<Desc/Clms Page number 1>
" Schoen met rolinriohting "
De uitvinding heeft als voorwerp een schoen, die voorzien is van een rolinriohting, en voordeelig schaatsen, rolsohaatsen en dergelijke kan vervangen, voor de beoefening van sporten waarbij deze voorwerpen noodzakelijk zijn.
Het hoofdkenmerk der uitvinding is dat meerdere rolkogels draaibaar gelagerd zijn in den sohoenzool. Bij voorkeur echter worden deze kogels gemonteerd in lagerblokken, die van bolvormige uithollingen voorzien zijn, en met tus- sohenshakeling van hulpkogels, ten einde de wrijvingsverliezen zooveel mogelijk te beperken; de lagerblokken worden vastgemaekt op een metalen plaat, die tussohen de binnenzool en de loopzool van den schoen aangebracht wordt en
<Desc/Clms Page number 2>
den vorm bezit van deze laatsten.
Deze schoenen bieden de mogelijkheid zich zeer snel voort te bewegen, of te rollen, over gladde oppervlakken, zooals dit ook het geval is voor schaatsen en rolschaatsen, maar de schoenen volgens de uitvinding, met hun rolinrichting, laten een veel grootere bewegingsvrijheid aan den gebruiker, en bieden daarbij de mogelijkheid bewegingen uit te oefenen, die zeer moeilijk of niet te verwezenlijken zijn met gewone schaatsen of rolschaatsen, zooals bijvoorbeeld het achteruit- rijden, het zijdelingsch wegglijden en het nemen van zeer lcorte boahten, hetgeen de aantrekkelijkheid van sommige spor- tenzooals bij voorbeeld ijshokey, zeer verhoogt.
Ben voordeeligen uitvoeringsvorm der uitvinding zal hierna beschreven worden, ten verklarenden titel, en met ver- wijzing naar de figuren der bijgaande teekening.
Figuur 1 is een voorzicht in opstand van een schoen met rolinriohting.
Figuur 2 is ins ;elijks een zicht in opstand, maar met langsdoorsnede over de schoenzool.
Figuur 3 is een perspectiefzicht van de tusschenplaat met de erop bevestigde lagerblokken en rolkogels.
Figuur 4 is een vertikale doorsnede over een lagerblok met den daarin gemonteerden rolkogel, on tevens over het om- liggend gedeelte van de schoenzool en de tussohenplaat.
Figuur 5 is een perspectiefzicht van een lagerblok met rolkogel.
De schoen met rolinrichting bestaat uit een bovengedeel- te 1, een loopzool 2, een hak 3, en een binnenzool 4, waarvan de vervaardiging in geenendeele afwijkt der bestaande verwe- zenlijkingen van dien aard.
Tusschen de loopzool 2 en de binnenzool 4 is een plaat uit weerstandbiedend materiaal, bijvoorbeeld staal- of alumi-
<Desc/Clms Page number 3>
@niumplaat bevestigd. Deze plaat heeft den vorm van de beide Zolen en kan aan de binnenzool genaaid worden; zij is daar- toe van gaatjes 6 voorzien.
Op de plaat 4 zijn, zooals zeer duidelijk geïllustreerd door figuur 3, drie lagerblokken 7 bevestigd, waarvan twee in de zolen en de derde in de hak gewerkt zijn, waarbij deze lagerblokken bij voorkeur in één rechte lijn liggen, die ge- /legen is in het symmetrievlak van den schoen. De bevestiging der lagerblokken op de plaat 4 wordt bekomen door middel van sohroeven, stiften met omgezette uiteinden, of dergelijke aangepaste bevestiging,-- middelen; ieder lagerblok 7 is hier- toe voorzien van een flens 8, waarin gaatjes 8' geboord zijn.
De,lagerblokken vertoonen den vorm van een afgeknotte pyra- mide, waarbij de flens 8 aan de basisoppervlakte aangebracht is, terwijl aan het andere uiteinde een bolvormige holte 9' in ieder lagerblok 7 aangebracht is, waarin een rolkogel 9 gelagerd is met tussohenplaatsing van hulpkogels 10 . Zooals figuren 2 en 4 aantoonen, zijn de verschillende lagerblokken
7 heelemaal in de buitenzolen en de hak van den schoen gebor- gen, en steken enkel de verschillende kogels een weinig uit.
Het zou insgelijks mogelijk zijn de loopzool 2 en de lagerblokken 7 door bijzondere bevestigingsmiddelen, bijvoor- beeld schroeven, met elkaar te verbinden; hierdoor kan de stijfheid van het geheel vergroot worden.
Het is voldoende dat de rolkogels drie vier millime- ter uit het loopvlak van de zool 2 steken, om een vrije be- weging in alle richtingen mogelijk te maken, in de veronder- stelling dat de persoon die deze schoenen gebruikt, zijn even- wicht op de drie achter elkaar in één lijn liggende kogels kan behouden. Deze laatste kunnen echter ook volgens versohil- lende andere wijzen geplaatst worden. Nochtans geeft de in de teekening aangegeven schikking de beste uitslagen. Met een
<Desc/Clms Page number 4>
dergelijke plaatsing der rolkogels is het bijvoorbeeld ook nog mogelijk een beweging met groote snelheid op zeer korten afstand volledig af te remmen. Hiertoe is het voldoende de loopzool van den schoen op het rijvlak te laten drukken.
Vanzelfsprekend is de uitvinding niet beperkt bij den hiervoorgaand beschreven uitvoeringsvorm; men zou inderdaad vele konstrukbievarianten kunnen voorzien zonder van het prin- cipe der uitvinding af te wijken.
E I S C H E N.
1.) Schoen met rolinrichting, met het kenmerk dat meer- dere rolkogels draaibaar gelagerd zijn in de schoenzool.
2. ) Schoen met rolinrichting volgens eisoh 1, met het kenmerk dat drie rolkogels in de schoenzool gelagerd zijn, waarbij deze kogels in een rechte, lijn geplaatst zijn, welke samenvalt met het symmetrevlak van den schoen.
3.) Schoen met rolinrichting volgens eischen 1 en 2, met het kenmerk dat de kogels gemonteerd zijn in bolvormige holten, aangebracht in lagerblokken bevestigd op de schoen- zool.
4. ) Schoen met rolinriohting volgens eischen 1 tot 3, met het kenmerk dat de rolkogels steunen op hulpkogels, teneinde de wrijvings verliezen te verminderen, en dat de lagerblokken den vorm vertoonen van afgeknotte pyramiden waarbij de basisen dezer lichamen flenzen bezitten, die toe- laten ze te bevestigen op een metalen plaat, die tussohen den loopzool en den binnenzool aangebracht is en den vorm bezit van deze laatsten. **WAARSCHUWING** Einde van DESC veld kan begin van CLMS veld bevatten **.