BE537350A

BE537350A -

Info

Publication number: BE537350A
Authority: BE

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



   De uitvinding betreft een inrichting voor het dragen van flessen en dergelijke, waarvan één der hoofdkenmerken is het op een zulke   wijze   samenbrengen van de hoofdbestanddelen van de ongebruikte inrichting dat zij een minimum van plaats inneemto 
Zoals algemeen geweten nemen de tot op heden gebruikte draagin- richtingen of   verpakkingskisten   voor flessen en dergelijke tamelijk veel' plaats in, hetgeen in bepaalde gevallen, wanneer deze kisten in het maga- 
 EMI1.1 
 zijn ledig opgestapeld worden, een verlies - aan huttigewulmte'betekent. 



  D.aab4 zijn deze>kistenui&oUWEaakafilhttn'speoialerconstructie tame1ijk   zwaar   en zijn de verpaktefflessen en producten weinig zichtbaar. 



   Het voornaamste doel van de uitvinding is dan ook een draagin- richting te verwezenlijken die bij gevulde toestand minstens dezelfde kwaliteiten bezit als de gebruikelijke kisten, met dit grote verschil dat de hoofdbestanddelen van de   inrichting ,   voorwerp der uitvinding, derwijze kunnen samengebracht worden dat zij een minimum aan plaats innemen.Boven- dien beoogt de uitvinding een minder zware inrichting dan de tot op heden gekende en een inrichting die de verpakte flessen over praktisch heel hun hoogte vrij laat zien, hetgeen ten goede komt aan de hierop aangebrachte publiciteitsteksten en/of motieven en de betere en frissere voorstelling van de inhoud van de fles. 



   Teneinde dit doel te bereiken bestaat de inrichting, voorwerp der uitvinding, uit de combinatie van een betrekkelijk dunne drager waarop de flessen geplaatst zijn, een betrekkelijk dun aandrukelement dat op het kopgedeelte van voornoemde flessen een druk uitoefent en één of meerdere verbindingselementen die drager en   aandrukalement   kunnen koppelen of ont- koppelen. 



   Als uitvoeringsvoorbeeld wordt hieronder een meer uitvoerige 
 EMI1.2 
 beschrijving gegeven aan de hand van bijgaande tekeningengwaarin: de figuur 1 een zijaanzicht weergeeft van een mogelijke   uitvoe-   ringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding; de figuur 2 een perspectiefzicht weergeeft van de ledige en sa- mengebrachte inrichting; de figuur 3 een perspectiefzicht is van een vol geladen inrichting; de figuur 4 een   perspeotiefzioht   is van een stand van de inrich- ting, waarbij de flessen vrij kunnen weggenomen worden. 
 EMI1.3 
 



  Zoals men bemerkt besta.a.t' de' ihrich"jiing, IVOOI\Werp der tt1tv1f!ing, uit een   betrekkelijk   platte drager 1 met cirkelvormige uitdiepingen 2, waarin de flessen 3 rusten.Teneinde het ondervlak van voornoemde drager 
 EMI1.4 
 1 te beschermen worden er bijvoorkeur latten .4--6.

   op voorzien.Het aandruk- élement 7 dat aan het bovengedeelte van de flessen aangebracht wordt be- zit cirkelvormige openingen 8 die tegenover voornoemde   cirkelvormige   uit- diepingen 2 gelegen   zijnoHet   gemakkelijk hanteren van de inrichting wordt bevorderd door het aanbrengen van twee dwarslatten 9-10 over de lengte van de smalste   zijranden   van het aandrukelement   3,.Voornoemde   drager en aan- drukelement kunnen worden gekoppeld door vier in kruisverband aan te brengen verbindingselementen 11,

   die enerzijds voorzien zijn van twee trek- haken   12-13   en een   grijpmiddel  14 dat toelaat voornoemde trekhaken te doen samenwerken met de pin 15 Anderzi jds zijn voornoemde verbindingselementen voorzien van een gleuf 16 waardoor een pin 17 steekt.De verbindingselemen- ten kunnen onder spanning gehouden worden door een trekveer 18, die ener- zijds verbonden is aan voornoemde pin 17 en anderzijds aan een pinnetje 19 dat op de verbindingselementen bevestigd is. 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 



   Het gebruik van de inrichting is uiterst eenvoudig en het volstaat, zoals weergegeven door figuur 2, een trekkracht F op de   verbindingselemen-   ten 11 uit te oefenen om het loshaken van beide   hoofddelen,   met andere woorden de drager 1 en het aandrukelement 7 te bewerkstelligenoDe alzo verwijderde drager kan dan met flessen of dergelijke vaten gevuld worden, het aandrukelement over voornoemde flessen geschoven en de bevestigingsele- menten door een kleine trekkracht in hun werkstand gebracht worden (zie figuren 1 en 3) De veren 18 dragen   er 'zorg   voor dat het aandrukelement steéds tegen de hals van voornoemde flessen, drukt,

   hetgeen in de eerste plaats ten goede komt aan het uitschakelen van het rinkelend geluid ver- wekt door onder trilling staande flessen Het in kruisverband aanbrengen van de verbindingselementen verzekert de volledige stabiliteit van de   inrichting .Voor   het wegnemen der flessen volstaat het, het   aandrukelement   7 te verwijderen, waardoor de flessen of dergelijke over heel hun   hoogte'   zichtbaar   zijno0m   het opbergen van de ledige inrichting te vergemakkelijken is het voldoende de drager 1 met het aandrukelement 7 op elkaar te leggen en te koppelen door de verbindingselementen   1!.Zodoende   zal men bemerken dat men voor een groot aantal van zulke inrichtingen maar over een kleine bergruimte moet beschikken. 



   Het is vanzelfsprekend dat de drager kan voorzien zijn van gelijk welke middelen die toelaten de fles te steunen, voornoemde uitdiepingen 2 te vervangen of vervolledigen Eveneens is het vanzelfsprekend dat de inrichting uit ieder materiaal en in iedere afmeting kan vervaardigd wor- den en kan voorzien worden van ieder   geschikt .middel   dat het praktisch gebruik van de inrichting voorwerp der uitvinding, kan bevorderen. 



    EISEN.   



   1 Inrichting voor het dragen van flessen en dergelijke, daardoor gekenmerkt dat zij in hoofdzaak bestaat uit de combinatie van een betrek-   keli.jk   platte drager waarop voornoemde flessen of dergelijke rusten, een bovenste betrekkelijk plat   aandrukelement   dat op het bovenste gedeelte van de flessen of dergelijke een druk uitoefent en één of meerdere verbin- dingselémenten die voornoemde drager en aandrukelement kunnen koppelen of ontkoppelen. 



   2 Inrichting volgens eis 1, daardoor gekenmerkt dat de koppe- ling tussen de drager en het aandrukelement langs ieder van twee overeen- liggende zijden van de inrichting geschiedt, door tussenkomst van twee verbindingselementen in kruisverband aangebracht. 



   3 Inrichting volgens eisen 1 en 2, daardoor gekenmerkt dat de in kruisverband aangebrachte verbindingselementen scharnierend aan de dra- ger   bevestigd   zijn en dat beide verbindingselementen onafhankelijk zijn van elkaar. 



   40- Inrichting volgens de eisen 1,2 en 3, daardoor gekenmerkt dat de verbindingselementen aan hun vrij uiteinde tenminste één haak bezit- ten en een greep en aan het scharnierend uiteinde een gleuf waardoor een spil   steekt.   



   50- Inrichting volgens voorgaande eisen, daardoor gekenmerkt dat de verbindingselementen aangespannen worden door een trekveer, die enerzijds steun vindt op de drager en   anderzijds   op het   verbindingselementr.   



   60- Inrichting volgens eis 1, daardoor gekenmerkt dat de platte drager   cirkelvormige   uitdiepingen bevat waarin de flessen of dergelijke gesteund worden. **WAARSCHUWING** Einde van DESC veld kan begin van CLMS veld bevatten **.

Claims

7 Inrichting volgens eis 1,daardoor gekenmerkt dat het be- <Desc/Clms Page number 3> trekkelijk plat aandrukelement cirkelvormige openingen bevat die op de hals van de flessen passen.

8 Inrichting voor het dragen van flessen en dergelijke, in hoofd- zaak zoals hiervoor beschreven en weergegeven door bijgaande tekeningen.