BE1030818A1

BE1030818A1 - Zipper guide for screen device

Info

Publication number: BE1030818A1
Application number: BE20225673A
Authority: BE
Inventors: Joris Draelants; Geert Dekens; Jan Habex
Original assignee: Harol Consyst N V
Priority date: 2022-08-25
Filing date: 2022-08-25
Publication date: 2024-03-19
Also published as: BE1030818B1; EP4339415A1

Abstract

Ritsgeleider (17) voor het geleiden van een aan een laterale zijde van een schermdoek voorziene rits, met een steun (171), een geleiding (172) voor de rits en twee aan weerszijden van de geleiding opgestelde verende elementen (18, 18’). Elk verend element omvat minstens drie gedeelten (181, 182, 183) die vanaf de steun (171) opeenvolgend zijn opgesteld, waarbij elke twee aangrenzende gedeelten via een plooirib (184, 185) scharnierend met elkaar zijn bevestigd. Het aan de steun aangrenzende gedeelte (181) is in een vaste oriëntatie aan de steun (171) bevestigd. Twee eerste aangrenzende gedeelten (181, 182) zijn naar elkaar geplooid onder een eerste hoek (α) en twee tweede aangrenzende gedeelten (182, 183) zijn naar elkaar geplooid onder een tweede hoek (β). De tweede hoek (β) is verder van de steun (171) afgelegen en in absolute waarde kleiner dan de eerste hoek (α).Zipper guide (17) for guiding a zipper provided with a screen cloth on one lateral side, with a support (171), a guide (172) for the zipper and two spring elements (18, 18') arranged on either side of the guide . Each resilient element comprises at least three portions (181, 182, 183) arranged consecutively from the support (171), with each two adjacent portions hinged to each other via a folding rib (184, 185). The portion (181) adjacent to the support is attached to the support (171) in a fixed orientation. Two first adjacent portions (181, 182) are folded toward each other at a first angle (α) and two second adjacent portions (182, 183) are folded toward each other at a second angle (β). The second angle (β) is further away from the support (171) and smaller in absolute value than the first angle (α).

Description

1 BE2022/56731 BE2022/5673

Ritsgeleider voor scherminrichtingZipper guide for screen device

Technisch domeinTechnical domain

[0001] De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een geleider van een doek voor een scherminrichting voor het afschermen van raam- of deuropeningen, of van terrassen en dergelijke. Dergelijke doeken omvatten verdikkingen aangebracht aan de zijkanten van het doek — zogeheten ritsen — die bij het op- en afrollen van het doek in een ritsgeleider bewegen. De ritsgeleider verzorgt zodoende de laterale geleiding van het doek.The present invention relates to a cloth guide for a screening device for screening window or door openings, or terraces and the like. Such fabrics include thickenings applied to the sides of the fabric — so-called zippers — that move in a zipper guide when the fabric is rolled up and unrolled. The zipper guide therefore provides the lateral guidance of the fabric.

Achterliggende stand van de techniekUnderlying state of the art

[0002] Dergelijke ritsgeleiders zijn gekend uit DE 20 2020 103 347 U1, 30 juli 2020. Deze ritsgeleider omvat een montagesteun, een geleider voor de rits van het scherm en twee Zzijbenen aangebracht op de montagesteun, aan weerszijden van de geleider. Elk van de zibenen omvat een eerste gedeelte bevestigd aan de montagesteun, dat in hoofdzaak loodrecht op het vlak van de montagesteun is opgesteld, en een tweede gedeelte, dat zich vanaf het eerste gedeelte uitstrekt onder een hoek met het eerste gedeelte, zodat de tweede gedeelten van de zijbenen van elkaar weg zijn gericht.[0002] Such zipper guides are known from DE 20 2020 103 347 U1, July 30, 2020. This zipper guide comprises a mounting support, a guide for the zipper of the screen and two side legs arranged on the mounting support, on either side of the guide. Each of the legs includes a first portion attached to the mounting bracket, which is disposed substantially perpendicular to the plane of the mounting bracket, and a second portion, which extends from the first portion at an angle to the first portion so that the second portions of the side legs are directed away from each other.

[0003] De zijpenen van de ritsgeleider zijn vervaardigd uit een elastisch materiaal en kunnen op de montagesteun worden aangegoten. Ze verzorgen daardoor een verende werking om de op het doek inwerkende krachten (wind, krimp of uitzetting omwille van temperatuurvariaties, enz.) op te vangen. Door het bevestigen van de zijbenen op de montagesteun wordt bovendien één enkel product verkregen dat een snellere en eenvoudigere montage toelaat ten opzichte van bv. BE 1021505 B1. In dit laatste document wordt de ritsgeleider verend opgesteld met behulp van afzonderlijk aan te brengen verende elementen.The side pins of the zipper guide are made of an elastic material and can be molded onto the mounting bracket. They therefore provide a springy effect to absorb the forces acting on the cloth (wind, shrinkage or expansion due to temperature variations, etc.). By attaching the side legs to the mounting support, a single product is obtained that allows faster and easier installation compared to, for example, BE 1021505 B1. In this last document, the zipper guide is spring-mounted using spring elements that can be applied separately.

[0004] Tevens is uit DE 20 2014 006 527 U1, 4 december 2014, een verend opgestelde ritsgeleider gekend. De ritsgeleider omvat een montagesteun, een geleider en twee aan weerszijden van de geleider opgestelde positioneerlippen. De positioneerlippen zijn uit een zachtere kunststof via coëxtrusie op de montagesteun aangebracht, die uit een harde kunststof is vervaardigd. De positioneerlippen hebben een zigzagvorm en kunnen een Z-vormige doorsnede, een dubbel Z-vormige doorsnede of een S-vormige (golfvormige) doorsnede hebben. Zodoende wordt een verende werking verkregen. Een probleem bij dergelijke positioneerlippen, zoals reeds in DE 20 2014 006 527 gesteld, is dat deze zeer flexibel zijn en bij montage er een grote kans[0004] A spring-mounted zipper guide is also known from DE 20 2014 006 527 U1, December 4, 2014. The zipper guide comprises a mounting bracket, a guide and two positioning lips arranged on either side of the guide. The positioning lips are made of a softer plastic and co-extruded onto the mounting support, which is made of a hard plastic. The positioning lips have a zigzag shape and can have a Z-shaped cross-section, a double Z-shaped cross-section or an S-shaped (wave-shaped) cross-section. In this way a springy effect is obtained. A problem with such positioning lips, as already stated in DE 20 2014 006 527, is that they are very flexible and during installation there is a great risk

2 BE2022/5673 bestaat dat deze niet op de juiste plaats in de zijgeleider worden opgesteld, met grotere slijtage tot gevolg. DE 20 2014 006 527 lost dit probleem op door de positioneerlippen in een andere kleur te vervaardigen, waardoor de verkeerde montage eenvoudig te herkennen en te herstellen is.2 BE2022/5673, they are not placed in the correct place in the side guide, resulting in greater wear. DE 20 2014 006 527 solves this problem by manufacturing the positioning lips in a different color, making incorrect installation easy to recognize and repair.

[0005] Bij windvaste schermen (bv. ‘screens’) is het belangrijk dat het doek tussen de geleiders op zijn plaats wordt gehouden onder windbelasting. Door wisselende winddrukken krijgt het doek wisselende belastingen te verwerken die de ritsgeleider ook moet kunnen opvangen. Verder moet dit doek ook voldoende op spanning worden gehouden zodat het strak blijft staan in elke positie. Ook moeten toleranties op de doekconfectie en de plaatsing kunnen worden opgevangen. Een goed verende afstelling van de ritsgeleider is belangrijk om aan de bovenvermelde vereisten te voldoen. Men heeft echter vastgesteld dat er onder bepaalde omstandigheden een verhoogde wrijving tussen de rits en de ritsgeleider ontstaat, met als gevolg een vroegtijdige slijtage van rits en de ritsgeleider, en onaangename piepgeluiden bij het af- en oprollen van het doek. In[0005] With wind-resistant screens (e.g. screens), it is important that the fabric between the guides is kept in place under wind load. Due to varying wind pressures, the fabric has to cope with varying loads that the zipper guide must also be able to absorb. Furthermore, this cloth must also be kept sufficiently tensioned so that it remains taut in any position. Tolerances on fabric making and installation must also be accommodated. Proper spring adjustment of the zipper guide is important to meet the above requirements. However, it has been found that under certain conditions there is increased friction between the zipper and the zipper guide, resulting in premature wear of the zipper and the zipper guide, and unpleasant squeaking noises when unwinding and rolling up the fabric. In

BE 1021505 B1 wordt dit opgelost door in de geleider van de rits een zone met een lagere slijtagefactor te voorzien, via coëxtrusie. Echter, dit verhoogt de complexiteit en de kost van de ritsgeleider.BE 1021505 B1, this is solved by providing a zone with a lower wear factor in the guide of the zipper, via co-extrusion. However, this increases the complexity and cost of the zipper guide.

SamenvattingResume

[0006] Het is een doelstelling van de onderhavige uitvinding om de bovenvermelde nadelen uit de stand van de techniek te verhelpen. Het is onder meer een doelstelling om een ritsgeleider te voorzien die verend is opgesteld om de op het doek inwerkende krachten onder alle omstandigheden op te vangen en die eveneens een of meerdere van de volgende voordelen biedt: een eenvoudige montage, een lange levensduur en een beperkte vervaardigingskost.It is an object of the present invention to overcome the above-mentioned disadvantages of the prior art. One of the objectives is to provide a zipper guide that is spring-loaded to absorb the forces acting on the fabric under all circumstances and that also offers one or more of the following advantages: simple installation, a long lifespan and a limited manufacturing cost.

[0007] Overeenkomstig de uitvinding wordt derhalve voorzien in een ritsgeleider zoals uiteengezet in de aangehechte conclusies. De ritsgeleider omvat een steun die bij voorkeur vlak is, een geleiding voorzien om de rits te geleiden, en een eerste en een tweede verend element opgesteld aan weerszijden van de geleiding. Het eerste en het tweede verend element omvatten elk minstens drie gedeelten die bij voorkeur latvormig zijn en vanaf de steun opeenvolgend gerangschikt zijn, en bij voorkeur onder zigzagvorm zijn opgesteld. Zo omvatten het eerste en het tweede verend element elk een eerste gedeelte, een tweede gedeelte en een derde gedeelte en zijn de verende elementen bij voorkeur drieledig. Elke twee aangrenzende gedeelten zijn bij voorkeur via een plooirib scharnierend met elkaar bevestigd. Bijvoorbeeld, een eerste plooirib is opgesteld tussen het eerste en het tweede gedeelte en een tweede plooirib is opgesteld tussen het tweede en het derde gedeelte.According to the invention there is therefore provided a zipper guide as set forth in the appended claims. The zipper guide comprises a support that is preferably flat, a guide provided to guide the zipper, and a first and a second resilient element arranged on either side of the guide. The first and second resilient elements each comprise at least three parts that are preferably slat-shaped and arranged consecutively from the support, and preferably arranged in a zigzag shape. For example, the first and second resilient elements each comprise a first part, a second part and a third part and the resilient elements are preferably three-part. Each two adjacent parts are preferably hingedly connected to each other via a folding rib. For example, a first pleat rib is disposed between the first and second portions and a second pleat rib is disposed between the second and third portions.

3 BE2022/56733 BE2022/5673

[0008] De steun heeft bij voorkeur een in hoofdzaak rechthoekige doorsnede. De steun is bij voorkeur plaatvormig, met een voorzijde en een achterzijde.The support preferably has a substantially rectangular cross-section. The support is preferably plate-shaped, with a front and a rear.

Minstens één van de voorzijde en de achterzijde zijn bij voorkeur vlak en kunnen een vlak van de steun definiëren. Bij voorkeur zijn de geleider, het eerste verend element en het tweede verend element aan de voorzijde opgesteld. Bij voorkeur zijn de eerste en tweede verende elementen spiegelsymmetrisch ten opzichte van een mediaanvlak van de ritsgeleider loodrecht op een vlak van de steun en evenwijdig met de lengterichting van de ritsgeleider.At least one of the front and the back are preferably flat and can define a plane of the support. Preferably the guide, the first resilient element and the second resilient element are arranged at the front. Preferably, the first and second resilient elements are mirror symmetrical with respect to a median plane of the zipper guide perpendicular to a plane of the support and parallel to the longitudinal direction of the zipper guide.

[0009] Volgens een eerste aspect van de uitvinding, zijn, in een rusttoestand van de ritsgeleider, twee eerste aangrenzende gedeelten naar elkaar geplooid onder een eerste hoek. Twee tweede aangrenzende gedeelten, die verder van de steun zijn gerangschikt dan minstens één van de twee eerste aangrenzende gedeelten zijn naar elkaar geplooid onder een tweede hoek. Derhalve is de tweede hoek verder van de steun afgelegen dan de eerste hoek. De tweede hoek is kleiner dan de eerste hoek in absolute waarde. De eerste hoek en de tweede hoek zijn bij voorkeur aan tegenovergestelde zijden van het overeenstemmend verend element gelegen.According to a first aspect of the invention, in a rest state of the zipper guide, two first adjacent portions are folded towards each other at a first angle. Two second adjacent portions, which are arranged further from the support than at least one of the two first adjacent portions, are folded together at a second angle. Therefore, the second corner is further away from the support than the first corner. The second angle is smaller than the first angle in absolute value. The first corner and the second corner are preferably located on opposite sides of the corresponding resilient element.

[0010] Een eerste gedeelte van de twee eerste aangrenzende gedeelten is dichter bij de steun gelegen dan het andere van de twee aangrenzende gedeelten. De twee tweede aangrenzende gedeelten worden gevormd door een tweede gedeelte en een derde gedeelte. Het derde gedeelte is verder van de steun gerangschikt dan het tweede gedeelte en dan het eerste gedeelte. Het tweede gedeelte kan ook het andere gedeelte van de twee eerste aangrenzende gedeelten vormen, zodat het tweede gedeelte gemeenschappelijk is tussen de twee eerste aangrenzende gedeelten en de twee tweede aangrenzende gedeelten.A first portion of the two first adjacent portions is located closer to the support than the other of the two adjacent portions. The two second adjacent parts are formed by a second part and a third part. The third section is arranged further from the support than the second section and then the first section. The second portion may also form the other portion of the two first adjacent portions, such that the second portion is common between the two first adjacent portions and the two second adjacent portions.

[0011] Het aan de steun aangrenzende gedeelte (bv. het eerste gedeelte) is met voordeel aan de steun bevestigd in een vaste oriëntatie ten opzichte van de steun (d.i. niet scharnierend). Bij wijze van voorbeeld kan dit gedeelte uitkragen vertrekkende van de steun, waarbij het gedeelte en (een vlak van) de steun een (vaste) hoek insluiten, die bij voorkeur scherp is. Een voordeel van dergelijke scherpe hoek is dat een vervormingsrichting van het aan de steun aangrenzende gedeelte onder belasting welbepaald is.The portion adjacent to the support (e.g. the first portion) is advantageously attached to the support in a fixed orientation relative to the support (i.e. not hinged). By way of example, this part can protrude from the support, wherein the part and (a surface of) the support include a (fixed) angle, which is preferably sharp. An advantage of such an acute angle is that a direction of deformation of the part adjacent to the support is well determined under load.

[0012] Door de door de verschillende gedeelten ingesloten hoeken te variëren, waarbij de ingesloten hoek kleiner wordt bij toenemende afstand van de steun wordt met voordeel een variabele en trapsgewijze toenemende veerkracht bij toenemende belasting van het schermdoek op de ritsgeleider bereikt. Door de hoekgroottes op dergelijke manier te variëren wordt trapsgewijze bij toenemende[0012] By varying the angles included by the different parts, whereby the included angle becomes smaller with increasing distance from the support, a variable and gradually increasing spring force is advantageously achieved with increasing load of the screen cloth on the zipper guide. Varying the angle sizes in such a way results in a stepwise increase

4 BE2022/5673 belasting eerst het buitenste gedeelte van het verend element aangesproken, daarna in toenemende mate de binnenste gedeelten. Door bovendien het aan de steun aangrenzende gedeelte in vaste oriëntatie aan de steun te klemmen wordt met voordeel een nog grotere variatie in de weerstand tegen vervorming verkregen. Bij kleinere belastingen en vervormingen worden enkel de buitenste gedeelten aangesproken, die omheen de plooiribben kunnen scharnieren, waardoor de veerkracht met voordeel beperkt blijft en de wrijving tussen de rits en de geleiding eveneens klein blijft. Dit beperkt de slijtage en verhoogt de levensduur. Grotere belastingen kunnen dan door het vastgeklemde gedeelte worden opgevangen, zodat de vervorming van het schermdoek zelfs bij deze grotere belastingen beperkt blijft met minder kans op schade. Door het vastgeklemde gedeelte wordt ook vermeden dat de verende elementen teveel zouden vervormen en tot verkeerde montage leiden, zoals beschreven in DE 20 2014 006 527.4 BE2022/5673 load first affects the outer part of the spring element, then increasingly the inner parts. By additionally clamping the part adjacent to the support in a fixed orientation to the support, an even greater variation in the resistance to deformation is advantageously obtained. With smaller loads and deformations, only the outer parts are used, which can hinge around the folding ribs, so that the spring force is advantageously limited and the friction between the zipper and the guide also remains small. This limits wear and increases service life. Larger loads can then be absorbed by the clamped part, so that the deformation of the screen cloth is limited even with these larger loads, with less risk of damage. The clamped part also prevents the spring elements from deforming too much and leading to incorrect installation, as described in DE 20 2014 006 527.

[0013] Volgens een tweede aspect van de uitvinding, maakt, in een rusttoestand van de ritsgeleider, het derde gedeelte een derde hoek met een vlak evenwijdig met de steun en het tweede gedeelte een vierde hoek met het vlak, waarbij de derde hoek kleiner is dan de vierde hoek. Bij voorkeur maakt het tweede gedeelte een vierde hoek met het vlak evenwijdig met de steun en het eerste gedeelte maakt een vijfde hoek met het vlak, waarbij de vierde hoek kleiner is dan de vijfde hoek.According to a second aspect of the invention, in a rest state of the zipper guide, the third portion makes a third angle with a plane parallel to the support and the second portion makes a fourth angle with the plane, the third angle being smaller then the fourth corner. Preferably, the second portion makes a fourth angle with the plane parallel to the support and the first portion makes a fifth angle with the plane, the fourth angle being less than the fifth angle.

[0014] Volgens een derde aspect van de uitvinding, heeft, in een rusttoestand van de ritsgeleider, het derde gedeelte bij loodrechte projectie op een loodvlak op een vlak van de steun een derde lengte groter dan een tweede lengte van het tweede gedeelte. Bij voorkeur heeft bij loodrechte projectie op een loodvlak op een vlak van de steun, het eerste gedeelte een eerste lengte groter dan een tweede lengte van het tweede gedeelte en groter dan een derde lengte van het derde gedeelte.According to a third aspect of the invention, in a rest state of the zipper guide, the third portion, when projected perpendicularly to a plane perpendicular to a plane of the support, has a third length greater than a second length of the second portion. Preferably, when projected perpendicularly onto a plane perpendicular to a plane of the support, the first portion has a first length greater than a second length of the second portion and greater than a third length of the third portion.

[0015] Een ritsgeleider overeenkomstig de uitvinding kan één of meer van het eerste, het tweede en het derde aspect omvatten. Met elk van deze aspecten, met name door de verschillende hoekgroottes en/of verschillende lengtes, wordt met voordeel de hoger toegelichte variabele en trapsgewijze toenemende veerkracht bij toenemende belasting van het schermdoek op de ritsgeleider bereikt.A zipper guide according to the invention may comprise one or more of the first, second and third aspects. With each of these aspects, in particular due to the different angular sizes and/or different lengths, the variable and gradually increasing resilience explained above is advantageously achieved with increasing load of the screen cloth on the zipper guide.

[0016] Het spreekt voor zich dat het verend element meer dan drie gedeelten kan omvatten, die in zigzagvorm zijn opgesteld en waarbij de hoekgroottes tussen de opeenvolgende gedeelten verschillend kunnen zijn.It goes without saying that the resilient element can comprise more than three parts, which are arranged in a zigzag shape and where the angular sizes between the successive parts can be different.

[0017] Overeenkomstig de uitvinding wordt eveneens voorzien in een scherminrichting zoals uiteengezet in de onderhavige conclusies. De scherminrichting omvat, voor eenzelfde schermdoek, minstens één, bij voorkeur twee van de ritsgeleiders uit het eerste aspect. Het is mogelijk om scherminrichtingen met meerdere, naast elkaar opgestelde schermdoeken te voorzien (zogeheten gekoppelde scherminrichtingen), waarbij voor elk schermdoek twee ritsgeleiders zijn voorzien.According to the invention, a screen device as set forth in the present claims is also provided. The screen device comprises, for the same screen cloth, at least one, preferably two of the zipper guides from the first aspect. It is possible to provide screen devices with multiple screen cloths arranged next to each other (so-called coupled screen devices), whereby two zipper guides are provided for each screen cloth.

Korte beschrijving van de figurenBrief description of the figures

[0018] Aspecten van de uitvinding zullen in de hiernavolgende 5 gedetailleerde beschrijving worden toegelicht met verwijzing naar de aangehechte tekeningen. Telkens in de tekeningen eenzelfde referentiecijfer wordt gebruikt, verwijst dit naar eenzelfde maatregel.[0018] Aspects of the invention will be explained in the following detailed description with reference to the attached drawings. Whenever the same reference number is used in the drawings, this refers to the same measure.

[0019] Figuur 1 stelt een perspectiefzicht van een scherminrichting overeenkomstig de uitvinding voor.Figure 1 represents a perspective view of a screen device according to the invention.

[0020] Figuur 2 stelt een dwarsdoorsnede volgens de snijlijn A-A van het doek van de scherminrichting van Fig. 1 voor.Figure 2 shows a cross-section along the cutting line A-A of the cloth of the screen device of Fig. 1 for.

[0021] Figuur 3 stelt een dwarsdoorsnede volgens snijlijn A-A van een zijgeleider van de scherminrichting van Fig. 1 voor.Figure 3 shows a cross-section along intersection line A-A of a side guide of the screen device of Fig. 1 for.

[0022] Figuur 4 stelt een perspectiefzicht van de ritsgeleider overeenkomstig de uitvinding voor.Figure 4 represents a perspective view of the zipper guide according to the invention.

[0023] Figuur 5 stelt een dwarsdoorsnede van de ritsgeleider van Fig. 4 voor.Figure 5 shows a cross-section of the zipper guide of Fig. 4 for.

[0024] Figuur 6 stelt de dwarsdoorsnede van de zijgeleider van Fig. 3 voor, waarbij de verende elementen van de ritsgeleider zijn vervormd bij maximale belasting.Figure 6 shows the cross-section of the side guide of Fig. 3, where the spring elements of the zipper guide are deformed under maximum load.

Gedetailleerde beschrijvingDetailed description

[0025] Met verwijzing naar Fig. 1, omvat een scherminrichting 10 doorgaans een rolas 11 en een paar zijgeleiders 13, 14 opgesteld aan de uiteinden van de rolas 11. Het (scherm)doek 12 wordt van de rolas 11 afgerold volgens een wikkelrichting 120, waarbij de zijkanten 121, 122 (laterale uiteinden) van het doek 12 in de overeenstemmende zijgeleiders 13, 14 bewegen. De rolas 11 kan zijn opgesteld in een rolkast 15, dewelke een behuizing vormt die het doek 12 beschermt tegen omgevingsinvloeden wanneer het doek op de rolas 11 opgerold is. Aan de onderzijde van het doek 12 kan een onderlat 16 zijn voorzien. De onderlat 16 kan een stang uit een zwaarder materiaal (bv. staal) omvatten om de neerwaartse beweging van het doek 12 te ondersteunen.With reference to Figs. 1, a screen device 10 generally comprises a roller shaft 11 and a pair of side guides 13, 14 arranged at the ends of the roller shaft 11. The (screen) cloth 12 is unrolled from the roller shaft 11 in a winding direction 120, with the sides 121, 122 ( lateral ends) of the cloth 12 into the corresponding side guides 13, 14. The roller shaft 11 can be arranged in a roller box 15, which forms a housing that protects the cloth 12 against environmental influences when the cloth is rolled up on the roller shaft 11. A bottom rail 16 can be provided on the underside of the cloth 12. The bottom rail 16 may comprise a rod made of a heavier material (e.g. steel) to support the downward movement of the cloth 12.

[0026] De benaming doek dient in de context van onderhavige uitvinding te worden geïnterpreteerd als eender welke stof, geweven of niet, die kan worden opgerold en dienst kan doen ter afscherming tegen weersinvloeden (bv. zon) of omgevingsinvloeden (bv. insecten). Het doek 12 is bij voorkeur een zogeheten “screen” ter afscherming tegen de zonnestraling en is bij voorkeur vervaardigd uit kunststof, zoals bv. polyester. De scherminrichting 10 kan voorzien zijn voor de afscherming van een[0026] The name cloth should be interpreted in the context of the present invention as any fabric, woven or not, that can be rolled up and can serve as protection against weather influences (e.g. sun) or environmental influences (e.g. insects). The cloth 12 is preferably a so-called "screen" for protection against solar radiation and is preferably made of plastic, such as polyester. The screen device 10 can be provided for shielding a

6 BE2022/5673 opening in een gebouw, zoals een venster- of deuropening, of als overkapping en/of afscherming van bv. een terras.6 BE2022/5673 opening in a building, such as a window or doorway, or as a roof and/or shielding of, for example, a terrace.

[0027] Het doek 12 kan volgens gekende technieken op de rolas 11 bevestigd zijn, zoals door verlijming op een doekbevestigingsprofiel dat verder in een sleuf in de rolas ingrijpt (niet getoond). Alternatief is het mogelijk om een verdikking aan het uiteinde van het doek 12 aan te brengen en deze verdikking in een sleuf in de rolas 11 te laten ingrijpen.[0027] The cloth 12 can be attached to the roller shaft 11 according to known techniques, such as by gluing to a cloth mounting profile that further engages in a slot in the roller shaft (not shown). Alternatively, it is possible to provide a thickening at the end of the cloth 12 and to allow this thickening to engage in a slot in the roller shaft 11.

[0028] Met verwijzing naar Fig. 2, is het doek 12 aan beide laterale uiteinden 121, 122 voorzien van verdikkingen, zogeheten ritsen 123, die vast aan het doek zijn bevestigd. De ritsen 123 kunnen via gekende technieken, bv. door verlijming of lassen worden aangebracht.With reference to Figs. 2, the cloth 12 is provided at both lateral ends 121, 122 with thickenings, so-called zippers 123, which are firmly attached to the cloth. The zippers 123 can be applied using known techniques, e.g. by gluing or welding.

[0029] Met verwijzing naar Fig. 3, omvat elk van de zijgeleiders 13, 14 een behuizing 131 voorzien voor bevestiging aan een wand of muur 9. De behuizing 131 is bij voorkeur vervaardigd uit een geëxtrudeerd materiaal, zoals aluminium, en kan voorzien zijn om via schroeven 8 aan de muur 9 te worden bevestigd. De behuizing 131 kan een of meerdere montageprofielen 132, 133 omvatten, die voorzien zijn om in of op elkaar te worden gemonteerd om de behuizing 131 te vormen. De behuizing 131 kan zijn voorzien om op de dag of in de dag te worden gemonteerd.With reference to Figs. 3, each of the side guides 13, 14 comprises a housing 131 provided for mounting on a wall 9. The housing 131 is preferably made of an extruded material, such as aluminum, and can be provided for mounting on the wall 9 via screws 8. to be confirmed. The housing 131 may comprise one or more mounting profiles 132, 133, which are provided for mounting in or on each other to form the housing 131. The housing 131 can be provided for mounting on the day or in the day.

[0030] De behuizing 131 van de zijgeleiders 13, 14 omvat een kamer 134 die voorzien is om een ritsgeleider 17 te huisvesten. De kamer 134 omvat een buitenwand 135, gelegen aan de zijde van het doek 12. Een toegangssleuf 136 die zich in de wikkelrichting 120 van het doek 12 uitstrekt, is in de buitenwand 135 voorzien en geeft toegang tot de kamer 134. De toegangssleuf 136 verdeelt de buitenwand 135 in twee gedeelten 135’ en 135” die zich aan weerszijden van de toegangssleuf 136 uitstrekken. Beide gedeelten 135’ en 135” vormen wanden van de kamer 134. De gedeelten 135’ en 135” kunnen een L-vormige dwarsdoorsnede hebben waarbij een been van de “L” zich volgens de richting van de toegangssleuf uitstrekt.The housing 131 of the side guides 13, 14 includes a chamber 134 provided to house a zipper guide 17. The chamber 134 comprises an outer wall 135, located on the side of the cloth 12. An access slot 136, which extends in the winding direction 120 of the cloth 12, is provided in the outer wall 135 and provides access to the chamber 134. The access slot 136 divides the outer wall 135 into two portions 135' and 135'' which extend on either side of the access slot 136. Both portions 135' and 135" form walls of the chamber 134. The portions 135' and 135" may have an L-shaped cross-section with one leg of the "L" extending along the direction of the access slot.

[0031] De ritsgeleider 17 omvat een steun 171 met daaraan bevestigd een geleiding 172 voor de rits 123. De ritsgeleider 17 omvat verder twee verende elementen 18, 18’ die aan weerszijden van de geleiding 172 zijn opgesteld. De verende elementen 18, 18’ zijn voorzien om de ritsgeleider 17 verend op te stellen ten opzichte van de behuizing 131.The zipper guide 17 comprises a support 171 with a guide 172 for the zipper 123 attached thereto. The zipper guide 17 further comprises two resilient elements 18, 18' that are arranged on either side of the guide 172. The resilient elements 18, 18' are provided to position the zipper guide 17 in a resilient manner relative to the housing 131.

[0032] Met verwijzing naar Fig. 4 en Fig. 5, is de steun 171 langwerpig, met een lengterichting 179 volgens de wikkelrichting van het doek 12. De steun 171 vertoont bij voorkeur een in hoofdzaak rechthoekige doorsnede en is bijgevolg in hoofdzaak plaatvormig. De steun 171 omvat een bij voorkeur vlakke voorzijde 1714 en achterzijdeWith reference to Figs. 4 and Fig. 5, the support 171 is elongated, with a longitudinal direction 179 following the winding direction of the cloth 12. The support 171 preferably has a substantially rectangular cross-section and is therefore substantially plate-shaped. The support 171 comprises a preferably flat front side 1714 and rear side

7 BE2022/5673 171b. In onderhavig voorbeeld zijn de geleiding 172 en de twee verende elementen 18, 18’ aan de voorzijde 1714 van de steun 171 opgesteld, doch andere uitvoeringsvormen zijn mogelijk. De geleiding 172 omvat een zich volgens een lengterichting 179 uitstrekkende kamer 173 die voorzien is om de rits 123 te huisvesten. Een toegangssleuf 174 die parallel verloopt met de lengterichting van de kamer 173, geeft er toegang tot.7 BE2022/5673 171b. In the present example, the guide 172 and the two resilient elements 18, 18' are arranged on the front side 1714 of the support 171, but other embodiments are possible. The guide 172 comprises a chamber 173 extending along a longitudinal direction 179 which is provided to house the zipper 123. An access slot 174 running parallel to the longitudinal direction of the chamber 173 provides access to it.

De toegangssleuf 174 heeft bij voorkeur een breedte die kleiner is dan de rits 123, om te vermijden dat de rits uit de kamer 174 wordt getrokken.The access slot 174 preferably has a width that is smaller than the zipper 123, to prevent the zipper from being pulled out of the chamber 174.

[0033] Bij montage van de ritsgeleider, zoals afgebeeld in Fig. 3, wordt de toegangssleuf 174 gericht naar het doek 12. De toegangssleuf 174 is bij voorkeur voorzien in een wand van de kamer 173 die in een verheven positie ten opzichte van de steun 171 gelegen is. Bij voorkeur wordt de kamer 173 gevormd door twee in hoofdzaak naar elkaar toe gerichte ribben 175, 176 die naast elkaar op de steun 171 zijn opgesteld, zodoende een volume in te sluiten, dat de kamer 173 vormt. De ribben 175, 176 zijn bij voorkeur in hoofdzaak L-vormig, maar een andere vormgeving, bij voorkeur aangepast aan de vorm van de rits 123, is eveneens mogelijk.When installing the zipper guide, as shown in Fig. 3, the access slot 174 is directed towards the cloth 12. The access slot 174 is preferably provided in a wall of the chamber 173 that is located in an elevated position relative to the support 171. Preferably, the chamber 173 is formed by two ribs 175, 176 that are substantially directed towards each other and are arranged next to each other on the support 171, thus enclosing a volume that forms the chamber 173. The ribs 175, 176 are preferably substantially L-shaped, but another design, preferably adapted to the shape of the zipper 123, is also possible.

[0034] De steun 171 steekt bij voorkeur zijdelings uit aan weerszijden van de geleiding 172. Het paar verende elementen 18, 18’ is aan deze zijdelings uitstekende delen van de steun 171 bevestigd.The support 171 preferably projects laterally on either side of the guide 172. The pair of resilient elements 18, 18' is attached to these laterally projecting parts of the support 171.

[0035] Elk van de verende elementen 18, 18’ is bij wijze van toelichting drieledig, met drie, plooibaar aan elkaar bevestigde leden: een eerste lid 181, een tweede lid 182 en een derde lid 183. Elk van de drie leden 181, 182, 183 is bij voorkeur latvormig, met een in hoofdzaak rechthoekige dwarsdoorsnede. Het is mogelijk om meer dan drie leden te voorzien; zo kan elk van de verende elementen vier- of vijfledig zijn.[0035] Each of the resilient elements 18, 18' is, by way of explanation, three-part, with three members flexibly attached to each other: a first member 181, a second member 182 and a third member 183. Each of the three members 181, 182, 183 is preferably slat-shaped, with a substantially rectangular cross-section. It is possible to provide more than three members; for example, each of the spring elements can be four- or five-membered.

Een eerste lid 181 is met een eerste zijde bevestigd aan de steun 17 en met een tweede, tegenovergestelde zijde verbonden met een eerste zijde van het tweede lid 182. Het eerste lid 181 en het tweede lid 182 zijn via een eerste plooirib 184 aangrenzend aan elkaar bevestigd, zodat het tweede lid 182 om de eerste plooirib 184 kan scharnieren ten opzichte van het eerste lid 181. Het tweede lid 182 is met een tweede zijde tegenovergesteld aan de eerste zijde van het tweede lid verbonden met een eerste zijde van het derde lid 183. Het tweede lid 182 en het derde lid 183 zijn via een tweede plooirib 185 aangrenzend aan elkaar bevestigd, zodat het derde lid 183 om de tweede plooirib 185 kan scharnieren ten opzichte van het tweede lid 182. Het derde lid 183 heeft bij voorkeur een vrij uiteinde.A first member 181 is attached to the support 17 with a first side and connected to a first side of the second member 182 with a second, opposite side. The first member 181 and the second member 182 are adjacent to each other via a first folding rib 184. attached, so that the second member 182 can pivot around the first folding rib 184 relative to the first member 181. The second member 182 is connected to a first side of the third member 183 with a second side opposite to the first side of the second member. The second member 182 and the third member 183 are attached adjacently to each other via a second folding rib 185, so that the third member 183 can hinge around the second folding rib 185 relative to the second member 182. The third member 183 preferably has a free end.

[0036] In een rusttoestand (onbelaste toestand), waarbij geen krachten worden uitgeoefend op de verende elementen 18, 18’, zijn de drie leden 181, 182 en 183 onder een hoek ten opzichte van elkaar opgesteld, zodanig dat zij in een zigzagvorm zijnIn a rest condition (unloaded condition), where no forces are exerted on the resilient elements 18, 18', the three members 181, 182 and 183 are arranged at an angle to each other, such that they are in a zigzag shape

8 BE2022/5673 opgesteld. Meer bepaald, zijn de holle zijden gevormd door enerzijds het eerste lid 181, de eerste plooirib 184 en het tweede lid 182, en door anderzijds het tweede lid 182, de tweede plooirib 185 en het derde lid 183, gelegen aan tegenovergestelde zijden van het overeenstemmende verend element. De plooiribben 184, 185 zijn ingesteld om de respectievelijke aangrenzende leden onder een vooraf bepaalde hoek op te stellen, en zijn bovendien ingesteld om een zekere weerstand tegen een hoekverandering te bieden. Hierdoor wordt een verende werking verkregen. De verende werking kan verder worden aangepast door een gepaste vormgeving van de plooiribben 184, 185.8 BE2022/5673 drawn up. More specifically, the concave sides are formed by the first member 181, the first pleat rib 184 and the second member 182 on the one hand, and by the second member 182, the second pleat rib 185 and the third member 183 on the other hand, located on opposite sides of the corresponding spring element. The pleat ribs 184, 185 are adjusted to position the respective adjacent members at a predetermined angle, and are further adjusted to provide some resistance to an angle change. This produces a springy effect. The resilient effect can be further adjusted by appropriate design of the folding ribs 184, 185.

[0037] De twee verende elementen 18, 18 zijn bij voorkeur spiegelsymmetrisch ten opzichte van een mediaanvlak van de ritsgeleider 17 volgens de lengterichting 179 en loodrecht op het vlak 170 van de steun 171.The two resilient elements 18, 18 are preferably mirror symmetrical with respect to a median plane of the zipper guide 17 along the longitudinal direction 179 and perpendicular to the plane 170 of the support 171.

[0038] Overeenkomstig een aspect van de uitvinding zijn de drie leden 181, 182, 183, in een rusttoestand van de ritsgeleider, onder een verschillende hoek opgesteld. Een eerste hoek a tussen het eerste lid 181 en het tweede lid 182 (d.i. de hoek van de eerste plooirib 184) is bij voorkeur groter in absolute waarde dan een tweede hoek B tussen het tweede lid 182 en het derde lid 183 (d.i, de hoek van de tweede plooirib 185). Door de hoeken a en ß verschillend te maken van elkaar, wordt op een eenvoudige manier een trapsgewijze verende werking verkregen, met variabele veerkracht die bij voorkeur toeneemt bij toenemende vervorming of indrukking.According to an aspect of the invention, in a rest state of the zipper guide, the three members 181, 182, 183 are arranged at a different angle. A first angle α between the first member 181 and the second member 182 (i.e., the angle of the first pleat rib 184) is preferably greater in absolute value than a second angle B between the second member 182 and the third member 183 (i.e., the corner of the second pleat rib 185). By making the angles α and ß different from each other, a stepwise spring action is easily achieved, with variable spring force that preferably increases with increasing deformation or compression.

Aangezien de tweede hoek B kleiner is, zal bij een geringe belasting deze hoek als eerste worden aangesproken. Door de kleinere tweede hoek B zal de tweede plooirib 185 een lagere weerstand tegen vervorming bieden ten opzichte van de eerste plooirib 184.Since the second angle B is smaller, this angle will be addressed first when the load is low. Due to the smaller second angle B, the second pleat rib 185 will offer a lower resistance to deformation compared to the first pleat rib 184.

Daardoor zal het derde lid 183 als eerste plooien (scharnieren ten opzichte van de tweede plooirib 185). Aangezien de eerste hoek a groter is, zal deze pas bij hogere belastingen worden aangesproken, en het tweede lid 182 bijgevolg pas bij hogere belastingen plooien (scharnieren ten opzichte van de eerste plooirib 184). Bij voorkeur bedraagt het verschil tussen de absolute waarden van de eerste hoek a en de tweede hoek B minstens 5°, bij voorkeur minstens 10°, bij voorkeur minstens 15°, en bij voorkeur kleiner dan of gelijk aan 40°, bij voorkeur kleiner dan of gelijk aan 30°. Bij voorkeur ligt de eerste hoek a in absolute waarde tussen 140° en 170°, bij voorkeur tussen 145° en 165°, bij voorkeur tussen 148° en 160°. Bij voorkeur ligt de tweede hoek ß in absolute waarde tussen 90° en 150°, bij voorkeur tussen 105° en 145°, bij voorkeur tussen 120° en 140°. Met dergelijke grote hoeken kunnen met voordeel grotere afstanden door het verend element worden overbrugd.As a result, the third member 183 will fold first (hinge relative to the second folding rib 185). Since the first angle α is larger, it will only be used at higher loads, and the second member 182 will therefore only fold (hinge with respect to the first folding rib 184) at higher loads. Preferably the difference between the absolute values of the first angle a and the second angle B is at least 5°, preferably at least 10°, preferably at least 15°, and preferably less than or equal to 40°, preferably less than or equal to 30°. Preferably the first angle α lies in absolute value between 140° and 170°, preferably between 145° and 165°, preferably between 148° and 160°. Preferably the second angle β lies in absolute value between 90° and 150°, preferably between 105° and 145°, preferably between 120° and 140°. With such large angles, larger distances can advantageously be bridged by the resilient element.

[0039] Volgens een alternatieve benadering wordt de instelhoek van elk van het eerste, tweede en derde lid ten opzichte van het vlak 170 van de steun 171According to an alternative approach, the angle of adjustment of each of the first, second and third members with respect to the plane 170 of the support 171 is

9 BE2022/5673 beschouwd (of eender welk met vlak 170 evenwijdig vlak). Het derde lid 183 is onder een derde hoek y ten opzichte van het vlak 170 opgesteld. Het tweede lid 182 is onder een vierde hoek ò ten opzichte van het vlak 170 opgesteld. Het eerste lid 181 is onder een vijfde hoek € ten opzichte van het vlak 170 opgesteld. Hierbij geldt bij voorkeur dat de derde hoek y kleiner is in absolute waarde dan de vierde hoek ©. Bij voorkeur is de vierde hoek 5 kleiner in absolute waarde dan de vijfde hoek €. Bij voorkeur bedraagt het verschil tussen de absolute waarden van de vierde hoek à en de derde hoek y minstens 5°, bij voorkeur minstens 7°, bij voorkeur tussen 5° en 15°. Bij voorkeur bedraagt het verschil tussen de absolute waarden van de vijfde hoek € en de vierde hoek à minstens 5°, bij voorkeur minstens 7°, bij voorkeur tussen 5° en 15°. Bij voorkeur ligt de derde hoek y tussen 45° en 67°, bij voorkeur tussen 55° en 65°. Bij voorkeur ligt de vierde hoek 5 tussen 68° en 76°, bij voorkeur tussen 70° en 75°. Bij voorkeur ligt de vijfde hoek € tussen 77° en 87°, bij voorkeur tussen 78° en 85°. Zodoende wordt eveneens een trapsgewijze verende werking verkregen zoals hoger beschreven.9 BE2022/5673 (or any plane parallel to plane 170). The third member 183 is arranged at a third angle y relative to the plane 170. The second member 182 is arranged at a fourth angle ò with respect to the plane 170. The first member 181 is arranged at a fifth angle € with respect to the plane 170. It is preferable that the third angle y is smaller in absolute value than the fourth angle ©. Preferably, the fourth angle 5 is smaller in absolute value than the fifth angle €. Preferably the difference between the absolute values of the fourth angle à and the third angle y is at least 5°, preferably at least 7°, preferably between 5° and 15°. Preferably the difference between the absolute values of the fifth angle € and the fourth angle Ø is at least 5°, preferably at least 7°, preferably between 5° and 15°. Preferably the third angle y lies between 45° and 67°, preferably between 55° and 65°. Preferably the fourth angle 5 lies between 68° and 76°, preferably between 70° and 75°. Preferably the fifth angle € lies between 77° and 87°, preferably between 78° and 85°. In this way, a stepwise spring effect is also obtained as described above.

[0040] De opstellingen met eerste hoek a en tweede hoek B enerzijds en met derde hoek y, vierde hoek à en vijfde hoek € anderzijds, zoals hoger beschreven, kunnen overigens met elkaar worden gecombineerd.[0040] The arrangements with first corner a and second corner B on the one hand and with third corner y, fourth corner à and fifth corner € on the other hand, as described above, can be combined with each other.

[0041] Een vastgesteld voordeel van dergelijke trapsgewijze verende werking is dat bij kleinere belastingen op de verende elementen, de wrijving tussen de rits 123 en de geleiding 172 bij het op- en afrollen van het doek 12 beperkt blijft, wat tot een langere levensduur leidt, zonder dat er verdere kosten of ingrepen vereist zijn.[0041] An established advantage of such a stepped spring action is that with smaller loads on the spring elements, the friction between the zipper 123 and the guide 172 when rolling up and unrolling the cloth 12 remains limited, which leads to a longer lifespan. , without any further costs or interventions being required.

[0042] Dergelijke trapsgewijze verende werking wordt verder verbeterd wanneer het eerste lid 181 in een vaste oriëntatie (niet plooibaar) aan de steun 171 is bevestigd, bij voorkeur een oriëntatie met de vijfde hoek € zoals hoger beschreven. Men verkrijgt hierdoor dat het eerste lid 181 zich als een uitkragende balk zal gedragen, waarbij het vastgeklemd is aan het bevestigingspunt met de steun 171. Dit voorkomt een scharnierende werking van het eerste lid 181, dat enkel zal vervormen door uitkraging, en bijgevolg slechts bij uiterste belastingen wordt aangesproken, zoals voorgesteld inSuch stepped spring action is further improved when the first member 181 is attached to the support 171 in a fixed orientation (non-pliable), preferably a fifth angle orientation as described above. This ensures that the first member 181 will behave like a cantilever beam, whereby it is clamped to the attachment point with the support 171. This prevents a hinging action of the first member 181, which will only deform due to cantilever, and therefore only when ultimate taxes are addressed, as proposed in

Fig. 6. De tweede en derde leden 182, 183 zullen bij een toenemende belasting eerst maximaal naar elkaar toe plooien. Daarbij is de tweede plooirib 185 bij voorkeur voorzien om volledig dicht te plooien, waarbij de tweede hoek B alsmede de vierde hoek à praktisch O worden. Pas in een volgende fase wordt een vervorming van het eerste lid aangesproken.Fig. 6. The second and third members 182, 183 will first fold maximally towards each other when the load increases. The second pleat rib 185 is preferably provided to fold completely closed, whereby the second corner B and the fourth corner à practically become O. Only in a subsequent phase is a distortion of the first member addressed.

[0043] Opnieuw verwijzend naar Fig. 5, hebben het eerste lid 181, het tweede lid 182 en het derde lid 183 bij voorkeur een verschillende lengte. Gemeten volgens een richting loodrecht op het vlak 170 van de steun 171, is het voordelig dat deReferring again to Figs. 5, the first member 181, the second member 182 and the third member 183 preferably have a different length. Measured along a direction perpendicular to the plane 170 of the support 171, it is advantageous that the

10 BE2022/5673 lengte L van het eerste lid 181 groter is dan de lengte La van het tweede lid 182 en de lengte Ls van het derde lid 183. De lengtes L» van het tweede lid 182 en Ls van het derde lid 183 kunnen gelijk zijn, of verschillend. Bij voorkeur is L3 groter dan La, zodat L: > La >10 BE2022/5673 length L of the first member 181 is greater than the length La of the second member 182 and the length Ls of the third member 183. The lengths L» of the second member 182 and Ls of the third member 183 can be equal are, or different. Preferably L3 is greater than La, so that L: > La >

La. Hierdoor wordt verkregen dat wanneer het tweede en het derde lid volledig dichtgeplooid zijn, de eerste plooirib 184 bij loodrechte projectie op het vlak 170 zich tussen de zijden (uiteinden) van het derde lid 183 bevindt, waardoor de krachtwerking van het eerste lid 181 optimaal benut wordt met een grotere weerstand tegen vervorming. Dit kan tot een betere stabiliteit van de ritsgeleider onder belasting leiden en een grotere variatie van de veerkracht. Alternatief is het mogelijk om La minstens even lang te maken als L3, d.i. Li > La = La.La. This ensures that when the second and third members are completely folded, the first folding rib 184 is located between the sides (ends) of the third member 183 when projected perpendicularly to the plane 170, so that the force effect of the first member 181 is optimally utilized. becomes with greater resistance to deformation. This can lead to better stability of the zipper guide under load and a greater variation in spring force. Alternatively, it is possible to make La at least as long as L3, i.e. Li > La = La.

[0044] De verende elementen 18, 18’ zijn bij voorkeur zodanig opgesteld dat de leden aan het vrije uiteinde (de derde leden 183 in onderhavig voorbeeld) van elkaar weg zijn gericht wanneer beschouwd volgens een richting van de steun naar het doek toe. De oriëntatie van de andere leden volgt dan op een logische manier wanneer een zigzagvorm wordt verondersteld. Bij wijze van voorbeeld zijn de tweede leden 182 naar elkaar toe gericht en de eerste leden 181 van elkaar weg.The resilient elements 18, 18' are preferably arranged such that the members at the free end (the third members 183 in the present example) face away from each other when viewed in a direction from the support to the cloth. The orientation of the other members then follows in a logical manner when a zigzag shape is assumed. By way of example, the second members 182 face each other and the first members 181 face away from each other.

[0045] Het is voordelig om de verende elementen 18, 18’ enerzijds en de steun 171 en geleiding 172 anderzijds uit verschillende materialen te vervaardigen. De steun en de geleider worden bij voorkeur vervaardigd uit een harder materiaal, zoals een harde kunststof, bv. polyvinylchloride (PVC), Acrylonitril-butadieen-styreen (ABS), of een combinatie van beide. De verende elementen worden bij voorkeur vervaardigd uit een zachter en bij voorkeur veerkrachtig materiaal, zoals een elastomeer, bv. Ethyleen-[0045] It is advantageous to make the resilient elements 18, 18' on the one hand and the support 171 and guide 172 on the other from different materials. The support and the guide are preferably made of a harder material, such as a hard plastic, e.g. polyvinyl chloride (PVC), Acrylonitrile-butadiene-styrene (ABS), or a combination of both. The resilient elements are preferably made of a softer and preferably resilient material, such as an elastomer, e.g. ethylene

Propyleen-Dieen-Monomeer (EPDM) of polyurethaan (PUR), bij voorkeur een PUR met vormgeheugen, zodat de veerdruk langer gewaarborgd blijft. Bij voorkeur worden de leden en de plooiribben van de verende elementen uit eenzelfde (kunststof) materiaal vervaardigd, waarbij de plooiribben worden verkregen door het voorzien van een verzwakking, zoals bv. een wegname van materiaal. De ritsgeleider wordt bij voorkeur vervaardigd door coëxtrusie van het harder materiaal voor de steun en de geleider en het zachter materiaal voor de verende elementen. Daardoor kan een eenvoudige en betere inklemming van het eerste lid aan de steun worden verkregen. Bovendien is de ritsgeleider na extrusie klaar voor gebruik en zijn geen verdere handelingen vereist om de verende elementen op te stellen, zodat deze vervaardigingsmethode kostenbesparend is. Het is uiteraard mogelijk om de ritsgeleider volgens andere gekende technieken te vervaardigen.Propylene-Diene Monomer (EPDM) or polyurethane (PUR), preferably a PUR with shape memory, so that the spring pressure is guaranteed for longer. Preferably, the members and the folding ribs of the resilient elements are made from the same (plastic) material, whereby the folding ribs are obtained by providing a weakening, such as a removal of material. The zipper guide is preferably manufactured by coextrusion of the harder material for the support and the guide and the softer material for the resilient elements. As a result, a simple and better clamping of the first member to the support can be obtained. In addition, the zipper guide is ready to use after extrusion and no further actions are required to set up the spring elements, making this manufacturing method cost effective. It is of course possible to manufacture the zipper guide using other known techniques.

[0046] De ritsgeleider heeft bij voorkeur een lengte die in hoofdzaak gelijk is aan de lengte van de zijgeleider 13, 14 of zelfs langer, wanneer de ritsgeleider zichThe zipper guide preferably has a length that is substantially equal to the length of the side guide 13, 14 or even longer when the zipper guide is

11 BE2022/5673 bv. tot in de behuizing 15 (Fig. 1) uitstrekt.11 BE2022/5673 e.g. extends into the housing 15 (Fig. 1).

De verende elementen 18, 18’ strekken zich bij voorkeur uit over de volledige lengte van de geleiding 172, waardoor een uniforme veerkracht bij het op- en afrollen kan worden gewaarborgd.The resilient elements 18, 18' preferably extend over the entire length of the guide 172, so that a uniform spring force can be guaranteed when rolling up and down.

Met verwijzing naar Fig. 3, zijn de geleiding 172 en de verende elementen 18, 18’ aan eenzelfde zijde van de steunWith reference to Fig. 3, the guide 172 and the spring elements 18, 18' are on the same side of the support

171 opgesteld.171 drawn up.

De geleiding 172 heeft bij voorkeur afmetingen zodat de geleider in de toegangssleuf 136 past.The guide 172 is preferably sized so that the guide fits within the access slot 136.

Om de ritsgeleider 17 te monteren in de zijgeleider 13, 14, is het montageprofiel 133 bij voorkeur afneembaar van het basisprofiel132, waardoor de kamer 134 beter bereikbaar is en de ritsgeleider eenvoudig in de kamer 134 kan worden opgesteld.To mount the zipper guide 17 in the side guide 13, 14, the mounting profile 133 is preferably removable from the base profile 132, making the chamber 134 more accessible and the zipper guide can be easily set up in the chamber 134.

Claims

12 BE2022/5673 CONCLUSIONS

1. Zipper guide (17) for guiding a zipper (123) provided on a lateral side with a screen cloth (12), the zipper guide comprising: a support (171), a guide (172) provided for guiding the zipper (123) guide, a first resilient element (18) and a second resilient element (18), arranged on either side of the guide (172), each of the first and second resilient elements comprising: at least three portions (181, 182, 183) which are arranged consecutively from the support (171), with each two adjacent parts being hinged to each other via a folding rib (184, 185), characterized in that the part (181) adjacent to the support is in a fixed orientation on the support (171) is attached, and that in a rest condition, two first adjacent portions (181, 182) are folded together at a first angle (a) and two second adjacent portions (182, 183) are folded together under a second angle (B), wherein the second angle (B) is further away from the support (171) than the first angle (a), wherein in absolute values the second angle (B) is smaller than the first angle (a).

A zipper guide according to claim 1, wherein the at least three portions (181, 182, 183) are substantially slat-shaped.

3. Zipper guide according to claim 1 or 2, wherein the first corner (a) and the second corner (B) are located on opposite sides of the corresponding resilient element.

Zipper guide according to any of the preceding claims, wherein the difference between the absolute values of the first angle (a) and the second angle (B) is at least 5°, preferably at least 10°.

Zipper guide according to any of the preceding claims, wherein the second angle (B) lies in absolute value between 90° and 150°, preferably between 120° and 140°.

6. Zipper guide according to any one of the preceding claims, wherein the first angle (α) lies in absolute value between 140° and 170°, preferably between 148° and 160°.

A zipper guide according to any one of the preceding claims, wherein a first portion (181) of the two first adjacent portions is located closer to the support and wherein the two second adjacent portions comprise a second portion (182) and a third portion (183). include, where

13 BE2022/5673 the third part (183) is further away from the support than the first part and then the second part (182).

The zipper guide of claim 7, wherein the second portion (182) further forms a portion of the two first adjacent portions.

9. Zipper guide according to claim 7 or 8, wherein the first part (181) is adjacent to the support (171).

A zipper guide according to any one of claims 7 to 9, wherein the third portion (183) includes a free end.

11. Zipper guide according to claim 10, wherein the third portions (183) of the first and second resilient elements are directed away from each other.

A zipper guide according to any one of claims 7 to 11, wherein the third portion (183) forms a third angle (y) with a plane (170) parallel to the support and the second portion (182) forms a fourth angle (5) with the plane (170), where in absolute values the third angle (y) is smaller than the fourth angle (à).

A zipper guide according to any one of claims 7 to 12, wherein the third portion (183) forms a third angle (y) with a plane (170) parallel to the support (171), the third angle (y) forming an absolute has a value between 45° and 67°, preferably between 55° and 65°.

A zipper guide according to any one of claims 7 to 13, wherein the second portion (182) forms a fourth angle (5) with a plane (170) parallel to the support, the fourth angle (0) having an absolute value between 68° and 76°, preferably between 70° and 75°.

A zipper guide according to any one of claims 7 to 14, wherein the second portion (182) forms a fourth angle (©) with a plane (170) parallel to the support and the first portion (181) forms a fifth angle (£) with the plane (170) of the support, where in absolute values the fourth angle (6) is smaller than the fifth angle (6).

A zipper guide according to any one of claims 7 to 15, wherein the first portion (181) forms a fifth angle (£) with a plane (170) parallel to the support, the fifth angle (£) having an absolute value between 77° and 87°, preferably between 78° and 85°.

A zipper guide according to any one of claims 7 to 16, wherein, measured along a direction perpendicular to a plane (170) of the support (171), the first portion (181) has a first length (L1) greater than a second length (L:2) of the second part (182) and greater than a third length (Ls) of the third part (183).

14 BE2022/5673

A zipper guide according to any one of claims 7 to 17, wherein, measured along a direction perpendicular to a plane (170) of the support (171), the third portion (183) has a third length (L3) less than a second length (L:z) of the second part (182).

19. Zipper guide according to any of the preceding claims, wherein the first and the second resilient element are made of an extruded material.

20. Zipper guide according to any of the preceding claims, wherein the first and second resilient elements (18, 18') extend in a longitudinal direction (179) of the zipper guide over a distance substantially equal to a length of the guide (172). ).

21. Screen device (10), comprising a screen cloth (12) provided with a zipper (123) on a lateral side (121, 122), and a zipper guide (17) according to any of the preceding claims, wherein the zipper guide extends according to a winding direction (120) of the screen cloth and wherein the zipper (123) is provided to move in the guide (172) of the zipper guide.

A screen device according to claim 21, further comprising a roller shaft (11) on which the screen cloth (12) is rolled up, a pair of side guides (13, 14) provided to be arranged on either side of the roller shaft (11), each of the pair of side guides comprises the zipper guide (17), wherein each of the pair of side guides comprises a housing (132) provided with a passage opening (136) for the screen cloth (12), wherein the zipper guide (17) is arranged in the housing and substantially located extends over the entire length of the housing (132).