BE1030969B1 - Verwerkingsmethode voor ruimtelijke aanpassing van een audiosignaal - Google Patents
Verwerkingsmethode voor ruimtelijke aanpassing van een audiosignaal Download PDFInfo
- Publication number
- BE1030969B1 BE1030969B1 BE20235286A BE202305286A BE1030969B1 BE 1030969 B1 BE1030969 B1 BE 1030969B1 BE 20235286 A BE20235286 A BE 20235286A BE 202305286 A BE202305286 A BE 202305286A BE 1030969 B1 BE1030969 B1 BE 1030969B1
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- spread
- sound
- exceeded
- reached
- gain
- Prior art date
Links
- 230000005236 sound signal Effects 0.000 title claims abstract description 19
- 238000003672 processing method Methods 0.000 title claims abstract description 7
- 230000006978 adaptation Effects 0.000 title description 4
- 238000002156 mixing Methods 0.000 claims abstract description 41
- 238000000034 method Methods 0.000 claims description 52
- 239000006185 dispersion Substances 0.000 claims description 46
- 238000012545 processing Methods 0.000 claims description 16
- 230000003321 amplification Effects 0.000 claims description 7
- 238000003199 nucleic acid amplification method Methods 0.000 claims description 7
- 230000000694 effects Effects 0.000 description 16
- 239000000203 mixture Substances 0.000 description 16
- 230000006835 compression Effects 0.000 description 14
- 238000007906 compression Methods 0.000 description 14
- 230000007423 decrease Effects 0.000 description 6
- 238000004590 computer program Methods 0.000 description 5
- 230000008569 process Effects 0.000 description 5
- 230000001276 controlling effect Effects 0.000 description 4
- 230000009467 reduction Effects 0.000 description 4
- 230000002829 reductive effect Effects 0.000 description 4
- 230000007480 spreading Effects 0.000 description 4
- 230000008901 benefit Effects 0.000 description 3
- 230000008859 change Effects 0.000 description 3
- 230000003247 decreasing effect Effects 0.000 description 2
- 238000005265 energy consumption Methods 0.000 description 2
- 239000003607 modifier Substances 0.000 description 2
- 238000013459 approach Methods 0.000 description 1
- 230000009286 beneficial effect Effects 0.000 description 1
- 230000001419 dependent effect Effects 0.000 description 1
- 239000003292 glue Substances 0.000 description 1
- 230000006872 improvement Effects 0.000 description 1
- 230000002452 interceptive effect Effects 0.000 description 1
- 230000000670 limiting effect Effects 0.000 description 1
- 230000007774 longterm Effects 0.000 description 1
- 238000012544 monitoring process Methods 0.000 description 1
- 230000001105 regulatory effect Effects 0.000 description 1
- 230000002787 reinforcement Effects 0.000 description 1
- 230000004044 response Effects 0.000 description 1
- 238000007493 shaping process Methods 0.000 description 1
- 238000004088 simulation Methods 0.000 description 1
- 230000003068 static effect Effects 0.000 description 1
- 238000005728 strengthening Methods 0.000 description 1
- 230000036962 time dependent Effects 0.000 description 1
- 238000013519 translation Methods 0.000 description 1
- 230000001960 triggered effect Effects 0.000 description 1
- 230000001755 vocal effect Effects 0.000 description 1
Classifications
-
- H—ELECTRICITY
- H04—ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
- H04S—STEREOPHONIC SYSTEMS
- H04S7/00—Indicating arrangements; Control arrangements, e.g. balance control
- H04S7/30—Control circuits for electronic adaptation of the sound field
-
- H—ELECTRICITY
- H04—ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
- H04S—STEREOPHONIC SYSTEMS
- H04S2400/00—Details of stereophonic systems covered by H04S but not provided for in its groups
- H04S2400/11—Positioning of individual sound objects, e.g. moving airplane, within a sound field
-
- H—ELECTRICITY
- H04—ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
- H04S—STEREOPHONIC SYSTEMS
- H04S2400/00—Details of stereophonic systems covered by H04S but not provided for in its groups
- H04S2400/13—Aspects of volume control, not necessarily automatic, in stereophonic sound systems
Landscapes
- Physics & Mathematics (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Acoustics & Sound (AREA)
- Signal Processing (AREA)
- Stereophonic System (AREA)
Abstract
De uitvinding heeft betrekking op het mengen van audiosignalen in een 3D-omgeving, en op computergeïmplementeerde audiosignaalverwerkingswerkwijzen voor het reguleren van nadruk op geluidsobjecten in een 3D-omgeving.
Description
1 BE2023/5286
VERWERKINGSMETHODE VOOR RUIMTELIJKE AANPASSING VAN
EEN AUDIOSIGNAAL
VELD VAN DE UITVINDING
De uitvinding heeft betrekking op het mengen van audiogeluiden in een 3D- omgeving, en op computergeimplementeerde audiosignaalverwerkingswerkwijzen voor het reguleren van de nadruk op geluidsobjecten in een 3D-omgeving.
ACHTERGROND
Stereo is een tweedimensionale (2D) audio-ervaring, waarbij de gebruiker typischerwijs geluiden vanuit de linkerhand-zijde, de rechterhand-zijde, de voorkant en de achterkant ontvangt.
In een ruimtelijke of 3D-geluidsomgeving daarentegen, worden audiogeluiden ontvangen uit 3 dimensies, die doorgaans links, rechts, voor, achter, boven, en onder omvatten. 3D-audio levert een rijkere audio-ervaring van hogere kwaliteit die natuurlijker is voor gebruikers aangezien het beter nabootst hoe mensen in het echte leven naar geluiden luisteren. Met 3D-audio kan men meerdere geluiden of stemmen horen die tegelijkertijd voorkomen, wat het de luisteraar mogelijk maakt om de richting en afstand van de verschillende geluidsbronnen of geluidsobjecten te bepalen. 3D-audio wordt typischerwijs gebruikt in virtuelewerkelijkheid- (VR-) projecten en games, en ook in sommige films met speciale effecten. In vergelijking met stereogeluid kan met 3D- audio een meer immersieve ervaring voor de luisteraar worden gecreëerd.
Bij het maken en mengen van muziek, films, videogames, of andere soorten audiostukken in stereo, was het nodig om elk deel van de muziek zijn specifieke plaats in de mix te geven. In stereo is er veel minder ruimte beschikbaar om voor elk van de te plaatsen audiostukken of objecten. Om alle audio-objecten correct in 2D te mengen zou een dynamische compressor kunnen worden gebruikt. Een dynamische compressor zoals we die nu kennen, is een apparaat dat het dynamische bereik van een specifiek audio-object in de mix beperkt. De inrichting werkt door de audioversterking te attenueren zodra het geluid de vooraf gedefinieerde drempelwaarde overschrijdt. Dit kan echter resulteren in een onnatuurlijke geluidservaring.
Bij het mengen van immersieve audio in een 3D-omgeving is er, in vergelijking met een 2D-omgeving, veel meer ruimte om alle stukken geluid te plaatsen die
7 BE2023/5286 bijvoorbeeld het totale muziekstuk zullen vormen. Daarom wordt het gebruik van een dynamische compressor minder belangrijk. Bij het overgaan van stereogeluid naar immersieve 3D-audio, kan de hoeveelheid beschikbare ruimte toenemen tot een punt waarop het mogelijk 1s dat er te veel ruimte beschikbaar is voor de stukken geluid die het muziekstuk zullen vormen. In dit geval kan een luisteraar de muziek ervaren alsof de verschillende stukken geluid uit verschillende richtingen in de kamer komen en geen geheel vormen.
Tegenwoordig verschaffen 3D-mengtools de mogelijkheid om elk stuk geluid of audio-object als individuele objecten in een ruimte te plaatsen. De spreiding van het object kan ook wijd (of breed) ingesteld worden, met als doel alle ruimtelijke hiaten te dichten die door de luisteraar als holtes in het geluid worden ervaren, waardoor de objecten kunnen samenwerken en de geluidservaring voor de luisteraar verbetert.
Hoewel dit type mengen de globale ervaring voor de luisteraar zal verbeteren, zal het ook het detail in een immersieve mix verminderen, wat kan resulteren in het verlies van het effect van 3D-audio. Er kan dan een globaal dof geluid worden ervaren in plaats van een levendige geluidservaring met objecten die qua richting en op een specifieke afstand gelokaliseerd kunnen worden.
Eerdere mengtools in 2D-audio en 3D-audio omvatten meestal het aanpassen van het volume van een specifiek object als er meer of minder focus nodig was voor dit audio-object. Echter, het verhogen van de focus door het verhogen van het volume zou doorgaans ook de decibellen verhogen tot een niveau boven het toegestane niveau. Het verhogen van het volume zou ook niet het gewenste effect creëren. In een meeslepende mix is het de uitdaging om alle objecten samen te voegen. Het verhogen van het niveau om de focus te verhogen zou de meeslepende mix uiteen doen vallen, waardoor het object uit de mix zou worden geïsoleerd in plaats van de focus te verhogen.
Een nieuwe uitdaging is daarom om een manier te vinden om alsnog alle ruimtelijke hiaten op te vullen zodat alle stukken geluid samenwerken om één heel muziekstuk te creëren, dat geharmoniseerd is en dat overkomt als een natuurlijk geluid, terwijl het toch mogelijk blijft om specifieke geluidsobjecten te benadrukken en deze meer aanwezig of minder evident te laten zijn.
In het licht van al deze verschijnselen, is er behoefte aan een mengtool die dynamisch kan werken in samenwerking met de dynamische eigenschappen van een object terwijl een 3D-audio-ervaring van hoge kwaliteit behouden blijft.
> BE2023/5286
Er is daarom een behoefte aan werkwijzen om alle objecten correct te spreiden om de ruimtelijke hiaten in een 3D-omgeving op te vullen, terwijl een meer efficiënte nadruk op een bepaald object toegestaan wordt wanneer een drempelwaarde bereikt of overschreden wordt.
Er is ook behoefte aan werkwijzen die hoorvermoeidheid voorkomen of verminderen. Dynamische compressors (indien deze intensief worden gebruikt) zouden de hoorvermoeidheid kunnen versnellen, aangezien dynamische compressors gebruikt worden om auditief zo luid mogelijk te spelen terwijl tussen de vooraf gedefinieerde limieten wordt gebleven.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
De uitvinders hebben verrassend genoeg gevonden dat één of meer van deze problemen opgelost kunnen worden door de onderhavige uitvinding en (voorkeurs) uitvoeringsvormen daarvan. De onderhavige uitvinding maakt het mogelijk om dynamisch te werken in samenwerking met de dynamische eigenschappen van een object terwijl een 3D-audio-ervaring van hoge kwaliteit behouden blijft. De onderhavige uitvinding vult ook de ruimtelijke hiaten in een 3D-omgeving, terwijl het een meer efficiënte nadruk op een bepaald object mogelijk maakt. Door de noodzakelijkheid van dynamische compressors weg te nemen en de ruimte te gebruiken om focus te creëren of te verliezen, helpt de onderhavige uitvinding hoorvermoeidheid te voorkomen, en, op de lange termijn, gehoorschade te voorkomen.
Volgens een eerste aspect heeft de uitvinding betrekking op een computergeïmplementeerde audiosignaalverwerkingswerkwijze voor het reguleren van de nadruk op geluidsobjecten in een 3D-omgeving. De geluidsobjecten zijn meestal op afstand van elkaar geplaatst in de beschikbare 3D-omgeving. De geluidsobjecten worden bij voorkeur zodanig gespreid dat de ruimtelijke hiaten tussen de objecten in de 3D- omgeving geheel of gedeeltelijk gevuld worden, bij voorkeur geheel gevuld. De werkwijze omvat bij voorkeur één of meer, bij voorkeur alle, stappen van: - het instellen van een drempelwaarde voor een dynamische eigenschap van een eerste object; en - het aanpassen van de spreiding van het eerste object in de 3D-omgeving wanneer het drempelniveau van de dynamische eigenschap van het eerste object bereikt of overschreden wordt.
4 BE2023/5286
In sommige voorkeursuitvoeringsvormen omvat de werkwijze verder de stappen van: - het instellen van een drempelwaarde voor een dynamische eigenschap van één of meer bijkomende objecten; en - het aanpassen van de spreiding van de één of meer bijkomende objecten in de 3D-omgeving wanneer het drempelniveau van de dynamische eigenschap van het overeenkomstige object bereikt of overschreden wordt.
In sommige voorkeursuitvoeringen omvat de stap van het aanpassen van de spreiding van het eerste object (en/of van de één of meer bijkomende objecten) het vernauwen van de spreiding van het object in de 3D-omgeving.
In sommige voorkeursuitvoeringsvormen omvat de stap van het aanpassen van de spreiding van het eerste object (en/of van de één of meer bijkomende objecten) het verbreden van de spreiding van het object in de 3D-omgeving. Door dit te doen, zal er minder nadruk zijn op het eerste object (en/of op de één of meer bijkomende objecten) die in de 3D-omgeving werden aangepast.
In sommige voorkeursuitvoeringsvormen zal het vernauwen van de spreiding van het eerste object overeenkomen met het verbreden van de spreiding van één of meer bijkomende objecten. In sommige voorkeursuitvoeringsvormen zal het verbreden van de spreiding van het eerste object overeenkomen met het vernauwen van de spreiding van één of meer bijkomende objecten.
In sommige voorkeursuitvoeringsvormen komt de absolute hoeveelheid aanpassing aan de spreiding van een eerste object overeen met de absolute hoeveelheid aanpassing aan de spreiding van ten minste één bijkomend object. In sommige voorkeursuitvoeringsvormen komt de relatieve hoeveelheid aanpassing aan de spreiding van een eerste object overeen met de relatieve hoeveelheid aanpassing aan de spreiding van ten minste één bijkomend object.
De aanpassing van de spreiding van een eerste geluidsobject kan resulteren in het aanpassen van de spreiding van een enkel tweede geluidsobject in de tegenovergestelde richting. Alternatief kan de aanpassing van de spreiding van een eerste geluidsobject resulteren in het aanpassen van de spreiding van meer dan één bijkomend geluidsobject in de tegenovergestelde richting. Als een verder alternatief kan het aanpassen van de spreiding van een eerste en een tweede geluidsobject in één richting resulteren in het aanpassen van een derde geluidsobject in de tegenovergestelde richting.
> BE2023/5286
Als een ander verder alternatief kan het aanpassen van een combinatie van meerdere geluidsobjecten in één richting resulteren in het aanpassen van een andere combinatie van meerdere geluidsobjecten in de tegenovergestelde richting.
In sommige voorkeursuitvoeringsvormen wordt het vernauwen of verbreden van de spreiding van het eerste object gedefinieerd door een verhouding tussen de door de dynamische eigenschap gegenereerde niveauhoeveelheid boven het drempelniveau, bij voorkeur uitgedrukt in decibel dB, in verhouding tot de hoeveelheid spreiding, bij voorkeur uitgedrukt in percentage.
In sommige voorkeursuitvoeringsvormen omvat de werkwijze verder de stap van: - het aanpassen van de versterking van het eerste object en/of de één of meer bijkomende objecten in de 3D-omgeving indien het drempelniveau van de dynamische eigenschap van het eerste object bereikt of overschreden wordt en/of wanneer het drempelniveau van de dynamische eigenschap van de één of meer bijkomende objecten bereikt of overschreden worden.
In sommige voorkeursuitvoeringsvormen begint de stap van het aanpassen van de spreiding bij het begin van de aanzetzone.
In sommige voorkeursuitvoeringsvormen vindt de stap van het aanpassen van de spreiding alleen plaats zolang het drempelniveau van de dynamische eigenschap van het object bereikt of overschreden wordt.
In sommige voorkeursuitvoeringsvormen omvat de stap van het aanpassen van de spreiding stappen van: - het aanpassen, zodra de drempelwaarde bereikt of overschreden wordt, van de spreiding in een eerste richting om de spreiding te verbreden of te vernauwen tot een gewenste waarde; - het op de gewenste waarde houden van de spreiding zolang de drempelwaarde bereikt of overschreden wordt; en - het aanpassen, zodra de drempelwaarde niet langer bereikt of overschreden wordt, van de spreiding naar de oorspronkelijke waarde.
Volgens een tweede aspect heeft de uitvinding betrekking op een mengtool voor het verwerken van audiosignalen van geluidsobjecten in een 3D-omgeving. De mengtool omvat bij voorkeur: - een invoerkanaal voor het ontvangen van een invoersignaal; - een uitvoerkanaal voor het uitzenden van een uitvoersignaal; en
0 BE2023/5286 - een detector die geconfigureerd is voor het ontvangen van het invoersignaal, voor het bepalen of het invoersignaal gelijk is aan of groter is dan een drempelwaarde, en voor het verzenden van een besturingssignaal wanneer de drempelwaarde bereikt of overschreden wordt.
De mengtool omvat verder bij voorkeur een ruimtelijke aanpasser, die geconfigureerd is voor het ontvangen van het invoersignaal en het aanpassen van de spreiding van het invoersignaal op basis van het besturingssignaal dat door de detector verstuurd wordt, voor het vormen van een uitvoersignaal.
In sommige voorkeursuitvoeringsvormen wordt een tweede besturingssignaal uitgezonden voor het aanpassen van een bijkomende dynamische eigenschap van het invoersignaal wanneer de drempelwaarde bereikt of overschreden wordt; bij voorkeur waarbij de bijkomende dynamische eigenschap geselecteerd is uit versterking, positie, nagalm en/of combinaties daarvan; bij voorkeur waarbij de bijkomende dynamische eigenschap versterking is.
In sommige voorkeursuitvoeringsvormen omvat de ruimtelijke aanpasser een ruimtelijke compressor voor het vernauwen van de spreiding van het invoersignaal wanneer de drempelwaarde bereikt of overschreden wordt; en/of de ruimtelijke aanpasser een ruimtelijke expander omvat voor het verbreden van de spreiding van het invoersignaal wanneer de drempelwaarde bereikt of overschreden wordt.
In sommige voorkeursuitvoeringsvormen is de mengtool volgens het tweede aspect, en (voorkeurs) uitvoeringsvormen daarvan, geconfigureerd voor het uitvoeren van de werkwijze volgens het eerste aspect, en (voorkeurs) uitvoeringsvormen daarvan.
Volgens een derde aspect heeft de uitvinding betrekking op het gebruik van de werkwijze volgens het eerste aspect, en (voorkeurs) uitvoeringsvormen daarvan en/of de mengtool volgens het tweede aspect, en (voorkeurs) uitvoeringsvormen daarvan, bij voorkeur in een live-setting. (Voorkeurs) uitvoeringsvormen van het eerste aspect zijn ook (voorkeurs) uitvoeringsvormen van het tweede of derde aspect, en omgekeerd.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN
FIG. 1 illustreert klassieke versterkingsbesturing in een stereo- (2D-) omgeving.
FIG. 2 illustreert het effect van het verbreden (of verwijden) van de spreiding van een audio-object in een 3D-omgeving.
75 BE2023/5286
FIG. 3 illustreert ruimtelijke compressie en ruimtelijke expansie wanneer een drempelwaarde overschreden wordt, volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding.
FIG. 4 illustreert een schematische representatie van een dynamische feedback- of feedforward-ruimtelijke aanpasser (ruimtelijke compressor of ruimtelijke expander), volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding.
FIG. 5 illustreert een schematische weergave van een ruimtelijke aanpasser (ruimtelijke compressor of ruimtelijke expander) die ook versterkingsaanpassing mogelijk maakt, volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE UITVINDING
De onderhavige uitvinding zal worden beschreven met betrekking tot bepaalde uitvoeringsvormen; de uitvinding is niet hiertoe beperkt, maar alleen door de conclusies.
Verwijzingscijfers in de conclusies zullen niet geïnterpreteerd worden als beperkend voor de beschermingsomvang daarvan.
Zoals hierin gebruikt, omvatten de enkelvoudsvormen ‘een’, en ‘de’ zowel verwijzen in het enkelvoud als in het meervoud, tenzij de context duidelijk anders aangeeft.
De termen “omvattende”, “omvat” en “samengesteld uit” zoals hierin gebruikt, zijn synoniem met “met inclusie van”, “includerend” of “bevattend”, “bevat”, en zijn inclusief of met een open-eind en sluiten geen bijkomende, niet-reciteerde leden, elementen of werkwijzestappen uit. De termen ‘omvatten’, ‘omvat’ en ‘samengesteld uit’ wanneer verwezen wordt naar de gereciteerde leden, elementen of werkwijzestappen omvatten ook uitvoeringsvormen die ‘bestaan uit’ de genoemde leden, elementen of werkwijzestappen.
Verder worden de termen eerste, tweede, derde en dergelijke in de beschrijving en in de conclusies gebruikt om onderscheid te maken tussen vergelijkbare elementen en niet noodzakelijkerwijs voor het beschrijven van een opeenvolgende of chronologische volgorde, tenzij dit is aangeven. Duidelijk zal dat de termen die zo gebruikt worden uitwisselbaar zijn onder geschikte omstandigheden en dat de hierin beschreven uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen werken in andere sequenties dan hierin beschreven of geïllustreerd.
De term “ongeveer”, zoals hierin gebruikt wanneer naar een meetbare waarde zoals een parameter, een hoeveelheid, een tijdsduur en dergelijke wordt verwezen, is bedoeld om variaties van +/- 10% of minder te omvatten, bij voorkeur +/- 5% of minder, meer bij voorkeur +/- 1% of minder, en nog meer bij voorkeur +/- 0,1% of minder van en vanaf de gespecificeerde waarde, voor zover dergelijke variaties geschikt zijn om uit te voeren in de geopenbaarde uitvinding. Het zal duidelijk zijn dat de waarde waarnaar 5 de modificator “ongeveer” verwijst zelf ook specifiek, en bij voorkeur, wordt geopenbaard.
De recitatie van numerieke bereiken door eindpunten omvat alle getallen en breuken die ondergebracht zijn binnen de respectieve bereiken, evenals de gereciteerde eindpunten. Alle documenten die in de onderhavige specificatie geciteerd worden, zijn hierbij in hun geheel door verwijzing opgenomen. Tenzij anders gedefinieerd, hebben alle termen die bij het openbaren van de uitvinding gebruikt worden, die technische en wetenschappelijke termen omvat, de betekenis zoals algemeen begrepen wordt door de vakman in het vakgebied waartoe deze uitvinding behoort.
Ter verdere begeleiding zijn definities voor de termen die in de beschrijving worden gebruikt opgenomen om de leer van de onderhavige uitvinding beter te begrijpen.
De hierin gebruikte termen of definities worden enkel verschaft om te helpen bij het begrijpen van de uitvinding. Verwijzing door deze specificatie naar “één uitvoeringsvorm” of “een uitvoeringsvorm” betekent dat een bepaald kenmerk, structuur of karakteristiek dat beschreven is in verband met de uitvoering opgenomen is in ten minste één uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.
Aldus verwijzen verschijningen van de uitdrukkingen “in één uitvoeringsvorm” of “in een uitvoeringsvorm” op verschillende plaatsen in deze specificatie niet noodzakelijkerwijs allemaal naar dezelfde uitvoering. Verder kunnen de specifieke kenmerken, structuren of karakteristieken op willekeurige geschikte manieren worden gecombineerd in één of meer uitvoeringsvormen, zoals voor een deskundige uit deze openmaking duidelijk zal zijn. Bovendien, hoewel sommige hierin beschreven uitvoeringsvormen enkele kenmerken die opgenomen zijn in andere uitvoeringsvormen omvatten maar andere kenmerken niet, is het de bedoeling dat combinaties van kenmerken van verschillende uitvoeringsvormen binnen de reikwijdte van de uitvinding vallen, en verschillende uitvoeringsvormen vormen, zoals zal worden begrepen door deskundigen in het vakgebied. In de volgende conclusies en beschrijving kan bijvoorbeeld elke van de geclaimde of beschreven uitvoeringsvormen in elke combinatie worden gebruikt.
9 BE2023/5286
Volgens een eerste aspect heeft de uitvinding betrekking op een computergeïmplementeerde audiosignaalverwerkingswerkwijze voor het reguleren van de nadruk op geluidsobjecten in een 3D-omgeving. De geluidsobjecten zijn in de beschikbare 3D-omgeving op afstand van elkaar geplaatst. De geluidsobjecten worden bij voorkeur zodanig verspreid dat de ruimtelijke hiaten tussen de objecten in de 3D- omgeving geheel of gedeeltelijk gevuld worden, bij voorkeur geheel gevuld. De werkwijze omvat bij voorkeur één of meer, bij voorkeur alle, stappen van: - het instellen van een drempelwaarde voor een dynamische eigenschap van een eerste object; en - het aanpassen van de spreiding van het eerste object in de 3D-omgeving wanneer het drempelniveau van de dynamische eigenschap van het eerste object bereikt of overschreden wordt.
Zoals hierin gebruikt, worden de termen ‘3D-omgeving’ of ‘3D-ruimte’ door elkaar gebruikt en verwijzen deze naar een immersief geluidslandschap, in tegenstelling tot stereo dat een geluidslandschap van links naar rechts heeft.
Zoals hierin gebruikt, verwijzen de termen ‘geluidsobject’ of ‘audio-object’ naar een discrete audiobron die in de 3D-ruimte gepositioneerd en gemanipuleerd kan worden voor om een realistische spatialisering van geluid te creëren. Het representeert een specifiek audio-element in de virtuele omgeving en kan doorgaans onafhankelijk van andere geluidselementen verplaatst, gepand en aangepast worden om een realistische en immersieve audio-ervaring te produceren.
Bij 3D-geluidsverwerking kunnen de volgende termen gebruikt worden die betrekking hebben op typischerwijs tijdsafhankelijke variabelen, waarnaar hier gezamenlijk verwezen wordt als “dynamische eigenschappen”: - De term ‘versterking’ verwijst naar het volumeniveau of de versterking van een geluid. - De term “nagalm” verwijst naar de simulatie van de weerkaatsing en galm van geluid in een fysieke omgeving. - De term “spreiding” verwijst naar de breedte van geluidsbronnen in een 3D- ruimte, en hoe ver het geluid verspreid is vanaf zijn oorspronkelijke locatie. - De term “positie” verwijst naar de locatie van een geluidsbron in een 3D-ruimte, en kan gebruikt worden om een gevoel van ruimtelijke oriëntatie en beweging van geluid in een virtuele omgeving te creëren.
Wanneer een ‘drempelwaarde’ overschreden wordt, wordt daarnaar verwezen als ‘drempeloverschrijding’ of ‘overschrijden van de drempelwaarde’. Bij audioverwerking worden drempelwaarden gebruikt in dynamischbereikverwerkingstools, zoals compressors, voor het bepalen van het niveau waarop een specifiek effect op een audiosignaal toegepast moet worden. Bij voorkeur is de drempelwaarde gerelateerd aan de versterking (volumeniveau) van het geluidsobject. Typische drempelwaardebereiken zijn -60dB tot +20dB.
Zoals hierin gebruikt, verwijst de term “dynamisch bereik” naar het verschil tussen de luidste en zachtste delen van een audiosignaal. Dit wordt gewoonlijk gemeten in decibel (dB) en vertegenwoordigt het bereik tussen de hoogste en laagste geluidsniveaus in een opname of uitvoering. Het dynamische bereik van een audio- object is een belangrijke factor die de waargenomen kwaliteit en de algehele impact van het geluid beïnvloedt, en kan worden beïnvloed door verschillende factoren, waaronder opnametechnieken, mengen en masteren. Een groter dynamisch bereik zorgt voor meer detail en nuance in het audiosignaal, terwijl een kleiner dynamisch bereik ervoor kan zorgen dat het geluid meer gecomprimeerd en uniform lijkt.
Zoals hierin gebruikt, verwijst de term “dynamische aanpasser” naar een audioverwerkingstool die wordt gebruikt om het dynamische bereik van een geluid te besturen. Een dynamische aanpasser kan een dynamische compressor en/of een dynamische expander omvatten. Een dynamische compressor vermindert typischerwijs het dynamische bereik van een geluid door automatisch het volume van de luidste delen te verlagen terwijl de stille delen ongewijzigd blijven. Dit helpt om de volumeniveaus gelijk te maken en afkapping of vervorming te voorkomen, waardoor het geluid meer consistent en gecontroleerd wordt. Een dynamische expander voegt versterking toe aan een signaal dat de vooraf gedefinieerde drempelwaarde bereikt. Een expander voegt dus meer dynamisch bereik toe dan oorspronkelijk aanwezig is in het invoersignaal. Dit helpt om meer detail en nuance in het audiosignaal te onthullen, waardoor het geluid dynamischer en expressiever lijkt.
De stap van het aanpassen van de spreiding volgens de onderhavige uitvinding, wordt hierin ook wel een “ruimtelijke aanpassing” genoemd, die “ruimtelijke compressie” en/of “ruimtelijke expansie” kan omvatten. De tool die gebruikt wordt voor ruimtelijke aanpassing kan hier een “ruimtelijke aanpasser” genoemd worden. Zoals hierin gebruikt, verwijst de term “ruimtelijke aanpasser” naar een audioverwerkingstool
Il BE2023/5286 die volgens de uitvinding gebruikt wordt om de breedte van de verspreiding van een geluid te besturen. Een ruimtelijke aanpasser kan een “ruimtelijke compressor” en/of een “ruimtelijke expander” omvatten. Een ruimtelijke compressor vernauwt de breedte van de verspreiding van een geluidsobject. Een ruimtelijke expander zal de breedte van de verspreiding van een geluidsobject verwijden (of verbreden).
Zoals hierin gebruikt, verwijst de term “laagtonig” naar het lagefrequentiebereik van geluid, dat doorgaans gedefinieerd wordt als lager dan ongeveer 250 Hz. Dit frequentiebereik is vaak verantwoordelijk voor het verschaffen van diepte, gewicht en warmte aan een geluid, en kan de waargenomen bas of lage-tonen energie van een geluid beïnvloeden. Zoals hierin gebruikt, verwijst de term “middentonig” naar het middenfrequentiebereik van geluid, dat doorgaans gedefinieerd wordt als zijnde tussen ongeveer 250 Hz en 4 kHz. Dit frequentiebereik wordt vaak beschouwd als het belangrijkste bij het vormgeven van de algehele tonaliteit en het karakter van een geluid.
Zoals hierin gebruikt, verwijst de term “hoogtonig” naar het hoge-frequentiebereik van geluid, dat doorgaans gedefinieerd wordt als zijnde boven 4 kHz. Dit frequentiebereik is vaak verantwoordelijk voor het verschaffen van definitie, zuiverheid en helderheid aan een geluid, en kan de waargenomen helderheid of scherpte van een geluid beïnvloeden.
In stereo- of 2D-audio wordt meestal een dynamische compressor gebruikt om elk deel van de muziek zijn specifieke plaats in de mix te geven. Een dynamische compressor is een apparaat dat het dynamische bereik van een specifiek stuk van de mix beperkt. Daarom kan de versterking van een audiobron tijdens een specifieke tijdsperiode gecomprimeerd worden om te veel ruis en te weinig volume te compenseren, of omgekeerd. Versterking 1s de meeteenheid voor de luidheid van een audiobron en wordt doorgaans gemeten in decibel (dB).
Versterkingsbesturing wordt geïllustreerd in FIG. 14, waarin een specifiek stuk geluid of object 10, zoals achtergrondruis, getoond wordt in een stereo-omgeving. Op een bepaald tijdstip t1 wordt de versterking van dit specifieke geluidsobject 10 vergroot, bijvoorbeeld wanneer het niveau van een achtergrondruis 10 meer aanwezig wordt, waardoor het globale niveau van decibel (dB) toeneemt. Als het niveau van dB het ingestelde drempelniveau 12 bereikt of overschrijdt, kan een compressor 20 werken door het niveau van het geluid te attenueren en de impact van de achtergrondruis 10 op het globale geluid te verminderen. Wanneer de achtergrondruis 10 weer afneemt op tijdstip to, kan de compressor 20 de attenuatie stoppen en zal het normale geluidsniveau weer bereikt worden.
Het effect van de attenuatie door de compressor 20 wordt getoond in FIG. 1B.
Zodra de achtergrondruis 10 de drempelwaarde 12 bereikt op tijdstip ti, zal de compressor 20 beginnen met het geleidelijk aanpassen van de versterking 14 over een eerste tijdsperiode Tı naar een specifiek niveau (hierin aangeduid als de aanzetzone).
Zodra deze een gewenst aangepast niveau bereikt, zal het dit niveau van audioversterking 14 behouden gedurende een tijdsperiode T» (hierin aangeduid als de aanhoudzone), totdat de achtergrondruis 10 niet langer de drempelwaarde 12 overschrijdt op tijdstip tb. Tijdens een laatste periode T3; (hierin aangeduid als de wegsterfzone), zal de audioversterking 14 nu geleidelijk weer kunnen stijgen naar zijn oorspronkelijke niveau.
De manier waarop de versterking 14 verminderd wordt zodra het geluid 10 de drempelwaarde 12 bereikt of overschrijdt, hoe snel het verminderd wordt, of hoe lang het de attenuatie vasthoudt zodra het geluid weer onder de geselecteerde drempelwaarde zakt, en hoe het terugkeert naar het oorspronkelijke geluid. niveau, zijn alle aanpasbare parameters die bekend staan als ‘aanzet, ‘aanhoud’ en ‘wegsterf’. In sommige uitvoeringsvormen is de aanzettijd ten minste 0 ms tot ten hoogste 150 ms. In sommige uitvoeringsvormen is de aanhoudtijd ten minste 50 ms tot ten hoogste 1000 ms. In sommige uitvoeringsvormen is de wegsterftijd ten minste De helling van de attenuatie kan van ten minste 1,5:1 tot oneindig: 1 zijn.
In sommige voorkeursuitvoeringsvormen wordt het vernauwen of verbreden van de spreiding van het eerste object gedefinieerd door een verhouding tussen de door de dynamische eigenschap genereerde niveauhoeveelheid boven het drempelniveau, bij voorkeur uitgedrukt in decibel dB, in verhouding tot de hoeveelheid spreiding, bij voorkeur uitgedrukt in percentage. De verhouding kan een variabele verhouding zijn tussen de door het invoersignaal genereerde niveauhoeveelheid boven het drempelniveau (uitgedrukt in decibel dB) in verhouding tot de hoeveelheid spreiding (of grootte) die uitgedrukt is in een percentage. De verhouding van de ruimtelijke compressor kan gedefinieerd worden in procenten van 0 tot 100.
De versterkingsbesturing kan worden uitgevoerd met behulp van een dynamische feedbackcompressor of een feedforwardcompressor. Dynamische compressors volgens de stand van de techniek zullen typischerwijs de verschillende geluidsobjecten in evenwicht brengen door de versterkingspieken in geluidsobjecten te verminderen zodat een globale geluidservaring bereikt wordt.
Hoewel bestaande dynamische compressors en dynamische expanders typischerwijs gebruikt worden met surroundgeluid, kan een dynamische compressor en/of een dynamische expander ook worden gebruikt om een 3D-geluidservaring te creëren. Er is echter ontdekt dat een vermindering van de versterking ook het detail in een immersieve mix vermindert, waardoor het effect van 3D-audio vaak verloren gaat.
Bij het verhogen van de audioversterking kan dit als te luid overkomen, waardoor het sterker is dan de overgebleven geluidsobjecten en een niveau van audioversterking veroorzaakt wordt dat boven de toegestane regelgevingsdrempel uitkomt. Bovendien zal het globaal verhogen van het volume of de versterking meer stroomverbruik van de audio-installatie vereisen, wat misschien niet altijd mogelijk is bij grote geluidsopstellingen, zoals het geval kan zijn bij gebruik tijdens muziekfestivals.
Bovendien is het doel van 3D-geluidservaringen om een meer realistische luisterervaring te kunnen ervaren vanwege de mogelijkheid om bijvoorbeeld een bewegend effect van het geluid te creëren. Een geluid kan bijvoorbeeld ervaren worden alsof het van de linkerzijde naar de rechterzijde beweegt, zoals het geval zou zijn wanneer een object achter een persoon van links naar rechts passeert. Het verhogen van het volume van een geluidsobject zal niet noodzakelijkerwijs deze realistische luisterervaring creëren.
Bijkomend is het doel in 3D-omgevingsgeluidservaringen om de beschikbare 3D-ruimte te vullen met geluidsobjecten zodat een luisteraar het geluid zal ervaren alsof ze in het midden van het geluid staat, en niet alleen een geluid heeft dat afkomstig is vanuit één punt.
Bij het mengen van immersieve audio in een 3D-omgeving is er in vergelijking met de stereo-omgeving significant meer ruimte om alle stukken geluid die bijvoorbeeld een muziekstuk zullen vormen te plaatsen. Als dezelfde geluidsobjecten als in een stereo-omgeving in een 3D-omgeving geplaatst zouden worden, zouden de objecten verder op afstand van elkaar geplaatst worden, waardoor ze een minder interfererende factor hebben. De behoefte aan een dynamische compressor om specifieke uit het surroundgeluid bekende geluidsobjecten af te vlakken wordt daardoor minder belangrijk, aangezien deze al ervaren kunnen worden als deze zich ergens op de achtergrond bevinden. De verschuiving van stereo naar immersieve 3D-audio creëert veel meer ruimte, zelfs tot een punt waar er misschien te veel ruimte is. Verrassend genoeg is ontdekt dat, als niet alle ruimtelijke hiaten gevuld zijn met stukken geluid, de stukken geluid niet langer lijken samen te werken om één heel muziekstuk te creëren. In plaats daarvan zou een luisteraar dit typischerwijs ervaren als op zichzelf staande stukken geluid die verdeeld zijn in het gebied dat de luisteraar omringt.
Om deze problemen op te lossen verschaft de onderhavige uitvinding 3D- mengtools die in staat zijn om elk stuk geluid als een object in een kamer te plaatsen. De onderhavige 3D-mengtools zorgen voor een 3D-geluidslandschap-software waarin objecten kunnen worden geplaatst. De positie van het object wordt vervolgens vertaald naar meerdere uitgangen, die doorgaans door een luidspreker worden gerepresenteerd.
De vertaling wordt uitgevoerd door een vooraf gedefinieerd algoritme. De 3D- mengtools volgens de uitvinding kunnen de breedte van het object ook dynamisch verbreden of vernauwen; en als resultaat bepalen hoeveel luidsprekers of geluidsbronnen dit bepaalde geluid zal produceren dat van het object komt om de hele ruimte te vullen.
Door de afmetingen van het object te veranderen met de 3D-mengtool, is het mogelijk om de beschikbare ruimte op te vullen door de ruimtelijke hiaten te dichten en om alle verschillende objecten samen te laten werken.
In normale omstandigheden werken dergelijke 3D-mengtools goed. Een luisteraar zal merken dat ze ondergedompeld zijn in het geluid dat hem omringt. Zoals eerder vermeld, is het voordeel van een dergelijke 3D-omgeving en een 3D- geluidsopstelling dat het mogelijk is om de illusie te creëren dat geluid beweegt. Dit wordt meestal gedaan door het volume van een bepaald geluidsobject te versterken of te verlagen, zoals kan worden gedaan met een 2D-dynamische compressor of dynamische expander. Als men wenst te simuleren dat een geluid van links naar rechts beweegt, kan deze beginnen met een hoog volume van het geluidsobject aan de linkerkant, dat het in de loop van de tijd afneemt, terwijl het geluidsobject aan de rechterkant in volume toeneemt. Door het volume van het bepaalde geluidsobject te verhogen of te verlagen, zal dit de focus van een luisteraar op dit geluid versterken of verminderen. Hoewel dit een grote impact zal hebben op hoe een luisteraar het geluid zal ervaren, kan het ook de keerzijde hebben dat een toename in volume van een geluidsobject de totale waarde van geproduceerde dB boven een toegestane limiet kan brengen, en dat is dus niet altijd acceptabel en kan zelfs gehoorschade veroorzaken. Bovendien heeft het verhogen van het volume een directe invloed op het energieverbruik van het geluidssysteem.
Daarom is het nodig om een ander soort verbetering van de focus van een luisteraar tot stand te brengen die niet langer het dB-niveau verhoogt of een impact heeft op het energieverbruik.
Bekende 3D-mengtools kunnen elk stuk geluid als objecten in de kamer plaatsen.
Deze 3D-mengtools zijn in staat om een vaste brede of smalle breedte van het object in te stellen om eventuele ruimtelijke hiaten te dichten. Deze functie wordt de “spreiding” van een audio-object genoemd. In plaats van het gebruiken van een statische, onveranderlijke spreiding voor elk object, verschaft de onderhavige uitvinding echter ruimtelijke aanpassing, die in real-time kan werken in samenwerking met de dynamische eigenschappen.
Daarom kan een ruimtelijke aanpasser zoals een ruimtelijke compressor worden gebruikt, die in staat is om de spreiding van een geluidsobject te verkleinen, bijvoorbeeld bij het bereiken van een vooraf gedefinieerde drempelwaarde. Als alternatief of in combinatie kan een ruimtelijke expander worden gebruikt, die in staat is om de spreiding van een geluidsobject te verwijden of te verbreden, bijvoorbeeld bij het bereiken van een vooraf gedefinieerde drempelwaarde. Op deze manier, wanneer, bijvoorbeeld, een artiest zijn niveau voor een moment verhoogt om de focus van het publiek te grijpen, zal de 3D-focus de dynamische creatieve beslissing volgen. Dus als een groep artiesten een rustig nummer speelt, zal het audio-object mooi samenvloeien in de immersieve 3D-mix.
Wanneer één instrument of artiest meer focus nodig heeft bij het verhogen van hun niveau of door luider te spelen, kan de breedte van het audio-object vernauwd worden, wat resulteert in een meer gefocuste positie in de immersieve 3D-mix.
Op dezelfde manier kan een ruimtelijke expander gebruikt worden om de spreiding of breedte van het geluidsobject te verbreden. Bij het mengen van een muziekstuk dat te dynamisch is verschaft de onderhavige uitvinding het gebruik van een ruimtelijke expander, in plaats van de dynamischbereikcompressors van de stand van de techniek te gebruiken. Deze ruimtelijke expander werkt in de tegenovergestelde richting van een ruimtelijke compressor. Als een mix bijvoorbeeld ingesteld is en de verschillende audio-objecten te dynamisch en onsamenhangend zijn, is het mogelijk om de spreiding van de audio-objecten te verbreden wanneer een vooraf gedefinieerde drempelwaarde bereikt is gebruikmakend van ruimtelijke expansie op de audio-objecten.
Dit zou het effect hebben dat, indien een audio-object te gefocust is in de mix, het verspreid en vastgelijmd zou worden in de mix om samen te werken met de andere objecten. Bovendien is een combinatie mogelijk waarbij ruimtelijke compressie gebruikt kan worden op één of meer objecten, terwijl ruimtelijke expansie gebruikt kan worden op andere audio-object (en).
In FIG. 2, wordt het effect van het verkleinen of verbreden (of verwijden) van de spreiding van een audio-object geïllustreerd. Dit voorbeeld geldt wanneer het object in het virtuele midden van het geluidslandschap geplaatst wordt. Met nulspreiding zal de uitvoer alleen de middenluidspreker zijn. Wanneer er een nulspreiding van een audio- object is, zal de hoogste uitvoer van de VU-meter in het midden (“Center”, C) zijn, met enige uitvoer links (L) en rechts (R) van het midden C. Typischerwijs zal de C-uitvoer in het bereik van 50-90%, bij voorkeur in het bereik van 60-80%, bij voorkeur 70% zijn.
Het bereik van de spreiding is doorgaans 0 tot 100 procent. Meestal ligt het bereik rond de 30%. In sommige uitzonderingen zal het 100% zijn. De L- en R-uitvoer zal typischerwijs in het bereik van 25-5%, bij voorkeur in het bereik van 20-10%, bij voorkeur 15% zijn. Met de nulspreiding is er normaal gesproken geen uitvoer in de SL-,
SRL-, SR- of SRR-VU-meters. Dit zal het effect hebben dat de focus van het geluidsobject versterkt wordt, aangezien het geluidsobject meer overkomt als een focaal geluidsobject. Zoals hierin gebruikt, verwijzen de termen SL, SR, SRL en SRR naar de kanalen van een stereoaudiosysteem: - SL (Stereo Links) en SR (Stereo Rechts) verwijzen naar de linker- en rechterkanalen van een stereo-audiosysteem; en - SRL (Stereo Retour Links) en SRR (Stereo Retour Rechts) verwijzen naar de linker en rechter retourkanalen in een geluidsversterkingssysteem, dat doorgaans gebruikt wordt voor het monitoren of voor het routeren van signalen van en naar andere apparatuur.
Deze termen worden gebruikt om de verschillende kanalen van een stereo- audiosysteem te identificeren en te onderscheiden, zodat de juiste audiosignalen naar de juiste locaties verzonden en ontvangen worden.
Wanneer de spreiding van een geluidsobject verbreed wordt tot een gemiddelde spreiding, zal het niveau van de uitvoer van de VU-meter in de C verlaagd worden, en meer naar de zijkanten verspreid worden. Zoals te zien is in de grafische weergave in
FIG. 2, zal de C-uitvoer minder zijn dan in de nulspreiding, en typischerwijs in het bereik van 40-60%, bij voorkeur 45-55%, bij voorkeur 50%. De numerieke bereiken zijn niet per se belangrijk. De spreiding werkt door een vooraf gedefinieerd algoritme
(bijvoorbeeld vectorgebaseerd amplitude-afkapping), dat de uitvoerrepresentatie van een bepaald spreidingspercentage definieert. Ook zullen de L- en R-uitvoer minder zijn dan in de nulspreiding, typischerwijs in het bereik van 25-20%, bij voorkeur 20%. Bij een gemiddelde spreiding zal er een uitvoer zijn in de SL- en SR-VU-meters en zal de uitvoer doorgaans in het bereik van 5-15%, bij voorkeur 5%, zijn. Wanneer de spreiding van een geluidsobject ingesteld is op een gemiddelde spreiding, zal dit typischerwijs het effect hebben dat het geluidsobject nog steeds gedetecteerd wordt als zijnde op de voorgrond, maar minder uitgesproken is in vergelijking met een geluidsobject zonder spreiding.
Wanneer de spreiding van een geluidsobject verbreed wordt tot een maximumspreiding, zal het niveau van de uitvoer van de VU-meter in de C nog verder verlaagd worden, en nog meer verspreid worden naar de zijkanten, wat ook een uitvoer verschaft in de SRL- en SRR-VU-meter. Zoals opnieuw te zien is uit de grafische weergave in FIG. 2, zal de C-uitvoer zich nu in het bereik van 20-40%, bij voorkeur 30%, bevinden. De L- en R-uitvoer zal gewoonlijk in het bereik van 20-15%, bij voorkeur 15% zijn. De SL- en SR-uitvoer zullen kenmerkend in het bereik van 5-15%, bij voorkeur 10%, zijn en de SRL- en SRR-uitvoer zullen kenmerkend zijn in het bereik van 10-2%, bij voorkeur 5%. Een geluidsobject dat een maximumspreiding heeft, zal door een luisteraar ervaren worden als zijnde meer op de achtergrond, terwijl de focus van de luisteraar automatisch getrokken zal worden naar een geluidsobject dat een medium- of nulspreiding heeft.
In sommige uitvoeringsvormen kan ook de spreiding van bijkomende objecten worden aangepast. De aanpassing kan worden getriggerd door dezelfde drempelwaarde als het eerste object, of door een andere drempelwaarde, bijvoorbeeld een drempelwaarde van het overeenkomstige bijkomende object.
De werkwijze omvat daarom in sommige voorkeursuitvoeringsvormen verder de volgende stappen: - het aanpassen van de spreiding van één of meer bijkomende objecten in de 3D- omgeving; bij voorkeur wanneer het drempelniveau van de dynamische eigenschap van het eerste object bereikt of overschreden wordt.
In sommige voorkeursuitvoeringsvormen omvat de werkwijze verder de volgende stappen: - het instellen van een drempelwaarde voor een dynamische eigenschap van één of meer bijkomende objecten; en - het aanpassen van de spreiding van de één of meer bijkomende objecten in de 3D-omgeving; bij voorkeur wanneer het drempelniveau van de dynamische eigenschap van het overeenkomstige object bereikt of overschreden wordt.
In sommige voorkeursuitvoeringsvormen omvat de stap van het aanpassen van de spreiding van het eerste object (en/of van de één of meer bijkomende objecten) het vernauwen van de spreiding van het object in de 3D-omgeving. Door dit te doen, zal er meer nadruk komen te liggen op het eerste object (en/of op de één of meer bijkomende objecten) die aangepast zijn in de 3D-omgeving. Deze stap wordt ruimtelijke compressie genoemd.
In sommige voorkeursuitvoeringsvormen omvat de stap van het aanpassen van de spreiding van het eerste object (en/of van de één of meer bijkomende objecten) het verbreden van de spreiding van het object in de 3D-omgeving. Door dit te doen, zal er minder nadruk zijn op het eerste object (en/of op de één of meer bijkomende objecten) die aangepast zijn in de 3D-omgeving. Deze stap wordt ruimtelijke expansie genoemd.
De aanpassing van de spreiding van een eerste geluidsobject kan resulteren in het aanpassen van de spreiding van een enkel tweede geluidsobject in de tegenovergestelde richting. Alternatief kan de aanpassing van de spreiding van een eerste geluidsobject resulteren in het aanpassen van de spreiding van meer dan één bijkomend geluidsobject in de tegenovergestelde richting. Als een verder alternatief kan het aanpassen van de spreiding van een eerste en een tweede geluidsobject in één richting resulteren in het aanpassen van een derde geluidsobject in de tegenovergestelde richting.
Als een ander verder alternatief kan het aanpassen van een combinatie van meerdere geluidsobjecten in één richting resulteren in het aanpassen van een andere combinatie van meerdere geluidsobjecten in de tegenovergestelde richting.
In sommige voorkeursuitvoeringsvormen zal het vernauwen van de spreiding van het eerste object overeenkomen met het verbreden van de spreiding van één of meer bijkomende objecten. In sommige voorkeursuitvoeringsvormen zal het verbreden van de spreiding van het eerste object overeenkomen met het vernauwen van de spreiding van één of meer bijkomende objecten.
In sommige voorkeursuitvoeringsvormen komt de absolute hoeveelheid aanpassing aan de spreiding van een eerste object overeen met de absolute hoeveelheid aanpassing aan de spreiding van ten minste één bijkomend object. In sommige voorkeursuitvoeringsvormen komt de relatieve hoeveelheid aanpassing aan de spreiding van een eerste object overeen met de relatieve hoeveelheid aanpassing aan de spreiding van ten minste één bijkomend object.
In sommige voorkeursuitvoeringsvormen wordt de stap van het aanpassen van de spreiding geleidelijk uitgevoerd. In sommige voorkeursuitvoeringsvormen begint de stap van het aanpassen van de spreiding geleidelijk. Een tijdsperiode waarin de spreiding bij het begin geleidelijk aangepast wordt, wordt hier de “aanzetzone” genoemd. De aanzetzone is het initiële gedeelte waar de spreiding wordt veranderd van zijn oorspronkelijke breedte naar zijn aangepaste (of gewenste) breedte.
In sommige voorkeursuitvoeringsvormen begint de stap van het aanpassen van de spreiding bij het begin van de aanzetzone. In sommige voorkeursuitvoeringsvormen eindigt de stap van het aanpassen van de spreiding geleidelijk. Een tijdsperiode waarin de spreiding geleidelijk naar zijn oorspronkelijke toestand wordt gewijzigd, wordt hierin de “wegsterfzone” genoemd. De wegsterfzone is het eindgedeelte waar de spreiding wordt veranderd van zijn aangepaste (of gewenste) breedte naar zijn oorspronkelijke breedte.
De termen “aanzetzone” en “wegsterfzone” worden vaak gebruikt met betrekking tot audiocompressie en dynamischebereikverwerking, waarbij de aanzet- en wegsterfinstellingen bepalen hoe snel de versterking van het geluid verminderd of verhoogd wordt in respons op het audiosignaal. In deze uitvinding verwijzen de aanzetzone en wegsterfzone echter naar de verandering van de breedte van de spreiding in plaats van de verandering in het versterkingsniveau.
In sommige voorkeursuitvoeringsvormen eindigt de stap van het aanpassen van de spreiding bij het einde van de wegsterfzone. In sommige voorkeursuitvoeringsvormen wordt de spreiding gedurende een specifieke tijdsperiode constant gehouden. Een tijdsperiode waarin de spreiding gewijzigd wordt naar een constante waarde wordt hier de “aanhoudzone” genoemd. In sommige voorkeursuitvoeringsvormen omvat de stap van het aanpassen van de spreiding een aanhoudzone.
In sommige voorkeursuitvoeringsvormen vindt de stap van het aanpassen van de spreiding alleen plaats zolang het drempelniveau van de dynamische eigenschap van het object bereikt of overschreden wordt.
In sommige voorkeursuitvoeringsvormen omvat de stap van het aanpassen van de spreiding de stappen van: - wanneer de drempelwaarde bereikt of overschreden is, het aanpassen van de spreiding in een eerste richting om de spreiding te verbreden of te vernauwen tot een gewenste waarde; - zolang de drempelwaarde bereikt of overschreden wordt, de spreiding op de gewenste waarde te houden; en - wanneer de drempelwaarde niet langer bereikt of overschreden wordt, het aanpassen van de spreiding naar de oorspronkelijke waarde.
Kijkend naar FIG. 3, wordt een soortgelijke weergave gegeven als in FIG. 1, waarbij
FIG. 3A overeenkomt met FIG. 1A. In FIG. 3A, wordt een dynamische eigenschap, zoals de versterking, van een geluidsobject 50 gerepresenteerd over tijd. Zoals te zien is, zal de dynamische eigenschap van het geluidsobject 50 de drempelwaarde 52 tussen tijd ti en tijd t bereiken of overschrijden. Typischerwijs kan in een 3D-geluidservaring een dergelijke toename van decibel voorkomen wanneer een vocaal geluidsobject in intensiteit toeneemt, bijvoorbeeld wanneer een zanger begint te zingen. Zeer vergelijkbaar met een dynamische compressor, zal een ruimtelijke compressor 60 volgens de uitvinding nu in staat zijn om de spreiding van het geluidsobject 50 te beperken, maar tegengesteld aan wanneer de versterking van het geluidsobject 10 van
FIG. 1, zal de focus nu vergroot worden vanwege het feit dat de spreiding van het geluidsobject 50 vernauwd zal worden van bijvoorbeeld een mediumspreiding zoals gerepresenteerd in FIG. 2 naar een lage of nulspreiding. Aan de andere kant, met een ruimtelijke expander, zal het mogelijk zijn om de spreiding van het geluidsobject 50 te verbreden zodat de focus op dit object verminderd zal worden door de spreiding te verbreden van bijvoorbeeld een mediumspreiding naar een hoge of maximumspreiding.
Zeer vergelijkbaar met de aanzet-, aanhoud- en wegsterfzones van de audioversterking die in FIG. 1, kunnen vergelijkbare aanzet-, aanhoud- en wegsterfzones toegepast worden voor het veranderen van de spreiding van een geluidsobject 50. Met betrekking tot ruimtelijke aanpassing is de aanzetzone T1 een tijdswaarde, die typischerwijs in milliseconden gedefinieerd is, die de tijd bepaalt die het proces nodig heeft om de gewenste spreiding te verkrijgen. De wegsterfzone T3 daarentegen is een waarde in milliseconden die de tijd definieert die nodig is voor de breedte om terug te keren naar zijn oorspronkelijke toestand zodra het niveau van het object 50 terugkeert onder de drempelwaarde 52. De aanzetzone kan variëren van op ten minste 0 ms tot ten hoogste 1 s, bijvoorbeeld van ten minste 10 ms tot ten hoogste 100 ms. De wegsterfzone kan variëren van ten minste 10 ms tot ten hoogste 2 s, bijvoorbeeld van ten minste 20 ms tot ten hoogste 1 s, bijvoorbeeld van ten minste 50 ms tot ten hoogste 200 ms.
In het voorbeeld zoals getoond in FIG. 3B, wordt het effect van ruimtelijke compressie door een ruimtelijke compressor 60 getoond. Wanneer het geluidsobject 50 de drempelwaarde 52 bereikt op tijdstip ti, zal de ruimtelijke compressor 50 beginnen met het aanpassen van de spreiding 54 over een eerste tijdsperiode T1 van een grotere spreiding naar een kleinere spreiding. Wanneer het de kleinere spreiding bereikt, zal het dit spreidingsniveau 54 behouden gedurende een tijdsperiode Tz totdat het geluidsobject 50 stopt om de drempelwaarde 52 te overschrijden op het tijdstip t>. Tijdens een laatste vrijgaveperiode T3 zal de spreiding 54 van het geluidsobject 50 nu weer mogen verbreden tot zijn oorspronkelijke niveau.
Evenzo is het voorbeeld van FIG. 3C toont het effect van ruimtelijke expansie door een ruimtelijke expander. Opnieuw zal, wanneer het geluidsobject 50 de drempelwaarde 52 bereikt op tijdstip ti, zal de ruimtelijke expander beginnen met het aanpassen van de spreiding 54 over een eerste tijdsperiode T1 van een specifieke spreiding naar een grotere spreiding. Wanneer het deze grotere spreiding bereikt, zal het dit spreidingsniveau 54 behouden gedurende een tijdsperiode T>, totdat het geluidsobject 50 stopt om de drempelwaarde 52 te overschrijden op het tijdstip t>. Tijdens een laatste vrijgaveperiode T3 zal de spreiding 54 van het geluidsobject 50 nu weer mogen vernauwen tot zijn oorspronkelijke niveau.
In sommige uitvoeringsvormen wordt de spreiding aangepast of bestuurd met behulp van een feedbackaanpasser (feedbackcompressor en/of feedbackexpander). Een feedbackaanpasser gebruikt een algoritme dat de hoeveelheid compressie/expansie in realtime aanpast op basis van het invoersignaal. Het monitort ononderbroken het invoerniveau en verandert dynamisch de compressie-/expansieverhouding. Hierdoor kan het reageren op veranderingen in het invoersignaal en een gewenst niveau van compressie/expansie behouden, waardoor een meer consistente en gecontroleerde uitvoer wordt geproduceerd.
FIG. 4A toont een schematische weergave van een feedbackspreidingscompressor 20 volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding. Aan één zijde van de compressor 20 wordt een invoersignaal 22 aan de compressor toegevoerd. Wanneer het invoersignaal het spreidingsverminderingselement 24 verlaat, wordt het omgeleid naar een zijketen 26. Deze zijketen 26 is in staat om te detecteren of de drempelwaarde 12 bereikt of overschreden wordt. Als dit het geval is, wordt een zijketenbesturingssignaal 28 verzonden naar het spreidingsverminderingselement 24 dat de spreiding van het invoersignaal 22 zal vernauwen. Zijketen 26 detecteert dat de drempelwaarde 12 bereikt of overschreden is. De snelheid waarmee een vermindering in spreiding 14 van het uitgangssignaal 30 bereikt wordt, is sterk afhankelijk van de duur van de aanzetzone T; en van de verhouding van de attenuatie. Hoe hoger de verhouding van de attenuatie en hoe korter de duur van de aanzetzone T1, hoe sneller de vernauwing van het signaal zal plaatsvinden.
In sommige uitvoeringsvormen wordt de spreiding aangepast of bestuurd met behulp van een feedforwardaanpasser (feedforwardcompressor en/of feedforwardexpander). Een feedforwardaanpasser werkt door een invoersignaal te gebruiken om de benodigde spreidingsaanpassing te voorspellen, en die spreidingsaanpassing vervolgens direct op het audiosignaal toe te passen. In tegenstelling tot een feedbackaanpasser, die een foutsignaal gebruikt om de spreidingsaanpassing te bepalen, gebruikt een feedforwardaanpasser het invoersignaal om de spreidingsaanpassing direct te besturen. Deze benadering resulteert in een snellere en nauwkeurigere aanpassing, aangezien de verspreidingsaanpassing toegepast wordt voordat enige andere verwerking plaatsvindt. Het is in het bijzonder voordelig in situaties waar een zeer responsieve aanpassing vereist is, zoals live-geluid en broadcasttoepassingen.
FIG. 4B toont een schematische weergave van een feedforwardspreidingscompressor 40 volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding, waarbij het invoersignaal 22’ onmiddellijk wordt omgeleid naar de zijketen 26’ om te detecteren of de drempelwaarde 12 wordt bereikt of overschreden. Indien dit niet het geval is, zal het invoersignaal 22’ overeenkomen met het uitvoersignaal 30°. Als de drempelwaarde 12 echter bereikt of overschreden wordt, zal een zijketenbesturingssignaal 28’ naar het spreidingsverminderingselement 24° gestuurd worden, dat opnieuw de spreiding van het invoersignaal 22° zal verminderen, en zal de spreiding van het uiteindelijke uitvoersignaal 30” verlagen. Het voordeel van een dergelijke feedforwardcompressor 40 is dat een snellere aanpassing van de spreiding mogelijk is.
Evenzo kan een spreidingsexpander worden gebruikt die op een vergelijkbare maar tegenovergestelde manier zal werken om de audiospreiding te vergroten om het geluidsobject te verspreiden.
In sommige uitvoeringsvormen wordt de spreidingsaanpassing gecombineerd met andere aanpassingen van andere dynamische eigenschappen, zoals klassieke dynamische compressie of versterkingsexpansie. Vernauwing van de spreiding kan gecombineerd worden met compressie van andere dynamische eigenschappen zoals de versterking. Vernauwing van de spreiding kan gecombineerd worden met expansie van andere dynamische eigenschappen zoals de versterking. Het verbreden van de spreiding kan gecombineerd worden met compressie van andere dynamische eigenschappen zoals de versterking. Verbreding van de spreiding kan gecombineerd worden met expansie van andere dynamische eigenschappen zoals de versterking. Met de meeste voorkeur wordt het verbreden van de spreiding gecombineerd met het verminderen van de versterking, en omgekeerd.
Daarom omvat de werkwijze in sommige voorkeursuitvoeringsvormen verder de stap van: - het aanpassen van een bijkomende dynamische eigenschap (anders dan spreiding) van het eerste object en/of de één of meer bijkomende objecten in de 3D- omgeving wanneer het drempelniveau van de dynamische eigenschap van het eerste object bereikt of overschreden wordt.
In sommige voorkeursuitvoeringsvormen omvat de werkwijze verder de stap van: - het aanpassen van een bijkomende dynamische eigenschap (anders dan spreiding) van het eerste object en/of de één of meer bijkomende objecten in de 3D- omgeving wanneer het drempelniveau van de dynamische eigenschap van de één of meer bijkomende objecten bereikt of overschreden wordt.
Deze bijkomende dynamische eigenschap wordt bij voorkeur afzonderlijk geselecteerd uit versterking, nagalm of positie; of wordt geselecteerd uit de combinaties (versterking, nagalm), (nagalm, positie) of (positie, versterking), of een combinatie van alle drie (versterking, nagalm, positie), bij voorkeur ten minste versterking.
Daarom omvat de werkwijze in sommige voorkeursuitvoeringsvormen verder de stap van: - het aanpassen van de versterking van het eerste object en/of de één of meer bijkomende objecten in de 3D-omgeving wanneer het drempelniveau van de dynamische eigenschap van het eerste object bereikt of overschreden wordt.
Daarom omvat de werkwijze in sommige voorkeursuitvoeringsvormen verder de stap van: - het aanpassen van de versterking van het eerste object en/of de één of meer bijkomende objecten in de 3D-omgeving wanneer het drempelniveau van de dynamische eigenschap van de één of meer bijkomende objecten bereikt of overschreden wordt.
Bij voorkeur zijn de drempels voor versterking en spreiding identiek. In sommige uitvoeringen zouden de drempels voor versterking en spreiding afzonderlijk kunnen worden aangepast.
In sommige uitvoeringsvormen is de aanpassing van de spreiding gerelateerd aan de versterking van een gespecificeerde uitvoer van het meerkanalenindeling. Als de ruimtelijke compressor bijvoorbeeld de spreiding van een object verbreedt, wordt de
LFE-uitvoer van het object gecomprimeerd in verhouding tot de spreidingsverbreding.
In FIG. 5 is een ruimtelijke aanpasser 60 volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding schematisch weergegeven. Hoewel de algemene schets vergelijkbaar is met de ruimtelijke aanpasser 20 van FIG. 4, is de ruimtelijke aanpasser 60 in staat om meer dan alleen de spreiding aan te passen. Naast de spreiding 54 van een geluidsobject, is de ruimtelijke aanpasser 60 bijvoorbeeld ook geconfigureerd voor het aanpassen van de versterking 56 van het geluidsobject in de 3D-omgeving (zoals een klassieke compressor/expander). Als alternatief of in combinatie 1s de ruimtelijke aanpasser 60 ook geconfigureerd voor het aanpassen van de nagalm 55 van een geluidsobject en/of de positie 57 van het geluidsobject in de 3D-omgeving. Dit zou bijvoorbeeld kunnen worden uitgevoerd het besturen van de hoeveelheid signaal die van het object naar de nagalmprocessor verzonden wordt. Door het niveau te verhogen, zou de hoeveelheid nagalm lineair toenemen. Wanneer bijvoorbeeld de ruimtelijke aanpasser 60 wordt gebruikt als een ruimtelijke compressor 60, wordt het invoersignaal 62 onmiddellijk omgeleid naar een zijketen of detector 66 om te detecteren of de drempelwaarde 52 bereikt of overschreden wordt. Indien dit niet het geval is, zal het invoersignaal 62 overeenkomen met het uitvoersignaal 64. Echter, indien de drempelwaarde 52 bereikt of overschreden wordt, zal dit gedetecteerd worden door de detector 66 en zal een afzonderlijk zijketenbesturingssignaal 68 verzonden worden naar het spreidingsaanpassingselement 54, dat de spreiding van het geluidsobject in de 3D-
omgeving zal verminderen, waardoor de focus op dit geluidsobject versterkt wordt.
Optioneel kan ook een verder bijkomend signaal 69 gegeven worden door de zijketenbesturingen of detector 66 aan het versterkingsaanpassingselement 56, wanneer dezelfde of een andere drempelwaarde bereikt of overschreden 1s. Door dit te doen, kan de versterking van het invoersignaal 62 ook aangepast worden, dat wil zeggen verhoogd of verlaagd worden afhankelijk van het gebruik van de ruimtelijke aanpasser als een compressor of als een expander, om het volumeniveau van het audio-object in de 3D- mix te verhogen of te verlagen. Door de aanpassing van de spreiding 54 en de aanpassing van de versterking 56 te combineren, bijv. door het vernauwen van de spreiding van het audiosignaal door de ruimtelijke compressor en het tegelijkertijd toestaan van het stijgen van het volume om het effect nog meer te benadrukken, wordt een creatiever of optimaal gemengd resultaat bereikt. Verder kunnen optioneel ook de positie en de nagalm van het invoersignaal 62 aangepast worden door op dezelfde manier een verder signaal te verzenden naar het positieaanpassingselement 57 en/of het nagalmaanpassingselement 55.
Als meerdere audio-objecten naar de ruimtelijke aanpasser 60 worden verzonden is het mogelijk om sommige of alle audio-objecten aan te passen op basis van veranderingen die aangebracht zijn in het eerste audio-object 50. Wanneer, bijvoorbeeld, de spreiding van het eerste audio-object 50 veranderd wordt van een mediumspreiding naar een nulspreiding, kan ten minste één van de aangrenzende audio-objecten overeenkomstig aangepast worden in de tegenovergestelde richting, dus van een mediumspreiding naar een maximumspreiding. Wanneer de spreiding van slechts één audio-object vernauwd wordt, om meer nadruk te leggen op het audio-object, en de spreiding van bijvoorbeeld twee aangrenzende audio-objecten verbreed wordt, kan een mix gemaakt worden tussen hoeveel het eerste aangrenzende object verbreed wordt en hoeveel het tweede aangrenzende object verbreed wordt, zodanig dat wanneer de totale som van de verbrede spreidingen gelijk is aan de vernauwde spreiding zodanig dat er geen ruimtelijke hiaten ontstaan bij het aanpassen van de spreiding van één van de geluidsobjecten.
Door gebruik te maken van de zijketenbesturingen op alle audio-objecten en deze bijvoorbeeld een mono-sommatie van alle objectsignalen te geven, zou een ruimtelijke buscompressie bereikt kunnen worden. Door dit te doen kunnen bijvoorbeeld alle audio- objecten verbeterd worden doordat de spreiding van alle audio-objecten vernauwd is.
De spreiding van alle audio-objecten kan op deze manier vernauwd of verbreed worden, afhankelijk van het gewenste effect. Voor ruimtelijke buscompressie zou de typischerwijse situatie het verbreden van de spreiding van de objecten zijn. Evenzo zou men bij het werken met ruimtelijke busexpansie een muziekstuk aan elkaar kunnen lijmen en hetzelfde resultaat hebben als het geval zou zijn met een stereobuscompressor.
Bij het werken met audio-objecten die volledigbereiksignalen of een aantal laagtonige-eindsignalen (lage tonen) dragen, kan het zijn dat het gebruik van een enkele ruimtelijke aanpasser niet op een optimale manier werkt, wat resulteert in een spreiding van deze audio-objecten die te wijd is. Aan de andere kant is voor de middentonen en hoge tonen het verbreden van de spreiding misschien niet genoeg.
Een variatie van de ruimtelijke aanpasser, die ofwel een ruimtelijke compressor of een ruimtelijke expander is, is een ruimtelijke multibandcompressor of ruimtelijke multibandexpander. Zo’n ruimtelijke multibandexpander kan in meerdere afzonderlijke frequentiebanden werken (bijvoorbeeld drie frequentiebanden, zoals laagtonige, middentonige en hoogtonige), die elk in een instelbaar frequentiebereik werken. Elke frequentieband kan zijn eigen verzameling van parameters hebben, die het mogelijk maken om de spreiding van de laagtonige smal te houden, terwijl de spreiding van de middentonige en hoogtonige verbreed kan worden, of omgekeerd.
Volgens een tweede aspect heeft de uitvinding betrekking op een mengtool voor het verwerken van audiosignalen van geluidsobjecten in een 3D-omgeving. De mengtool is bij voorkeur geconfigureerd voor het uitvoeren van de werkwijze volgens het eerste aspect en (voorkeurs) uitvoeringsvormen daarvan. In sommige voorkeursuitvoeringsvormen wordt de werkwijze volgens het eerste aspect, en (voorkeurs) uitvoeringsvormen daarvan, uitgevoerd door gebruik te maken van een mengtool volgens het tweede aspect, en (voorkeurs) uitvoeringsvormen daarvan. (Voorkeurs) belichamigen van het eerste aspect zijn ook (voorkeurs) uitvoeringsvormen van het tweede aspect, en omgekeerd.
De mengtool omvat bij voorkeur: - een invoerkanaal voor het ontvangen van een invoersignaal (62); - een uitvoerkanaal voor het uitzenden van een uitvoersignaal (30); en - een detector (66) die geconfigureerd is voor het ontvangen van het invoersignaal (62), voor het bepalen of het invoersignaal (62) gelijk is aan of groter is dan een drempelwaarde (52), en voor het verzenden van een besturingssignaal (68)
wanneer de drempelwaarde (52) bereikt of overschreden wordt.
De mengtool omvat bij voorkeur verder een ruimtelijke aanpasser (60), die geconfigureerd is voor het ontvangen van het invoersignaal (62) en het aanpassen van de spreiding van het invoersignaal (62) op basis van het besturingssignaal dat verzonden is door de detector (66), voor het vormen van een uitvoersignaal (30).
In sommige voorkeursuitvoeringsvormen wordt een tweede besturingssignaal (69) verzonden om een bijkomende dynamische eigenschap van het invoersignaal (62) aan te passen wanneer de drempelwaarde (52) bereikt of overschreden wordt; bij voorkeur waarbij de bijkomende dynamische eigenschap geselecteerd is uit versterking, positie, nagalm en/of combinaties daarvan, bij voorkeur waarbij de bijkomende dynamische eigenschap versterking is.
In sommige voorkeursuitvoeringsvormen omvat de ruimtelijke aanpasser (60) een ruimtelijke compressor om de spreiding van het invoersignaal (62) te vernauwen wanneer de drempelwaarde (52) bereikt of overschreden wordt; en/of de ruimtelijke aanpasser (60) een ruimtelijke expander omvat om de spreiding van het invoersignaal (62) te verbreden wanneer de drempelwaarde (52) bereikt of overschreden wordt.
In sommige voorkeursuitvoeringsvormen is de mengtool volgens het tweede aspect, en (voorkeurs) uitvoeringsvormen daarvan, geconfigureerd voor het uitvoeren van de werkwijze volgens het eerste aspect, en (voorkeurs) uitvoeringsvormen daarvan.
Volgens een derde aspect heeft de uitvinding betrekking op het gebruik van de werkwijze volgens het eerste aspect, en (voorkeurs) uitvoeringsvormen daarvan en/of van de mengtool volgens het tweede aspect, en (voorkeurs) uitvoeringsvormen daarvan, in een live-setting. De onderhavige werkwijzen en de mengtool van de onderhavige uitvinding zijn in het bijzonder geschikt voor real-time verwerking, en zijn daarom bijzonder geschikt voor gebruik in een live-setting.
De uitvinding kan in een computergeïmplementeerd zijn voor studiomixdoeleinden. In dit geval zou het bijvoorbeeld als een plug-in (VST) voor een
DAW-systeem geleverd kunnen worden, of het zou een deel van een DAW-systeem kunnen zijn. In de live- of broadcastsector zou het geïmplementeerd kunnen worden als een deel van de verwerking in een immersieve live-mengtafel.
In sommige voorkeursuitvoeringsvormen voert de werkwijze de aanpassingen in real-time uit. In sommige voorkeursuitvoeringsvormen is de mengtool geconfigureerd om in real-time bediend te worden.
In de context van computerverwerking verwijst een werkwijze die “in real-time” uitgevoerd wordt naar een proces dat zo snel als nodig is, met minimale of geen vertraging plaatsvindt. Om een audioproces als real-time te beschouwen, moet het in staat zijn om te voltooien binnen een vooraf bepaald tijdsbestek, dat bekend staat als de “latentie”. De latentie van een real-time proces wordt doorgaans gemeten in milliseconden of microseconden, en moet klein genoeg zijn om aan de vereisten van de toepassing te voldoen. In een real-time audioverwerkingssysteem moet de latentie bijvoorbeeld klein genoeg zijn om te bewerkstelligen dat de verwerkte audio synchroon met de originele audio wordt afgespeeld, zonder enige merkbare vertraging. Bij voorkeur is de latentie ten hoogste 20 ms, bijvoorbeeld ten hoogste 10 ms. Bij live werken is de latentie bij voorkeur ten hoogste 2 ms, met meer voorkeur ten hoogste 1 ms.
Real-time verwerking vereist een combinatie van snelle hardware en efficiënte softwarealgoritmen om aan de strikte latentievereisten te voldoen. De onderhavige uitvinding heeft het voordeel dat de werkwijze efficiënt genoeg is om in real-time uitgevoerd te worden.
In sommige uitvoeringsvormen is de werkwijze een computergeïmplementeerde werkwijze. In sommige uitvoeringsvormen worden één of meer stappen van de werkwijze uitgevoerd door een computer. In sommige uitvoeringsvormen worden alle stappen van de werkwijze uitgevoerd door een computer.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een systeem of inrichting, zoals een dataverwerkingsapparaat, dat middelen omvat voor het uitvoeren van één of meer stappen, bijvoorbeeld alle stappen, van de werkwijze volgens het eerste aspect van de uitvinding, en (voorkeurs) uitvoeringsvormen daarvan. Het systeem of de inrichting kan verschillende hardware- en/of software-aspecten omvatten voor het verschaffen van de functionaliteiten zoals geïllustreerd. Het systeem of de inrichting kan bijvoorbeeld een computer, een computersysteem of een processor omvatten, bijvoorbeeld een computerplatform voor algemene doeleinden dat specifiek geprogrammeerd is, bijvoorbeeld door een geschikte uitvoerbare code, voor het implementeren van alle of sommige elementen die hierin beschreven zijn. In uitvoeringsvormen kan het systeem of de inrichting werken als een op zichzelf staande inrichting of kan het verbonden zijn, bijvoorbeeld in een netwerk, met andere machines in een genetwerkte toepassing.
De uitvinding heeft ook betrekking op een computerprogrammaproduct dat direct in het interne geheugen van een computer geladen kan worden, of een computerprogrammaproduct dat opgeslagen is op een computerleesbaar medium, of een combinatie van dergelijke computerprogramma’s of computerprogrammaproducten, die geconfigureerd is voor het uitvoeren van een computergeimplementeerd werkwijze volgens het eerste aspect van de uitvinding, en (voorkeurs) uitvoeringsvormen daarvan.
De uitvinding heeft ook betrekking op een computerprogrammaproduct dat instructies omvat die, indien het programma door een computer uitgevoerd wordt, bewerkstelligen dat de computer één of meer stappen, bijvoorbeeld alle stappen, van de werkwijze volgens het eerste aspect van de uitvinding uitvoert, en (voorkeurs) uitvoeringsvormen daarvan. De uitvinding heeft ook betrekking op een computerleesbaar medium dat instructies omvat die, indien ze uitgevoerd worden door een computer, bewerkstelligen dat de computer één of meer stappen uitvoert, bijvoorbeeld alle stappen, van de werkwijze volgens het eerste aspect van de uitvinding, en (voorkeurs) uitvoeringsvormen daarvan.
Claims (15)
1. Computergeïmplementeerde audiosignaalverwerkingswerkwijze voor het reguleren van de nadruk op geluidsobjecten in een 3D-omgeving, waarbij de geluidsobjecten in de beschikbare 3D-omgeving op afstand van elkaar zijn geplaatst, waarbij de werkwijze de stappen omvat van: - het instellen van een drempelwaarde voor de versterking of het volumeniveau van een eerste object; en - het aanpassen van de spreiding van het eerste object in de 3D-omgeving wanneer het drempelniveau van de versterking of het volumeniveau van het eerste object wordt bereikt of overschreden.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de werkwijze verder de stappen omvat van: - het instellen van een drempelwaarde voor de versterking of het volumeniveau van één of meer bijkomende objecten, en - het aanpassen van de spreiding van de één of meer bijkomende objecten in de 3D-omgeving wanneer het drempelniveau van de versterking of het volumeniveau van het overeenkomstige object wordt bereikt of overschreden.
3. Werkwijze volgens één van conclusies 1 of 2, waarbij de stap van het aanpassen van de spreiding van de eerste en/of de één of meer bijkomende objecten het vernauwen van de spreiding van het object in de 3D-omgeving omvat.
4. Werkwijze volgens één van conclusies 1-3, waarbij het aanpassen van de spreiding van het eerste en/of de één of meer bijkomende objecten het verwijden van de spreiding van het object in de 3D-omgeving omvat.
5. Werkwijze volgens een van conclusies 1-4, waarbij het vernauwen van de spreiding van het eerste object zal overeenkomen met het verwijden van de spreiding van één of meer bijkomende objecten, of vice versa, waarbij bij voorkeur de absolute of relatieve hoeveelheid aanpassing aan de spreiding van een eerste object overeenkomt met de absolute of relatieve hoeveelheid aanpassing aan de spreiding van ten minste één bijkomend object.
6. Werkwijze volgens één van conclusies 1-5, waarbij het vernauwen of verwijden van de spreiding van het eerste object is gedefinieerd door een verhouding tussen de door de versterking of het volumeniveau gegenereerde niveauhoeveelheid boven het drempelniveau, bij voorkeur uitgedrukt in decibel dB, in verhouding tot de hoeveelheid spreiding, bij voorkeur uitgedrukt in een percentage.
7. Werkwijze volgens één van conclusies 1-6, waarbij de werkwijze verder de stap omvat van: - het aanpassen van de versterking van het eerste object en/of de één of meer bijkomende objecten in de 3D-omgeving wanneer het drempelniveau van de versterking of het volumeniveau van het eerste object wordt bereikt of overschreden en/of wanneer het drempelniveau van de versterking of het volumeniveau van de één of meer bijkomende objecten wordt bereikt of overschreden.
8. Werkwijze volgens één van conclusies 1-7, waarbij de stap van het aanpassen van de spreiding begint bij het begin van de aanzetzone.
9. Werkwijze volgens één van conclusies 1-8, waarbij de stap van het aanpassen van de spreiding alleen plaatsvindt zolang het drempelniveau van de versterking of het volumeniveau van het object wordt bereikt of overschreden.
10. Werkwijze volgens één van conclusies 1-9, waarbij de stap van het aanpassen van de spreiding de stappen omvat van: - wanneer de drempelwaarde wordt bereikt of overschreden, het aanpassen van de spreiding in een eerste richting om de spreiding te verwijden of te vernauwen tot een gewenste waarde; - zolang de drempelwaarde wordt bereikt of overschreden, het op de gewenste waarde houden van de spreiding, en - wanneer de drempelwaarde niet langer wordt bereikt of overschreden, het aanpassen van de spreiding naar de oorspronkelijke waarde.
11. Mengtool voor het verwerken van audiosignalen van geluidsobjecten in een 3D- omgeving, waarbij de mengtool omvat: - een invoerkanaal voor het ontvangen van een invoersignaal (62); - een uitvoerkanaal voor het uitzenden van een uitvoersignaal (30); en - een detector (66) die geconfigureerd is voor het ontvangen van het invoersignaal (62), voor het bepalen of het invoersignaal (62) gelijk is aan of groter is dan een drempelwaarde (52) voor de versterking of het volumeniveau, en voor het verzenden van een besturingssignaal (68) wanneer de drempelwaarde (52) wordt bereikt of overschreden; met het kenmerk dat de mengtool verder een ruimtelijke aanpasser (60) omvat, die geconfigureerd is voor het ontvangen van het invoersignaal (62) en het aanpassen van de spreiding van het invoersignaal (62) op basis van het besturingssignaal dat verzonden is door de detector (66), teneinde een uitvoersignaal (30) te vormen.
12. Mengtool volgens conclusie 11, waarbij een tweede besturingssignaal (69) wordt uitgezonden om een bijkomende dynamische eigenschap van het invoersignaal (62) aan te passen wanneer de drempelwaarde (52) wordt bereikt of overschreden; bij voorkeur waarbij de bijkomende dynamische eigenschap wordt geselecteerd uit versterking, positie, nagalm, en/of combinaties daarvan; bij voorkeur waarbij de bijkomende dynamische eigenschap versterking is.
13. Mengtool volgens één van conclusies 11 of 12, waarbij de ruimtelijke aanpasser (60) een ruimtelijke compressor omvat voor het vernauwen van de spreiding van het invoersignaal (62) wanneer de drempelwaarde (52) wordt bereikt of overschreden; en/of waarbij de ruimtelijke aanpasser (60) een ruimtelijke expander omvat om de spreiding van het invoersignaal (62) te verwijden wanneer de drempelwaarde (52) wordt bereikt of overschreden.
14. Mengtool volgens één van conclusies 11 of 12, die geconfigureerd is om de werkwijze volgens één van conclusies 1-10 uit te voeren.
15. Gebruik van de werkwijze volgens één van conclusies 1-10 en/of de mengtool volgens één van conclusies 11-14, in een live-setting.
Priority Applications (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE20235286A BE1030969B1 (nl) | 2023-04-17 | 2023-04-17 | Verwerkingsmethode voor ruimtelijke aanpassing van een audiosignaal |
PCT/EP2024/060255 WO2024218069A1 (en) | 2023-04-17 | 2024-04-16 | Method for adjusting the spread of a sound object and corresponding mixing tool |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE20235286A BE1030969B1 (nl) | 2023-04-17 | 2023-04-17 | Verwerkingsmethode voor ruimtelijke aanpassing van een audiosignaal |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1030969B1 true BE1030969B1 (nl) | 2024-05-15 |
Family
ID=87136375
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE20235286A BE1030969B1 (nl) | 2023-04-17 | 2023-04-17 | Verwerkingsmethode voor ruimtelijke aanpassing van een audiosignaal |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
BE (1) | BE1030969B1 (nl) |
WO (1) | WO2024218069A1 (nl) |
Citations (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US20170325045A1 (en) * | 2016-05-04 | 2017-11-09 | Gaudio Lab, Inc. | Apparatus and method for processing audio signal to perform binaural rendering |
US20210076153A1 (en) * | 2017-12-18 | 2021-03-11 | Nokia Technologies Oy | Enabling Rendering, For Consumption by a User, of Spatial Audio Content |
Family Cites Families (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US8068105B1 (en) * | 2008-07-18 | 2011-11-29 | Adobe Systems Incorporated | Visualizing audio properties |
WO2021098957A1 (en) * | 2019-11-20 | 2021-05-27 | Fraunhofer-Gesellschaft zur Förderung der angewandten Forschung e.V. | Audio object renderer, methods for determining loudspeaker gains and computer program using panned object loudspeaker gains and spread object loudspeaker gains |
-
2023
- 2023-04-17 BE BE20235286A patent/BE1030969B1/nl active IP Right Grant
-
2024
- 2024-04-16 WO PCT/EP2024/060255 patent/WO2024218069A1/en unknown
Patent Citations (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US20170325045A1 (en) * | 2016-05-04 | 2017-11-09 | Gaudio Lab, Inc. | Apparatus and method for processing audio signal to perform binaural rendering |
US20210076153A1 (en) * | 2017-12-18 | 2021-03-11 | Nokia Technologies Oy | Enabling Rendering, For Consumption by a User, of Spatial Audio Content |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
WO2024218069A1 (en) | 2024-10-24 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
CA2488689C (en) | Acoustical virtual reality engine and advanced techniques for enhancing delivered sound | |
US9768751B2 (en) | Audio system including multiband audio dynamics processor | |
JP6866470B2 (ja) | エンターテイメントオーディオ処理 | |
TW201943288A (zh) | 用於雙通道音訊系統中之立體聲場域增強的系統及方法 | |
JP2004048140A (ja) | レベル調節方法、プログラムおよび音声信号装置 | |
EP2252083B1 (en) | Signal processing apparatus | |
US9628907B2 (en) | Audio device and method having bypass function for effect change | |
BE1030969B1 (nl) | Verwerkingsmethode voor ruimtelijke aanpassing van een audiosignaal | |
KR102645743B1 (ko) | 볼륨 종속 오디오 보상 | |
US20180262859A1 (en) | Method for sound reproduction in reflection environments, in particular in listening rooms | |
JP7536763B2 (ja) | 入力部と出力部と音声ファイルの音量調整された音声信号を有するエフェクタとを備えた装置 | |
JP2004350173A (ja) | 音像再生装置および立体音像再生装置 | |
JP3266045B2 (ja) | ステレオシステム | |
JP5915249B2 (ja) | 音響処理装置および音響処理方法 | |
JP2020537470A (ja) | オーディオ信号の個人適用のためのパラメータを設定するための方法 | |
JPH0549099A (ja) | 音場制御装置 | |
EP3089477A1 (en) | An apparatus for reproducing a multi-channel audio signal and a method for producing a multi-channel audio signal | |
WO2002021505A2 (en) | System and method for processing audio data | |
US20120288122A1 (en) | Method and a system for an acoustic curtain that reveals and closes a sound scene | |
JP3053526B2 (ja) | 音響効果付加装置 | |
von Schultzendorff et al. | Real-diffuse enveloping sound reproduction | |
NL1025634C2 (nl) | Inrichting voor het verwerken van audiosignalen, geluidsinstallatie voor het verwerken van audiosignalen, werkwijze voor het verwerken van audiosignalen en een computerprogramma voor het uitvoeren van een dergelijke werkwijze. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
FG | Patent granted |
Effective date: 20240515 |