BE1030837B1 - Doseertoestel - Google Patents

Abstract

Doseertoestel voor poeder, bevattende een behuizing (3) met ingang (7) en uitgang (27) en een doseerklep (9-37-42) met een regelbare uitstroom voor het poeder dmv een regelsysteem (12) en verder een verdeelrad (13-42-44) bevat dat coaxiaal in de behuizing (2-3) verdraaibaar is rond de doseerklep (9-37-42) voorzien is van een uitlaat (17) aan de buitenomtrek voor een gelijkmatige verdeling van het poeder, waarbij een schot (4) is voorzien dat de behuizing opdeelt in een doseerkanaal (5) en in een meetkanaal (6) om het massadebiet van het verdeelrad (13) evenredig te splitsen volgens een bepaalde verhouding in een doseerstroom naar de uitgang (27) en een meetstroom naar een weegtoestel (20) met een opvangschaal (21-38) met een vulstand en een ledigingsstand en een aandrijving (24-39) voor het alternerend overschakelen van de ene naar de andere stand, waarbij het weegtoestel (20) is ingesteld om het massadebiet te meten van het opgevangen poeder en het regelsysteem (12) is ingesteld voor de regeling van de doseerklep (9) in functie van het gemeten massadebiet en een ingesteld gewenst massadebiet.

Description

Voseertoestel.

De huidige uitvinding heeft betrekking op een doseertoestel voor het doorlopend doseren van seen poedermassa,

Er zijn verschillende systemen voor het doorlopend doseren van san poedermassa bekend. in de farmaceutische industrie worden vooral “loss in weight” dosecersystemen (LIW) toegepast vanwege hun nauwkeurigheid.

Deze "loss in weight” toestellen bestaan uit een vat dat via een ingeng met poeder gevuld wordt en gecontroleerd kan geledigd worden door middel van archimedesschroeven of trillingen of schuifbewegingen of kleppen of dergelijke aan de uitgang.

Het geheel is op sen weegschaal geplaatst waarmee de daling van het gewogen gewicht in {functie van de tijd een weerspiegeling is voor het massadebiet van het goeder,

Deze LIW doseertoestellen hebben echter verschillende nadelen,

Ze zijn gevoelig voor trillingen uit de omgeving en moeten bijgevolg trillingsvrij opgesteld worden voor een nauwkeurig meetresultaat,

Tijdens het bijvullen van het vat kan de daling van het gewicht: niet gemeten worden zodat de archimedesschrceven tijdelijk zonder meting moeten draaien,

Het bijvullen van het vat moet bijgevolg op korte tijd gebeuren en kan significante rimpels veroorzaken in het massadebiet.

De ingang en de uitgang van het vat van een LIW toestel moeten met soepele balgen gekoppeld worden aan de vaste wereld om het poedertransport stofvrij te laten verlopen en tegelijkertijd invloed van buitenaf op het meet- en regelsysteem zoveel mogelijk te beperken.

De montage van deze balgen is kritisch voor de goede werking van het meetsysteem.

Deze balgen zijn ook gevoelig voor ophoping van poeder dat ongecontroleerd kan ioskomen en de meting kan verstoren,

Al deze onregeimatigheden kunnen problematisch zijn zodat bijkomende afvlakking wenselijk kan zijn.

Daarnaast gaal er ook relatief veel poeder verloren, bijvoorbeeld vanaf het ogenblik van opstarten tot de bedrijfstoestand bereikt is, en poeder dat na het beëindigen van het proces achterblijft in de vele horizontale delen, noeken en kanten van de mechaniek,

Voor het reinigen van het doseertoestel dient het gedemonteerd te worden zodat de losse onderdelen apart kunnen gereinigd worden, waardoor het doseertoestel eerder ongeschikt is voor een “cleanino in place (CIP}” of Vwash in place (WIP)” reiniging in situ,

Het demonteren en het terug monteren van de doseertoestellen voor de reiniging en omstellen naar andere poeders kost tijd, is arbeidsintensief en gaat bijgevolg gepaard met relatief hoge kosten,

“Loss in weight” toestelien geven bijgevolg weinig flezibiliteit aan doseerprocessen en kunnen problematisch zijn bij het gebruik van toxische poeders,

De huidige uitvinding heeft tot doel aan minstens één of meer van de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden.

Hiertoe bertreft de uitvinding een doseertoestel voor het doseren van het massadebiet van een poeder, met als kenmerk sat het een dooriooptoestel is dat een behuizing bevat met een ingang voor het te doseren poeder en een uitgang onderaan voor het gedoseerde poeder, waarbij de ingang centraal uitmondt in de behuizing en een doseerkiep bevat met een regelbare uitstroom voor het poeder die regelbaar is met behulp van een doseeraandrijving en een regelsysteem en waarbij de behuizing een verdeelrad bevat dat coaxiaal in de behuizing verdraaibaar rond een as is aangebracht rond de doseerklep en dat voorzien is van een inlaat tegenover de uitstroom van de doseerklep en een uitlaat san de buitenomtrek van het verdeelrad voor de gelijkmatige verdeling van het poeder rondom, waarbij de cehuizing verder minstens één schot bevat dat de behuizing opdeelt in twee kanalen, respectievelijk een doseerkanaal en een meetkanaal, om het massadebiet komende van het verdeelrad evenredig te spiitsen volgens een bepaalde verhouding in een doseerstroom die naar de uitgang gevoerd wordt en sen meststroom die naar een weegtoestel wordt gevoerd met een cpvangschaal met twee uiterste standen, respectievelijk een vulstand en een ledigingsstand, en een aandrijving voor het alternerend overschakelen van de ens naar de andere stand, waarbij het weegtoestel is ingesteld om in de vulstand het massadebiet te meten van het opgevangen poeder en waarbij het regelsysteem is ingesteld om het gemecen massadebiet te vergelijken met een ingesteld gewenst massadebiet voor de regeling van de doseerklep teneinde het gemeten massadebiet en net gewenst massadebiet op elkaar af te stemmen, rekening noudend met voornoemde verhouding tussen de doseerstroom en meetstroom.

Dankzij de uitvinding is het mogelijk dat het poeder homogeen verdeeld wordt over de omtrek van het verdeelrad zodat op die plaats door middel van één of meer schotten de poederstroom geometrisch in een vaste verhouding verdeeld kan worden over een doseerkanaal en een meetkanaal die bijgevolg steeds in dezelfde verhouding hun deel van het massadebiet van de totale poederstroom cntvangen, zodat het doseerkanaal ononderbroken cen gewenst massadebiet van de doseerstroom aan de uitgang kan leveren die door meting van de meetstroom in het meetkanaal via regeiing van de uitstroom uit de dosserklep onder controle kan gehouden worden,

Zulk doseertoestel is makkelijk te realiseren en geeft via het doseerkanaal een continue en constante poederstroom aan de uitgang.

De meetstroom uit het meetkanaal kan teruggevoerd worden naar de ingang.

De uitvinding is gebaseerd op het volgende principe.

Een willekeurige poederstroom wordt door middel van een verdeelrad dat aan een voldoend hoog toerental draait door de middelpuntviiegende kracht homogeen verdeeld over de omtrek en kan op die plaats in bij voorkeur twee kanalen worden afgevoerd.

De geometrische verdeling van de ingang van deze kanalen is bepalend voor de verhouding van de poederstromen. 5 Door met een weegschaal het oplopende gewicht in het meetkanaal te registreren xent men bijgevolg op ieder ogenblik het cvereenkomstige massadebiet in het doseerkanaal en is bijsturing mogelijk via regeling van de uitstroom uit de doseerkiep.

Het doseerivestel volgens de uitvoeding biedt de volgende voordelen ten opzichte van de bekende “loss in weight (LIW)" systemen.

Het massadebiet van het gedoseerde poeder wordt zeer nauwkeurig en in tegenstelling tot “loss in weight” en “gain in weight”

Systemen ononderbroken onder controle gehouden door de metingen van het oplopend gewicht in het parallel meetkanaal te doen,

Omdat het geheel niet op een weegschaal staat die doorlopend het gewicht van het aanwezige poeder meet, heeft het toestel geen flexibele verbindingen of balgen nodig zodat het goed hermetisch afsluitbaar is waardoor het kan gebruikt worden voor het doseren van hoog toxische stoffen,

Nog een kenmerk van dit doseertoestel is dat door de werking van het verdeelrad de aanwezice horizontale delen waar poederophoping zou kunnen voorkomen zelfreinigend zijn,

Verder komt het poeder niet in contact met horizontale vlakken zodat er na gebruik zeer weinig poeder in het toestel achterblijft waardoor het toestel eenvoudig reinigbaar is en geschikt voor “CIP” en/of “WIP” reiniging.

Het regelsysteem is relatief ongevoelig voor storingen uit de omgeving omdat het in het toestel geïsoleerd kan worden crgesteld, bijvoorbeeld vast en niet op een weegschaal of dergelijke, zodat geen speciale voorzieningen nodig zijn voor inbouw,

Het meetkanaal is bij voorkeur even groot als het doseerkanaal zodat de doseerstroom cp ieder ogenblik gelijk is aan de meetstroom die gemeten wordt, maar deze verhouding kan naar keuze gewijzigd worden om in het optimale werkgebied van de doseerxiep toch een grotere of kleinere doseerstroom te kunnen realiseren.

Bij voorkeur is het weegtoestel in het meetkanaal uitgevoerd als een ingebouwde “gain in weight” weegschaal bestaande uit een verdraaibaar opvangschaaltje dat afgesteund wordt op een loan cell die tijdens het vullen met pueder telkens een curve van oplopend gewicht genereert.

Als het opvangschaaltje vol is, wordt het omgekeerd en kan het gemeten poeder afgevoerd worden naar een coliector waar een retoursysteem op kan aangesloten zijn.

Het dosserkanaal kan via een richtklep ook aangesloten worden cp de collector zodat de doseerstroon tijdens de automatische afsteliing ook in het retoursysteem terechtkomt en, als de juiste waarde bereikt is, naar de doseeruitgang geschakeld wordt waardoor net toestel zelfinstellend wordt.

Het retoursysteem is bijvoorbeeld uitgevoerd met een archimedesschroef in een verticale buis voor het verticaal transport van het restposder vanuit voornoemde collector onderaan naar de ingang van het doseertoestel bovenaan.

Nieuw poeder wordt bij voorkeur ook via de collector toegevoerd wat als voordeel heeït dat de reststroom voorrang kan krijgen op nieuw goeder en dat het retoursysteem het enige systeem is dat instaat voor het poederniveau bovenaan aan de ingang van het toestel,

Een buis met een archimedesschroef heeft als voordeel dat het cen zeer compact systeem is dat goed regelbaar is en goed reinigbaar,

Bij een centrale plaatsing in de aslijn van het tcestel kan de archimedesschroef rechtstreeks dienst doen als doseerklep waarbij het uiteinde van de schroef het opgevoerde poeder rechtstreeks verstrooit in of over het verdeelrad.

Voordeel van plaatsing in de aslijn is dat een avarte doseerklep en de bewaking van het posderniveau aan de ingang bovenaan hiermee vervallen waardoor de uitvoering compact wordt.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven van een doseertoestel volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin:

&

BE2022/5694

Figuur 1 een 3D zicht geeft van het basismodel van een doseertoestei volgens de uitvinding met een uitwendige retourleiding;

Figuur 2 een centrale verticale doorsnede weergeeft volgens lijn II-II van het doseertoestel van figuur 1;

Figuur 3 toont een weegtoestel met een roterende opvangschaals;

Fiquur 4 toont een uit elkaar getrokken voorstelling van net gedeelte van het doseertoestel dat in figuur 2 met het kader F4 is aangeduid en sen combinatie is van tcevoerleiding, doseerwiel, verdeelrad en dubbele trechter;

Figuur 5 toont een alternatieve uitvoeringsvorm in een vorstelling zoals deze van figuur 1 maar waarbij het doseerwiel als één geheel is uitgevoerd met het verdeelrad;

Figuur 6 een 3D zicht toont van een alternatief dossertoestel met een centrale retourleiding en met weglating van de bovenkap;

Figuur 7 een doorsnede toont volgens lijn VIT-VII van het toestel in figuur 6 met de cpvangschaal in meetpositie en geopend doseerkanaalz;

Figuur 8 een doorsnede toont zoals deze van figuur 7, doch met een omlaag gekantelde opvangschaal en sen gesioten doseerkanaal:

Figuur 9 Loont een 3D zicht van een weegtoestel in de vorm van een kantelende opvangschaal onder het verdeelrad in combinatie met een load cell;

Figuur 10 toont een 3D zicht van een weegtoestel in de vorm van een kantelende opvangschaal onder het verdeelrad in combinatie met een wervelstroomaandrijving en een positiecpnemer,

Het in figuur l weergegeven basismodel van een dossertoestel

Ll voigens de uitvinding is bedoeld voor het doseren van het massadebiet van poeders, in het bijzonder voor het bekomen van een gewenst ingesteld massadebiet,

Dit doseertoestel 1 is een doorlooptoestel, met een behuizing samengesteld uit een koepelvormig deksel 2 bovenaan dat aansluit op een trechter 3 die bovenaan verticaal cilindrisch is en, zoals getoond in figuur 2, door een schot 4 in twee kanalen wordt verdeeld, respectievelijk een doseerkanaal 5 dat uitloopt in een uitgang 5’ voor het gedoseerde poeder en een meerkanaal 6 met een uitgang 6’ voor het meten van de poedermassa die er doorheen stroomt,

Het deksel 2 is centraal voorzien van een ingang 7 aansluitend op een toevoerleiding 8 voor de toevoer van het te doseren poeder,

Ingang 7 is eveneens voorzien van een doseerklep 9 met regelbare uitstroom van het poeder, in dit geval is de doseerklep 9 uitgevoerd als sen roteerbaar schijfje dat coaxiaal is aangebracht in de ingang 7 en dat voorzien is van waaiervormig radiaal gerichte ribben 10 zoals getoond in figuur 4.

De doseerklep 9 is voorzien van een aandrijving 11, in dit geval een riemaandrijving, voor het doseren van het doorgelaten massagebiet poeder, in dit geval door aanpassing van het toerental van de doseerklep 9, Deze aandrijving 11 is voorzien van een regelsysteem 12 waarmee de uitstroom van de doseerkiep 3 kan geregeld worden.

In het koepelvormige deksel 2 is coaxiaal een verdeelrad 13 aangebracht dat verdraalbaar is rond de doseerklep 9, zoals weergegeven in de figuren 2 en 4.

Het verdeelrad 13 is hier voorzien van schoepen 14 die kanalen 15 afbakenen met een iniaat 16 tegenover de uitstroom van de doseerklep 3 voor het ontvangen van poeder en een uitlaat 17 aan de buitenomtrek van het verdeelrad 13 waarlangs het poeder het verdeelrad verlaat.

Het doseertoestel 1 is voorzien van een aandrijving 18 die aan het verdeelrad 13 een ingestelde constante rotatiesnelheid 19 geeft,

Het verdeelrad 13 kan open of gesloten kanalen 15 hebben en voorzien zijn van een kap rondom de uitlaat 17 om de uitgaande poederstroom te richten, In extremis kan een gewone platte schijf zonder schoepen ook dienst doen om het poeder te verspreiden.

Op het ogenblik dat het verdeelrad 13 roteert ontslaat in het verdesirad 13 sen radiale luchtstroming van de inlaat 16 doorheen de kanalen 15 naar de uitlaat 17 die het poeder, dat de uitiaat van de doseerkleg 3 verlaat, meeneemt vanaf het ogenbiik dat de doseerklep 9 begint te roteren en zo poeder loslaat.

Door de relatief hoge rotatiesnelheid 19 van het verdeelrad 13 wordt het poeder dat de doseerklep 9 verlaat homogeen verdeeld over de omtrek van het cilindrische bovendeel van de trechter 3 zodat het mogelijk wordt om op die plaats door middel van een verticaal schot 4 de poederstroom te splitsen in een doseerstroom die doorheen het doseerkanaal 5 wordt afgevoerd en een meetstroom die doorheen een meetkansai 6 wordt afgevoerd,

De verhouding van de doseerstroom ten opzichte van de reststroom is ten gevolge van de hoge rotatiesnelheid 15 van het verdeelrad 13 op ieder ogenblik constant en wordt geometrisch bepaald door de vorm en de positie van het schot 4 dat de trechter 3 opdeelt,

Bij voorkeur is de verdeling zodanig dat de meetstroom gelijk is aan de doseerstroom, dus met een vaste verhouding tussen beiden die gelijk is één,

Deze constante verhouding is de kern van deze uitvinding en deze iaat toe om de doseerstroom onrechtstreeks te regelen door middel van de reststroom die parallel loopt en waarvan het massadebiel gemeten wordt en de meetwaarde wordt gebruikt voor sturing van de dosering aan het verdselrad 13 indien het gemeten massadebiet van de reststroom zou afwijken van een ingestelde doseerwaarde rekening houdend met voornoemde verhouding.

De reststroom komt via meetkanaal 6 terecht in een weegkamer 20" van een weegtcestel 20 waar zich een opvangschaal 21 bevindt die het poeder kan opvangen,

Piguur 3 toont een mogelijke opbouw van dergelijk weegtoestel 25 waarbij een uiteinde van de opvangschaal 21 steunt op een load cell 22 die het oplopend gewicht registreert en doorgeeft aan een regelsysteem 12 waar het vergeleken wordt met een ingestelde waarde,

Dit regelsysteem 12 is gekoppeld aan de aandrijving 11 van de doseerklep % en zorgt ervoor dat het oplopend gewicht continu wordt bijgereveld naar de gewenste waarde,

Het andere uiteinde van de opvangschasl 21 is door middel van een scharnierpunt: 23 gekoppeld aan sen aandrijving 24 die de cprvangschaal 21 alternerend in een vulstand brengt, zoals weergegeven in de figuren Z en 3, om het goeder op te vangen en omkeert in een ledigingsstand om de opvangschaal 21 leeg te maken ais ze vol is zodat het weegproces {gain in weight} opnieuw kan beginnen met een volgende vulstand.

Het gemeten poeder komt vervolgens terecht in een collector 25,

Intussen blijft de doseerstroom in het doseerkanaal 5 ononderbroken doorlopen naar een richtklep 26.

Als het opiopend gewicht in de opvangschaal 21 overeenkomt met de gewenste waarde kan richtklep 26 de juiste doseerstroon afleveren aan doseeruitgang 27.

Zolang het oplopend gewicht in de opvangschaal 21 afwijkt van de gewenste waarde kan richtklep 26 de doseerstroom afvoeren naar de collector 25, bijvoorbeeld bij het instellen van het doseertoestel bij opstart.

Aldus wordt het doseertoestel 1 zelf insteliend.

Vanuit de collector 25 wordt het verzamelde poeder teruggevoerd naar de ingang bovenaan via een retoursysteem 28 met retourleiding 29,

De collector 25 bevat ook een toegang 30 voor nieuw poeder dat cijvult als het poeder in de collector 25 tot onder een bepaald niveau gezakt is, waartoe een niet weergegeven niveausensor kan geïnstalleerd zijn.

Dit laat toe dat het doseertcestel 1 zichzelf afstelt zonder dat er poeder verbruikt wordt.

In de getoonde figuren 1 en 2 wordt het poeder vanuit de collector 25 teruggevoerd naar de toevoerleiding 8 door middel van een archimedesschroef 31 die voorzien is van een aandrijving 32.

De statische druk van het poeder aan de ingang 7 kan de werking van de doseerklep 2 beïnvloeden zodat in de toevoerleiding S bij voorkeur niveausensoren 33 en 34 geplaatst zijn die bepalen wanneer de archimedesschroef 31 moet starten en stoppen,

De collector 25 wordt onderaan afgesloten door een deksel 35 dat in principe Loelaat om voor het reinigen van het doseertoestel 1 eerst al het aanwezige poeder af te voeren en vervolgens het hele doseertoestel 1 zonder demontage door te spoelen en zuiver te blazen,

De uitvoering van retoursysteem 28 is niet beperkt tot een retourleiding 29 met archimedesschroef 31 maar het kan eveneens uitgevoerd zijn als een pneumatisch transportsysteem, emmerlift of andere bekende transportsystemen.

Basismodel 1 in figuur 1 is een samenstelling van alle bijhorende functies als aparte onderdelen,

Hierna worden enkele varianten beschreven die {functies combineren wat resuiteert in een eenvoudiger, gvedkopere of meer compacte uitvoering.

Zo Loonk Figuur 5 een uit elkaar getrokken detail van basismodel 1 waarbij de doseerklep 9 en het verdeelrad 13 als sen gecombineerd geheel zijn uitgevoerd in de vorm van een aangepaste doseerkiep 42 met bijhorende gemeenschappelijke aandrijving 11-18 voor de dosering van het massadebiet. in dat geval steunt de poederkolom aan de ingang 7 rechtstreeks op de bodem van de aangepaste doseerklep 42 die voor deze toepassing centraal kan voorzien zijn van lage doseerribben 43 voor een betere doorstroming en waarbij de doseerfunotie vis regelsysteem 12 wordt overgenomen door een toerentalregeling van de ééndelige doseerkiep-verdeelrad 42,

Figuren & tot 8 tonen een uitvoering waarbij de doseerklep 2 met bijhorende aandrijving 11 uit basismodel 1 is vervangen door een retourleiding 28 met daarin een archimedesschroef 31 die wordt aangedreven door aandrijving 18 en die centraal in de ingang 7 van het doseertoestel 1 zijn aangebracht en waarbij net bovenste uiteinde van de archimedesschroef 31 zich centraal ter hoogte van de inlaat 16 van een hiertoe aangepast verdeeirad 44 bevindt zodat de archimedesschroef 31 hier niet alieen dient om het poeder naar boven te verplaatsen maar ook als doseerklep 37 om rechtstreeks in het verdeelrad 44 de uitstroom van poeder te regelen met behulp van regeisysteem 12 waarbij ook de poederniveaudetecties 33 en 34 die tcoegepast worden in basismodel 1 niet meer van toepassing zijn.

In figuren 6 tot 9 is de opvangechaal 21 uit het basismodel vervangen door een opvangschaal 38 die zich in het meetkanaal 6 juist onder het verdeelrad 13 bevindt om de reponstiid van het regelsysteem 12 sneller te maken. in figuur 10 is een aparte uitvoering van het weegtoestel weergegeven waarbij de opvangschaal 38 met behulp van een aandrijving 39 en een wervelstroomkoppeling 40 en een hoeksensor 41 in horizontale toestand gehouden wordt tijdens het vullen waarbij het oplopend toerental van motor 35 een maat is voor het opicpend gewicht in de opvangschaal 38 en waarbij een gevulde opvangschaal eenvoudig kan geledigd worden door motor 33 even te stoppen of omgekeerd te laten draaien.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch een doscertcestel volgens de uitvinding kan in allerlei vormen en aïmetingen en met toevoeging van functies worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden,

Claims (1)

1. Conclusies,

   i.- Doseertoestel voor het doseren van het massadebiet van een poeder, daardoor gekenmerkt dat het een doorloontoestel (1,36) is dat een behuizing (3) bevat met een ingang (7) voor het te doseren poeder en een uitgang (27) onderaan voor het gedoseerde poeder, waarbij de ingang {7} centraal uitmondt in de behuizing {2-3} en het dossertoestel een doseerklep {23-37-42} bevat met een regelbare uitstroom voor het poeder die regelbaar is met behulp van een doseeraandrijving {11} en een regelsysteem (12) en waarbij de behuizing (2-3) een verdeelrad {13-45-44} bevat. dat coaxiaal in de behuizing (2-3) verdraaibaar rond een as is aangebracht rond de dosserklep (9-37-42} en dat voorzien is van een inlaat (15) tegenover de uitstroom van de doseerklep (9-37-42) en sen uitlaat (17) aan de buitenomtrek van het verdeelrad (13) voor de gelijkmatige verdeling van het poeder rondom, waarbij de behuizing (2-3) verder minstens één schot (4} bevat dat de behuizing opdeelt in minstens twee kanalen, respectievelijk een doseerkanaal {5} en een meetkanaal (6), om het massadebiet komende van het verdeelrad {13} evenredig te splitsen volgens een bepaalde verhouding in een doseerstroom die naar de uitgang (27) gevoerd wordt en een meetstroom die naar een weegtoestel (20) wordt gevoerd met een opvangschaal (21-38) met twee uiterste standen, respectievelijk een vulstand en een ledigingsstand, en een aandrijving (24-39) voor het alternerend overschakelen van de ene naar de andere stand, waarbij het weegtoestel (270) is ingesteld om in de vuistand het massadebiet te meten van het opgevangen poeder en waarbij het regelsysteem (12} is ingesteld om het gemeten massadebiet te vergelijken met een ingesteld gewenst massadebiet voor de regeling van de doseerklep (9) teneinde het gemeten massadebiet en het gewenste massadebiet op elkaar af te stemmen, rekening houdend met vcoorncemde verhouding tussen de doseerstroom en meetstroom.

   Z.- Doseertoestel volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de doseerklep (9) is uitgevoerd als een roterende schijf (9) om het te doseren poeder op Le vangen, waarbij het toerental van de dosceraandrijving {11} geregeld wordt door het regelsysteem (12) in functie van het gemeten massadebiet,

   3. Doseertoestel volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat de doseerklep (9) ls voorzien van radiaal gerichte opstaande ribben (103. 4,- Doseertoestel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het verdeelrad (13) is voorzien van schoepen (14) die kanalen (15) met een inlaat (16) tegenover de uitstroom van de doseerklep (9) en een uitlaat {17} aan de cuitenomtrek van het verdeelrad (13) waarlangs het pceder het verdeelrad {133 verlaat evenredig verdeeld over zijn buitenomtrek.

   3. Doseertoestel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het verdeelrad {13} is voorzien van een aparte aandrijving (i8} om het toerental van het verdeel rad (13} constant te houden aan een ingesteld tcerental.

   6.- Doseertoestel volgens één van de conclusies 1 tot 4, daardoor gekenmerkt dat de doseerklep (S} en het verdeelrad (133 zijn uitgevoerd als één geheel in de vorm van een gecombineerde doseerkiep/verdeelrad die rotatief wordt aangedreven door de voornoemde doseeraandrijving {11} waarvan net toerental wordt geregeld door het regelsysteem (12). 7,- Doseertcestel volgens conclusies 1, daardoor gekenmerkt dat de dosserklep (9) is uitgevoerd als een archimedesschroef die uitmondt ter hoogte van de inlaat (16) van het verdeelrad {13 waarvan de aandrijving wordt gestuurd door het regelsysteem (12).

   8.- Doscertoestel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat minstens één schot (4) instelbaar is om de verhouding tussen doseerstroom en mectstroom te kunnen wijzigen en daarmee het doseerbereik uit te breiden,

   9.- Doseertcestel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt: dat het regelsysteem (12} voorzien is on een foutsignaai te genereren dat kan gebruikt worden voor vijsturing van de dcorstroming van de doseerklep {9-37-4232} en/cCË om sen alarmsignaal te geven vanaf een bepaalde ingestelde drempelwaarde.

   10.- Doseertoestel volgens één van de conclusies 1 tot 5 daardoor gekenmerkt dat het weegtoestel (20) bestaat uit een ingebouwde gain in weight weegschaal in de vorm van een open opvangschaal (21-38) die opgehangen is aan een scharnierpunt (23) en door middel van een load cell (292) gekoppeld is aan een aandrijving (24) waarmee de covangschaal (38) kan omgekanteld worden om deze te ledigen zonder daarbij de poederstroom te onderbreken, en waarbij de load cell (223 het oplopend gewicht {gain in weight) van het opcevangen poeder in functie van de tijd meet voor het bepalen van het opgevangen massadebiet en vergelijkt met het gewenste massadebiet.

   li.” Doseertoestel volgens éen van de conclusies 1 tot 35, daardocr gekenmerkt dat het weegtoestel bestaat uit een kanteibare opvangschaal (38) die door middel van een wervelstroomkoppeling (40) aan een aandrijving (39) gekoppeld is die met behulp van een hoeksensor {41} de opvangschaal (38) in een horizontale positie houdt door het oplopende gewicht te compenseren door een verhoging van het toerental dat als foutsignaal dient voor regelsysteem {12} voor de regeling van het massadebiet.

   12.- Doseertoestel voigens éên van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het is voorzien van een retoursysteen (28) om de overtollige reststrcom terug naar de ingang (73 te sturen,

   13. Doseertoestel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de toevoer van nieuw coeder (30) is aangesloten op het retoursysteem (28).

   14.- Doseertoestel volgens conclusie 13, daardcor gekenmerkt dat het retoursysteem (28) is voorzien van een archimedesschroef (31) voor het verticaal transport van het restpoeder.

   15.- Doseertcestel volgens conclusie 14 daardcor gekenmerkt: dat de centrale archimedesschroef (37) mede de functie vervult van de voornoemde doseerklep {9}.

   16.- Doseertoestel volgens één van de conclusies 12 tot 14, daardcor gekenmerkt dat aan de uitgang (573 van het doseerkanaal (5) een richtklep (26) aangesicten js on dosserstroom tijdens een automatische afstelling van het doseertoestel tijdelijk te kunnen afleiden naar het retoursysteem. l17,- Doseertoestel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat voor het homogeen verspreiden van het coeder in de behuizing langs de omtrek van het verdeelrad (133, buiten de doseerklep (9) en het verdeelrad (13) geen andere rotatief opgestelde onderdelen worden gebruikt in de behuizing {2-3}.

   18.- Doseertoestel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het toestel in een doseerleiding voor poeder van een installacie is opgesteld op een vaste en veïsoleerde manier,