<Desc/Clms Page number 1>
EMI1.1
. V 1 e e 8 0 h 8 n i j m a 0 h 1 n e De uitvinding heeft betrekking op eene vleesch-
EMI1.2
snijmachineaarbij de tafel eene heen- en weergaande be- weging uitvoert en het verticale mes door een ketting wordt aangedreven.
De machine volgens de uitvinding bezit de volgen- de kenmerken:
Volgens de uitvinding zijn het gestel van de ma- chine,de ondersteuning voor de vleeschplaat of de vleesch- plaat zelf en het aan de onderzijde van deze ondersteuning aangebouwde gedeelte als een enkel gietstuk gevormd, ter- wijl de steun voor de mesas en de besohermingswand voor de aandrijvende organen een tweede gietstuk vormen.
Verder is een kenmerk,dat de steun voor de mesas niet zooals bij de bekende machines,tusschen het machine- gestel en de vleeschplaat of opvangtafel is aangebracht, maar aangebracht is aan de tegenover het handwiel liggende zijde van het gestel.
<Desc/Clms Page number 2>
Volgens de uitvinding is verder de steun voor de mesas als gebogen constructieelement uitgevoerd en wel zoo- danig,dat hij met het ondereind aan het machinegestel be- vestigd is en aan het boveneinde als ondersteuning van de mesas en het bovenste kettingwiel dient.
Daarbij is de ondersteuning van de vleeschplaat of de vleeschplaat zelf aan de langszijde van het gestel aangegoten en bezit deze dezelfde lengte als het gestel.
Onder de plaat-ondersteuning is een steunwand aangegoten, waardoor een ruimte ontstaat voor opname van de onderste aandrijforganen voor de mesas.
De steun voor het mes bestaat volgens de uitvin- ding uit een trapezoidevormig en een daarop aansluitend U-vormig gedeelte. Beide deelen kunnen uit één stuk gego- ten worden. Het trapezoidevormig deel dient voor de op- name van de aandrijforganen voor het mes en tevens als be- scherming daarvoor.
De voorwand van het trapezoidevormige deel van des messtoel kan hoekig gebogen of vlak verloopend zijn.
Het onderste kettingrad kan volgens de uitvinding buiten het door de mesas gaande verticale vlak en naar den messtoel toe verschoven zijn,waardoor een ruimtebesparing verkregen wordt en waardoor het mogelijk is de voorste schutplaat van den messtoel volkomen vlak uit te voeren.
Daarbij kan het eene deel van den ketting verti- caal loopen.
De ondersteuning van de vleeschplaat kan aan het bovenvlak van uitsparingen voorzien zijn,waarbij de vleesch- plaat zelf op de ondersteuning gelegd wordt. Het bovenvlak kan ook massief zijn en zelf als vleeschplaat dienen.
Met de constructie volgens de uitvinding worden belangrijke voordeelen verkregen:
1./ de bouw en het vervaardigen worden sterk vereen-
<Desc/Clms Page number 3>
voudigd,daar de hoofdonderdeelen der machine slechts uit twee gietstukken bestaan;
2./ daar de messtoel aan de korte, tegenover get vlieg- wiel gelegen zijde aangebracht en bevestigd is,ontstaat een stabielere constructie,daar de door het vleesch op het mes uitgeoefende krachten,die een koppel veroorzakendat op den messteel overgebracht wordt,op gunstiger wijze worden opgenomen ;
3. / daar de voorwand van den messtoel schuin toe- loopt,kan men de afgesneden plakken vleesch gemakkelijker met de hand opvangen en wegleggen.
Bij bekende machines is de as van het onderste kettingwiel buiten het gestel ondersteund,zoodat deze as met het einde in het onderste deel van den messtoel uit- steekt. Dit heeft het nadeel, dat het monteeren lastig is, terwijl het geheel ontoegankelijker is,wat het smeren be- moeilijkt.
De uitvinding voorkomt deze nadeelen.
In de teekening is een uitvoeringsvoorbeeld der machine volgens de uitvinding aangegeven.
Fig, 1 is een vooraanzicht.
Fig. 2 is een horizontale doorsnede door fig. 1 over de lijn I-I.
Fig. 3 is een verticale doorsnede over de lijn 11-11 van fig, 1.
Fig. 4 is een horizontale doorsnede over de lijn III-III van fig. 1,
Fig, 5 is een horizontale doorsnede over de lijn IV-IV van fig, 1.
Fig. 6 is een perspectivisch aanzicht op de beide gietstukken,die de hoofdonderdeelen der machine vormen.
<Desc/Clms Page number 4>
1 is het machinegestel,aan de voorzijde waarvan het over de geheele breedte doorloopende,aangebouwde ge- deelte 3 is aangebracht. 4 is de vleeschplaat,die door het bovenvlak van het deel 3 gevormd wordt. Dit bovenvlak kan desgewenscht van groote uitsparingen voorzien zijn,waar- door een raamwerk ontstaat,waarop een losse vleeschplaat kan worden geplaatst. De vleeschplaat of de ondersteuning daarvoor kan door aangegoten ribben 5 ondersteund worden,
De slede 6 van de machine beweegt zich op de be- kende wijze heen en weer en wordt door een tweetal lei- banen 7 geleid,van welke leibanen er slechts één geteekend is.
De leibanen 7 worden elk door tweeaan het ge- stel 1 aangegoten deelen 8 gedragenwelke deelen 8 door een verticale ribbe 9 (fig.3) met elkaar verbonden zijn.
De ribbe 9 vormt tevens den voorwand van het gestel 1.
Door de ribbe wordt een doelmatige afscheiding tusschen het t&felvlak 4 en de overige deelen der machine verkregen, in het byzonder van de aandrijvende organen,zoodat in te- genstelling met het bij de bekende machines optredende be- zwaar,vleeschresten e.d.niet onder de slede 6 en niet in het gestel 1 kunnen komen,wat tot vervuiling aanleiding geeft.
De bevestiging van den messtoel 11 geschiedt door middel van bouten 10 tegen den,tegenover het vliegwiel lig- genden,zijwand van het uitgebouwde gedeelte 3 van het ge- stel 1. De messtoel draagt aan het boveneind het asblok 12 voor de mesas. De asbus 13 is aan den messtoel door lager- deksels 15 en bouten 16 bevestigd. Op de mesas 14 zijn het mes 17 en het kettingwiel 18 aangebracht. Teneinde de as zoo kort mogelijk te kunnen houden,verdient het aanbeveling
<Desc/Clms Page number 5>
het kettingwiel 18 zoo dicht mogelijk bij het mes aan te brengen. De aandrijving van het mes geschiedt op de gebrui- kelijke wijze vanaf de as 19 en kettingwiel 20 door den ketting 21, die het kettingwiel 18 aandrijft. De as 19 en het kettingwiel 20 zijn binnen het gestel aangebracht (fig.
1-3) en worden daardoor geheel omsloten.
Bij den in de teekening aangegeven uitvoerings- vorm zijn de mesas 14 en de aandrijvende as 19 zoodanig geplaatst ten opzichte van elkaar,dat de trekkende part van den ketting 21 vertioaal loopt.
In de opvangtafel 4 is een opening 22 uitgespaard om den ketting 21 door te laten.
De messtoel 11 bestaat in hoofdzaak uit een tra- pezoidevormige zuil (fig.5). Deze doorsnede vorm wordt ver- kregen door samenbouw van een U-vormig deel 23-24,waar van de open zijde naar de opvangtafel is toegekeerd en een ongeveer driehoekig deel 25,26. 23 is het verticale en 24 het horizontale deel van het U-vormige gedeelte van den messtoel.
Het asblok 12 vormt een geheel met het U-vormige deel 23,24.
Door het aanbrengen van de als bescherming dienen- de plaat 25,die den ketting opsluit,ontstaat de trapezoide- vorm van den messtoel (fig. 2,4,5).
De plaat 25 bezit een vlak verticaal gedeelte, waaraan het opgebogen einde 26 zich aansluit (fig.5). De plaat 25 kan echter ook met het deel 26 in één vlak liggen.
De plaat 25,26 kan met den messtoel 11 uit één stuk gegoten zijn en sluit tegen het voorvlak van het deel 23 van den messtoel aan.
Het deel 26 is zoodanig gevormddat het onder een
<Desc/Clms Page number 6>
flauwen hoek in den wand 9 overgaat.
De in het deel 26 aangebrachte uitsparing 27 dient om het mes door te laten.
De plaat 2526 rust met den onderkant op het ta- felvlak 4.
De messtoel 11 is van een ribbe 28 en een ach- tergedeelte 29 van geringe hoogte voorzien. Deze deelen voorkomen het vallen van vleeschresten in den messtoel.
Het in de teekening massief aangegeven tafelvlak 4 kan van uitsparingen voorzien wordenzoodat een raam- werk ontstaatdat als ondersteuning dient voor een losse vleeschplaat van geschikt materiaal.
<Desc / Clms Page number 1>
EMI1.1
. The invention relates to a meat product.
EMI1.2
The cutter performs a reciprocating motion near the table and the vertical knife is driven by a chain.
The machine according to the invention has the following features:
According to the invention, the frame of the machine, the support for the meat plate or the meat plate itself and the portion attached to the underside of this support are formed as a single casting, while the support for the knife shaft and the protection wall form a second casting for the driving elements.
A further feature is that the support for the knife shaft is not disposed, as in known machines, between the machine frame and the meat plate or receiving table, but is disposed on the side of the frame opposite the hand wheel.
<Desc / Clms Page number 2>
According to the invention, the support for the blade shaft is further designed as a curved structural element, in such a way that it is attached to the machine frame with its lower end and serves at the top as a support for the blade shaft and the upper sprocket wheel.
The support of the meat plate or the meat plate itself is cast on the longitudinal side of the frame and has the same length as the frame.
A supporting wall is cast under the plate support, creating a space for receiving the lower drive members for the knife shaft.
According to the invention, the support for the knife consists of a trapezoid-shaped and a U-shaped part adjoining it. Both parts can be cast in one piece. The trapezoid-shaped part serves to receive the drive elements for the knife and also to protect it.
The front wall of the trapezoidal part of the knife seat can be angularly curved or flat.
According to the invention, the lower chain wheel can be shifted outside the vertical plane passing through the knife axis and towards the knife seat, whereby a saving of space is obtained and whereby it is possible to make the front protective plate of the knife seat completely flat.
Part of the chain can then run vertically.
The support of the meat plate can be provided with recesses on the top surface, the meat plate itself being placed on the support. The top surface can also be solid and itself serve as a meat plate.
Significant advantages are obtained with the construction according to the invention:
1. / construction and manufacturing are strongly combined
<Desc / Clms Page number 3>
fold, since the main parts of the machine consist of only two castings;
2. As the knife seat is arranged and fixed on the short side opposite the flywheel, a more stable construction is obtained, since the forces exerted by the meat on the knife, which cause a torque transmitted to the knife handle, are more favorable. be incorporated way;
3. / as the front wall of the knife seat is sloping, it is easier to collect and put away the cut slices of meat by hand.
In known machines the shaft of the lower sprocket wheel is supported outside the frame, so that this shaft protrudes with its end into the lower part of the knife seat. This has the disadvantage that mounting is difficult, while the whole is more inaccessible, which makes lubrication difficult.
The invention avoids these drawbacks.
The drawing shows an exemplary embodiment of the machine according to the invention.
Fig. 1 is a front view.
FIG. 2 is a horizontal section through FIG. 1 along the line I-I.
FIG. 3 is a vertical section on the line 11-11 of FIG. 1.
FIG. 4 is a horizontal section on the line III-III of FIG. 1,
Fig. 5 is a horizontal section on the line IV-IV of Fig. 1.
FIG. 6 is a perspective view of the two castings that make up the main parts of the machine.
<Desc / Clms Page number 4>
1 is the machine frame, on the front side of which the add-on section 3, which extends over its entire width, is arranged. 4 is the meat plate formed by the top surface of the portion 3. If desired, this top surface can be provided with large recesses, whereby a framework is created on which a loose meat plate can be placed. The meat plate or the support therefor can be supported by molded-on ribs 5,
The carriage 6 of the machine moves back and forth in the known manner and is guided by two guideways 7, of which only one is drawn.
The guideways 7 are each carried by two parts 8 molded onto the frame 1, which parts 8 are interconnected by a vertical rib 9 (fig. 3).
The rib 9 also forms the front wall of the frame 1.
The rib provides an effective separation between the flange surface 4 and the other parts of the machine, in particular from the driving elements, so that, in contrast with the objection occurring in the known machines, meat residues and the like are not under the carriage 6. and cannot get into the frame 1, which gives rise to pollution.
The knife seat 11 is fastened by means of bolts 10 against the side wall of the removed portion 3 of the frame 1 opposite the flywheel. The knife seat carries the shaft block 12 for the knife shaft at its upper end. The shaft sleeve 13 is attached to the blade seat by bearing covers 15 and bolts 16. The blade 17 and the sprocket wheel 18 are mounted on the blade shaft 14. In order to keep the axis as short as possible, it is recommended
<Desc / Clms Page number 5>
mount the sprocket 18 as close to the blade as possible. The drive of the blade is effected in the usual manner from the shaft 19 and sprocket wheel 20 by the chain 21 which drives the sprocket wheel 18. The axle 19 and the sprocket wheel 20 are arranged inside the frame (fig.
1-3) and are thereby completely enclosed.
In the embodiment shown in the drawing, the blade shaft 14 and the driving shaft 19 are positioned with respect to each other such that the pulling part of the chain 21 is vertical.
An opening 22 is cut in the receiving table 4 for the chain 21 to pass through.
The knife seat 11 essentially consists of a pedestal-shaped pillar (fig. 5). This cross-sectional shape is obtained by assembling a U-shaped portion 23-24, the open side of which faces the receiving table, and an approximately triangular portion 25,26. 23 is the vertical and 24 is the horizontal part of the U-shaped portion of the knife seat.
The axle block 12 is integral with the U-shaped part 23,24.
The trapezoid shape of the knife seat is created by applying the protective plate 25, which encloses the chain (fig. 2,4,5).
The plate 25 has a flat vertical portion to which the bent end 26 adjoins (Fig. 5). However, the plate 25 can also be flush with the part 26.
The plate 25,26 can be molded in one piece with the knife seat 11 and abuts against the front surface of the part 23 of the knife seat.
The portion 26 is formed such that it is under one
<Desc / Clms Page number 6>
faint corner merges into wall 9.
The recess 27 provided in the part 26 serves to allow the knife to pass through.
The plate 2526 rests with the bottom on the table surface 4.
The knife seat 11 is provided with a rib 28 and a rear portion 29 of low height. These parts prevent meat residues from falling into the knife seat.
The table surface 4 solidly indicated in the drawing can be provided with recesses so that a framework is created which serves as support for a loose meat plate of suitable material.