41% t met de centrale verrarm3nsinrichtin in open communicatie staat een zo hoog Hogelijk :t"'l1dcment kan leveren bij het compenseren van de voluoeveranderinrjen van het medium in de centrale verwarminga- inrichtinG' Dit kan volgens de uitvinding worden bereikt, doordat het soepele membraan aan de j jd6 die naar de in een van beide delen van het drukvat aangebrachte aansluiting is gekeerd, la voorzien van een of meer uitstulpende een en ander zodanig dat ook wanneer het !i1'n!j}l'i.,."n tGceh do zc3n. "J,.f het betreffende komvormige deel wordt L\l).n2;edj;'tt":c de l.:r..s.u:i u... blijft, liet effekt is dat door het voortdurend apca '.7 : '-3'L 1('..1 'ja aansluitopening thans onder alle oIJ;Dt&nc1i..;l:..-rle'\ '. . restantje van het medium, dat ';&0h 1.a het drukvat i:
E:.r .... 'iet Loop le membraan en de vatwand be- vindt, kan u..t.roc: Cl het soepele Membraan zich zo ver g i - 11.l:. kan {nl-':'j - t2"\.1ei.' Ann do hmtti do t ,,' ,¯d niJl uaftrin een uitvoering van een .'-.n=hv; ";c,3 -en3 de ,it ;r.r< vo ; un enige details zijn weerf;je..,va1\, voli"t ,-en 1H'uchrij 1!1nc; van de uitvinding. In de tekening toont t1f' 1 een r-tiddcndocrrncde van het drukvat, tie. 2 "et-t aanzicht o71 het van hoekvormige ribben voorziene msmbrd.,n;edaeLte en tig. 3 en 4 op veel kleinere schaal Gchematiech een doorsnede
<Desc/Clms Page number 4>
van het drukvat voor en na de bewerking tot het vergroten van de inhoud daarvan.
Het drukvat bestaat uit twee komvormige delen 1 en 2. Het deel 1 is voorzien van een haakvormig naar buiten omgebogen rand 3, die met het vrije randgedeelte 4 kan grijpen over de naar buiten recht omgebogen rand 5 van het deel 2. Tussen de beide omgebogen randen 3 en 5 van de delen 1 en 2 ligt de omtreksrand 6 van een soepel mem- braan 7 van rubber of dergelijke dat in het drukvat is aangebracht.
De omgebogen randen 3 en 5 en de omtreksrand 6 van het membraan 7 worden om elkander geklemd zodat een lucht- en/of vloeistofdichte verbinding wordt verkregen. Opgemerkt wordt dat deze verbindingskon- struktie niet bindend is voor de uitvinding. De randen kunnen ook in een andere vorm zijn omgebogen en de klemmiddelen kunnen variëren.
In het deelstuk 1 is in het bodemgedeelte 8 een aansluitstomp 9 aangebracht die voorzien is van een uitwendige schroefdraad 10. Op deze aansluitstomp 9 kan de niet getekende stijgbuis van een centrale verwarmingsinstallatie worden aangesloten. Het deel 2 van het drukvat is in het bodemgedeelte 11 voorzien van een komvormige verdieping 12 waarin een afsluitbaar ventiel 13 ligt dat in het bodemgedeelte 11 is bevestigd. Dit ventiel 13 dient voor het vullen van het drukvat aan een kant van het soepele membraan 7 met bijvoorbeeld een gasvormig medium. Het ventiel 13 is voorzien van een gekartelde sluitdop 14.
Over deze aluitdop 14 grijpt klemmend een uitstekende huls 15 van een plaat 16 van een plastiek of dergelijke. Deze plaat 16 kan der- halve ten behoeve van het vullen van het drukvat worden verwigwerd.
De plaat dient na het aanbrengen ter bescherming van het ventiel 13, terwijl op de plaat 16 eventueel een merknaam of dergelijke kan wor- den aangebracht.
Speciaal kenmermand voor het hier getekende nieuwe drukvat is, dat bi j beide delen 1 en 2 de naar buiten omgebogen randen 3 res- pectievelijk 4 evenals het bodemgedeelte 8 respectievelijk 11
<Desc/Clms Page number 5>
aanmerkelijk dikker zijn dan het rechte cirkelcylindrische wand- gedeelte 17 respectievelijk 18 tussen de corresponderende rand 3 respectievelijk 5 en het bodemzedeelte 8 respectievelijk 11 van net betreffende deel van het drukvat.
Deze delen 1 en 2 zijn gevormd door uit te gaan van normale delen voor een drukvat van dit type waarbij de wand van elk deel overal dezelfde dikte heeft en zich van af de omgebegen rand in dwarsdoorsnede vernauwt (zie fig. 3). let behulp van een op zich bekende installatie bijvoorbeeld voorzien van een uitdrijfdoorn wordt elk deel zodanig uitgedreven dat het wandgedeelte gelegen tusnen de naar buiten omgebogen rand en het bodemeedeelte van het betreffende deel een Geringere dikte krijgt en dit wandgedeelte tegelijkertijd in een rechte cirkelcylindrische vorm wordt gebracht (zie fig. 4).
Duidelijk blijkt hoe door deze bewerking de oorspronkelijke delen van het drukvat een zodanige vorm en inhoud krijgen, dat de inhoud van het complete drukvat aanmerkelijk wordt vergroot. Vanzelfsprekend kan men ook slechts een deel van een druk- vat een dergelijke bewerking laten onderdaan, zodat de afmetinG van het ene deel anders wordt dan die van het andere deal.
Flat soepele membraan 7 is aan de naar de aansluitatomp 9 toege- keerde zijde voorzien van driehoekvormig omgebogen ribben 19, 20 en 21 die van af de beide uiteinden naar de hoeken toe Geleidelijk in hoogte toenemen. In figuur 1 zijn deze ribben weergegeven van uit de lijn I ..
I in figuur 2. liet is duidelijk dat de hoeken van deze ribben 18, 19 en 20 nagenoeg lissen op een cirkel die concentrisch is aan de opening van de aansluitstomp 9' Tussen de ribben 19, 20 en 21 blijvon steeds vloeistofgangen 22, 23 en 24 bestaan ook wanneer het soepele , membraan 7 zich gaat ontspannen door het wegvloeien van het medium tussen de '.land van het komvormig deel 1 en het soepele membraan 7.
Juist doordat op deze wijze de opening naar de aansluitstomp 9 steeds open wordt gehouden ook tijdens het zich ontspannen van het soepele
<Desc/Clms Page number 6>
membraan 7 wordt bereikt, dat ook het allerlaatste restantje van het medium dat zich oorspronkelijk in de ruimte tussen de wand van het komvormige deel 1 en het soepele membraan 7 bevindt volledig kan uittreden. liet soepele membraan 7 kan zich dan zo ver mogelijk ontspannen. Opgemerkt wordt dat het hier gegeven voorbeeld van het coepele membraan 7 met de daarop aangebrachte ribben niet bindend isvoor de uitvinding.
Ook op andere manieren kan men het membraan voorzien van één of meer uitstulpende gedeelten die het beoogde effekt doen bereiken.