BE1030673B1 - Verlichtingsarmatuur met aanpasbare bundel - Google Patents

Verlichtingsarmatuur met aanpasbare bundel Download PDF

Info

Publication number
BE1030673B1
BE1030673B1 BE20225512A BE202205512A BE1030673B1 BE 1030673 B1 BE1030673 B1 BE 1030673B1 BE 20225512 A BE20225512 A BE 20225512A BE 202205512 A BE202205512 A BE 202205512A BE 1030673 B1 BE1030673 B1 BE 1030673B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
optical structure
lighting fixture
support
light source
light beam
Prior art date
Application number
BE20225512A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1030673A1 (nl
Inventor
Paul Jozef Cornelius Ameloot
Roncancio Paula Catalina Acuña
Original Assignee
Delta Light Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Delta Light Nv filed Critical Delta Light Nv
Priority to BE20225512A priority Critical patent/BE1030673B1/nl
Publication of BE1030673A1 publication Critical patent/BE1030673A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1030673B1 publication Critical patent/BE1030673B1/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F21LIGHTING
    • F21VFUNCTIONAL FEATURES OR DETAILS OF LIGHTING DEVICES OR SYSTEMS THEREOF; STRUCTURAL COMBINATIONS OF LIGHTING DEVICES WITH OTHER ARTICLES, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F21V14/00Controlling the distribution of the light emitted by adjustment of elements
    • F21V14/06Controlling the distribution of the light emitted by adjustment of elements by movement of refractors
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F21LIGHTING
    • F21VFUNCTIONAL FEATURES OR DETAILS OF LIGHTING DEVICES OR SYSTEMS THEREOF; STRUCTURAL COMBINATIONS OF LIGHTING DEVICES WITH OTHER ARTICLES, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F21V14/00Controlling the distribution of the light emitted by adjustment of elements
    • F21V14/04Controlling the distribution of the light emitted by adjustment of elements by movement of reflectors

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Non-Portable Lighting Devices Or Systems Thereof (AREA)

Abstract

Een verlichtingsarmatuur omvattende een steun (10), een lichtbron (30) die op de steun is bevestigd, en ten minste één optische structuur (20) die is geassocieerd met de lichtbron en relatief ten opzichte van de steun beweegbaar is aangebracht; waarbij de lichtbron op een afstand van een centrale as (z) is aangebracht, en waarbij de ten minste één optische structuur een optische structuur (20) omvat die draaibaar rond een centrale as relatief ten opzichte van de steun is aangebracht, en is ingericht zodanig dat ten minste een eerste lichtbundel (B1) wordt gegenereerd in een eerste stand van de optische structuur relatief ten opzichte van de steun en een tweede lichtbundel (B2) wordt gegenereerd in een tweede stand van de optische structuur relatief ten opzichte van de steun, waarbij genoemde tweede lichtbundel verschillend is van de eerste lichtbundel.

Description

Verlichtingsarmatuur met aanpasbare bundel
Veld van de Uitvinding
De uitvinding heeft betrekking op verlichtingsarmaturen, en in het bijzonder op verlichtingsarmaturen met een aanpasbare en in het bijzonder afbuigbare lichtbundel. Bijzondere uitvoeringen hebben betrekking op verlichtingsarmaturen voor binnen en buiten die in/aan een plafond, in/aan een wand of in/op de grond kunnen worden gemonteerd.
Achtergrond
Een eerste voorbeeld van een bestaande oplossing voor het verkrijgen van een oriënteerbare lichtbundel maakt gebruik van een oriënteerbare verlichtingsarmatuur, d.w.z. de gehele structuur van de lichtbron met de bijbehorende optiek is oriënteerbaar om de oriëntatie van de lichtbundel te veranderen. Een dergelijke oplossing heeft het nadeel dat zij niet goed werkt voor verlichtingsarmaturen die op een verzonken of gedeeltelijk verzonken manier in een plafond, in een muur of in de grond zijn aangebracht.
Een tweede voorbeeld van een bestaande oplossing voor het verkrijgen van een oriënteerbare lichtbundel maakt gebruik van een eerste behuizingsdeel dat een koellichaam omvat en een tweede oriënteerbaar behuizingsdeel dat de lichtbron en de bijbehorende optiek omvat. Hierdoor kan het koellichaam verzonken worden geplaatst, maar het is moeilijk om een goed contact te handhaven tussen het koellichaam en het tweede oriënteerbare deel van de behuizing.
Samenvatting
Het doel van uitvoeringen van de uitvinding is om een verlichtingsarmatuur te voorzien waarmee de lichtbundel op een verbeterde manier kan worden aangepast en die geschikt is voor zowel inbouw- als opbouwoplossingen. Meer in het bijzonder maken uitvoeringen van de uitvinding het bij voorkeur mogelijk de lichtbundel gemakkelijk aan te passen tijdens de installatie of wanneer een omgeving is veranderd.
Volgens een eerste aspect van de uitvinding is een verlichtingsarmatuur voorzien omvattende een steun, een lichtbron die op de steun is bevestigd en ten minste één optische structuur die is geassocieerd met de lichtbron en relatief ten opzichte van de steun beweegbaar is aangebracht. De lichtbron is daarbij aangebracht op een afstand van een centrale as. De ten minste één optische structuur omvat een optische structuur die draaibaar rond een centrale as relatief ten opzichte van de steun is aangebracht. De optische structuur is ingericht zodanig dat ten minste een eerste lichtbundel wordt gegenereerd in een eerste stand van de optische structuur relatief ten opzichte van de steun en een tweede lichtbundel wordt gegenereerd in een tweede stand van de optische structuur relatief ten opzichte van de steun, waarbij genoemde tweede lichtbundel verschillend is van de eerste lichtbundel.
Door de lichtbron op een afstand te plaatsen van een centrale as waarrond de optische structuur draaibaar is, kan de lichtbundel op een eenvoudige manier worden aangepast door een eenvoudige rotatie van de optische structuur ten opzichte van de steun. Hierdoor kan de verlichtingsarmatuur zowel in (gedeeltelijk) verzonken oplossingen als in opbouwoplossingen worden gebruikt.
Bij voorkeur is de optische structuur alleen draaibaar rond de centrale as ten opzichte van de steun en is zij niet kantelbaar rond een andere as en niet transleerbaar ten opzichte van de steun. Op die manier kan de vorm/het volume van de verlichtingsarmatuur in de eerste en de tweede stand vrijwel gelijk zijn, zonder dat extra ruimte moet worden gecreëerd om de beweging van de eerste naar de tweede stand mogelijk te maken.
Bij voorkeur omvat de optische structuur een eerste segment dat de eerste lichtbundel genereert wanneer het eerste segment ten opzichte van de steun zo wordt gedraaid dat het naar de lichtbron is gericht, en een tweede segment dat de tweede lichtbundel genereert wanneer het tweede segment ten opzichte van de steun zo wordt gedraaid dat het naar de lichtbron is gericht.
Door een optische structuur met verschillende segmenten aan te brengen, kan de lichtbundel op een handige manier worden gemanipuleerd door het passende segment vóór de lichtbron te draaien. Het eerste segment kan bijvoorbeeld worden ingericht om een lichtbundel met een eerste afbuigingshoek ten opzichte van de centrale as en met een eerste openingshoek te genereren en het tweede segment kan worden ingericht om een lichtbundel met een tweede afbuigingshoek ten opzichte van de centrale as en met een tweede openingshoek te genereren. De eerste afbuigingshoek en/of de eerste openingshoek kunnen verschillend zijn van respectievelijk de tweede afbuigingshoek en/of de tweede openingshoek. Zo kan alleen de afbuighoek worden gewijzigd, of alleen de openingshoek, of beide. In nog andere voorbeelden kan de kleur van de lichtbundel worden gewijzigd.
Volgens een voorbeelduitvoering, omvat de optische structuur een eerste optisch element dat is ingericht om de eerste lichtbundel te genereren als het eerste optisch element relatief ten opzichte van de steun is geroteerd zodanig dat het is gericht naar de lichtbron en een tweede optisch element verschillend van het eerste optisch element dat is ingericht om de tweede lichtbundel te genereren als het tweede optisch element relatief ten opzichte van de steun is geroteerd zodanig dat het is gericht naar de lichtbron. Ook kunnen meer dan twee verschillende optische elementen worden gebruikt, bijvoorbeeld drie, vier, vijf of zes verschillende optische elementen. Het eerste en/of tweede en/of verdere optionele optische element kan een collimator omvatten, en in het bijzonder een der volgende elementen of een combinatie daarvan: een reflector, een lens.
Volgens een voorkeursuitvoering, omvat het eerste en/of tweede optisch element een reflector, waarbij genoemde reflector één of meer reflecteerbare oppervlakken heeft die een opening omringen, die is ingericht om naar de lichtbron gericht te zijn.
De optische structuur kan één integrale structuur zijn waarin verschillende optische elementen zijn geïntegreerd, of een samenstel van meerdere optische elementen die zijn gemonteerd om rond de centrale as draaibaar te zijn. Gewoonlijk worden de verschillende optische elementen ten opzichte van elkaar bevestigd en samen gedraaid. Het is echter ook denkbaar dat de verschillende optische elementen afzonderlijk draaibaar zijn, bijvoorbeeld in verschillende vlakken rond de centrale as.
Bij voorkeur is de optische structuur ingericht om de eerste lichtbundel te genereren met een hoofdas onder een eerste hoek ten opzichte van de centrale as in de eerste stand van de optische structuur en om de tweede lichtbundel te genereren met een hoofdas onder een tweede hoek ten opzichte van de centrale as in de tweede stand van de optische structuur. Met andere woorden, de lichtbundel kan worden afgebogen wanneer de optische structuur van de eerste naar de tweede stand wordt bewogen.
Bij voorkeur bedraagt het verschil tussen de eerste en de tweede afbuigingshoek 10° of meer.
Als alternatief of ter aanvulling kan de optische structuur worden ingericht om de eerste lichtbundel te genereren met een eerste openingshoek in de eerste stand van de optische structuur en om de tweede lichtbundel te genereren met een tweede openingshoek in de tweede stand van de optische structuur, waarbij de tweede openingshoek verschillend is van de eerste openingshoek. Aldus kan ook de openingshoek worden veranderd. In sommige uitvoeringen kunnen zowel de afbuigingshoek als de openingshoek worden gewijzigd. Bij voorkeur is het verschil tussen de eerste en de tweede openingshoek 5° of meer.
Bij voorkeur is de optische structuur draaibaar van de eerste naar de tweede stand door de optische structuur over een hoek tussen 60° en 120° te draaien. De optische structuur kan bijvoorbeeld drie optische elementen omvatten en de optische structuur kan in drie verschillende standen worden geplaatst onder een hoek van 120° ten opzichte van elkaar, of de optische structuur kan vier optische elementen omvatten en de optische structuur kan in vier verschillende standen worden geplaatst onder een hoek van 90° ten opzichte van elkaar.
De optische structuur omvat bij voorkeur ten minste drie verschillende segmenten die ten minste drie verschillende lichtbundels genereren, en bij voorkeur ten minste vier verschillende segmenten die ten minste vier verschillende lichtbundels genereren.
Volgens een voorbeeldsuitvoering omvat de optische structuur een optisch element dat ingericht is om een door de lichtbron uitgezonden lichtbundel geleidelijk te wijzigen, bv. af te buigen, terwijl de optische structuur ten opzichte van de steun wordt verdraaid. Het optisch element kan bijvoorbeeld een reflector omvatten en de reflector kan een zodanige vorm hebben dat, afhankelijk van de stand ten opzichte van de steun, de afbuigingshoek en/of de openingshoek van de opgewekte lichtbundel wordt gewijzigd. Voorts wordt opgemerkt dat de optische structuur ook twee optische elementen kan omvatten die een dergelijke geleidelijke wijziging van de lichtbundel mogelijk maken, b.v. een eerste optisch element in een eerste segment van een schijf en een tweede optisch element in een tweede segment van de schijf, waarbij b.v. het eerste optische element de afbuigingshoek kan wijzigen voor een eerste openingshoek die min of meer constant blijft en het tweede optische element de afbuigingshoek kan wijzigen voor een tweede openingshoek die min of meer constant blijft en verschillend is van de eerste openingshoek.
Bij voorkeur is de optische structuur draaibaar rond de centrale as over ten minste 90°, bij voorkeur ten minste 180°, bij voorkeur ten minste 270° en bijvoorbeeld over 360°. De optische structuur kan bijvoorbeeld schijfvormig zijn en in elke gewenste stand om de centrale as kunnen worden gedraaid.
Bij voorkeur is de optische structuur een draaibare schijfachtige structuur. De schijfachtige structuur heeft een straal die min of meer overeen kan komen met een straal van een open uiteinde van een behuizing waarin de lichtbron is aangebracht. De lichtbron mag op een afstand van de centrale as worden geplaatst, waarbij deze afstand tussen 10% en 95% van de straal ligt, bij voorkeur tussen 20 en 90% van de straal, en bij voorkeur tussen 30 en 85% van de straal.
Bij voorkeur is de optische structuur ingericht om met de hand te worden verdraaid ten opzichte van de steun. Eventueel kunnen merktekens worden aangebracht om de verschillende standen aan te geven waarin de optische structuur kan worden geplaatst.
In verder ontwikkelde uitvoeringen kan ook overwogen worden om de optische structuur automatisch verdraaibaar te maken met behulp van een afstandsbediening, zoals een app op een mobiel apparaat. Daartoe kan de verlichtingsarmatuur worden voorzien van een bedieningsmechanisme zoals een motor.
Bij voorkeur omvat de verlichtingsarmatuur een behuizing, bij voorkeur een cilindrische behuizing, waarbij de steun in de behuizing is aangebracht en de optische structuur draaibaar is aangebracht aan een open uiteinde van de behuizing. 5 Optioneel omvat de ten minste één optische structuur een tweede optische structuur die draaibaar rond de centrale as ten opzichte van de steun is gemonteerd en die is ingericht om de eerste lichtbundel op een eerste manier te wijzigen wanneer de tweede optische structuur zich in een eerste stand ten opzichte van de steun bevindt en op een tweede andere manier wanneer de tweede optische structuur zich in een tweede stand ten opzichte van de steun bevindt, waarbij de tweede stand verschillend is van de eerste stand.
Wanneer twee optische structuren worden gebruikt, kunnen nog meer verschillende lichtbundels worden gegenereerd. De eerste optische structuur kan bijvoorbeeld verschillende reflectorelementen bevatten die selectief naar de lichtbron kunnen worden gericht en de tweede optische structuur kan verschillende lenselementen bevatten die selectief naar de lichtbron kunnen worden gericht, zodat elk van de reflectorelementen kan worden gecombineerd met elk van de lenselementen.
In nog andere uitvoeringen, kan een tweede lichtbron worden opgenomen op een tweede positie op de steun, op een afstand van de centrale as. De optische structuur kan dan een eerste optisch element omvatten dat is ingericht om tegenover de eerste lichtbron te staan en een tweede optisch element dat is ingericht om tegenover de tweede lichtbron te staan in de eerste stand van de optische structuur, en een derde optisch element dat is ingericht om tegenover de eerste lichtbron te staan en een vierde optisch element dat is ingericht om tegenover de tweede lichtbron te staan in de tweede stand van de optische structuur. De eerste en de tweede lichtbron kunnen bijvoorbeeld diametraal tegenover elkaar geplaatst zijn ten opzichte van de centrale as z. Door gebruik te maken van een eerste en een tweede lichtbron kunnen verschillende plekken gelijktijdig worden verlicht, of kan dezelfde plek met een hoger vermogen worden verlicht.
Bij voorkeur omvat de lichtbron ten minste één LED.
Optioneel, kan de lichtbron LEDs van verschillende kleuren omvatten. Optioneel, is tussen de lichtbron en de optische structuur een mengstaaf aangebracht.
Volgens een voorbeeldsuitvoering omvat de verlichtingsarmatuur verder een driver die ingericht is om de lichtbron aan te drijven. De driver kan zich in dezelfde behuizing bevinden als de lichtbron, maar kan ook op afstand worden geplaatst.
Optioneel, kan een bovenplaat worden aangebracht die vast is bevestigd ten opzichte van de lichtbron en die een deel van de optische structuur bedekt dat niet naar de lichtbron is gericht, bijvoorbeeld één of meer segmenten van de optische structuur die niet naar de lichtbron zijn gericht.
Korte figuurbeschrijving
De begeleidende figuren worden gebruikt om momenteel de voorkeur genietende niet-beperkende exemplarische uitvoeringen van inrichtingen van de onderhavige uitvinding te illustreren. De bovengenoemde en andere voordelen van de kenmerken en doelstellingen van de uitvinding zullen duidelijker worden en de uitvinding zal beter uit de volgende gedetailleerde beschrijving worden begrepen wanneer gelezen in combinatie met de begeleidende figuren, waarin:
FIG. 1A, 1B en 1C schematisch een exemplarische uitvoering illustreren van een verlichtingsarmatuur, waarbij de optische structuur ervan in respectievelijk een eerste, tweede en derde stand is geplaatst;
FIG. 2A, 2B, 2C en 2D polaire diagrammen illustreren in het C-0 vlak en in het C-90 vlak voor vier respectievelijke standen van de optische structuur;
FIG. 3A, 3B, 3C, 3D en 3E een schematisch perspectiefaanzicht, een bovenaanzicht, een eerste zijaanzicht, een tweede zijaanzicht en een ander schematisch perspectiefaanzicht (met verwijderde bovenplaat) tonen van een voorbeeld van een optische structuur met reflectorelementen;
FIG. 4A, 4B, 4C en 4D een schematisch bovenaanzicht, een eerste zijaanzicht en een tweede zijaanzicht tonen van een voorbeeld van een optische structuur die ingericht is om de lichtbundel geleidelijk te wijzigen naarmate de optische structuur wordt verdraaid;
FIG. 5A, 5B, 5C en 5D een schematisch bovenaanzicht, een eerste zijaanzicht en een tweede zijaanzicht tonen van een voorbeeld van een optische structuur die ingericht is om de lichtbundel geleidelijk te wijzigen naarmate de optische structuur wordt verdraaid;
FIG. 6 een schematisch beeld is van een ander voorbeeld van een verlichtingsarmatuur met een optische structuur die een array van microlenzen omvat;
FIG. 7 een uitvoering illustreert van een steun met lichtbron;
FIG. 8 een schematisch perspectiefbeeld is van een uitvoering van een verlichtingsarmatuur met een mengstaaf; en
FIG. 9 een schematisch perspectiefbeeld is van een verlichtingsarmatuur met twee optische structuren.
Beschrijving van uitvoeringen
FIG. 1A, 1B en 1C tonen schematisch een voorbeeld van een verlichtingsarmatuur met een steun 10, een lichtbron (niet zichtbaar) die op de steun 10 is bevestigd, en een optische structuur 20 die met de lichtbron is verbonden en beweegbaar ten opzichte van de steun 10 is aangebracht. De lichtbron is geplaatst op een afstand van een centrale as z. De optische structuur 20 is draaibaar gemonteerd rond de centrale as z en is zodanig ingericht dat ten minste een eerste lichtbundel B1 wordt gegenereerd 1n een eerste stand van de optische structuur 20 ten opzichte van de steun 10, een tweede lichtbundel
B2 wordt gegenereerd in een tweede stand van de optische structuur 20 ten opzichte van de steun 10, en een derde lichtbundel B3 wordt gegenereerd in een derde stand van de optische structuur 20 ten opzichte van de steun 10. De eerste, tweede en derde stand zijn afgebeeld in respectievelijk FIG. 1A, IB en IC.
De eerste, tweede en derde lichtbundel B1, B2 en B3 zijn verschillend. De optische structuur 20 is ingericht om de eerste lichtbundel B1 te genereren met een hoofdas M onder een eerste hoek al (hier is al 0°) ten opzichte van de centrale as z in de eerste stand van de optische structuur 20, en om de tweede lichtbundel B2 te genereren met een hoofdas M onder een tweede hoek a2 ten opzichte van de centrale as z in de tweede stand van de optische structuur 20, en de derde lichtbundel B3 te genereren met een hoofdas M onder een derde hoek a3 ten opzichte van de centrale as z in de derde stand van de optische structuur 20. Eventueel kan de optische structuur 20 ook worden ingericht om de openingshoek van de lichtbundel te wijzigen wanneer deze van de ene stand naar de andere beweegt, maar dit wordt niet geïllustreerd in FIG. 1A-1C.
FIG. 2A, 2B, 2C en 2D illustreren polaire diagrammen in het C=0°-vlak en in het C=90°-vlak voor vier respectievelijke standen van de optische structuur. Het C=0°-vlak komt overeen met een eerste verticaal vlak en het C=90°-vlak met een tweede verticaal vlak, wanneer er wordt van uitgegaan dat de verlichtingsarmatuur in/aan het plafond is gemonteerd. In de eerste stand, geïllustreerd in FIG. 2A, is de lichtbundel gelijk in het C=0°-vlak en in het C=90°-vlak en is de afbuighoek nul. Dit komt overeen met de hierboven besproken stand van FIG. 1A. In de tweede, derde en vierde stand, geïllustreerd in de FIG. 2B, 2C en 2D, is de lichtbundel verschillend in het C=0°-vlak en in het
C=90°-vlak en bedraagt de afbuighoek respectievelijk ongeveer 10°, 20° en 35°. Dit komt overeen met de hierboven schematisch weergegeven standen in de FIG. 1B en IC, met dien verstande dat
FIG. 1B en 1C twee verschillende afbuigingshoeken illustreren, terwijl FIG. 2B-2D vier verschillende afbuigingshoeken illustreren.
FIG. 3A-3E tonen een eerste voorbeeld van een optische structuur 20 die geschikt is voor gebruik in een verlichtingsarmatuur van de uitvinding. De optische structuur 20 omvat vier segmenten 20a,
20b, 20c en 20d: een eerste segment 204 dat een eerste lichtbundel genereert wanneer het eerste segment ten opzichte van de lichtbron 30 wordt verdraaid zodat het naar de lichtbron 30 is gericht, een tweede segment 20b dat een tweede lichtbundel genereert wanneer het tweede segment 20b naar de lichtbron 30 is gericht, een derde segment 20c dat een derde lichtbundel genereert wanneer het derde segment 20c naar de lichtbron 30 is gericht, en een vierde segment 20d dat een vierde lichtbundel genereert wanneer het vierde segment 20d naar de lichtbron 30 is gericht. In de getoonde uitvoering komt elk segment 20a, 20b, 20c, 20d overeen met een kwadrant, maar de vakman begrijpt dat er meer of minder dan vier segmenten kunnen worden aangebracht en dat een segment zich over elke geschikte hoek kan uitstrekken. De segmenten kunnen ook verschillend zijn in die zin dat een eerste segment zich over een andere hoek kan uitstrekken dan het tweede segment, bijvoorbeeld wanneer de afmetingen van een optisch element van het eerste segment verschillen van de afmetingen van een optisch element van het tweede segment.
In de uitvoering van FIG. 3A-3E omvat elk segment 20a, 20b, 20c, 20d een optisch reflectorelement met één of meer reflecterende oppervlakken 22, 23, 24, 25, die een opening 21 omringen, die naar de lichtbron 30 is gericht wanneer het wenselijk is om het reflectorelement te gebruiken.
De één of meer reflecterende oppervlakken 22, 23, 24, 25 kunnen gemaakt zijn van één of meer van de volgende materialen: aluminium, kunststof met een metaalcoating. Het reflectorelement kan bijvoorbeeld een geïnjecteerd stuk zijn. Het gebruikte materiaal is bij voorkeur bestand tegen hoge temperaturen.
Zoals getoond in het bovenaanzicht van FIG. 3B in combinatie met de zijaanzichten van FIG. 3C en 3D, kunnen de kromtestralen van de diverse reflecterende oppervlakken verschillend zijn voor de vier optische elementen, zodat het door de lichtbron uitgestraalde licht op een verschillende manier zal worden weerkaatst, afhankelijk van het reflectorelement dat naar de lichtbron is gericht.
Zoals getoond in FIG. 3A, kan optioneel een vaste bovenplaat 40 (d.w.z. vast ten opzichte van de lichtbron 30) worden aangebracht die de segmenten bedekt die niet naar de lichtbron 30 zijn gericht.
FIG. 3E toont de optische structuur 20 met de verwijderde bovenplaat 40.
Optioneel, kan een lenselement (niet afgebeeld) worden toegevoegd aan één of meer van de segmenten 20a, 20b, 20c, 20d, of kan het één of meer reflecterende oppervlakken 22, 23, 24, 25 vervangen. De lenselementen kunnen vervaardigd zijn van één van de volgende materialen: acryl, polyamide, silicium. Het lenselement kan een geïnjecteerd element zijn, bij voorkeur vervaardigd van een materiaal dat bestand is tegen hoge temperaturen en dat transparant is.
In de uitvoering van FIG. 3A-3E is de optische structuur 20 draaibaar van de ene stand naar een andere stand door de optische structuur 20 over een hoek van 90° te verdraaien.
Bij voorkeur is de optische structuur 20 een integrale draaibare schijf, bij voorkeur ingericht om handmatig te worden verdraaid ten opzichte van de steun 10 (niet afgebeeld in FIG. 3A-3E, maar wel in FIG. 1A-1C) waarop de lichtbron 30 is aangebracht. Bij voorkeur wordt de optische structuur 20 geleverd aan een verlichtingsarmatuur met een behuizing (niet afgebeeld), bij voorkeur een cilindrische behuizing, waarin de steun 10 in de behuizing is geplaatst, en waarin de optische structuur 20 draaibaar is aangebracht aan een open uiteinde van de behuizing.
FIG. 4A-4D illustreren een tweede voorbeeld van een optische structuur 20 die geschikt is voor gebruik in een verlichtingsarmatuur van de uitvinding. De optische structuur 20 omvat een optisch element, hier een reflectorelement, dat ingericht is om een door de lichtbron uitgezonden lichtbundel geleidelijk te wijzigen, hier af te buigen, terwijl de optische structuur ten opzichte van de steun wordt verdraaid. Meer in het bijzonder is de optische structuur ingericht om een continue en vloeiende overgang tussen afbuigingshoeken te genereren. Daartoe omvat de optische structuur een reflecterend oppervlak 22 met een kromtestraal die varieert langs een segment. Het reflecterende oppervlak kan bijvoorbeeld worden begrensd door een hoofdzakelijk spiraalvormige onderrand en een hoofdzakelijk spiraalvormige bovenrand, die zich beide als een spiraal rond een centrale as uitstrekken. Merk op dat de termen “boven” en "onder" zijn gekozen voor een gemonteerde positie in/op een plafond, maar meer in het algemeen overeenkomen met respectievelijk een rand die zich het dichtst bij de lichtbron bevindt en een rand die zich het verst van de lichtbron bevindt. De spiraalvormige bovenrand heeft bij voorkeur kleinere afmetingen dan de spiraalvormige onderrand, zodat het reflectorelement geleidelijk breder wordt van de bovenrand naar de onderrand Meer in het bijzonder omvat het reflectorelement een segmentvormige opening 21, die typisch wordt begrensd door de bovenrand van het gebogen oppervlak 22, hier een halve cirkel, en het reflecterende oppervlak 22 buigt vanuit de opening 21 naar boven en weg van de lichtbron 30. Door de optische structuur 20 te draaien, verandert de afbuighoek geleidelijk. Bij voorkeur strekt het reflecterende oppervlak zich uit over ten minste 120°, bij voorkeur over meer dan 180°.
De optische structuur 20 kan over een hoek van ten minste 90° om de centrale as worden gedraaid.
Optioneel, kan een vaste bovenplaat 40 (d.w.z. vast ten opzichte van de lichtbron 30) worden aangebracht die een deel van het reflecterende oppervlak 22 bedekt. Bij voorkeur strekt de bovenplaat 40 zich uit over meer dan 120°, en bijvoorbeeld over 180°, zoals geïllustreerd in FIG.
4A-4D.
FIG. 5A-5D illustreren een derde voorbeeld van een optische structuur 20 die geschikt is voor gebruik in een verlichtingsarmatuur van de uitvinding. De optische structuur 20 omvat een optisch element, hier een reflectorelement dat vergelijkbaar is met het reflectorelement van FIG. 4A-4D, gecombineerd met een lenselement 27, dat ingericht is om geleidelijk een lichtstraal te wijzigen die door de lichtbron 30 wordt uitgezonden terwijl de optische structuur 20 ten opzichte van de steun wordt verdraaid. Meer in het bijzonder is de optische structuur 20 ingericht om een continue en vloeiende overgang tussen afbuigingshoeken te genereren. Daartoe omvat de optische structuur een reflecterend oppervlak 22 met een kromtestraal die varieert langs een segment. Meer in het bijzonder omvat het reflectorelement een lenselement 27 en het reflecterende oppervlak 22 buigt omhoog vanaf het lenselement 27 en weg van de lichtbron 30. Door de optische structuur 20 te verdraaien, verandert de afbuighoek geleidelijk. De optische structuur 20 kan om de centrale as worden verdraaid over ten minste 90°, of over ten minste 180° of zelfs over 360°.
FIG. 6 illustreert nog een andere voorbeeldsuitvoering van een verlichtingsarmatuur met een steun 10 die een lichtbron draagt (niet afgebeeld, maar geplaatst op een afstand van de centrale as z) en één of meer draaibare optische structuren 20, 20". FIG. 6 toont twee optische structuren 20, 20', maar er kan ook worden voorzien in slechts één optische structuur of in meer dan twee optische structuren.
Hier kan de optische structuur 20 en/of 20' vier segmenten 20a, 20b, 20c, 20d omvatten die elk overeenkomen met één kwadrant en een lenselement met verschillende eigenschappen bevatten, maar de vakman begrijpt dat het ook mogelijk is om twee, drie of meer dan vier segmenten aan te brengen. De optische structuur 20 kan zo worden gedraaid dat een gewenste lensstructuur zich boven de lichtbron bevindt. Ook kan de optische structuur 20, in plaats van in segmenten verdeeld te zijn, over het gehele oppervlak dezelfde lensstructuur of een geleidelijk veranderende lensstructuur hebben, en kan de tweede optische structuur 20' verschillende reflectorsegmenten hebben. De deskundige begrijpt dat vele combinaties met één, twee of meer optische structuren mogelijk zijn binnen de beschermingsomvang van de onderhavige openbaarmaking.
FIG. 7 toont een steun 10 met een lichtbron 30 met een array van LEDs 31 van verschillende kleuren, bv. een dambordpatroon van warme en koude LEDs 31. Bij voorkeur is de steun 10 gemaakt van een materiaal dat de door de lichtbron 30 afgegeven warmte kan afvoeren, zoals aluminium of een keramisch materiaal.
FIG. 8 toont een uitvoering waarin een mengstaaf 50 is aangebracht tussen de lichtbron 30 en de draaibare optische structuur 20. De mengstaaf 50 mengt de kleuren van de LED-reeks die de lichtbron 30 vormt. De mengstaaf 50 kan doorlopen tot aan de opening 21 (bv. opening 21 in de uitvoering van FIG. 3A-3E of opening 21 in de uitvoering van FIG. 4A-4D) of tot aan het lenselement 27 (bv. lenselement 27 in de uitvoering van FIG. 5A-5D) van de optische structuur 20.
FIG. 9 illustreert een uitvoering van een verlichtingsarmatuur met een eerste optische structuur 20 volgens één van de uitvoeringen die hierboven zijn beschreven in verband met de vorige figuren, en een tweede optische structuur 20" die draaibaar rond de centrale as z is gemonteerd ten opzichte van de steun 10, en is ingericht om de lichtbundel op een eerste manier te wijzigen wanneer de tweede optische structuur 20" zich in een eerste stand ten opzichte van de steun 10 bevindt, en op een tweede andere manier wanneer de tweede optische structuur 20' zich in een tweede stand ten opzichte van de steun 10 bevindt, waarbij deze tweede stand verschillend is van deze eerste stand. Wanneer twee optische structuren 20, 20' worden gebruikt, kunnen nog meer verschillende lichtbundels worden gegenereerd. Zo kan de eerste optische structuur 20 verschillende reflectorelementen omvatten die selectief naar de lichtbron kunnen worden gericht en kan de tweede optische structuur 20" verschillende lenselementen omvatten die selectief naar de lichtbron kunnen worden gericht, zodat elk van de reflectorelementen kan worden gecombineerd met elk van de lenselementen.
Hoewel de principes van de uitvinding hierboven uiteengezet zijn in verband met specifieke uitvoeringen, moet begrepen worden dat de beschrijving louter ter voorbeeld is gegeven en niet als een beperking van de beschermingsomvang die door de bijgevoegde conclusies wordt bepaald.

Claims (19)

Conclusies
1. Een verlichtingsarmatuur omvattende: - een steun (10), - een lichtbron (30) die op de steun is bevestigd, en - ten minste één optische structuur (20) die is geassocieerd met de lichtbron en relatief ten opzichte van de steun beweegbaar is aangebracht; waarbij de lichtbron op een afstand van een centrale as (z) is aangebracht, en waarbij de ten minste één optische structuur een optische structuur (20) omvat die draaibaar rond een centrale as relatief ten opzichte van de steun is aangebracht, en is ingericht zodanig dat ten minste een eerste lichtbundel (B1) wordt gegenereerd in een eerste stand van de optische structuur relatief ten opzichte van de steun en een tweede lichtbundel (B2) wordt gegenereerd in een tweede stand van de optische structuur relatief ten opzichte van de steun, waarbij genoemde tweede lichtbundel verschillend is van de eerste lichtbundel.
2. De verlichtingsarmatuur volgens conclusie 1, waarbij de optische structuur (20) een eerste segment (20a) omvat dat is ingericht om de eerste lichtbundel te genereren als het eerste segment is geroteerd relatief ten opzichte van de steun zodanig dat het naar de lichtbron is gericht.
3. De verlichtingsarmatuur volgens conclusie 1 of 2, waarbij de optische structuur een eerste optisch element omvat dat is ingericht om de eerste lichtbundel te genereren als het eerste optisch element relatief ten opzichte van de steun is geroteerd zodanig dat het is gericht naar de lichtbron en een tweede optisch element verschillend van het eerste optisch element dat is ingericht om de tweede lichtbundel te genereren als het tweede optisch element relatief ten opzichte van de steun is geroteerd zodanig dat het is gericht naar de lichtbron.
4. De verlichtingsarmatuur volgens de vorige conclusie, waarbij het eerste en/of tweede optisch element één of meer van de volgende of een combinatie daarvan omvat: een reflector, een lens.
5. De verlichtingsarmatuur volgens de vorige conclusie, waarbij het eerste en/of tweede optisch element een reflector omvat, waarbij genoemde reflector één of meer reflecteerbare oppervlakken heeft (22,23) die een opening (21) omringen die is ingericht om gericht naar de lichtbron geplaatst te zijn.
6. De verlichtingsarmatuur volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het optische element is ingericht om de eerste lichtbundel (B1) te genereren die een hoofdas (M) heeft volgens een eerste hoek ten opzichte van de centrale as (z) in de eerste stand van de optische structuur en om de tweede lichtbundel (B2) te genereren die een hoofdas (M) heeft volgens een tweede hoek ten opzichte van de centrale as in de tweede stand van de optische structuur.
7. De verlichtingsarmatuur volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de optische structuur is ingericht om een eerste lichtbundel (B1) te genereren met een eerste openingshoek in de eerste stand van de optische structuur en om de tweede lichtbundel (B2) met een tweede openingshoek in de tweede stand van de optische structuur te genereren, waarbij de tweede openingshoek verschillend is van de eerste openingshoek.
8. De verlichtingsarmatuur volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de optische structuur van de eerste naar de tweede stand kan worden verdraaid door de optische structuur over een hoek tussen 60° en 120° te draaien.
9. De verlichtingsarmatuur volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de optische structuur ten minste drie verschillende segmenten (204, 20b, 20c) omvat die zijn ingericht om drie verschillende lichtbundels te genereren.
10. De verlichtingsarmatuur volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de optische structuur vier verschillende segmenten (20a, 20b, 20c, 20d) omvat die zijn ingericht om vier verschillende lichtbundels te genereren.
11. De verlichtingsarmatuur volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de optische structuur een optisch element omvat dat is ingericht om een lichtbundel die door de lichtbron wordt uitgezonden geleidelijk te wijzigen, bv. af te buigen, terwijl de optische structuur ten opzichte van de steun wordt verdraaid.
12. De verlichtingsarmatuur volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de optische structuur rond de centrale as draaibaar is over ten minste 90°, bij voorkeur ten minste 180°, bij voorkeur ten minste 270° en bijvoorbeeld over 360°.
13. De verlichtingsarmatuur volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de optische structuur een draaibare schijf is, bij voorkeur ingericht om manueel te worden verdraaid ten opzichte van de steun.
14. De verlichtingsarmatuur volgens één der voorgaande conclusies, omvattende een behuizing, bij voorkeur een cilindrische behuizing, waarbij de steun is aangebracht in de behuizing, en waarbij de optische structuur draaibaar is aangebracht aan een open uiteinde van de behuizing
15. De verlichtingsarmatuur volgens één der voorgaande conclusies, waarbij genoemde ten minste één optische structuur een tweede optische structuur (20) omvat die draaibaar rond de centrale as ten opzichte van de steun is gemonteerd en die is ingericht om de eerste lichtbundel (B 1) op een eerste manier te wijzigen wanneer de tweede optische structuur zich in een eerste stand ten opzichte van de steun bevindt en op een tweede andere manier wanneer de tweede optische structuur zich in een tweede stand ten opzichte van de steun bevindt, waarbij de tweede stand verschillend is van de eerste stand.
16. De verlichtingsarmatuur volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de lichtbron ten minste één LED omvat.
17. De verlichtingsarmatuur volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de lichtbron LEDs met verschillende kleuren omvat.
18. De verlichtingsarmatuur volgens de vorige conclusie, waarbij een mengstaaf is aangebracht tussen de lichtbron en de optische structuur.
19. De verlichtingsarmatuur volgens één der voorgaande conclusies, verder omvattende een driver die is ingericht om de lichtbron aan te drijven.
BE20225512A 2022-06-28 2022-06-28 Verlichtingsarmatuur met aanpasbare bundel BE1030673B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20225512A BE1030673B1 (nl) 2022-06-28 2022-06-28 Verlichtingsarmatuur met aanpasbare bundel

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20225512A BE1030673B1 (nl) 2022-06-28 2022-06-28 Verlichtingsarmatuur met aanpasbare bundel

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1030673A1 BE1030673A1 (nl) 2024-01-25
BE1030673B1 true BE1030673B1 (nl) 2024-01-29

Family

ID=89618669

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20225512A BE1030673B1 (nl) 2022-06-28 2022-06-28 Verlichtingsarmatuur met aanpasbare bundel

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1030673B1 (nl)

Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6474837B1 (en) * 2000-11-20 2002-11-05 Richard S. Belliveau Lighting device with beam altering mechanism incorporating a plurality of light souces
US20090097258A1 (en) * 2007-10-12 2009-04-16 Tseng Jui-Huang Led fixture capable of performing light-beam adjustment
DE102009060566A1 (de) * 2009-12-23 2011-06-30 ERCO GmbH, 58507 Leuchte
EP2589861A2 (en) * 2011-11-02 2013-05-08 Honeywell International Inc. Multiple mode light emitting device
US20140085886A1 (en) * 2012-09-24 2014-03-27 Cobra Electronic Gmbh & Co. Kg Light, Especially Headlights
WO2015051031A2 (en) * 2013-10-01 2015-04-09 Robe Lighting, Inc. Collimation and homogenization system for an led luminaire
US20170268749A1 (en) * 2014-11-24 2017-09-21 Philips Lighting Holding B.V. Lighting device and lighting system
EP3447372A1 (en) * 2017-08-24 2019-02-27 Goodrich Lighting Systems GmbH Helicopter search light and method of operating a helicopter search light

Patent Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6474837B1 (en) * 2000-11-20 2002-11-05 Richard S. Belliveau Lighting device with beam altering mechanism incorporating a plurality of light souces
US20090097258A1 (en) * 2007-10-12 2009-04-16 Tseng Jui-Huang Led fixture capable of performing light-beam adjustment
DE102009060566A1 (de) * 2009-12-23 2011-06-30 ERCO GmbH, 58507 Leuchte
EP2589861A2 (en) * 2011-11-02 2013-05-08 Honeywell International Inc. Multiple mode light emitting device
US20140085886A1 (en) * 2012-09-24 2014-03-27 Cobra Electronic Gmbh & Co. Kg Light, Especially Headlights
WO2015051031A2 (en) * 2013-10-01 2015-04-09 Robe Lighting, Inc. Collimation and homogenization system for an led luminaire
US20170268749A1 (en) * 2014-11-24 2017-09-21 Philips Lighting Holding B.V. Lighting device and lighting system
EP3447372A1 (en) * 2017-08-24 2019-02-27 Goodrich Lighting Systems GmbH Helicopter search light and method of operating a helicopter search light

Also Published As

Publication number Publication date
BE1030673A1 (nl) 2024-01-25

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CN109863440B (zh) 可调整射束发光体
JP6472983B2 (ja) 車両用灯具
CN110352317B (zh) 可配置的灯具
TW200916692A (en) LED-based luminaire with adjustable beam shape
JP6378532B2 (ja) 発光装置、面光源装置および表示装置
JP6353165B2 (ja) 切替可能ディフューザを含む光学装置
KR20110131280A (ko) 발광 장치 및 조명기구
US20150070900A1 (en) Catadioptric spotlight
EP2556294A1 (en) Lighting device having a smooth cut-off
BE1030673B1 (nl) Verlichtingsarmatuur met aanpasbare bundel
US20150176810A1 (en) Lighting device and method for providing light
JP6705174B2 (ja) 光源装置および照明装置
US11408592B2 (en) Integrated louvres for beam control in an LED lighting device
JP7028594B2 (ja) 照明器具
JP2021525951A (ja) 反射器、及び反射器を形成するための出発シート材料
US11313533B2 (en) Light flux controlling member, light emitting device, surface light source device and display device
JP7046305B2 (ja) 光学装置および照明装置
CN110402349A (zh) 高视觉舒适道路和城市led照明
US11493186B2 (en) Theatrical strobe apparatus and light sources with optimized focus thereof

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20240129