BE1031078B1 - Beugel, samenstel en werkwijze voor het inbrengen van een leiding in een reservoir - Google Patents

Beugel, samenstel en werkwijze voor het inbrengen van een leiding in een reservoir Download PDF

Info

Publication number
BE1031078B1
BE1031078B1 BE20225965A BE202205965A BE1031078B1 BE 1031078 B1 BE1031078 B1 BE 1031078B1 BE 20225965 A BE20225965 A BE 20225965A BE 202205965 A BE202205965 A BE 202205965A BE 1031078 B1 BE1031078 B1 BE 1031078B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
leg
bracket
fastening means
separate
pipe
Prior art date
Application number
BE20225965A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1031078A1 (nl
Inventor
Mario Gustaaf Mertens
Original Assignee
Mertens Home Solutions Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Mertens Home Solutions Bv filed Critical Mertens Home Solutions Bv
Priority to BE20225965A priority Critical patent/BE1031078B1/nl
Priority to EP23209557.0A priority patent/EP4375425A1/en
Publication of BE1031078A1 publication Critical patent/BE1031078A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1031078B1 publication Critical patent/BE1031078B1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65DCONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
    • B65D90/00Component parts, details or accessories for large containers
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02DFOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
    • E02D29/00Independent underground or underwater structures; Retaining walls
    • E02D29/12Manhole shafts; Other inspection or access chambers; Accessories therefor
    • E02D29/14Covers for manholes or the like; Frames for covers
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E03WATER SUPPLY; SEWERAGE
    • E03BINSTALLATIONS OR METHODS FOR OBTAINING, COLLECTING, OR DISTRIBUTING WATER
    • E03B11/00Arrangements or adaptations of tanks for water supply
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E03WATER SUPPLY; SEWERAGE
    • E03FSEWERS; CESSPOOLS
    • E03F5/00Sewerage structures
    • E03F5/10Collecting-tanks; Equalising-tanks for regulating the run-off; Laying-up basins

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Supports For Pipes And Cables (AREA)
  • Connection Of Plates (AREA)

Abstract

De uitvinding behandelt een beugel voor plaatsing in een mangat van een afdekplaat van een reservoir. De beugel omvat een U-vormig deel met een eerste been, een tweede been en een verbindingsstuk; de afstand tussen het eerste en het tweede been is minstens even groot als de dikte van de afdekplaat. Het eerste been omvat een eerste bevestigingsmiddel voor een leiding, welk ligt in het vlak van het eerste been. Het tweede been omvat een tweede bevestigingsmiddel voor een leiding, welke ligt in een vlak dat een hoek maakt ten opzichte van het vlak van het eerste been. De uitvinding behandelt verder een methode voor het plaatsen van een leiding in een reservoir door middel van de beugel. De beugel wordt op de afdekplaat geplaatst; de leiding wordt bevestigd in het eerste en tweede bevestigingsmiddel.

Description

Beugel, samenstel en werkwijze voor het inbrengen van een leiding in een reservoir
Domein van de uitvinding
Deze uitvinding bevindt zich in het domein van de leidingen.
Stand der techniek
Vloeistoffen en droge bulkgoederen worden frequent opgeslagen in reservoirs die voorzien zijn van een afdekplaat met een mangat erin. Een waterput of een graansilo zijn gekende voorbeelden van dergelijke reservoirs.
Vaak is het nodig om een doorvoer voor één of meerdere leidingen te realiseren doorheen de wand of de afdekplaat van het reservoir, bijvoorbeeld om het reservoir bij te vullen, leeg te pompen of te beluchten. Om deze leidingen te plaatsen worden één of meerdere gaten in de wand of de afdekplaat geboord. Vervolgens worden langs de binnenzijde van het reservoir beugels gemonteerd in de wand of de afdekplaat. Tenslotte worden de leidingen ingebracht langs de geboorde gaten en vastgezet in de gemonteerde beugels. Deze traditionele werkwijze heeft meerdere nadelen.
Ten eerste is de nauwkeurigheid van de boringen niet gegarandeerd. Zo kan het gebeuren dat de geboorde gaten onvoldoende nauwkeurig uitgelijnd zijn met de externe leidingen waardoor de leidingen aangepast moeten worden of de gaten opnieuw geboord moeten worden. Ook de beugels voor het vastzetten van de leidingen in het reservoir kunnen onvoldoende nauwkeurig uitgelijnd zijn ten opzichte van elkaar, ten opzichte van de gaten of ten opzichte van het interieur van het reservoir.
Ten tweede komt het voor dat het gekozen materiaal voor de beugels niet geschikt is voor de toepassing. Sommige materialen zullen zeer snel corroderen bij bepaalde toepassingen waardoor de leidingen loskomen en een storing kan optreden in de normale werking van het reservoir.
Ten derde is het niet altijd eenvoudig om de gaten, de beugels en de leidingen aan te brengen. Bij grote reservoirs moeten de gaten soms op een aanzienlijke hoogte boven de grond aangebracht worden, waardoor een ladder, stelling of hoogtewerker noodzakelijk is. Zeker aan de binnenzijde van het reservoir kan dit een grote uitdaging opleveren en gevaarlijke werkomstandigheden in de hand werken. Bij kleine reservoirs is de grootte van het mangat of de inhoud van het reservoir niet noodzakelijk voldoende groot om een werkman en zijn gereedschap op veilige wijze toegang te verschaffen.
Ten slotte vereist deze traditionele werkwijze een aanzienlijk tijdsinvestering van één of meerdere geschoolde arbeiders. Zij is dus duur om toe te passen.
Er is dus nood aan een alternatieve en verbeterde manier om leidingen te introduceren in reservoirs.
Samenvatting
De huidige uitvinding heeft tot doel aan de genoemde en andere nadelen een oplossing te bieden.
Volgens een eerste aspect van de uitvinding wordt een beugel voor plaatsing in een mangat van een afdekplaat van een reservoir openbaar gemaakt; waarbij de beugel een U-vormig deel omvat met een eerste been, een tweede been en een verbindingsstuk dat het eerste en het tweede been met elkaar verbindt; waarbij de afstand tussen het eerste en het tweede been minstens even groot is als de dikte van de afdekplaat; waarbij het eerste been een eerste geïntegreerd bevestigingsmiddel voor een leiding of een eerste montagepunt voor een eerste afzonderlijk bevestigingsmiddel voor een leiding omvat; waarbij het eerste geïntegreerd bevestigingsmiddel ligt in het vlak van het eerste been of waarbij het eerste montagepunt zodanig geplaatst is dat het eerste afzonderlijk bevestigingsmiddel ligt in het vlak van het eerste been; waarbij het tweede been een tweede geïntegreerd bevestigingsmiddel voor een leiding of een tweede montagepunt voor een tweede afzonderlijk bevestigingsmiddel voor een leiding omvat; waarbij het tweede geïntegreerd bevestigingsmiddel ligt in een vlak dat een hoek maakt ten opzichte van het vlak van het eerste been of waarbij het tweede montagepunt zodanig geplaatst is dat het tweede afzonderlijk bevestigingsmiddel ligt in een vlak dat een hoek maakt ten opzichte van het vlak van het eerste been.
De beugel omvat een U-vormig deel met een eerste en een tweede been die substantieel evenwijdig aan elkaar lopen. Het verbindingsstuk dat het eerste met het tweede deel verbindt, staat substantieel loodrecht op het eerste en het tweede been. Bij voorkeur is de lengte van het verbindingsstuk substantieel gelijk aan of iets groter dan de dikte van de afdekplaat. Deze geometrie laat toe om de beugel via het mangat op de afdekplaat te schuiven. Hierbij rust het eerste been op de bovenzijde van de afdekplaat en het verbindingsstuk rust tegen een zijde van het mangat. Afhankelijk van de lengte van het verbindingsstuk rust het tweede been tegen de onderzijde van de afdekplaat of niet.
De beugel kan vervaardigd worden uit meerdere materialen, zoals metalen, kunststoffen of composietmaterialen. Bij voorkeur is de beugel vervaardigd uit een metaal zoals bijvoorbeeld roestvast staal, gegalvaniseerd staal of aluminium. Een voordeel van een metalen beugel is dat de beugel gerealiseerd kan worden door het plooien van een metalen plaat, hetgeen een voordelige en makkelijk aanpasbare productiemethode is. Een nadeel van een metalen beugel is dat deze onder bepaalde omstandigheden kan corroderen. De vakman is op de hoogte van de materialen die al dan niet geschikt zijn voor gebruik afhankelijk van de omstandigheden.
Een bevestigingsmiddel voor een leiding is in deze context een geometrie die aangepast is om één of meerdere vrijheidsgraden van een leiding te beperken. Zo kan een bevestigingsmiddel de translatie van een leiding in één of meerdere richtingen en/of de rotatie van een leiding rond één of meerdere assen verhinderen. De vakman beseft dat dergelijke bevestigingsmiddelen op velerlei manieren gerealiseerd kunnen worden. Vaak, maar niet altijd, heeft een bevestigingsmiddel een ronde binnendiameter welke aangepast is aan de buitendiameter van de leiding welke vastgezet dient te worden. Wanneer doorheen deze uiteenzetting de diameter van een bevestigingsmiddel aangehaald wordt, wordt steeds de binnendiameter van het bevestigingsmiddel bedoeld.
Een geïntegreerd bevestigingsmiddel is in deze context een bevestigingsmiddel dat integraal deel uitmaakt van de beugel of onlosmakelijk verbonden is met de beugel. Een afzonderlijk bevestigingsmiddel is in deze context een bevestigingsmiddel dat door middel van een losneembare koppeling verbonden is met de beugel. Een montagepunt is in deze context een onderdeel van een mechanische koppeling die integraal deel uitmaakt van de beugel of onlosmakelijk verbonden is met de beugel, en die aangepast is om een losneembare koppeling met een afzonderlijk bevestigingsmiddel te realiseren. Specifieke voorbeelden van zowel geïntegreerde als afzonderlijke bevestigingsmiddelen en montagepunten worden doorheen deze uiteenzetting openbaar gemaakt.
Het vlak van een onderdeel is in deze context een denkbeeldig vlak dat substantieel evenwijdig loopt met het onderdeel en dat het onderdeel snijdt. Wanneer volgens deze uiteenzetting twee onderdelen in eenzelfde vlak liggen, dan zijn beide onderdelen substantieel evenwijdig aan elkaar en dan snijdt het vlak van het ene onderdeel ook het andere onderdeel. De vakman beseft dat reële mechanische onderdelen geometrisch niet perfect zijn: evenwijdige oppervlakken zijn niet noodzakelijk perfect evenwijdig, rechte hoeken zijn niet noodzakelijk perfect recht en onderdelen hebben een eindige en soms niet-constante dikte. Bovendien kunnen verschillende onderdelen verschillende diktes hebben.
De vakman zal het concept van het vlak dan ook interpreteren met in het achterhoofd de precisie en toleranties die gangbaar zijn in de bouwkunde.
In sommige uitvoeringsvormen van de beugel is de lengte van het tweede been zodanig dat de projectie van het eerste geïntegreerd bevestigingsmiddel of het eerste afzonderlijk bevestigingsmiddel op het vlak van het tweede been niet binnen het oppervlak van het tweede been valt.
In sommige uitvoeringsvormen van de beugel is de lengte van het tweede been zodanig dat de projectie van het eerste geïntegreerd bevestigingsmiddel of het eerste afzonderlijk bevestigingsmiddel op het vlak van het tweede been binnen het oppervlak van het tweede been valt, waarbij het tweede been een doorvoeropening omvat welke samenvalt met de projectie van het eerste geïntegreerd bevestigingsmiddel of het eerste afzonderlijk bevestigingsmiddel op het vlak van het tweede been.
In sommige uitvoeringsvormen van de beugel is de hoek tussen het vlak van het eerste been en het vlak van het tweede geïntegreerd bevestigingsmiddel of het tweede afzonderlijk bevestigingsmiddel substantieel gelijk is aan 90°.
In sommige uitvoeringsvormen van de beugel omvat het eerste been een eerste geïntegreerd bevestigingsmiddel voor een leiding, waarbij het eerste geïntegreerd bevestigingsmiddel een doorvoeropening is.
In sommige uitvoeringsvormen van de beugel, waarbij het eerste bevestigingsmiddel een doorvoeropening voor een leiding omvat, omvat het eerste been een derde montagepunt voor een derde afzonderlijk bevestigingsmiddel, waarbij het derde montagepunt zodanig geplaatst is dat het derde afzonderlijk bevestigingsmiddel ligt in een vlak evenwijdig aan het vlak van het eerste been, waarbij het derde montagepunt zodanig geplaatst is dat het derde afzonderlijk bevestigingsmiddel uitgelijnd is met de doorvoeropening in het eerste been.
In sommige uitvoeringsvormen van de beugel, waarbij het eerste been een derde montagepunt voor een derde afzonderlijk bevestigingsmiddel omvat, omvat het derde afzonderlijk bevestigingsmiddel een leidingbeugel, waarbij de leidingbeugel met één of meerdere bouten en/of schroeven verbonden is met het derde 5 montagepunt.
In sommige uitvoeringsvormen van de beugel omvat het tweede been een tweede montagepunt voor een tweede afzonderlijk bevestigingsmiddel, waarbij het tweede afzonderlijk bevestigingsmiddel een leidingbeugel omvat, waarbij de leidingbeugel met één of meerdere bouten en/of schroeven verbonden is met het tweede montagepunt.
Volgens een tweede aspect van de uitvinding wordt een samenstel openbaar gemaakt, waarbij het samenstel een uitvoeringsvorm van de beugel omvat en een leiding; waarbij de leiding een eerste en een tweede deel omvat, waarbij het eerste en het tweede deel met elkaar verbonden zijn en een hoek maken ten opzichte van elkaar; waarbij de diameter van het eerste deel maximaal even groot is als de diameter van het eerste geïntegreerd bevestigingsmiddel of het eerste afzonderlijk bevestigingsmiddel; waarbij de diameter van het tweede deel maximaal even groot is als de diameter van het tweede geïntegreerd bevestigingsmiddel of het tweede afzonderlijk bevestigingsmiddel.
In sommige uitvoeringsvormen van het samenstel omvat het samenstel verder een eerste afzonderlijk bevestigingsmiddel en/of een tweede afzonderlijk bevestigingsmiddel en/of een derde afzonderlijk bevestigingsmiddel, waarbij de diameter van het eerste deel van de leiding maximaal even groot is als de diameter van het derde afzonderlijk bevestigingsmiddel.
Volgens een derde aspect van de uitvinding wordt een werkwijze voor het inbrengen van een leiding in een reservoir dat voorzien is van een afdekplaat met mangat openbaar gemaakt, waarbij de werkwijze de volgende stappen omvat: - het plaatsen van een uitvoeringsvorm van de beugel op de afdekplaat via het mangat, waarbij het eerste been van de beugel zich aan de bovenzijde van de afdekplaat bevindt, het tweede been van de beugel zich aan de onderzijde van de afdekplaat bevindt en het verbindingsstuk van de beugel rust tegen een zijde van het mangat;
- het gebruiken van het eerste geïntegreerd bevestigingsmiddel of eerste afzonderlijk bevestigingsmiddel als sjabloon voor het aanbrengen van een markering op de bovenzijde van de afdekplaat; - het boren van een leidingopening doorheen de afdekplaat op de plaats van de markering, waarbij de leidingopening dezelfde diameter heeft als het eerste geïntegreerd bevestigingsmiddel of eerste afzonderlijk bevestigingsmiddel; - het plaatsen van een uitvoeringsvorm van de leiding, waarbij het eerste deel van de leiding verticaal wordt geplaatst in de leidingopening en het eerste geïntegreerd bevestigingsmiddel of eerste afzonderlijk bevestigingsmiddel zodat het eerste deel van de leiding de binnenzijde van het reservoir met de buitenzijde verbindt, waarbij het tweede deel van de leiding zich aan de binnenzijde van het reservoir bevindt; - het plaatsen van het tweede deel van de leiding in het tweede geïntegreerd bevestigingsmiddel of tweede afzonderlijk bevestigingsmiddel.
Door de specifieke geometrie van de beugel kan deze eenvoudig op de afdekplaat geschoven worden via het mangat. Hierbij rust het eerste been op de bovenzijde van de afdekplaat en het verbindingsstuk rust tegen een zijde van het mangat. Afhankelijk van de lengte van het verbindingsstuk rust het tweede been tegen de onderzijde van de afdekplaat of niet. Bij voorkeur is de lengte van het verbindingsstuk ongeveer gelijk aan de dikte van de afdekplaat zodat de beugel na plaatsing niet meer op en neer kan bewegen ten opzichte van de afdekplaat en zodat de wrijving tussen de afdekplaat en de benen van de beugel de beugel ook in de andere richtingen op zijn plaats houdt.
Het eerste geïntegreerde of afzonderlijke bevestigingsmiddel wordt gebruikt als sjabloon voor het aanbrengen van een markering op de bovenzijde van de afdekplaat. Deze markering geeft aan waar een leidingopening geboord dient te worden in de afdekplaat. Aangezien het eerste bevestigingsmiddel in het vlak van het eerste been ligt, rust het eerste bevestigingsmiddel tegen de bovenzijde van de afdekplaat en is de markering eenvoudig aan te brengen. Bij voorkeur heeft het eerste bevestigingsmiddel een binnendiameter die overeenstemt met de buitendiameter van de te plaatsen leiding. In deze situatie kan de omtrek van de te boren leidingopening eenvoudig overgetekend worden op de bovenzijde van de dekplaat. Optioneel kan de beugel zodanig gedimensioneerd worden of voorzien worden van afstandshouders zodat de markering voor de leidingopening enkel gemaakt kan worden op één enkele vooraf bepaalde plaats op de afdekplaat.
Het is een voordeel van deze werkwijze dat de locatie van de leidingopening nauwkeurig bepaald kan worden zonder verdere hulpmiddelen. Het is een bijkomend voordeel van deze werkwijze dat de leidingopening automatisch correct uitgelijnd is ten opzichte van de beugel. Na het aanbrengen van de markering kan de leidingopening bijvoorbeeld geboord worden door middel van een klokboor.
Het eerste deel van de leiding wordt verticaal geplaatst doorheen de leidingopening en vastgemaakt in het eerste bevestigingsmiddel. Het is een voordeel van deze plaatsingswijze dat de leiding ervoor zorgt dat de beugel zich niet meer kan verplaatsen ten opzichte van de afdekplaat. Het is dus niet nodig om de beugel onafhankelijk te verankeren aan de afdekplaat.
Het tweede deel van de leiding wordt vastgemaakt in het tweede bevestigingsmiddel. Doordat het eerste en het tweede bevestigingsmiddel niet in hetzelfde vlak liggen neemt deze bevestiging alle vrijheidsgraden tot beweging van de leiding weg. Het is een voordeel van deze plaatsingswijze dat de leiding niet onafhankelijk verankerd moet worden aan het reservoir.
In sommige uitvoeringsvormen van de werkwijze omvat deze verder de volgende stappen: - het wegnemen van de beugel na het aanbrengen van de markering en voor het boren van de leidingopening; - het terugplaatsen van de beugel na het boren van de leidingopening en voor het plaatsen van de leiding, waarbij het eerste geïntegreerd bevestigingsmiddel of het eerste afzonderlijk bevestigingsmiddel uitgelijnd wordt met de leidingopening.
Het is een voordeel van het wegnemen van de beugel tijdens het boren van de leidingopening dat noch de beugel, noch de boor beschadigd kunnen raken.
In sommige uitvoeringsvormen van de werkwijze omvat deze verder de volgende stappen: - het bevestigen van een eerste afzonderlijk bevestigingsmiddel aan het eerste montagepunt; - het bevestigen van een tweede afzonderlijk bevestigingsmiddel aan het tweede montagepunt; - het bevestigen van een derde afzonderlijk bevestigingsmiddel aan het derde montagepunt en het plaatsen van het eerste deel van de leiding in het derde afzonderlijk bevestigingsmiddel.
Korte beschrijving van de figuren
Figuur 1a toont een schematische weergave van een uitvoeringsvorm van een beugel volgens de huidige uitvinding in perspectief.
Figuur 1b toont de uitvoeringsvorm van figuur 1a in bovenaanzicht.
Figuur 1c toont de uitvoeringsvorm van figuur 1a in zijaanzicht.
Figuur 2a toont in perspectief een schematische weergave van een doorsnede van een reservoir waarbij een leiding ingebracht is volgens de werkwijze van de huidige uitvinding.
Figuur 2b toont een zijaanzicht van de situatie van figuur 2a.
Figuur 2c toont een uitvergrote weergave van het gemarkeerde gebied (A) van figuur 2b.
Figuren 3a tot en met 3e tonen een schematische weergave van alternatieve uitvoeringsvormen van een beugel volgens de huidige uitvinding.
Gedetailleerde beschrijving
De huidige uitvinding zal worden beschreven aan de hand van specifieke uitvoeringsvormen, welke illustratief zijn voor de uiteenzetting, maar niet als beperkend mogen worden beschouwd. De vakman zal appreciëren dat de uitvinding niet beperkt wordt door de getoonde en/of beschreven uitvoeringsvormen en dat alternatieven of gemodificeerde uitvoeringsvormen ontwikkeld kunnen worden volgens het algemene concept van deze uiteenzetting. De getoonde figuren zijn enkel schematisch en niet beperkend.
Referenties doorheen deze uiteenzetting naar “een uitvoeringsvorm” impliceren dat één of meer bepaalde kenmerken, eigenschapen of structuren die beschreven worden in verband met deze uitvoeringsvorm inbegrepen kunnen zijn in één of meerdere uitvoeringsvormen van de huidige uiteenzetting. Door het gebruik van zinsneden zoals “in een uitvoeringsvorm” of “in sommige uitvoeringsvormen” doorheen deze tekst wordt niet noodzakelijk, maar wel mogelijks, naar dezelfde uitvoeringsvorm verwezen. Bovendien kunnen de kenmerken, eigenschapen of structuren die beschreven worden aan de hand van een bepaalde uitvoeringsvorm gecombineerd worden op elke geschikte manier in één of meerdere uitvoeringsvormen.
Specifieke kenmerken, eigenschapen of structuren worden in de figuren aangeduid door middel van referentienummers. Ten einde de figuren niet te overladen, is niet elk kenmerk aangeduid in elke figuur. Omgekeerd, ten einde de tekst niet te overladen, wordt niet elk kenmerk dat aangeduid is in een figuur ook besproken in de context van deze specifieke figuur.
Tenslotte impliceert het gebruik van rangtelwoorden als “eerste”, “tweede” en dergelijke doorheen deze uiteenzetting op geen enkele manier een hiërarchisch verband — niet in termen van belangrijkheid, positie of tijd — tussen de kenmerken waarbij deze gebruikt worden, tenzij het tegendeel expliciet vermeld wordt. Deze rangtelwoorden dienen enkel om een onderscheid te maken tussen verschillende maar op elkaar lijkende kenmerken, eigenschapen of structuren.
Figuur 1a toont een schematische weergave van een uitvoeringsvorm van een beugel volgens de huidige uitvinding in perspectief. Figuren 1b en 1c tonen dezelfde uitvoeringsvorm in respectievelijk bovenaanzicht en zijaanzicht.
De beugel 100 omvat een U-vormig deel met een eerste been 110, een tweede been 120 en een verbindingsstuk 130 dat het eerste been 110 met het tweede been 120 verbindt. Het eerste been 110 loopt substantieel evenwijdig aan het tweede been 120; het verbindingsstuk 130 is substantieel loodrecht op het eerste been 110 en tweede been 120 geplaatst.
Het eerste been 110 omvat een eerste geïntegreerd bevestigingsmiddel 111 hetgeen in de geïllustreerde uitvoeringsvorm uitgevoerd is als een doorvoeropening in het eerste been 110. Een dergelijke doorvoeropening is eenvoudig te realiseren tijdens de fabricage van de beugel 100. Bij voorkeur is de doorvoeropening rond van vorm. De diameter van de doorvoeropening is even groot of groter dan de buitendiameter van de leiding die men wenst te plaatsen met behulp van de beugel.
Als de diameter van de doorvoeropening kleiner is dan de buitendiameter van de leiding, past de leiding niet door de doorvoeropening. Als de diameter van de doorvoeropening substantieel groter is dan de buitendiameter van de leiding, zal de leiding na plaatsing de beugel niet op zijn plaats houden.
Het eerste been 110 omvat eveneens een derde montagepunt 114 hetgeen in de geïllustreerde uitvoeringsvorm uitgevoerd is als een opstaande lip met een gat erin. Dit gat kan bijvoorbeeld gebruikt worden om een derde afzonderlijk bevestigingsmiddel door middel van een bout en moer met de opstaande lip te bevestigen. Een voorbeeld van een mogelijk derde afzonderlijk bevestigingsmiddel is een leidingbeugel. Bij voorkeur staat de opstaande lip substantieel loodrecht op het eerste been 110 zodat een derde afzonderlijk bevestigingsmiddel na bevestiging aan het derde montagepunt 114 parallel loopt met de doorvoeropening. Bij voorkeur is de opstaande lip op een dergelijke afstand van de doorvoeropening geplaatst zodat een derde afzonderlijk bevestigingsmiddel na bevestiging aan het derde montagepunt 114 uitgelijnd is met de doorvoeropening.
In de geïllustreerde uitvoeringsvorm bevindt het derde montagepunt 114 zich buiten het volume ingesloten door het U-vormig deel van de beugel 100 zodat het derde montagepunt 114 nog steeds toegankelijk is na plaatsing van de beugel. Bij voorkeur is de opstaande lip van de geïllustreerde uitvoeringsvorm vervaardigd door het maken van een snede in het eerste been 110 en het vervolgens omplooien van de uitgesneden vorm, hetgeen resulteert in het ontstaan van de uitsparing 116 in het eerste been 110. Dit heeft als voordeel dat de beugel 110 vervaardigd kan worden uit een plaatmateriaal door middel van louter snij- en plooitechnieken. Deze manier van fabricage heeft als bijkomend voordeel dat de uitsparing 116 ervoor zorgt dat het montagepunt 114 beter toegankelijk is met gereedschap, bijvoorbeeld voor het aandraaien van een bout of moer door middel van een dopsleutel of steeksleutel.
Het tweede been 120 omvat een tweede montagepunt 122 hetgeen in de geïllustreerde uitvoeringsvorm uitgevoerd is als een uitstekende lip met een gat erin. Dit gat kan bijvoorbeeld gebruikt worden om een tweede afzonderlijk bevestigingsmiddel door middel van een bout en moer met de opstaande lip te bevestigen. Een voorbeeld van een mogelijk tweede afzonderlijk bevestigingsmiddel is een leidingbeugel. Bij voorkeur ligt de opstaande lip substantieel in het vlak van het tweede been 120 zodat een tweede afzonderlijk bevestigingsmiddel na bevestiging aan het tweede montagepunt 122 in een vlak ligt dat substantieel loodrecht staat op het vlak van het eerste been 110.
In de geïllustreerde uitvoeringsvorm bevindt het tweede montagepunt 122 zich buiten het volume ingesloten door het U-vormig deel van de beugel 100 zodat het tweede montagepunt 122 nog steeds toegankelijk is na plaatsing van de beugel. Bij voorkeur is de uitstekende lip van de geïllustreerde uitvoeringsvorm vervaardigd door het maken van een snede in het verbindingsstuk 130 en het vervolgens omplooien van de uitgesneden vorm, hetgeen resulteert in het ontstaan van de middelste uitsparing 131 in het verbindingsstuk 130. Dit heeft als voordeel dat de beugel 110 vervaardigd kan worden uit een plaatmateriaal door middel van louter snij- en plooitechnieken. Deze manier van fabricage heeft als bijkomend voordeel dat de uitsparing 131 ervoor zorgt dat het montagepunt 122 beter toegankelijk is met gereedschap, bijvoorbeeld voor het aandraaien van een bout of moer door middel van een dopsleutel of steeksleutel.
In de geïllustreerde uitvoeringsvorm omvat het tweede been eveneens een vierde montagepunt 124 en een vijfde montagepunt 125. Deze bijkomende montagepunten kunnen gebruikt worden om het tweede afzonderlijk bevestigingsmiddel aan meerdere montagepunten te bevestigen. Zij kunnen bijvoorbeeld ook gebruikt worden om apparaten zoals een pomp, een vlotter of een sensor door middel van een kabel of ketting te bevestigen. Bij voorkeur zijn het vierde montagepunt 124 en het vijfde montagepunt 125 op gelijkaardige wijze uitgevoerd als het tweede montagepunt 122.
Figuur 2a toont in perspectief een schematische weergave van een doorsnede van een reservoir waarbij een leiding ingebracht is volgens de werkwijze van de huidige uitvinding. Figuur 2b toont een zijaanzicht van de situatie van figuur 2a. Figuur 2c toont een uitvergrote weergave van het gemarkeerde gebied (A) van figuur 2b.
In de uitvoerginsvorm geïllustreerd in figuren 2a, 2b en 2c is de beugel 100 bevestigd op de afdekplaat 310 van het reservoir 100. Deze bevestiging vindt plaats door de beugel via het mangat 320 op de afdekplaat 310 te schuiven. Na plaatsing van de beugel 100 rust het eerste been 110 op de bovenzijde van de afdekplaat en steunt het verbindingsstuk 130 tegen de zijkant van het mangat 320, waardoor een horizontale translatie of rotatie van de beugel 100 tegenover het reservoir 300 beperkt wordt.
Bij voorkeur is de lengte van het verbindingsstuk 130 gelijk aan of iets groter dan de dikte van de afdekplaat 310; in dit geval rust het tweede been 120 tegen de onderzijde van de afdekplaat 310 waardoor een verticale translatie of rotatie van de beugel 100 tegenover het reservoir 300 beperkt wordt.
De beugel 100 omvat een eerste geïntegreerd bevestigingsmiddel 111 welke uitgevoerd is als een — doorvoeropening (niet geïllustreerd in figuren 2a, 2b of 2c). Na bevestiging van de beugel 100 op de afdekplaat 310 wordt deze doorvoeropening als sjabloon gebruikt om een leidingopening te boren doorheen de afdekplaat. Bij voorkeur is de diameter van de geboorde leidingopening gelijk aan of iets kleiner dan de diameter van de doorvoeropening in het eerste been 110.
De leiding 200 omvat een eerste deel 210 en een tweede deel 220, waarbij het eerste deel 210 en het tweede deel 220 met elkaar verbonden zijn zodanig dat een fluïdum dat door het eerste deel 210 stroomt ook door het tweede deel 220 stroomt en vice versa. De verbinding tussen beide delen kan zowel losmakelijk als onlosmakelijk uitgevoerd zijn. Het eerste deel 210 en het tweede deel 220 zijn onder een hoek met elkaar verbonden. Bij voorkeur is deze hoek substantieel gelijk aan 90°. Bij voorkeur is de lengte van het tweede deel 220 zodanig dat de leiding 200 langs het mangat 320 in het reservoir 300 gebracht kan worden. Het eerste deel 210 van de leiding 200 wordt verticaal in de geboorde leidingopening en doorvoeropening geplaatst; het eerste deel 210 verbindt aldus de buitenzijde van het reservoir 300 met de binnenzijde van het reservoir. Het tweede deel 220 van de leiding bevindt zich aan de binnenzijde van het reservoir.
Aangezien het eerste deel 210 van de leiding 200 doorheen de doorvoeropening in het eerste been 110 van de beugel 100 steekt, beperkt de leiding na plaatsing elke horizontale translatie van de beugel 100 ten opzichte van het reservoir 300. Zodoende worden alle zes de vrijheidsgraden voor beweging van de beugel 100 ten opzichte van het reservoir 300 beperkt zonder dat de beugel 100 met een mechanische koppeling aan de dekplaat 310 bevestigd wordt.
In de uitvoeringsvorm van figuren 2a, 2b en 2c is een tweede afzonderlijk bevestigingsmiddel 123 bevestigd aan het tweede montagepunt 122 (niet geïllustreerd in figuren 2a, 2b en 2c) van de beugel 100. Dit afzonderlijk bevestigingsmiddel is hier uitgevoerd als een leidingbeugel. Dergelijke leidingbeugels zijn beschikbaar in een breed gamma aan materialen en binnendiameters en kunnen bijvoorbeeld door middel van een boutverbinding aan het tweede montagepunt bevestigd worden.
Het tweede deel 220 van de leiding is ingeklemd in de leidingbeugel. Zodoende worden alle zes de vrijheidsgraden voor beweging van de leiding 200 ten opzichte van het reservoir 300 beperkt zonder dat de leiding 200 met een mechanische koppeling aan de dekplaat 310 bevestigd wordt.
De uitvoeringsvorm van figuren 2a, 2b en 2c omvat verder een derde afzonderlijk bevestigingsmiddel 115 bevestigd aan het derde montagepunt 114. Dit derde afzonderlijk bevestigingsmiddel is uitgevoerd als een leidingbeugel welke het eerste deel 210 van de leiding omklemd. In principe beperkt deze leidingbeugel geen verdere vrijheidsgraden van de leiding. Echter, het is mogelijk dat de doorvoeropeningen in het eerste been 110 en de afdekplaat 310 een grotere diameter hebben dan de buitendiameter van het eerste deel 210 van de leiding, waardoor er speling ontstaat tussen de leiding 200 enerzijds en de beugel 100 en de afdekplaat 310 anderzijds. In dit geval kan de leiding in beperkte mate bewegen ten opzichte van de beugel en de afdekplaat en kan de beugel in beperkte mate bewegen ten opzichte van de afdekplaat. Het derde afzonderlijk bevestigingsmiddel 123 kan op eenvoudige wijze aangepast worden aan de buitendiameter van de leiding om deze bewegingen te verhinderen.
In het reservoir 300 is het tweede deel 220 van de leiding door middel van een koppeling 230 verbonden met de reservoirleiding 330 en de pomp 340.
Figuren 3a tot en met 3e tonen een schematische weergave van alternatieve uitvoeringsvormen van een beugel 100 volgens de huidige uitvinding.
In de uitvoeringsvorm geïllustreerd in figuur 3a omvat het eerste been 110 een eerste geïntegreerd bevestigingsmiddel 111 en omvat het tweede been 120 een tweede geïntegreerd bevestigingsmiddel 121. Beide geïntegreerde bevestigingsmiddelen zijn uitgevoerd als een doorvoeropening.
Het is een voordeel van deze uitvoeringsvorm dat een afzonderlijk bevestigingsmiddel niet nodig is en dat zodoende minder handelingen vereist zijn voor de installatie van de beugel. Het is een nadeel van deze uitvoeringsvorm dat de leiding moeilijker te plaatsen is. Het is een bijkomend nadeel van deze uitvoeringsvorm dat een doorvoeropening minder goed afgestemd kan worden op de leidingdiameter dan een afzonderlijk bevestigingsmiddel zoals bijvoorbeeld een leidingbeugel.
In de uitvoeringsvorm geïllustreerd in figuur 3b omvat het eerste been 110 een eerste geïntegreerd bevestigingsmiddel 111, welke uitgevoerd is als een gedeeltelijke doorvoeropening. Wanneer de doorvoeropening meer dan een halve cirkel beschrijft, kan deze een horizontale translatie van het eerste deel van de leiding (niet getoond in figuur 3b) ten opzichte van de beugel beperken.
Het is een voordeel van deze uitvoeringsvorm dat er minder materiaal nodig is om de beugel te vervaardigen.
In de uitvoeringsvorm geïllustreerd in figuur 3c omvat het eerste been 110 een eerste afzonderlijk bevestigingsmiddel 113, bevestigd aan het eerste montagepunt 112, en omvat het tweede been 120 een tweede afzonderlijk bevestigingsmiddel 121, bevestigd aan het tweede montagepunt 122. Beide afzonderlijke bevestigingsmiddelen zijn uitgevoerd als een leidingbeugel.
Het is een voordeel van deze uitvoeringsvorm dat de beugel eenvoudiger en met minder materiaal te vervaardigen is. Het is een bijkomend voordeel van deze uitvoeringsvorm dat de diameters van beide leidingbeugels afgestemd kunnen worden op de buitendiameter van de leiding zodat er geen beweging mogelijk is tussen de leiding en de beugel. Het is een nadeel van deze uitvoeringsvorm dat het omslachtiger is om een markering aan te brengen op de bovenzijde van de afdekplaat. Het is een bijkomend nadeel van deze uitvoeringsvorm dat de plaatsing van beide leidingbeugels meer handelingen vereist.
In de uitvoeringsvorm geïllustreerd in figuur 3d omvat het tweede been 120 een tweede geïntegreerd bevestigingsmiddel, welk uitgevoerd is als een doorvoeropening. Deze doorvoeropening is onder een horizontale hoek geplaatst ten opzichte van het vlak van het verbindingsstuk 130. Dit laat toe om het tweede deel 220 van de leiding onder een hoek in het horizontale vlak te plaatsen ten opzichte van de beugel 100. Een dergelijke oplossing kan gebruikt worden om te verhinderen dat de leiding na plaatsing de toegang tot het reservoir via het mangat zou beperken of om de leiding naar een zijkant van het reservoir te lijden. De vakman beseft dat een gelijkaardig resultaat bereikt kan worden door het tweede montagepunt 122 niet in het midden van het tweede been 120 te voorzien, maar aan een zijkant van het tweede been.
In de uitvoeringsvorm geïllustreerd in figuur 3e is het tweede montagepunt 122 zodanig geplaatst dat het tweede afzonderlijk bevestigingsmiddel 123 een hoek maakt in het verticale vlak ten opzichte van het verbindingsstuk 130. Dit laat toe om het tweede deel 220 van de leiding te plaatsen onder een hoek die groter is dan 90° ten opzichte van het eerste deel 210 van de leiding. Een dergelijke oplossing kan gebruikt worden wanneer er een aanzienlijk risico bestaat op verstopping van de leiding bij het gebruik van bochten van 90°.
Referentienummers

Claims (13)

Conclusies
1. Beugel voor plaatsing in een mangat van een afdekplaat van een reservoir; waarbij de beugel een U-vormig deel omvat met een eerste been, een tweede been en een verbindingsstuk dat het eerste en het tweede been met elkaar verbindt; waarbij de afstand tussen het eerste en het tweede been minstens even groot is als de dikte van de afdekplaat; waarbij het eerste been een eerste geïntegreerd bevestigingsmiddel voor een leiding of een eerste montagepunt voor een eerste afzonderlijk bevestigingsmiddel voor een leiding omvat; waarbij het eerste geïntegreerd bevestigingsmiddel ligt in het vlak van het eerste been of waarbij het eerste montagepunt zodanig geplaatst is dat het eerste afzonderlijk bevestigingsmiddel ligt in het vlak van het eerste been; waarbij het tweede been een tweede geïntegreerd bevestigingsmiddel voor een leiding of een tweede montagepunt voor een tweede afzonderlijk bevestigingsmiddel voor een leiding omvat; waarbij het tweede geïntegreerd bevestigingsmiddel ligt in een vlak dat een hoek maakt ten opzichte van het vlak van het eerste been of waarbij het tweede montagepunt zodanig geplaatst is dat het tweede afzonderlijk bevestigingsmiddel ligt in een vlak dat een hoek maakt ten opzichte van het vlak van het eerste been.
2. Beugel volgens conclusie 1, waarbij de lengte van het tweede been zodanig is dat de projectie van het eerste geïntegreerd bevestigingsmiddel of het eerste afzonderlijk bevestigingsmiddel op het vlak van het tweede been niet binnen het oppervlak van het tweede been valt.
3. Beugel volgens conclusie 1, waarbij de lengte van het tweede been zodanig is dat de projectie van het eerste geïntegreerd bevestigingsmiddel of het eerste afzonderlijk bevestigingsmiddel op het vlak van het tweede been binnen het oppervlak van het tweede been valt, waarbij het tweede been een doorvoeropening omvat welke samenvalt met de projectie van het eerste geïntegreerd bevestigingsmiddel of het eerste afzonderlijk bevestigingsmiddel op het vlak van het tweede been.
4. Beugel volgens één van voorgaande conclusies, waarbij de hoek tussen het vlak van het eerste been en het vlak van het tweede geïntegreerd bevestigingsmiddel of het tweede afzonderlijk bevestigingsmiddel substantieel gelijk is aan 90°.
5. Beugel volgens één van voorgaande conclusies, waarbij eerste been een eerste geïntegreerd bevestigingsmiddel voor een leiding omvat, waarbij het eerste geïntegreerd bevestigingsmiddel een doorvoeropening is.
6. Beugel volgens conclusie 5, waarbij het eerste been een derde montagepunt voor een derde afzonderlijk bevestigingsmiddel omvat, waarbij het derde montagepunt zodanig geplaatst is dat het derde afzonderlijk bevestigingsmiddel ligt in een vlak evenwijdig aan het vlak van het eerste been, waarbij het derde montagepunt zodanig geplaatst is dat het derde afzonderlijk bevestigingsmiddel uitgelijnd is met de doorvoeropening in het eerste been.
7. Beugel volgens conclusie 6, waarbij het derde afzonderlijk bevestigingsmiddel een leidingbeugel omvat, waarbij de leidingbeugel met één of meerdere bouten en/of schroeven verbonden is met het derde montagepunt.
8. Beugel volgens één van voorgaande conclusies, waarbij het tweede been een tweede montagepunt voor een tweede afzonderlijk bevestigingsmiddel omvat, waarbij het tweede afzonderlijk bevestigingsmiddel een leidingbeugel omvat, waarbij de leidingbeugel met één of meerdere bouten en/of schroeven verbonden is met het tweede montagepunt.
9. Samenstel omvattende een beugel volgens één van voorgaande conclusies en een leiding; waarbij de leiding een eerste en een tweede deel omvat, waarbij het eerste en het tweede deel met elkaar verbonden zijn en een hoek maken ten opzichte van elkaar; waarbij de diameter van het eerste deel maximaal even groot is als de diameter van het eerste geïntegreerd bevestigingsmiddel of het eerste afzonderlijk bevestigingsmiddel;
waarbij de diameter van het tweede deel maximaal even groot is als de diameter van het tweede geïntegreerd bevestigingsmiddel of het tweede afzonderlijk bevestigingsmiddel.
10. Samenstel volgens conclusie 11, verder omvattende een eerste afzonderlijk bevestigingsmiddel en/of een tweede afzonderlijk bevestigingsmiddel en/of een derde afzonderlijk bevestigingsmiddel, waarbij de diameter van het eerste deel maximaal even groot is als de diameter van het derde afzonderlijk bevestigingsmiddel.
11. Werkwijze voor het inbrengen van een leiding in een reservoir dat voorzien is van een afdekplaat met mangat, waarbij de werkwijze de volgende stappen omvat: het plaatsen van een beugel volgens conclusie 1 op de afdekplaat via het mangat, waarbij het eerste been van de beugel zich aan de bovenzijde van de afdekplaat bevindt, het tweede been van de beugel zich aan de onderzijde van de afdekplaat bevindt en het verbindingsstuk van de beugel rust tegen een zijde van het mangat; het gebruiken van het eerste geïntegreerd bevestigingsmiddel of eerste afzonderlijk bevestigingsmiddel als sjabloon voor het aanbrengen van een markering op de bovenzijde van de afdekplaat; het boren van een leidingopening doorheen de afdekplaat op de plaats van de markering, waarbij de leidingopening dezelfde diameter heeft als het eerste geïntegreerd bevestigingsmiddel of eerste afzonderlijk bevestigingsmiddel; het plaatsen van een leiding volgens conclusie 9, waarbij het eerste deel van de leiding verticaal wordt geplaatst in de leidingopening en het eerste geïntegreerd bevestigingsmiddel of eerste afzonderlijk bevestigingsmiddel zodat het eerste deel van de leiding de binnenzijde van het reservoir met de buitenzijde verbindt, waarbij het tweede deel van de leiding zich aan de binnenzijde van het reservoir bevindt; het plaatsen van het tweede deel van de leiding in het tweede geïntegreerd bevestigingsmiddel of tweede afzonderlijk bevestigingsmiddel.
12. Werkwijze volgens conclusie 11, verder omvattende de volgende stappen: het wegnemen van de beugel na het aanbrengen van de markering en voor het boren van de leidingopening;
het terugplaatsen van de beugel na het boren van de leidingopening en voor het plaatsen van de leiding, waarbij het eerste geïntegreerd bevestigingsmiddel of het eerste afzonderlijk bevestigingsmiddel uitgelijnd wordt met de leidingopening.
13. Werkwijze volgens conclusie 11 of 12, verder omvattende één of meer van de volgende stappen: het bevestigen van een eerste afzonderlijk bevestigingsmiddel aan het eerste montagepunt; het bevestigen van een tweede afzonderlijk bevestigingsmiddel aan het tweede montagepunt; het bevestigen van een derde afzonderlijk bevestigingsmiddel aan het derde montagepunt en het plaatsen van het eerste deel van de leiding in het derde afzonderlijk bevestigingsmiddel.
BE20225965A 2022-11-28 2022-11-28 Beugel, samenstel en werkwijze voor het inbrengen van een leiding in een reservoir BE1031078B1 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20225965A BE1031078B1 (nl) 2022-11-28 2022-11-28 Beugel, samenstel en werkwijze voor het inbrengen van een leiding in een reservoir
EP23209557.0A EP4375425A1 (en) 2022-11-28 2023-11-13 Bracket, assembly and method for inserting a conduit into a reservoir

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20225965A BE1031078B1 (nl) 2022-11-28 2022-11-28 Beugel, samenstel en werkwijze voor het inbrengen van een leiding in een reservoir

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1031078A1 BE1031078A1 (nl) 2024-06-19
BE1031078B1 true BE1031078B1 (nl) 2024-06-24

Family

ID=85704976

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20225965A BE1031078B1 (nl) 2022-11-28 2022-11-28 Beugel, samenstel en werkwijze voor het inbrengen van een leiding in een reservoir

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP4375425A1 (nl)
BE (1) BE1031078B1 (nl)

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20080101869A1 (en) * 2006-10-31 2008-05-01 Kt Corporation Cable guide device for use in a manhole
KR101077284B1 (ko) * 2011-06-03 2011-10-27 주식회사 한국종합기술 내진 구조가 구비된 맨홀과 하수관의 연결 구조
KR101482178B1 (ko) * 2014-02-24 2015-01-14 (주)동산텔레콤 동케이블 회수장치
WO2021003978A1 (zh) * 2019-07-05 2021-01-14 菏泽昊阳设备制造股份有限公司 一种钢制的阀门井
KR102294487B1 (ko) * 2021-05-24 2021-08-27 주식회사 동인 맨홀의 악취저감장치 및 그 시스템

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20080101869A1 (en) * 2006-10-31 2008-05-01 Kt Corporation Cable guide device for use in a manhole
KR101077284B1 (ko) * 2011-06-03 2011-10-27 주식회사 한국종합기술 내진 구조가 구비된 맨홀과 하수관의 연결 구조
KR101482178B1 (ko) * 2014-02-24 2015-01-14 (주)동산텔레콤 동케이블 회수장치
WO2021003978A1 (zh) * 2019-07-05 2021-01-14 菏泽昊阳设备制造股份有限公司 一种钢制的阀门井
KR102294487B1 (ko) * 2021-05-24 2021-08-27 주식회사 동인 맨홀의 악취저감장치 및 그 시스템

Also Published As

Publication number Publication date
EP4375425A1 (en) 2024-05-29
BE1031078A1 (nl) 2024-06-19

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US8356367B2 (en) Adjustable support system for undermounted sinks
US20090183443A1 (en) Universal structural attachment for seismic brace
US11203880B2 (en) Extendable construction stanchion
US20030042072A1 (en) Modular stanchion holder for removable guard rail system
US5937609A (en) Concrete insert to support anchor bolt
BE1031078B1 (nl) Beugel, samenstel en werkwijze voor het inbrengen van een leiding in een reservoir
US5060891A (en) Conduit support bracket
EP3135830A2 (en) Valve body rough-in guide
FR3078884B3 (fr) Chariot de soins ou d’organisation et rail de blocage
US3982739A (en) Portable vise
US7178252B1 (en) Pipe fitting aligning device
US5992624A (en) Plumber's caddy
US20080053036A1 (en) Tool for installing large sheets of material on a ceiling and method
US8206070B2 (en) Weld adapter
JP3167967U (ja) 足場用幅木の取付金具
GB2056545A (en) A coupling device
MA58139A1 (fr) Dispositif d'accouplement pour la construction modulaire de bâtiments ou d'objets
CA2498689A1 (fr) Garde-corps
US9051959B2 (en) Hanging caddy
US7017868B2 (en) Fire sprinkler mount
FR2627417A1 (fr) Servante d'atelier multi-fonction a reglage precis dans le plan de travail
US20060278767A1 (en) Accessory tray for a ladder
JP3235108U (ja) 連結ブラケット
CA2478727A1 (en) Embedded pipe hanger
JPH074395Y2 (ja) 可撓管の防護装置

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20240624