<Desc/Clms Page number 1>
ELECTRISCHE SIGNAAL INRICHT IN Go
De uitvinding betreft een electrische signaalinrichting, welke voor velerlei doeleinden kan dienen. De inrichting kan bijvoorbeeld worden gebezigd voor reclamedoeleinden of voor bevestiging of delen daarvan of van andere ruim- ten, waarbij de inrichting zodanig is, dat indien een of meer personen zich op een bepaalde plaats bevinden, de inrichting in werking treedt, waardoor een alarmtoestel of reclame-apparaat in werking wordt gesteld, waarbij de inrich- ting geheel automatisch werkt.
De inrichting volgens de uitvinding is in hoofdzaak daardoor geken- merkt, dat zij bestaat uit een electronen-buis met laagfrequente terugkoppeling, zodanig geschakeld, dat de buis in normale toestand genereert, waarbij met de terugkoppelketen een geleider is verbonden, die zodanig is aangebracht, dat een capacitieve beinvloeding van deze geleider, bijvoorbeeld door nadering van een persoon, respectief aanraking van die geleider, de buis afslaat, waardoor een reclame-, signaal- of alarminrichting wordt bediend.
In de tekening is bij wijze van voorbeeld een schakelschema aange- geven onder weglating van datgene, wat voor de uitvinding niet van direct be- lang is.
De inrichting bestaat uit een eenvoudig toestel, dat in een zeer kleine kast kan worden ondergebracht., die alle onderdelen bevat. De buis 1, die als triode is geschakeld, wordt gevoed door de voedingstransformator 2, die een wisselspanning van geschikte waarde, bijvoorbeeld 250 Volt, levert voor de anodevoeding van de buis 1.
Tevens is een extra secundaire wikkeling 3 aangebracht voor het gloeilichaam van de kathode van de buis 1 of voor de gloeikathode zelf, indien een direct verhitte buis zou worden gebruikt.
De gloeistroomvoedingsketen is verder niet getekend. Tussen anode en stuurroosterketen van de buis is een laagfrequentterugkoppeling aangebracht met behulp van een geschikte transformator met ijzerkern 4. De primaire wikke- ling 5 van deze transformator'ligt tussen anode en stuurrooster van de buis.1
<Desc/Clms Page number 2>
onder tussenvoeging van een roostercondensator 6 met lekweerstand 7. In de ke- ten van de wikkeling 5 zijn tevens een aantal variabele of instelbare conden- satoren opgenomen voor het instellen van de frequentie, waarop de buis 1 ge- nereert, welke frequentie bijvoorbeeld in de orde van grootte van 30 Iillz kan zijn.
In de anodevoedingslijn is tussen de secundaire wikkeling van de trans- formateur 2 en de secundaire wikkeling van de terugkoppeltransformateur 4 een gevoelig relais .2 opgenomen met bijhorend contact 10. Gedurende de normale be- drijfstoestand, waarin de buis 1 genereert, is de stroom door het relais 2 zo zwak, dat het contact 10 geopend blijft. Zodra echter door een of andere oor- zaak de buis 1 afslaat, neemt de anodestroom, welke onder andere door het re- lais 9 loopt, zodanig toe, dat het relais.9 het anker 10 sluit.
Dit afslaan van de buis 1 kan op de volgende wijze worden tot stand gebracht. Met een geschikt punt van de terugkoppelketen is bijvoorbeeld tussen het anode-einde van de wikkeling 1 van de terugkoppeltransformator 4 en de af- stemcondensatoren 8, over en vaste condensator 11 een leiding 12 aangesloten.
Door capacitieve beinvloeding van deze leiding 12, bijvoorbeeld door het naderen van een persoon tot de lijn 12. kan worden verkregen, dat de buis 1 afslaat en het relais 2 zijn anker 10 sluit.
Indien bijvoorbeeld het toestel als reclametoestel wordt gebruikt. kan het kastje in een winkelruimte opgesteld en worden een of meer draden 12 aan de binnenkant van het etalagevenster aangebracht. Het anker 10 kan hetzij rechtstreeks of indirect de voedingsketen sluiten van een of ander reclame- verlichtingstoestel of van de lampen, die de etalage verlichten. In dit geval blijft de verlichting gedoofd tot een persoon zich voor het venster plaatst, waardoor als gevolg van de capacitieve beinvloeding van de draad of draden 12 de buis 1 afslaat en de verlichting of reclameverlichting ontstoken wordt.
Verwijdert genoemde persoon zich, dan slaat het relais.2 weder af en de ver- lichting of reclame-verlichting dooft.
Op analoge wijze kan men een of meer draden 12 aanbrengen in een kamer, bijvoorbeeld onder de vloer, waarbij de inrichting zodanig werkt, dat, indien iemand de kamer betreedt het toestel in werking komt. Zo kan men ook bijvoorbeeld automatisch deuren openen bij het naderen van een of meer perso- nen, terwijl ook het tellen van voorbijgangers mogelijk is. Dit is op zichzelf met behulp van andere inrichtingen bekend, doch dergelijke inrichtingen zijn minder compact en belangrijk kostbaarder dan de inrichting volgens de aanvra- ge, die bovendien bij de genomen proeven uiterst gevoelig blijkt te zijn. Aan- gezien het relais ¯9 gevoelig is en aanspreekt op enkele, bijvoorbeeld 10, mA., zal dit relais in vele gevallen niet in staat zijn, de te bedienen apparatuur rechtstreeks te bedienen.
Het relais.2 kan dan worden gebruikt, zoals in de te- kening aangegeven om een tweede, zwaarder relais te besturen.
In de tekening is aangegeven, dat van de secundaire wikkeling van de transformator 2 bij de aftakking 13 een leiding voert over een gelijkrich- ter 14, welke de wisselstroom gelijkricht, welke gelijkstroom gevoerd wordt naar het contact 10 van relais .2.
Aangenomen, dat dit contact gesloten is, zal de gelijkgerichte wis- selstroom van de gelijkrichter 14, die bijvoorbeeld uit een of meer metaalge- lijkrichters kan bestaan, gevoerd worden naar het tweede relais en terug naar aarde, zodat dit relais bekrachtigd wordt. Parallel over dit relais kan bij- voorbeeld een neon-lampje 16 worden geplaatst, dat door oplichten aangeeft, dat het relais ¯9 in werking is gesteld. Het relais 15 bestuurt de werking van de contactinrichting 16, welke opgenomen is in de van het net komende voedings- lijnen voor het reclame- of alarmapparaat, aangesloten op de klemmen 17 of 18.
De contacten 16 kunnen, zoals getekend, dubbel uitgevoerd zijn, zodat met rust- stroom of met arbeidsstroom kan worden gewerkt. Bij het inschakelen van het toestel, dat in een klein afgeschermd kastje kan zijn aangebracht, zal aller- eerst het relais.9 bekrachtigd worden, zodat de lamp 16 oplicht. Zodra de buis 1 gaat genereren, dooft de lamp 16 en licht eerst weder op, zodra de buis 1 af- slaat en de alarm- of reclame-inrichting in werking treedt.
Natuurlijk is het mogelijk tevens een indicator aan te brengen,
<Desc/Clms Page number 3>
welke aangeeft, dat de inrichting in werking is en welke indicator uitscha- kelt, zodra de buis 1 afslaat (in welk geval de buis 16, zoals gezegd, op- licht).