<Desc/Clms Page number 1>
WERKWIJZE EN GIETVORM.TER VERVAARDIGING VAN LOLLIES IN DE VORM VAN EEN
FLUITJE.
De uitvinding betreft een werkwijze en een gietvorm voor het ver- vaardigen van fluitvormige gietstukken van suiker., zogenaamde lollies., in de vorm van een fluit, met toepassing van een vierdelige vorm.. bestaande uit twee buiten-vormhelften, een na de verharding uittrekbare tong en een deze dragend bodemstuk. Bij de tot nu toe bekende vervaardigingsmethoden werd de vloeibare suiker in een gedeelde vormgebracht, en nadat de suiker tegen de binnenwand van de metalen vorm door snelle afkoeling vlas verharde werd de vorm omgedraaid., zodat de nog vloeibare suiker uit het midden van de vorm kan wegvloeien.
Hier- door ontstond de vereiste fluitvormige holte, die aan het einde op willekeuri- ge wijze werd afgesloten. De bij het gieten optredende temperattuurschommelin- gen van de suiker en de gietvormen, invloeden die niet geheel kunnen worden uitgeschakeld., houden het gevaar in van een betrekkelijk hoog afvalpercentage.
De wanddikten van de fluitjes kunnen bij deze fabricagewijze tot 3 mm en de gewichten tot 6 g schommelen. Deze fabricagewijze voor suiker±luitjes, waar- bij dikwijls in het geheel geen fluittoon te verkrijgen was, wordt onveranderd sedert ongeveer 50 jaren toegepast.
Om nu onafhankelijk te worden van temperaturen en afkoelingstijds- duren en volkomen gelijkmatige lollies te kannen vervaardigen, die altijd een toon voortbrengen, wordt volgens de uitvinding de bekende., uit de bovengenoem- de vier delen bestaande vorm gedeeltelijk vol gegoten en dan wordt een aan de gewenste holle vorm van de lollie aangepaste metalen kernstift in de vloeibare en daarbij weggedrongen suikervulling gebracht-., waarbij de kernstift zodanige afmetingen kan hebben dat zij ter vorming van een doorlopende holte in de diepste stand met de kerntong in aanraking komt.,
waarna alle delen in deze stand blijven tot de suiker is verhard, om ten slofte uit het suiker±luit- lichaam getrokken resp. van zijn oppervlakken verwijderd te worden. Elke volgens deze werkwijze gemaakte lollie heeft eenzelfde gewicht en dezelfde of ongeveer dezelfde toon. Verder wordt behalve de gelijkmatigheid vooral ook een snellere fabricage verkregen,., aangezien de suikermassa in de vorm nu niet alleen van de inwendige vlakken van de metalen vorm uitgaande doch eveneens
<Desc/Clms Page number 2>
van het midden uit voortschrijdend, tengevolge van snelle warmteafvoer door de ingebrachte metalen stift gelijkmatig van binnen en van buiten afkoelt en verhardt.
De tekening verduidelijkt de uitvinding met een voorbeeld van een gietvorm, geschikt voor het toepassen van de werkwijze volgens de uit- vinding.
Fig. 1 is een verticale doorsnede van de gietvorm met een er naast gelegen vormkern.
Fig. 2 toont de stand van de vormkern voor het inbrengen in de vorm.
Fig. 3 toont de gevulde vorm met uitgebrachte kernstift.
Fig. 4 toont de uiteengenomen vormdelen met de gegoten lollie in doorsnede.
De gietvorm bestaat uit de beide vormhelften 1 en 2, die samenge- voegd een holte vormen, die overeenkomt met de uitwendige gedaante van de te maken lollie of suiker±luit. Deze beide vormhelften worden op een voet 3 geplaatst, die is voorzien van zijdelingse klemmen voor het tegen elkaar drukken der beide vormhelften en waaruit een kemtong 4 naar buiten steekt, die zich in de holte der beide vormhelften 1 en 2 uitstrekt. Deze tong kont, wat afmetingen betreft, overeen met het blaaskanaal van het te gieten fluitje. De vormhelft 2 is aan de buitenzijde evenwijdig met de hartlijn der holte van een geleiding 5 voordien, waarin een overeenkomstige leipen 6 van boven af kan worden ingestoken.
De leipen 6 is door een brug 7 met een kernstift 8 verbonden, die evenwijdig aan de leipen 6 loopt en in de holte tussen de beide vormhelften 1, 2 steekt. Daarbij is de kernstift 8 aangepast aan de gewenste vorm van de holte van het te gieten fluitlichaam.
<Desc / Clms Page number 1>
METHOD AND CASTING FOR MANUFACTURE OF LOLLIES IN THE FORM OF A
WHISTLE.
The invention relates to a method and a mold for producing flute-shaped castings of sugar, so-called lollipops, in the shape of a flute, using a four-part mold consisting of two outer mold halves, one after hardening. retractable tongue and a base supporting it. In the manufacturing methods known hitherto, the liquid sugar was brought into a divided mold, and after the sugar hardened against the inner wall of the metal mold by rapid cooling flax, the mold was turned over so that the still liquid sugar can be removed from the center of the mold. draining.
This created the required flute-shaped cavity, which was randomly closed at the end. The temperature fluctuations of the sugar and the molds occurring during the pouring, influences which cannot be completely eliminated, entail the risk of a relatively high waste percentage.
The wall thicknesses of the whistles can fluctuate up to 3 mm in this manufacturing method and the weights up to 6 g. This method of manufacture for sugar limes, in which often no whistling tone could be obtained at all, has been used unchanged for about 50 years.
In order now to become independent of temperatures and cooling times and to produce completely uniform jugs which always produce a tone, according to the invention the known mold consisting of the above-mentioned four parts is partially filled and then a cone is added. The desired hollow shape of the lolly-adapted metal core stick is introduced into the liquid and thereby displaced sugar filling, the core stick being dimensioned to contact the core tongue in its deepest position to form a continuous cavity.
after which all parts remain in this position until the sugar has hardened, in order to finally be pulled or pulled out of the sugar body. to be removed from its surfaces. Each lollipop made by this method has the same weight and the same or approximately the same tone. Furthermore, in addition to the uniformity, a faster production is also obtained, since the sugar mass in the mold now not only starts from the internal surfaces of the metal mold, but also
<Desc / Clms Page number 2>
progressing from the center, cools and hardens evenly from the inside and outside as a result of rapid heat dissipation by the inserted metal pin.
The drawing illustrates the invention with an example of a casting mold suitable for applying the method according to the invention.
FIG. 1 is a vertical section of the mold with an adjacent mold core.
FIG. 2 shows the position of the mold core before insertion into the mold.
FIG. 3 shows the filled mold with the core pin released.
FIG. 4 shows the exploded moldings with the molded lollipop in cross section.
The mold consists of the two mold halves 1 and 2, which together form a cavity which corresponds to the external shape of the lolly or sugar lute to be made. These two mold halves are placed on a base 3 which is provided with lateral clamps for pressing the two mold halves together and from which protrudes a clamping tongue 4 which extends into the cavity of the two mold halves 1 and 2. This tongue conforms in size to the bladder channel of the whistle to be poured. The mold half 2 is on the outside parallel to the axis of the cavity of a guide 5 before, into which a corresponding guide pin 6 can be inserted from above.
The guide pin 6 is connected by a bridge 7 to a core pin 8, which runs parallel to the guide pin 6 and projects into the cavity between the two mold halves 1, 2. The core pin 8 is adapted to the desired shape of the cavity of the flute body to be cast.