<Desc/Clms Page number 1>
"Werkwijze voor het enel doen drogen van drukwerk"
<Desc/Clms Page number 2>
Indien men papier, textiel, linoleum, plastics of ander materiaal bedrukt met letters of met afbeeldingen, is het gewenst, dat de inkt zo snel mogelijk droogt. Daarom gebruikt men min of meer snel drogende inkten, welke echter weer niet zo snel mogen drogen, dat de inkt zich niet meer gelijkmatig laat verdelen of velvorming vertoont. Er is dus een grens gesteld aan de droogsnelheid van de inkt. Meestal moet men het bedrukte materiaal enige tijd aan de lucht laten liggen of uithangen dan wel (bij papier) voorzien van -tussenliggende blanco vellen om ongewenste overbrenging van de natte inkt tegen te gaan. Uiteraard veroorzaken deze maatregelen een vertraging en vaak belangrijke kostenverhoging van het druk- werk.
Er werd nu gevonden, dat het drogen van drukinkt, die een stof met een carboxyl- en/of hydroxylgroep bevat, zeer belangrijk kan worden versneld door op het verse drukwerk, nadat dit de drukpers verlaten heeft, een oplossing van alu- miniumalkoxyden of van derivaten daarvan te vernevelen.
De in de drukinkt aanwezige stoffen met een carboxyl- of hydroxylgroep reageren met de aluminiumalkoxyden of deri- vaten daarvan onder vorming van grote molecuulcomplexen, die, althans aan de oppervlakte, droog dus kleefvrij zijn. Daarna kan de inkt b.v. door normale oxydatie en polymerisatie door- drogen. Dit doordrogen geschiedt zonder bezwaar in de stapel vellen of in het opgerolde materiaal.
Bindmiddelen voor inkten, die aan de genoemde voorwaardr
<Desc/Clms Page number 3>
voldoen, zijn b.v.: standolin van lijnolie en andere drogende oliën, geblazen oliën, alkydhareen, olielakken, schellak, kolofoniumoplossingen, enz.
Voorbeelden van in aanmerking komende aluminiumalkoxyden zijn in het bijzonder de lagere typen, o.a. aluminiumisopro- poxyde, -butoxyde en -octoxyde; van de derivaten daarvan, die met vetzuren, b.v. aluminiummonostearaatdi-isopropoxyde, aluminium-dioleaat-mono-isopropoxyde en oxoaluminiumacylaten, verder aluminiumalkoxyde-glycolderivaten, welke alle met -COOH en/of -OH groepen kunnen reageren.
Als oplosmiddelen komen o.a. in aanmerking lakbenzine, kookpuntsbenzine, aromatische koolwaterstoffen en gechloreerde koolwaterstoffen.
De concentratie van de oplossing wordt zo gekozen, dat zij zich gemakkelijk laat vernevelen. In de meeste gevallen is een 10-20%-ige oplossing voldoende; in bepaalde gevallen kan een hogere concentratie, b.v. tot 50%, nodig zijn om een grotere hoeveelheid reagens op het te drogen oppervlak,te brengen.
In sommige gevallen kan het van voordeel zijn de werkwijze volgens de uitvinding in iets gewijzigde vorm toe te passen.
Volgens deze uitvoeringsvorm vernevelt men op het met de be- doelde inkt te bedrukken materiaal een oplossing van een alu- miniumalkoxyde of van een derivaat daarvan. Deze vorm van de uitvinding zal men vooral kiezen wanneer het te bedrukken mate- riaal zeer poreus is; tevens droogt de opgebrachte inkt door,
<Desc/Clms Page number 4>
het reeds aangebrachte preparaat en wel van onderen af. Indien gewenst kan men het verse drukwerk nog op de genoemde manier nabehandelen.
Voor het vernevelen v66r het drukken wordt bij voorkeur een aluminiumalkoxyde-derivaat van een hoger moleculair ge- wicht gebruikt, b.v. een aluminiumdiacylaatmonoalkoxyde of een snel polymeriserend aluminiumalkoxyde-derivaat, zoals een oxo-aluminium-acylaat.
Voorbeelden.
1. Op vellen papier bedrukt met rode lijnolie-standolie- drukinkt wordt direct na het drukken een 20%-ige oplossing van dialuminiumtetra-isopropoxyde-monodipropyleenglycolaat in lakbenzine verneveld. De vellen papier kunnen direct op elkaar worden gestapeld; de inkt drukt niet over.
2/ Asfaltpapier wordt bespoten met een 50%-ige oplossing , van aluminium-monostearaat-di-isopropoxyde en dan bedrukt met een inkt op basis van geblazen olie ; het bedrukte mate- riaal wordt vervolgens een 25%-ige oplossing van aluminium- isopropoxyde verneveld. De inkt dringt weinig of niet in het asfaltpapier en droogt zeer snel.
<Desc / Clms Page number 1>
"Method for only drying printed matter"
<Desc / Clms Page number 2>
If paper, textile, linoleum, plastics or other materials are printed with letters or images, it is desirable that the ink dries as quickly as possible. For this reason, more or less fast-drying inks are used, which, however, must not dry so quickly that the ink can no longer be distributed evenly or shows skin formation. There is thus a limit to the drying speed of the ink. Usually, the printed material must be left in the air for some time or hung or (in the case of paper) provided with intermediate blank sheets to prevent undesired transfer of the wet ink. Naturally, these measures cause a delay and often a significant increase in the cost of printing.
It has now been found that the drying of printing ink containing a substance having a carboxyl and / or hydroxyl group can be accelerated very significantly by applying a solution of aluminum alkoxides or of the fresh printing material after it has left the printing press. nebulizing its derivatives.
The substances present in the printing ink having a carboxyl or hydroxyl group react with the aluminum alkoxides or derivatives thereof to form large molecular complexes which, at least on the surface, are dry and thus tack-free. Then the ink can be e.g. through normal oxidation and polymerization. This drying through takes place without objection in the stack of sheets or in the rolled up material.
Binders for inks meeting the aforementioned conditions
<Desc / Clms Page number 3>
are e.g .: linseed oil standolin and other drying oils, blown oils, alkyd harene, oil lacquers, shellac, rosin solutions, etc.
Examples of eligible aluminum alkoxides are in particular the lower types, including aluminum isopropoxide, butoxide and octoxide; of its derivatives, those with fatty acids, e.g. aluminum monostearate diisopropoxide, aluminum dioleate monoisopropoxide and oxoaluminum acylates, further aluminum alkoxide glycol derivatives, all of which can react with -COOH and / or -OH groups.
Suitable solvents include white spirit, boiling point spirit, aromatic hydrocarbons and chlorinated hydrocarbons.
The concentration of the solution is chosen such that it is easy to atomize. In most cases a 10-20% solution is sufficient; in certain cases a higher concentration, e.g. up to 50% are required to apply a larger amount of reagent to the surface to be dried.
In some cases it may be advantageous to use the method according to the invention in slightly modified form.
According to this embodiment, a solution of an aluminum alkoxide or a derivative thereof is sprayed onto the material to be printed with the intended ink. This form of the invention will be chosen in particular when the material to be printed is very porous; the applied ink also dries through,
<Desc / Clms Page number 4>
the preparation already applied and that from below. If desired, the fresh printed matter can still be treated in the aforementioned manner.
Preferably, an aluminum alkoxide derivative of a higher molecular weight is used for atomization before printing, e.g. an aluminum diacylate monoalkoxide or a rapidly polymerizing aluminum alkoxide derivative such as an oxo-aluminum acylate.
Examples.
1. Immediately after printing, a 20% solution of dialuminium tetraisopropoxide monodipropylene glycolate in white spirit is sprayed onto sheets of paper printed with red linseed oil stand oil printing ink. The sheets of paper can be stacked directly on top of each other; the ink does not overprint.
2 / Asphalt paper is sprayed with a 50% solution of aluminum monostearate diisopropoxide and then printed with an ink based on blown oil; the printed material is then atomized into a 25% solution of aluminum isopropoxide. The ink has little or no penetration into the asphalt paper and dries very quickly.