BE1031020B1 - Hervulbaar patroon voor een doseerapparaat - Google Patents

Abstract

Patroon (1) voor een doseerapparaat voor het doseren van een additief (24) in een vloeistof van een leidingnet, waarbij het patroon voorzien is van een behuizing (2) die afsluitbaar is door middel van een deksel (3) zodat een binnenruimte (12) wordt gevormd waarin in operationele toestand het additief is aangebracht, daardoor gekenmerkt dat het deksel voorzien is van een opstaande rand (16) die zich rondom rond de omtrek van het deksel uitstrekt, waarbij de opstaande rand in gemonteerde toestand van het deksel naar buiten toe gericht is, waarbij in de opstaande rand minstens één inkeping (22) is aangebracht, en dat het deksel en de behuizing voorzien zijn van samenwerkende bevestigingsmiddelen voor het losmaakbaar bevestigen van het deksel aan de behuizing.

Description

1 BE2022/5907

Hervulbaar patroon voor een dosserapraraat

De huidige uitvinding heeft betrekking op een hervulbaar patroon voor een doseerapparaat alsmede op een hulpstuk dat wordt aangewend voor het openen van het patrcon,

Meer speciaal, is de uitvinding bedoeld voor een doseerapparaat voor het doseren van een additief in de vioeistof van een leidingnet. In de eerste plaats beoogt de uitvinding een doseerapparaat om een kalkaanslag en/of corrosie remmend product in leidingwater te brengen, doch in het algemeen kan het doseerapparaat volgens de uitvinding cok voor het doseren van andere producten al dan niet in andere vloeistoffen dan water worden aangewend.

Doseerapparaten om een additief in leidingwater te brengen zijn gekend. Zulk doseerapparaat is voorzien van een ingang en een uitgang waarmee het doseerapparaat in het leidingnet kan bevestigd worden, Het leidingwater dat via de ingang instroomt wordt typisch gesplitst in een noodstroom en een parallelle nevenstroom. De nevenstroom wordt afgeleid en in het doseerapparaat in contact gebracht met het in het doseerapparaat aanwezige additief. Vervolgens wordt het bekomen mengsel van leidingwater en additief weer terug samengebracht met de hoofdstroom en verder geleid naar de uitgang van het doseeranparaat. Bekende doseerapparatren hebben vaak als nadeel dat ze snel verstoppen, en dat de dosering van het additief onvoldoende betrouwbaar en nauwkeurig is.

2 BE2022/5907

In gebruik wordt het in het dosseerapparaat aanwezige additief {gedeeltelijk} vermengd met de nevenstroom en progressief afgebouwd door toevoeging aan de hoofdstroom van het leidingwater. De vervanging van het additief is in

S bekende apparaten vaak erg onpraktisch en siecht gecontroleerd wat de betrouwbare werking van het doseerapparaal niet ten goede komt, in BE1008419A6 wordt een dosserapparaat bekend gemaakt dat gebruik maakt van een vervangbaar patroon gevuld met additief dat in het dosserapvaraat wordt aangebracht. De instroom van de nevenstroom van het leidingwater in het patroon gebeurt via openingen in de wand van het patroon.

Hoewel deze oplossing zeker zijn verdiensten heeft, kan het vervangbaar patroon maar éénmalig gebruikt worden. Dit is om wille van de impact co het milieu en vanuit [inancieel cogpunt nadelig.

De huidige uitvinding heeft tot doel een alternatief te voorzien dat voor minstens één van de voornoemde en andere nadelen een oplossing biedt,

Hiertoe betreft de uitvinding een patroon voor een doseerapparaal voor het doseren van een additief in een vloeistof van een leidingnet, waarbij het patroon voorzien is van een behuizing die afsluitbaar is door middel van een deksel zodat sen binnenruimte wordt gevormd waarin in operationele toestand het additief is aangebracht. Het patroon is in operationele Loestand als het klaar is voor gebruik in het doseerapparaat, Het deksel van het patroon is voorzien van een opstaande rand die zich rondom rond de

3 BE2022/5907 omtrek van het deksel uitetrekt, waarbij de opstaande rand in gemonteerde toestand van het deksel naar buiten toe gericht is, Het deksel en de behuizing zijn voorzien van samenwerkende bevestigingsmiddelen voor het losmaakbaar bevestigen van het deksel aan de behuizing. Het patroon is in gemonteerde Loestand als deksel en behuizing aan elkaar bevestigd zijn,

De losmaakbare bevestiging van het deksel van het patroon aan de behuizing heeït als voordeel dat het patroon cenvoudig kan bijgevuid of hervuld worden met additief door verwijdering van het deksel en vervolgens, eventueel na voorafgaande lediging en reiniging, het aanbrengen van additief in de binnenruimte van het patroon.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn de samenwerkende bevestigingsmiddelen van deksel en behuizing uitgevoerd als een tand-groefverbinding waarbij het deksel voorzien is van een omtreksgroef en de behuizing voorzien is van een daarmee samenwerkende tand of omgekeerd. Een voordeel van de tand-groef verbinding is de betrouwbaarheid omdat deze verbinding niet kan lostrillen in gebruik.

Bovendien is door de klikverbinding de gebruiker verzekerd van sen goede sluiting. Immers bij bevestiging van het deksel op de behuizing geeft het tot stand komen van de klikverbinding een hoorbare en tactiele bevestiging van de sluiting. Een goede sluiting verzekert dat tijdens gebruik van het dosecrapparaat het additief de binnenruimte van het patroon enkel kan verlaten via de daarvoor bedoelde uitgang en dus niet op een andere manier kan terechtkomen in de

& BE2022/5907 nooldstroom van de vloeistof wat zou kunnen leiden tot een ongecontroleerde dosering. in de opstaande rand van het deksel van het patroon is

S minstens éên inkeping asngebracht. Deze inkeping faciliteert het verwijderen van het deksel bijvoorbeeld door het inhaken van een hulpstuk. in een uitvoeringsvorm zijn in de opstaande rand van het deksel twee tegenover elkaar Liggende inkepingen aangebracht aan de binnenzijde ven de opstaande rand. Deze inkering kunnen bijvoorbeeld ook verforaties zijn.

Bovendien maakt in gemonteerde toestand de copstaande rand van net deksei minstens gedeeltelijk contact met een binnenwand van de behuizing van het patroon.

Door de tegenover elkaar liggende inkepingen of perforaties kan met behulp van een U-vormig huipstuk volgens de uitvinding het deksei eenvoudig verwijderd worden, Het

Louter manueel verwijderen zonder hulpstuk is met name in het geval het deksel en de behuizing aan elkaar bevestigd zijn met een tand-groef verbinding moeilijk zonder het patroon te beschadigen,

Het hulpstuk is typisch uitgevoerd als een hoofdzakelijk u- vormige stang, waarbij de armen van de U-vorm taps ioelopen en waarbij de vrije uiteinden van de armen omgeplooid zijn tot haken die van elkaar weggericht zijn en cassend kunnen aangebracht worden in de inkepingen van het deksel. In het geval dat in gencnteerde toestand van het deksel 3 de inkepingen 22 in de opstaande rand 16 van het deksel zich bevinden onder de bovenrand van de behuizing is bij voorkeur de maximale afstand tussen de vrije uiteinden van de U-vormige stang 23 kleiner of gelijk aan de binnendiameter van de behuizing 2 ter hoogte van de inkepingen, Dit voorkomt mogelijke beschadigingen aan de binnenzijde van de behuizing bij het verwijderen van het 5 deksel,

De omgeplocide uiteinden van de armen van de U-vormige stang kunnen voorzien zijn van ribbels en/of inkepingen, De stang is bij voorkeur vervaardigd uit metaal maar kan ook vervaardigd zijn uit kunststoË 18 in een verdere uitvoeringsvorm is het deksel van het patroon voorzien van een uitgang en een spiraalvormige verbinding die in gemonteerde toestand de uitgang van het deksel verbindt met de binnenruimte van het patroon. De spiraalvormige verbinding is een ruimte die in gebruik is gevuld met viceistof vermengd met additief en die als buffer voor de nevenstroom functioneert. De aanwezige voorraad in de spiraalvormige verbinding laat in grote mate toe het over- en onder-doseren van additief tegen Le gaan met name bij het hervatten van de waterafname of bij een grote waterafname. Dat de spiraalvormige verbinding in het deksel is geïntegreerd laat Loe het doscerapparaat Le vereenvoudigen. Bovendien iaat het toe verschillende gekseis te gebruiken waarbij de dimensies van de spiraalvormige verbinding in de respectievelijke deksels afgestemd zijn op een specifiek additief. in een uitvoeringsvorm van de uitvinding is het patroon voorzien van kalibratiemiddelen voor gedoseerd inbrengen van de vicelstof. Dat de kalibratiemiddelen in het patroon

6 BE2022/5907 zijn geïntegreerd laat toe het doseerapparaal Le vereenvoudigen.

Bij voorkeur omvatten de kalibratiemiddelen een buisje dat 3 in verbinding staat met een doorgang in de behuizing waarlangs de vloeistof kan instromen, Het buisje staat verder in verbinding met eén of meerdere uitgangen waarlangs de ingestroomde vloeistof in de binnenruimte kan uitstromen. Deze configuratie van kalibratiemiddelen geïntegreerd in de behuizing van het patroon laat Loe verschillende behuizingen te cebruiken waarbij onder andere de dimensies van het buisje, het aantal uitgangen, en de grootïte en piaatsing van de uitgangen, van de respectievelijke behuizingen afgestemd zijn op de dosering van een specifiek additief, Bovendien laat dit toe verschillende behuizingen te combineren met verschillende deksels.

Het additief dat aangebracht wordt in de binnenruimte van het patroon is een kalkaanslag remmer en/cË corrosie remmer. Bij voorkeur is het additief een mengsel van of gebasseerd cp polyfosfaten.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te 23 tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven van een hervulbaar patroon voor een doseerapparaat voor het doseren van een additief in een vloeistof van een leidingnet volgens de uitvinding en een hulpstuk voor het openen van het patroon, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin:

7 BE2022/5907 figuur 1 schematisch en in iangsdoorsnede een dosserapparaat weergeeft voorzien van een mpatroon volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding; fiquur 2 op vergrote schaal een gedeelte van figuur l weergeeft; figuur 3 een zicht weergeeft van een patroon in geopende toestand en een hulpstuk voor het openen van het patroon voigens een uitvoeringsvormn van de uitvinding; figuur 4 schematisch en in langsdoorsnede een patroon weergeeft volgens een Uitvoeringsvorm van de uitvinding;

Figuur 1 {zie ook figuur 2} toont een doseerapparaat voor het doseren van een additief in een vloeistof van een ieidingnet met een ingang 4 en een uitgang 5. Het doseerapparaat is aan zijn ingang en uitgang voorzien van bevestigingemiddelen voor aansluiting aan het leidingnet.

Het leidingnet kan bestaan uit buizen uit metaal, zoals pijvoorbeeld staal of koper, of uit kunststof, Het doseerapraraat omvat een behuizing die is samengesteld uit een aansluitstuk 6 en een klok 7, In het aansluitstuk is een obstructie 13 aangebracht. De kiok 7 is aan de bovenzijde open. De klok 7 en het aansluitstuk 6 zijn voorzien van samenwerkende xkoppelingsdelen om klok en aansiuitstuk iosmaakbaar aan elkaar te Kkoppealen. De samenwerkende kopvelingsdelen kunnen bijvoorbeeld bestaan uit een schroefdraadkoppeling of een klikverbinding.

8 BE2022/5907

In de kiok is een hervulbaar patroon 1 aangebracht. Het patroon 1 omvat een behuizing 2 en een deksel 3. Klok 7 en patroon 1 zijn dusdanig op elkaar afgestemd dat het patroon passend in de klok kan aangebracht worden met behulp van afstandhouders 14 waarbij er een vrije ruimte 15 overblijft tussen de buitenwand van het patroon Ì en de binnenwand van de klok 7, De afstandhouders 14 zijn uitstulpingen voorzien op de binnenwand van de klok 7, meer bepaald op de bodem van de klok en uitstulpingen op de buitenwand van de behuizing 2 van het patroon 1. Echter alternatief kunnen ook uitstuipingen voorzien worden enkel op de buitenwand van het patroon 1 of enkel op de binnenwand van de klok 7.

Het deksel 3 van het patroon is afsluitbaar en losmaakbaar aan de behuizing 2 bevestigd waarbij een binnenruimte 12 wordt gevormd. Kalibratiemiddelen zijn in het patroon 1 geïntegreerd. De kalibratiemiddelen omvatten een buisje 8 dat met zijn ene uiteinde met een doorgang 11 in de bodem van de behuizing 2 verbonden is, Aan het andere uiteinde van het buisje is een kapje 93 bevestigd voorzien van openingen 10, Het aantal en de grootte van de cpeningen 10, en de binnendiameter van het buisje 8 zijn bepaald in functie van de gewenste dosering van het additief. Deksel, behuizing, en overige onderdelen van het patroon zoals 254 bijvoorbeeld de kalibratiemiddelen zijn vervaardigd uit kunststof, De gebruikte kunststof materialen zijn bestand tecen oxidatie, in de binnenruimte 12 van het patroon 1 is een additief 24 aangebracht, Door het doseren van het additief in een leidingnet kan vorming van kalkaanslag en roest of corrosie afgeremd worden, Vorming van kalkaanslag kan leiden tot verstoppingen en kan een negatieve impact hebben op de werking van kleppen, kranen en meetinstrumenten verbonden met het leidingnet. Indien verwarmingselementen verbonden

S zijn met net ieidingnet kan kalkaanslag op deze verwarmingselementen leiden tot een hoger energieverbruik.

Het additief is bij voorkeur een mengsel van of gebaseerd op polyfosfaten. Zulke mengsels zijn niet-toxisch en het doseren van lage concentraties, typische enkele delen per i0 miljoen, aan de vloeistof volstaat om het gewenste effect te bereiken. Een voorbeeld van zulk mengsel is INWATEC TW- 901. Zoals getoond in Figuur 1 ies het additief 24 aangebracht in het patroon ! in granulaat vorm. Alternatief kan dit uiteraard ook in een ander vaste vorm zoals tabletten, korrels en kristallen. Ook additief in vlioeibare vorm is in principe niet uitgesloten,

Voor een optimale werking wordt het additief in de patronen best na een vooral bepzalde periode, typisch na ongeveer 6 maanden gebruik, vervangen om vermindering van de opiosbaarheid van het additief tegen te gaan. Zulke verminderde oplosbaarheid zou immers kunnen leiden tot een te lage dosering van het additief, zoals nog is weergegeven in figuur 1 kan het patroon 1 23 worden voorzien van een drijfelement 25 dat op de verzadigde opicssing van het additief 24 in de vloeistof drijft, zodat de nog aanwezige hoeveelheid additief kan worden gecontroleerd. In bepaalde toepassingen wordt het additief in contact met de vloeistof immers doorzichtig zodat geen zichtbare scheiding meer aanwezig is. In gebruik als er nog voldoende additief in het patroon 1 aanwezig is en zeker indien er geen waterafname is raakt het drijfelement: 25 het deksel 3 iangs de onderzijde, immers de in het patroon aanwezige vloeistof is verzadigd met additief. Bij wateraîname kan er tijdelijk niet (volledig)

S verzadigde vloeistof aanwezig zijn in het patroon waardoor de positie van het drijfelement enigszins fluctueert. Als er onvoldoende additief in het patroon aanwezig is zakt het drijfeiement 25 naar de bodem van het patroon. Optioneel kan een sensor en een draadloze zender voorzien worden 10 waarbij de zender sen waarschuwingssignaal uitstuurt indien de sensor detecteert dat het drijfelement 25 zich op de vodem van het patroon bevindt. De sensor kan bijvoorbeeld een optische sensor zijn of een contactsensor die zich op de bodem van het patroon bevindt. Gebruik makend van een ontvanger en sen software applicatie kan dit wasrschuwingssignaal verwerkt worden en eventueel gemeld worden aan de (geregistreerde) gebruiker bijvcocorbesid via zen e-mail of rechtstreeks op een mobiel toestel van de gebruiker met toegang tot de software applicatie.

Bij gebruik van een driifelement 25 worden zowel de behuizing 2 van het patroon 1 als de kiok 7 minstens gedeeltelijk voorzien van doorzichtige gedeelten die toelaten om het drijfelement 25 vanaf de buitenzijde waar te nemen. Afhankelijk van de toepassing kan dit drijfelement bestaan uit verschillende materialen, doch het is duidelijk dat het soortelijk gewicht ervan groter dient te zijn dan dat van de vloeistof doch kleiner dan de met additief verzadigde vloeistof

14 BE2022/5907

Het deksel 3 is voorzien van een opstaande rand 16 die zich rondom rond de omtrek van het deksel uitstrekt, waarbij de opstaande rand in gemonteerde coestand van het deksel naar buiten Loe gericht is. Het deksel 3 is voorzien van een 3 uitgang 17 in het centrum van het deksel en een spiraalvormige verbinding 18 aan de onderzijde van het deksel die de uitgeng 17 verbindt met de binnenruimte 12 van het patroon 1. De spiraalvormige verbinding 18 is toegankelijk vanuit de binnenruimte 12 via ingang 19 nabij de rand van de behuizing 2, De uitgang 17 bevindt zich dus nabij het centrum van de spiraal terwijl de ingang 15 zich bevindt aan de buitenzijde van de spiraal.

Het deksel 3 {zie ook figuur 3) is verder aan de buitenwand voorzien van een tand 21 die zijwaarts uitsteekt en die zich rondom rond de omtrek van het deksel uitstrekt. De behuizing 2 van het patroon 1 is in de binnenwand voorzien van een daarmee samenwerkende omtreksgroef 21, Dit zorgt ervoor dat net bevestigen van het deksel aan de behuizing 29 eenvoudig manueel gebeurt door inklikken van de tand in de omzetgroef, Dit inklikken is voor de operator voelbaar en noorvaar zodat hij verzekerd is van een goed afgesloten bevestiging,

Het deksel 3 is verder voorzien van twee Legen over elkaar

Liggende inkepingen 22 gevormd aan de binnenzijde van de opstaande rand 16. In de in figuur 3 getoonde uitvoeringsvorm zijn de inkepingen 22 perforaties. In de perforaties is een hulpstuk 23 aangebracht. Het hulpstuk 23 is uitgevoerd als een hoofdzakelijk u-vormige metalen stang. waarbij de armen van de U-vorm taps toelopen en

12 BE2022/5907 waarbij de vrije uiteinden van de armen omgeplooid zijn tot haken die van elkaar weggericht zijn en passend kunnen aangebracht worden in de inkepingen 22 van het deksel 3. De omgeplooide uiteinden van de armen van de U-vormige stang hebben een typische lengte van 2 tot & mm, zoals bijvoorbeeld een lengte van ongeveer 5 mm, Wanneer het patroon zich in gemonteerde toestand bevindt kan desgewenst het patroon eenvoudig gecpend worden door het deksel 3 te verwijderen met behulp van het hulpstuk 23 aangebracht in de inkepingen £2.

In figuur 4 wordt een patroon volgens de uitvinding getoond met alternatieve kalibratiemiddelen. De alternatieve kalibratiemiddelen omvatten een buisje 8 dat met zijn ene 153 uiteinde met een doorgang 11 in de bodem van de behuizing 2 verbonden is. Over dit buisje is een koker 29 geplaatst die met zijn ens uiteinde met de bodem van het patroon verbonden is en aan het andere vrije uiteinde van de koker is een kapje 3 bevestigd. De koker 29 is zodanig afgestemd onp het buisje 8 dat er een binnenruimte wordt gevormd tussen de binnenwand van de koker en de buitenwand van het buisje. Het aantal en de grootte van de openingen 10, en de binnendiameter van het buisje 8 en de koker 23 zijn bepaald in functie van de gewenste dosering van het additief, In dit getoonde voorbeeld zijn twee openingen 10 voorzien in het kapje 9. Bovendien is er één opening 10 voorzien in de koker 29 nabij de bodem van het patroon 1. De positie en de dimensies van de opening 10 in de koker zijn zo gekozen dat er een zo goed mogelijk vermenging tussen vloeistof en additief 24 plaatsvindt zonder dat er wervelingen optreden in de vloelstof in de binnenruimte 12 van het patroon 1,

13 BE2022/5907

De werking van het dosesrapparaat met het hervulbare patroon is zeer eenvoudig en kan eenvoudig afgeleid worden uit de figuren, indien het doseerapparaat is aangesloten aan het leidingnet stroomt bij afname vloeistof in het doseerapparaat via de ingang 4, Ter hoogte van de obstructie 13 splitst de vloeistofstroom zich in een hoofdstroom 26 en een

Là nevenstroom 27, De nevenstroom 27 is maar een fractie van de vineistofstroom. Na opsplitsing verplaalst de nevenstrcon zich parallel aan de hoofdstroom om weer samen te komen aan uitgang 17. De hoofdstroom 26 van de vloeistof ontmoet eerst de obstructie 13 waardoor werveling of rotatie ontstaat en stroomt verder langs een door een ring 28 veroorzaakte vernauwing richting de uitgang 5 van het doseerapparaat. De combinatie van de veroorzaakte werveling en de stroomvernauwing veroorzaakt een drukverschil tussen de ingang van de mevenstroom voor de door de ring 28 veroorzaakte vernauwing en de uitgang 17 van de nevenstroom wat de nevenstroom 27 ondersteunt,

De weg die de nevenstroom aflegt is als volgt. Bij de opsplitsing stroomt de nevenstroom 27 in de vrije ruimte 15 tussen de behuizing 2 van het patroon 1 en de klok 7.

Vervolgens verplaatst de nevenstroom zich naar het buisje 8 via de doorgang il in de behuizing 2.

De in het buisje 8 ingestroomde vloeistof stroomt uit in de binnenruimte 12 van het patroon via openingen 10 in het kapje S dat op het buisje 8 is geplaatst. Alternatief,

14 BE2022/5907 volgens de uitvoeringsvorm zoals getoond in figuur 4, verplaatst de in het buisje & ingestroomde vloeistof zich naar de binnenruimte van de koker 29 om vervolgens uit te stromen in de binnenruimte 12 van het patroon via openingen in het kapje 9 dat op de koker 29 is geplaast en een opening 10 in de koker nabij de bodem van het patroon.

In de binnenruimte 12 vermengt de vloeistof zich met het in de binnenruimte aanwezige additief, Vervolgens verplaatst 10 de nevenstroom, die dan bestaat uit een mengel van vloeistof en additief, zich naar de ingang 19 van de spiraalvormige verbinding 18. De nevenstroom 27 stroomt via de spiraalvormige verbinding naar de uitgang 17 van het deksel van het patroon 1 waar de nevenstroom 27 zich terug samenvoegt met de hoofdstroom 26 en de resulterende stroom zich verder verplaatst naar de uitgang 5 van het doseerapparaat. De spiraalvormige verbinding, die in de praktijk een weglengte heeft van 5 tot 40 om, of van 15 tot 30 om, of van ongeveer 20 cm, zorgt voor een buffer met een voorraad van met additief verzadigde vloeistof die onder- of overdosering van het additief aan de hoofdstroom in grote mate voorkomt.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch een patroon en hulpstuk volgens de uitvinding kunnen in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding Le treden,

Claims (12)

15 BE2022/5907 Conclusies,

Ll. Patroon {1} voor een dosesrapnaraat voor het doseren van een additief (24) in een viosistof van een leidingnet, waarbij het patroon voorzien is van een behuizing (2) die afsiuitoaar is door middel van een deksel (3) zodat een binnenruimte (12) wordt gevormd waarin in operationele toestand het adoditief is aangebracht, daardoor gekenmerkt dat het deksel voorzien is van een opstaande rand (16) die zich rondom rond de omtrek van het deksel uitstrekt, waarbij de opstaande rand in gemonteerde toestand van het dekse! naar buiten tce gericht is, waarbij in de opstaande rand aan de binnenzijde twee tegenover elkaar liggende inkepingen (22) zijn aangebracht, en dat het deksel en de behuizing voorzien zijn van samenwerkende bevestigingsmiddelen voor het losmaakbaar bevestigen van net deksel aan de behuizing.

2. Patroon volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de inkevingen (22) de costaande rand {16) van het deksel {3} perforeren.

3." Patroon volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat in gemonteerde toestand van het deksel {3} de opstaande rand (16) minstens gedeeltelijk contact maakt met een binnenwand van de behuizing (2) van het patroon (1}. 38 â.- Patroon volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de bevestigingsmiddelen zijn

16 BE2022/5907 uitgevoerd als een tand-groefverbinding waarbij het deksel (3) voorzien is van een omtreksgroef (21) en de Lehuizing {2} voorzien is van een daarmee samenwerkende Land (20) of omgekeerd.

5. Patroon volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het deksel {3} voorzien is van een uitgang {17} en een spiraalvormige verbinding (18) die de uitgang verbindt met de binnenruimte {12}. LO

5.7 Patroon volgens eén van de voorgaande conciusies, daardoor gekenmerkt dat het patroon voorzien ia van kalibratiemiddelen voor gedoseerd inbrengen var de vioeistof.

7.- Patroon volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat de kalibratiemiddelen een buisje {8} omvatten dat in verbinding staat met een doorgang (11) in de behuizing (2) waarlangs de vloeistof kan instromen.

8.7 Patroon volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat buisje (8) in verbinding astaat met één of meerdere uitgengen {10} waarlangs de ingestrcomde vloeistof in de binnenruimte (12) kan uitstromen.

3. Patroon volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het additief {24} een mengsel js van of gebasseerd is op polyfosfaten,

10.- Patroon volgens één van de voorgaande conclusies, deardoor gekenmerkt dat het patroon Ì voorzien is van sen

17 BE2022/5907 drijfeiement 25 dat in gebruik op een verzadigde oplossing van het additief 24 in de vloeistof drijft.

ll. Set bestaande uit een patroon (1} volgens één van de 3 voorgaande conclusies en een hulpstuk {23} voor het openen van dergelijk patroon omvattende een hoofdzakelijk U- vormige stang, waarbij de armen van de U-vorm taps toelopen en waarbij de vrije uiteinden van de armen omgeplcoid zijn tot haken die van elkaar weggericht zijn en passend kunnen aangebracht worden in de inkepingen {22} van het deksel (33,

12.- Set volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt dat de ongeplooide uiteinden van de armen van de U-vormige stang voorzien zijn van ribbels en/of inkepingen,