BE1030515B1 - Koppelstuk en werkwijze voor aansluiting van een ventilatiebuis op een ventilatietoestel - Google Patents

Koppelstuk en werkwijze voor aansluiting van een ventilatiebuis op een ventilatietoestel Download PDF

Info

Publication number
BE1030515B1
BE1030515B1 BE20225357A BE202205357A BE1030515B1 BE 1030515 B1 BE1030515 B1 BE 1030515B1 BE 20225357 A BE20225357 A BE 20225357A BE 202205357 A BE202205357 A BE 202205357A BE 1030515 B1 BE1030515 B1 BE 1030515B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
flexible
inner ring
coupling piece
diameter
outer ring
Prior art date
Application number
BE20225357A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1030515A1 (nl
Inventor
Laurent Lust
Anthonie Vandamme
Luc Renson
Original Assignee
Vero Duco Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Vero Duco Nv filed Critical Vero Duco Nv
Priority to BE20225357A priority Critical patent/BE1030515B1/nl
Priority to EP23172799.1A priority patent/EP4276341A1/en
Publication of BE1030515A1 publication Critical patent/BE1030515A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1030515B1 publication Critical patent/BE1030515B1/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L33/00Arrangements for connecting hoses to rigid members; Rigid hose connectors, i.e. single members engaging both hoses
    • F16L33/22Arrangements for connecting hoses to rigid members; Rigid hose connectors, i.e. single members engaging both hoses with means not mentioned in the preceding groups for gripping the hose between inner and outer parts
    • F16L33/227Arrangements for connecting hoses to rigid members; Rigid hose connectors, i.e. single members engaging both hoses with means not mentioned in the preceding groups for gripping the hose between inner and outer parts the hose being introduced into or onto the connecting member and automatically locked
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L33/00Arrangements for connecting hoses to rigid members; Rigid hose connectors, i.e. single members engaging both hoses
    • F16L33/20Undivided rings, sleeves or like members contracted on the hose or expanded in the hose by means of tools; Arrangements using such members
    • F16L33/213Undivided rings, sleeves or like members contracted on the hose or expanded in the hose by means of tools; Arrangements using such members only a sleeve being expanded inside the hose
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L37/00Couplings of the quick-acting type
    • F16L37/08Couplings of the quick-acting type in which the connection between abutting or axially overlapping ends is maintained by locking members
    • F16L37/084Couplings of the quick-acting type in which the connection between abutting or axially overlapping ends is maintained by locking members combined with automatic locking
    • F16L37/091Couplings of the quick-acting type in which the connection between abutting or axially overlapping ends is maintained by locking members combined with automatic locking by means of a ring provided with teeth or fingers
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F13/00Details common to, or for air-conditioning, air-humidification, ventilation or use of air currents for screening
    • F24F13/02Ducting arrangements
    • F24F13/0209Ducting arrangements characterised by their connecting means, e.g. flanges

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Quick-Acting Or Multi-Walled Pipe Joints (AREA)

Abstract

De huidige uitvinding heeft betrekking op een koppelstuk voor het koppelen van een flexibele ventilatiebuis met een eerste diameter op een vaste buis met een kleinere tweede diameter, omvattende een buitenring en een binnenring, waarbij de buitenring en de binnenring concentrisch zijn, en waarbij de buitenring en de binnenring door een tussenliggend oppervlak met elkaar verbonden zijn, waarbij de binnenring flexibele vingers omvat, waarbij een flexibele vinger een basis en een top heeft, waarbij de basis van de flexibele vingers naar het tussenliggend oppervlak gericht is, waarbij de binnenring aan de top van de flexibele vingers een kleinere diameter heeft dan aan de basis van de vingers en waarbij de flexibele vingers, gemeten vanaf het tussenliggende oppervlak, een lengte van minstens 30 mm hebben. De uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor het koppelen van een flexibele ventilatiebuis op een vaste buis en op een gebruik van het koppelstuk.

Description

1 BE2022/5357
KOPPELSTUK EN WERKWIJZE VOOR AANSLUITING VAN EEN
VENTILATIEBUIS OP EEN VENTILATIETOESTEL
TECHNISCH DOMEIN
De uitvinding heeft in een eerste aspect betrekking op een koppelstuk voor het koppelen van een flexibele ventilatiebuis op een vaste buis met kleinere diameter.
De uitvinding heeft in een tweede aspect eveneens betrekking op een werkwijze voor het koppelen van een flexibele ventilatiebuis op een vaste buis met een kleinere diameter.
In een ander aspect heeft de uitvinding eveneens betrekking op een gebruik van een koppelstuk volgens het eerste aspect en/of een werkwijze volgens het tweede aspect voor het koppelen van een flexibele ventilatiebuis op een ventilatietoestel of op een
T-vormig koppelstuk van een ventilatiesysteem.
STAND DER TECHNIEK
Voor het koppelen van een flexibele ventilatiebuis op een vaste buis met kleinere diameter kan een spanband of spanring gebruikt worden. Deze spanband of spanring wordt over de twee buizen aangebracht en dichtgeschroefd. Deze werkwijze is echter lastig voor de uitvoerder van de werken, kan de buizen beschadigen en is in het geval van fouten moeilijk te verwijderen. Bovendien ontstaan meestal kleine openingen door het samendrukken van de buizen waarlangs lucht uit het systeem kan ontsnappen. Daarom wordt na het dichten het systeem onder druk gezet om te testen op de aanwezigheid van lekken. De dichting wordt dan meestal verder omwikkeld met tape of ander materiaal om het beter af te dichten. Hoewel dergelijke werkwijze relatief effectief is, is de werkwijze tijdrovend.
Er is duidelijk nood aan een eenvoudig koppelstuk en een eenvoudige werkwijze voor het koppelen van een flexibele ventilatiebuis op een vaste buis met kleinere diameter.
De huidige uitvinding beoogt minstens een oplossing te vinden voor enkele van bovenvermelde problemen of nadelen.
2 BE2022/5357
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
In een eerste aspect betreft de huidige uitvinding een koppelstuk volgens conclusie 1. Doordat de binnenring flexibele vingers omvat, is het koppelstuk geschikt om de flexibele ventilatiebuis en de vaste buis met kleinere diameter te koppelen. Een U- vormig patroon, gevormd door de concentrische buitenring en binnenring en het tussenliggende oppervlak, is optimaal om de flexibele ventilatiebuis te klemmen. De vingers zijn zo ontworpen om de vaste buis vast te grijpen. Hierdoor sluit het koppelstuk nauw aan tussen de twee buizen. Hierdoor kan er geen lucht tussen de buizen ontsnappen.
Voorkeursvormen van het koppelstuk worden weergegeven in de conclusies 2 tot en met 8.
In een tweede aspect betreft de huidige uitvinding een werkwijze volgens conclusie 9. Deze werkwijze heeft onder meer als voordeel dat het plaatsen van het koppelstuk eenvoudig is, weinig tjd vergt en geen werktuigen vereist. Eenmaal geplaatst is er geen extra controle, verdere fixatie of afdichting vereist.
Voorkeursvormen van de werkwijze worden beschreven in de volgconclusies 10 tot en met 12.
In een derde aspect betreft de huidige uitvinding een gebruik volgens conclusie 13.
Dit gebruik resulteert in een snelle en verbeterde koppeling van de buizen, zonder gebruik van werktuigen, waardoor er geen extra controle, verdere fixatie of afdichting is vereist.
BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN
Figuur 1 toont een perspectivisch aanzicht van een koppelstuk volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding.
Figuur 2A toont een detailvoorstelling van een bovenaanzicht van een koppelstuk volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding.
Figuur 2B toont een bovenaanzicht van een koppelstuk volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding.
3 BE2022/5357
Figuur 3 toont een doorsnede van een koppelstuk volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding.
Figuur 4 toont een zijaanzicht van een koppelstuk volgens een Uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding.
Figuur 5 toont een onderaanzicht van een koppelstuk volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING
Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die gebruikt worden in de beschrijving van de uitvinding, ook technische en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals ze algemeen begrepen worden door de vakman in het technisch veld van de uitvinding. Voor een betere beoordeling van de beschrijving van de uitvinding, worden de volgende termen expliciet uitgelegd. “Een”, ”de” en “het” refereren in dit document aan zowel het enkelvoud als het meervoud tenzij de context duidelijk anders veronderstelt. Bijvoorbeeld, “een segment” betekent een of meer dan een segment.
De termen “omvatten”, “omvattende”, “bestaan uit”, “bestaande uit”, “voorzien van”, “bevatten”, “bevattende”, “inhouden”, “inhoudende” zijn synoniemen en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid van wat volgt aanduiden, en die de aanwezigheid niet uitsluiten of beletten van andere componenten, kenmerken, elementen, leden, stappen, gekend uit of beschreven in de stand der techniek.
Het citeren van numerieke intervallen door de eindpunten omvat alle gehele getallen, breuken en/of reële getallen tussen de eindpunten, deze eindpunten inbegrepen.
Met een flexibele vinger wordt in dit document bedoeld dat de flexibele vinger tussen een eerste en tweede positie verplaatsbaar is, waarbij de flexibele vinger een basis en een top heeft, waarbij in de eerste positie een eerste rechte door de basis en de top van de flexibele vinger loopt en in de tweede positie een tweede rechte door de basis en de top van de flexibele vinger loopt en waarbij de hoek tussen de eerste rechte en de tweede rechte minstens 20° bedraagt.
4 BE2022/5357
In een eerste aspect betreft de uitvinding een koppelstuk voor het koppelen van een flexibele ventilatiebuis met een eerste diameter op een vaste buis met een kleinere tweede diameter.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat het koppelstuk een buitenring en een binnenring, waarbij de buitenring en de binnenring concentrisch zijn, en waarbij de buitenring en de binnenring door een tussenliggend oppervlak met elkaar verbonden zijn. Met concentrisch wordt bedoeld dat de buitenring en binnenring eenzelfde centrale as hebben. De binnenring omvat flexibele vingers, waarbij een flexibele vinger een basis en een top heeft. De basis van de flexibele vingers is naar het tussenliggend oppervlak gericht. Dit betekent dat de basis van de flexibele vingers dichter bij het tussenliggende oppervlak gelegen is dan de top van de flexibele vingers. De binnenring aan de top van de flexibele vingers heeft een kleinere diameter dan aan de basis van de vingers. De flexibele vingers hebben, gemeten vanaf het tussenliggende oppervlak, een lengte van minstens 30 mm, bij voorkeur een lengte van minstens 35, bij meer voorkeur een lengte van minstens 40 mm en bij zelfs nog meer voorkeur een lengte van minstens 45 mm.
De flexibele ventilatiebuis met de eerste diameter en de vaste buis met de kleinere tweede diameter vormen een onderdeel van een ventilatiesysteem, omvattende een ventilatietoestel. De vaste buis met de tweede diameter is onderdeel van het ventilatietoestel. De flexibele ventilatiebuis is geschikt om verse buitenlucht naar het ventilatietoestel aan te zuigen, om vervuilde lucht vanaf het ventilatietoestel naar buiten af te voeren, om verse buitenlucht vanaf het ventilatietoestel binnenshuis te verspreiden of om vervuilde lucht van binnenshuis naar het ventilatietoestel af te zuigen. Een andere mogelijke toepassing is dat de vaste buis met de tweede diameter onderdeel is van een T-koppeling. Hierbij is bij voorkeur ieder uiteinde van de T- koppeling een vaste buis met een diameter gelijk aan de tweede diameter en is op ieder uiteinde van de T-koppeling een flexibele ventilatiebuis aangesloten. Dit is voordelig voor het splitsen van bijvoorbeeld een flexibele ventilatiebuis die verse buitenlucht binnenshuis verspreidt of voor het bijeenbrengen van twee flexibele ventilatiebuizen die op twee verschillende locaties binnenshuis vervuilde lucht afzuigen.
De flexibele ventilatiebuis met de eerste diameter, is op de vaste buis met de tweede diameter geplaatst. De eerste diameter is groter dan de tweede diameter. Bij voorkeur is de binnendiameter van de flexibele ventilatiebuis minstens 1 mm groter dan de buitendiameter van de vaste buis. Bij voorkeur is de binnendiameter van de flexibele ventilatiebuis maximaal 15 mm groter dan de buitendiameter van de vaste buis, bij meer voorkeur hoogstens 10 mm, bij nog meer voorkeur hoogstens 5 mm 5 en bij zelfs nog meer voorkeur hoogstens 3 mm.
Doordat de binnenring flexibele vingers omvat, waarbij de basis van de flexibele vingers naar het tussenliggend oppervlak gericht is, is het koppelstuk geschikt om de flexibele ventilatiebuis en de vaste buis met kleinere diameter te koppelen. De vingers zijn zo ontworpen om de vaste buis vast te grijpen. Doordat de vingers flexibel zijn, worden ze door het schuiven van het koppelstuk over de vaste buis naar buiten gebogen en binnenin de flexibele ventilatiebuis tegen de flexibele ventilatiebuis gedrukt, waardoor de flexibele ventilatiebuis en de vaste buis gekoppeld zijn. De vingers zijn in staat om zich te buigen afhankelijk van een druk, ontwikkeld door de twee buizen die gekoppeld worden door het tussenstuk.
Een U-vormig patroon, gevormd door de concentrische buitenring en binnenring en het tussenliggende oppervlak, is optimaal om de flexibele ventilatiebuis te klemmen.
Hierdoor sluit het koppelstuk nauw aan tussen de twee buizen. Hierdoor kan er geen lucht tussen de buizen ontsnappen.
Doordat de flexibele vingers, gemeten vanaf het tussenliggende oppervlak, een lengte van minstens 30 mm hebben, zijn deze lang genoeg om over een voldoende afstand tegen de flexibele ventilatiebuis te drukken, waardoor deze voldoende weerstand ondervindt en stevig gekoppeld is.
Volgens een Uitvoeringsvorm hebben de flexibele vingers, gemeten vanaf het tussenliggende oppervlak, een lengte van maximaal 90 mm, bij meer voorkeur maximaal 85 mm, bij nog meer voorkeur maximaal 80 mm en bij nog meer voorkeur maximaal 75 mm.
Volgens een uitvoeringsvorm, heeft de binnenring een maximale diameter, waarbij een verhouding van de maximale diameter van de binnenring tot de diameter van de binnenring aan de top van de flexibele vingers minstens 1.10 is en hoogstens 1.30 is. Deze verhouding wordt gemeten wanneer er geen krachten op de flexibele vingers uitgeoefend worden. De flexibele vingers worden dus niet gebogen of geduwd en is dus niet in gebruik voor het koppelen van de vaste buis en de flexibele ventilatiebuis.
6 BE2022/5357
Doordat de binnenring een maximale diameter heeft, waarbij een verhouding van de maximale diameter van de binnenring tot de diameter van de binnenring aan de top van de flexibele vingers minstens 1.10 is en hoogstens 1.30 is, strekken de flexibele vingers van het koppelstuk zich voor plaatsing van het koppelstuk taps naar binnen uit. Bij plaatsing van het koppelstuk, zijn de flexibele vingers naar buiten gedrukt, waardoor de flexibele vingers op de vaste buis en op de flexibele ventilatiebuis druk uitoefenen, waardoor deze steviger gekoppeld zijn. Deze ratio tussen 1.10 en 1.30 is ideaal. Indien de ratio te hoog is, is het moeilijker om het koppelstuk over de vaste buis te schuiven en de vaste buis en de flexibele ventilatiebuis te koppelen. Indien de ratio lager is, wordt er onvoldoende druk uitgeoefend door de flexibele vingers op de vaste buis, waardoor het koppelstuk te eenvoudig van de vaste buis loskomt.
Volgens een uitvoeringsvorm omvatten de flexibele vingers een verdikking, langsheen de veelhoekige uitsparing. Langsheen de veelhoekige uitsparing loopt er een verdikking voor het verstevigen van de flexibele vingers. De verdikking loopt bij voorkeur in de richting van de basis van de flexibele vingers naar de top van de flexibele vingers, langsheen de veelhoekige uitsparing.
Volgens een uitvoeringsvorm, heeft het koppelstuk in een vlak, dwars op het tussenliggende oppervlak, een U-vorm als doorsnede, waarbij het tussenliggende oppervlak een basis van de U-vorm is, de buitenring en de binnenring twee benen van de U-vorm zijn, waarbij de benen een lengte van minstens 8 mm hebben, bij voorkeur minstens 10 mm. De benen van de U-vorm staan niet noodzakelijk loodrecht op het tussenliggende oppervlak.
Deze uitvoeringsvorm is voordelig omdat het koppelstuk hierdoor geschikt is om tussen de binnenring en buitenring een flexibele ventilatiebuis te schuiven en vast te klemmen. Doordat de binnenring en de buitenring de benen zijn van de U-vorm en een lengte hebben van minstens 8 mm, is het koppelstuk geschikt om luchtlekken te voorkomen. Vooral indien de flexibele ventilatiebuis die tussen de binnenring en buitenring wordt geklemd, niet recht afgesneden is, zou dit tot luchtlekken kunnen leiden.
Volgens een uitvoeringsvorm vormen de flexibele vingers een stompe hoek met het tussenliggende oppervlak, waarbij de stompe hoek minstens 95° en hoogstens 120° is. De stompe hoek is gemeten aan de zijde van de buitenring.
7 BE2022/5357
Bij voorkeur is de stompe hoek minstens 100°, bij meer voorkeur minstens 105°.
Bij voorkeur is de stompe hoek hoogstens 115°, bij meer voorkeur hoogstens 110°.
Doordat de flexibele vingers een stompe hoek met het tussenliggende oppervlak vormen, waarbij de stompe hoek minstens 95° en hoogstens 120° is, past het koppelstuk optimaal voor het koppelen van een flexibele ventilatiebuis met een eerste diameter op een vaste buis met een kleinere tweede diameter. Doordat deze hoek minstens 95° en hoogstens 120° is, wordt het koppelstuk op de vaste buis geklemd.
Bovendien kan zo de flexibele ventilatiebuis eenvoudig tussen de binnenring en de buitenring van het koppelstuk gebracht worden.
Volgens een uitvoeringsvorm krommen de flexibele vingers naar een as, door het middelpunt van de binnenring en dwars op het tussenliggende oppervlak.
Doordat de flexibele vingers naar een as, door het middelpunt van de binnenring en dwars op het tussenliggende oppervlak, krommen, zijn deze vingers beter geschikt om tegen de vaste buis te klemmen.
Volgens een verdere uitvoeringsvorm is de kromming van de flexibele vingers naar de centrale as afhankelijk van de afstand tot de binnenring en de lengte van de vinger. Bij voorkeur zijn de zijn de flexibele vingers S-vormig. S-vormige flexibele vingers zijn voordelig omdat het koppelstuk in een eerste stap met uitoefening van een zeer beperkt kracht al gedeeltelijk op de vaste buis kan geplaatst worden, waarna pas in een tweede stap verder op de vaste buis geschoven wordt, waarbij de flexibele vingers in de richting van de buitenring worden gedrukt. Hierdoor zijn de vaste buis en de flexibele ventilatiebuis gemakkelijker te koppelen.
Volgens een uitvoeringsvorm omvat de binnenring 5 tot 40 flexibele vingers.
Bij voorkeur omvat de binnenring minstens 10 flexibele vingers, bij meer voorkeur minstens 12 flexibele vingers, bij nog meer voorkeur minstens 14 flexibele vingers en bij zelfs nog meer voorkeur minstens 15 flexibele vingers.
8 BE2022/5357
Bij voorkeur omvat de binnenring hoogstens 35 flexibele vingers, bij meer voorkeur hoogstens 30 flexibele vingers, bij nog meer voorkeur hoogstens 25 flexibele vingers en bij zelfs nog meer voorkeur hoogstens 20 flexibele vingers.
Doordat de binnenring 5 tot 40 flexibele vingers omvat, omvat het koppelstuk de juiste hoeveelheid flexibele vingers om op de vaste buis en op de flexibele ventilatiebuis een optimale druk uit te oefenen.
Volgens een uitvoeringsvorm heeft een flexibele vinger een breedte, gemeten aan de basis van de vinger, gelijk aan 5% tot 20% van de diameter van de binnenring, bij voorkeur 7% tot 15%. Hierdoor is de flexibele vinger voldoende sterk om niet af te kraken bij plaatsing van het koppelstuk op de vaste buis en is de flexibele vinger voldoende klein zodat een voldoende groot aantal flexibele vingers in de binnenring kunnen omvat zijn.
Volgens een uitvoeringsvorm bedraagt een afstand tussen twee aangrenzende flexibele vingers, gemeten aan de basis van de flexibele vingers, gelijk aan 2% tot 20% van de diameter van de binnenring, bij voorkeur 3% tot 10%. Deze afstand tussen twee aangrenzende flexibele vingers is voordelig om bij plaatsing van de flexibele ventilatiebuis tussen de buitenring en de binnenring een voldoende zicht te hebben of de flexibele ventilatiebuis voldoende diep en correct geplaatst is, terwijl er nog steeds een voldoende groot aantal flexibele vingers in de binnenring kunnen omvat zijn.
Volgens een uitvoeringsvorm, omvat de buitenring een opstaande wand, dwars op het tussenliggende oppervlak, waarbij de flexibele vingers zich binnen de opstaande wand bevinden en waarbij de opstaande wand minstens 2 uitsparingen omvat. Het zich binnen de opstaande wand bevinden, moet in dit document begrepen worden dat de flexibele vingers zich in een richting dwars op de centrale as van de buitenring, niet voorbij de opstaande wand uitstrekken. De opstaande wand heeft een hoogte van hoogstens 60 mm, gemeten vanaf het tussenliggende oppervlak, bij voorkeur hoogstens 50 mm, bij meer voorkeur hoogstens 45 mm en bij nog meer voorkeur hoogstens 40 mm.
Doordat de buitenring een opstaande wand omvat, dwars op het tussenliggende oppervlak, kan een flexibele ventilatiebuis eenvoudig tussen de binnenring en buitenring worden gebracht. De opstaande wand begeleidt en drukt de buis in de
9 BE2022/5357 juiste richting. Doordat de opstaande wand minstens 2 uitsparingen omvat, is er, via deze uitsparingen, de mogelijkheid voorzien om de flexibele ventilatiebuis te inspecteren en kracht uit te oefenen. Dit is ook handig bij het verwijderen van de flexibele ventilatiebuis uit het koppelstuk. De opstaande wand omvat bij voorkeur minstens 3 uitsparingen en maximaal 10 uitsparingen. Bij de meeste voorkeur omvat de opstaande wand 4 uitsparingen.
Deze uitvoeringsvorm kan voordelig gecombineerd worden met een voorheen beschreven uitvoeringsvorm waarbij het koppelstuk dwars op het tussenliggende oppervlak, een U-vorm als doorsnede heeft. De opstaande wand vormt hierbij een been van de U-vorm. De opstaande wand heeft dan ter hoogte van een opening een hoogte van minstens 8 mm.
Volgens een uitvoeringsvorm, omvatten de flexibele vingers een prismavormige protrusie, waarbij de prismavormige protrusies naar de buitenring gericht zijn. De prismavormige protrusies hebben bij voorkeur een driehoekige doorsnede.
Doordat de flexibele vingers een prismavormige protrusie omvatten, waarbij de prismavormige protrusies naar de buitenring gericht zijn, zijn de vingers geschikt om zich achter een spiraalvormige ijzerdraad omvat in de flexibele ventilatiebuis vast te klemmen.
Volgens een verdere uitvoeringsvorm, is de afstand van de prismavormige protrusies tot het tussenliggende oppervlak minimaal 60% van de afstand van de top van de flexibele vingers tot het tussenliggende oppervlak, bij voorkeur minimaal 70%. Dit is voordelig omdat hierdoor de protrusies zich op een punt van de flexibele vingers bevinden dat door het schuiven van het koppelstuk op de vaste buis voldoende naar de buitenring verplaatst wordt, zodat de protrusies achter de spiraalvormige ijzerdraad haken.
Volgens een uitvoeringsvorm is de afstand van een hoogste punt van de prismavormige protrusie tot aan de flexibele vinger, loodrecht gemeten op de flexibele vinger, 0.5 mm tot 5 mm, bij voorkeur 1 mm tot 3 mm. Dit is voordelig omdat hierdoor de protrusie voldoende groot is om effectief achter de spiraalvormige ijzerdraad omvat in de flexibele ventilatiebuis te haken.
10 BE2022/5357
Volgens een uitvoeringsvorm, ligt de buitenring ter hoogte van het tussenliggende oppervlak op een afstand van de binnenring, waarbij de genoemde afstand minstens 2 mm en hoogstens 15 mm is.
Doordat de buitenring ter hoogte van het tussenliggende oppervlak op een afstand van de binnenring ligt, waarbij de genoemde afstand minstens 2 mm en hoogstens 15 mm is, is het koppelstuk geschikt om de ventilatiebuis te klemmen tussen de binnenring en buitenring. Bij voorkeur is de genoemde afstand 2 mm tot 6 mm, meer bij voorkeur 2 mm tot 4 mm.
Volgens een uitvoeringsvorm omvatten de flexibele vingers een veelhoekige uitsparing. De veelhoekige uitsparing is bij voorkeur trapeziumvormig. De veelhoekige uitsparing is bij voorkeur een gelijkbenig trapezium.
Doordat de flexibele vingers een veelhoekige uitsparing omvatten, verhoogt de flexibiliteit van de vingers. De veelhoekige uitsparing is eveneens voordelig voor het beperken van materiaalgebruik bij vervaardiging van het koppelstuk. Deze uitvoeringsvorm is bijkomend voordelig om bij plaatsing van de flexibele ventilatiebuis tussen de buitenring en de binnenring een voldoende zicht te hebben of de flexibele ventilatiebuis voldoende diep en correct geplaatst is
Volgens een uitvoeringsvorm is het koppelstuk uit polypropyleen vervaardigd.
Doordat het koppelstuk uit polypropyleen vervaardigd is, is het koppelstuk voldoende flexibel maar toch voldoende rigide om zich tussen de twee buizen in te klemmen en deze druk voor lange periode aan te kunnen. Polypropyleen is geschikt als hard en flexibel plastic, en is bovendien eenvoudig te recycleren.
In een tweede aspect betreft de uitvinding een werkwijze voor het koppelen van een flexibele ventilatiebuis met een eerste diameter op een vaste buis met een kleinere tweede diameter.
Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat de werkwijze de stappen van: het schuiven van een koppelstuk, omvattende een buitenring en een binnenring, waarbij de buitenring en de binnenring concentrisch zijn, en waarbij de buitenring en de binnenring door een tussenliggend oppervlak met elkaar verbonden zijn, in de flexibele ventilatiebuis; en het schuiven van het koppelstuk over de vaste buis;
11 BE2022/5357 waarbij de flexibele ventilatiebuis tussen de binnenring en de buitenring van het koppelstuk geplaatst wordt, waarbij de binnenring flexibele vingers omvat, waarbij een flexibele vinger een basis en een top heeft, waarbij de basis van de flexibele vingers naar het tussenliggend oppervlak gericht is, waarbij de binnenring aan de top van de flexibele vingers een kleinere diameter heeft dan aan de basis van de vingers en waarbij de flexibele vingers, gemeten vanaf het tussenliggende oppervlak, een lengte van minstens 30 mm hebben, bij voorkeur een lengte van minstens 35, bij meer voorkeur een lengte van minstens 40 mm en bij zelfs nog meer voorkeur een lengte van minstens 45 mm.
Deze werkwijze heeft onder meer als voordeel dat het plaatsen van het koppelstuk eenvoudig is, weinig tijd vergt en geen werktuigen vereist. Eenmaal geplaatst is er geen extra controle, verdere fixatie of afdichting vereist. Doordat het koppelstuk, een buitenring en een binnenring omvat, waarbij de buitenring en de binnenring concentrisch zijn, en waarbij de buitenring en de binnenring door een tussenliggend oppervlak met elkaar verbonden zijn, kan dit koppelstuk in de flexibele ventilatiebuis geschoven worden. De concentrische buitenring en binnenring, verbonden met een tussenliggend oppervlak vormen een U-vormige afsluiting die belet dat lucht tussen de twee buizen het systeem kan verlaten. Doordat de binnenring flexibele vingers omvat, waarbij een flexibele vinger een basis en een top heeft, waarbij de basis van de flexibele vingers naar het tussenliggend oppervlak gericht is, waarbij de binnenring aan de top van de flexibele vingers een kleinere diameter heeft dan aan de basis van de vingers en waarbij de flexibele vingers, gemeten vanaf het tussenliggende oppervlak, een lengte van minstens 30 mm hebben, zijn deze vingers geschikt voor het koppelen van een flexibele ventilatiebuis met een vaste buis.
Doordat het koppelstuk over de vaste buis wordt geschoven, kunnen de flexibele vingers zich klemmen op het buitenoppervlak van de vaste buis. Hierdoor kan het koppelstuk zeer moeilijk opnieuw loskomen van deze vaste buis. Doordat de flexibele vingers, gemeten vanaf het tussenliggende oppervlak, een lengte hebben van minstens 30 mm, klemmen de vingers het buitenoppervlak van de vaste buis voldoende sterk vast.
Volgens een uitvoeringsvorm heeft de flexibele ventilatiebuis een binnendiameter van 125 + 1 mm. Volgens een verdere uitvoeringsvorm heeft de buitenring een binnendiameter tussen 127 en 140 mm. Volgens een verdere uitvoeringsvorm heeft de binnenring een buitendiameter tussen 110 mm en 124 mm.
12 BE2022/5357
Volgens een uitvoeringsvorm, omvatten de flexibele vingers een prismavormige protrusie, waarbij de prismavormige protrusies naar de buitenring gericht zijn en waarbij de prismavormige protrusies bij het schuiven van het koppelstuk op de vaste buis achter een spiraalvormige draad, omvat in de flexibele ventilatiebuis, haken.
Doordat de flexibele vingers aan een uiteinde een prismavormige protrusie omvatten, waarbij de prismavormige protrusies naar de buitenring gericht zijn en waarbij de prismavormige protrusies bij het schuiven van het koppelstuk op de vaste buis achter een spiraalvormige draad, omvat in de flexibele ventilatiebuis, haken, wordt verhinderd dat na het plaatsten van het koppelstuk op de vaste buis, de flexibele ventilatiebuis eenvoudig van het koppelstuk kan worden losgemaakt. Het koppelstuk zit goed vast op de vaste buis en zal niet verschuiven of bewegen en de flexibele ventilatiebuis zit goed vast in het koppelstuk, zelfs onder een druk gegenereerd door het ventilatietoestel. Een luchtlek wordt door deze prismavormige protrusies dus verder vermeden.
Volgens een uitvoeringsvorm omvat de buitenring een opstaande wand, dwars op het tussenliggende oppervlak, waarbij de flexibele vingers zich binnen de opstaande wand bevinden, waarbij de opstaande wand minstens 2 uitsparingen omvat, bij voorkeur 4 uitsparingen omvat, en waarbij de flexibele ventilatiebuis tijdens het schuiven van het koppelstuk in de flexibele ventilatiebuis ter hoogte van de uitsparingen wordt vastgehouden.
Doordat de buitenring een opstaande wand omvat, dwars op het tussenliggende oppervlak, kan een flexibele ventilatiebuis eenvoudig tussen de binnenring en buitenring worden gebracht. De opstaande wand begeleidt en drukt de buis in de juiste richting. Doordat de opstaande wand minstens 2 uitsparingen omvat, is er, via deze uitsparingen, de mogelijkheid voorzien om de flexibele ventilatiebuis te inspecteren, kracht uit te oefenen en tijdens het schuiven van het koppelstuk in de flexibele ventilatiebuis vast te houden. Hierdoor wordt ook de kans op breuken verminderd. Dit is ook handig bij het verwijderen van de flexibele ventilatiebuis uit het koppelstuk.
Volgens een uitvoeringsvorm, ligt de buitenring ter hoogte van het tussenliggende oppervlak op een afstand van de binnenring, waarbij de genoemde afstand minstens
13 BE2022/5357 2 mm en hoogstens 15 mm is en waarbij de flexibele ventilatiebuis tot tegen het tussenliggende oppervlak tussen de buitenring en de binnenring geplaatst wordt.
Doordat de buitenring ter hoogte van het tussenliggende oppervlak op een afstand van de binnenring ligt, waarbij de genoemde afstand minstens 2 mm en hoogstens 15 mm is en waarbij de flexibele ventilatiebuis tot tegen het tussenliggende oppervlak tussen de buitenring en de binnenring geplaatst wordt, is het koppelstuk geschikt om de flexibele ventilatiebuis te klemmen tussen de binnenring en buitenring. Volgens een uitvoeringsvorm is de genoemde afstand 1,0 tot1,1 keer de dikte van de flexibele ventilatiebuis, bij meer voorkeur 1,01 tot 1,05 keer de dikte van de flexibele ventilatiebuis.
Volgens een uitvoeringsvorm, heeft het koppelstuk in een vlak, dwars op het tussenliggende oppervlak, een U-vorm als doorsnede, waarbij het tussenliggende oppervlak een basis van de U-vorm is, de buitenring en de binnenring twee benen van de U-vorm zijn, waarbij de benen een lengte van minstens 8 mm hebben en waarbij de flexibele ventilatiebuis tot tegen het tussenliggende oppervlak in de U- vorm geplaatst wordt.
Doordat het koppelstuk in een vlak, dwars op het tussenliggende oppervlak, een U- vorm als doorsnede heeft, waarbij het tussenliggende oppervlak een basis van de U- vorm is, de buitenring en de binnenring twee benen van de U-vorm zijn, kan de flexibele ventilatiebuis tussen deze twee benen geklemd worden. Bovendien wordt er voldoende druk op de twee buizen gezet, waardoor er geen lucht het ventilatiesysteem kan ontsnappen tussen deze twee buizen. Zelfs indien de flexibele ventilatiebuis die tussen de binnenring en buitenring wordt geklemd, niet recht afgesneden is, kunnen luchtlekken vermeden worden. Doordat de benen een lengte van minstens 8 mm hebben, kan een kleine oneffenheid in het oppervlak van de flexibele ventilatiebuis door de benen afgedekt worden. Bovendien zal bij een niet optimale plaatsing, waarbij de flexibele ventilatiebuis niet tot tegen het tussenliggende oppervlak wordt geduwd, het koppelstuk de buizen nog zodanig koppelen zodat luchtlekken worden vermeden. Doordat de flexibele ventilatiebuis tot tegen het tussenliggende oppervlak in de U-vorm geplaatst wordt, kan er geen lucht tussen de twee buizen ontsnappen. Door de flexibele ventilatiebuis tegen het tussenliggend oppervlak te plaatsten, wordt deze buis goed tussen de twee concentrische ringen van het koppelstuk geduwd. Het koppelstuk kan dan niet loskomen en er zal geen lucht tussen de buizen en het koppelstuk ontsnappen.
14 BE2022/5357
Volgens een uitvoeringsvorm, heeft de binnenring een binnendiameter die hoogstens 1 mm groter is dan de tweede diameter van de vaste buis en een buitendiameter die hoogstens 1 mm kleiner is dan de eerste diameter van de flexibele ventilatiebuis en waarbij de buitenring een binnendiameter heeft die hoogstens 1 mm groter is dan de eerste diameter van de flexibele ventilatiebuis.
Doordat de binnenring een binnendiameter heeft die hoogstens 1 mm groter is dan de tweede diameter van de vaste buis en een buitendiameter die hoogstens 1 mm kleiner is dan de eerste diameter van de flexibele ventilatiebuis en waarbij de buitenring een binnendiameter heeft die hoogstens 1 mm groter is dan de eerste diameter van de flexibele ventilatiebuis, sluit het koppelstuk goed aan tegen de buizen.
In een derde aspect betreft de uitvinding een gebruik van een koppelstuk volgens het eerste aspect en/of een werkwijze volgens het tweede aspect voor het koppelen van een flexibele ventilatiebuis op een ventilatietoestel of op een T-vormig koppelstuk van een ventilatiesysteem.
Doordat een koppelstuk volgens het eerste aspect en/of een werkwijze volgens het tweede aspect voor het koppelen van een flexibele ventilatiebuis op een ventilatietoestel of op een T-vormig koppelstuk van een ventilatiesysteem gebruikt worden, kan het koppelen eenvoudig en snel gebeuren, zonder gebruik van werktuigen, waardoor er geen extra controle, verdere fixatie of afdichting is vereist.
Een vakman geschoold in het technische veld zal appreciëren dat een koppelstuk volgens het eerste aspect bij voorkeur gebruikt wordt ter uitvoering van een werkwijze volgens het tweede aspect en dat een werkwijze volgens het tweede aspect bij voorkeur gebruik maakt van een koppelstuk volgens het eerste aspect. Elk kenmerk, beschreven in dit document, hierboven zowel als hieronder, kan bijgevolg betrekking hebben op elk van de drie aspecten van de huidige uitvinding.
De huidige uitvinding zal nu meer in detail worden beschreven, onder verwijzing naar voorbeelden of figuren die niet beperkend zijn.
15 BE2022/5357
FIGUURBESCHRIJVING
Figuur 1 toont een perspectivisch aanzicht van een koppelstuk volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding.
Het koppelstuk omvat een buitenring (6) en een binnenring (7) die door een tussenliggend oppervlak (12), niet zichtbaar op deze figuur, met elkaar verbonden zijn. De buitenring (6) en de binnenring (7) zijn concentrisch. De buitenring (6) omvat een opstaande wand (3) met 4 uitsparingen (2). Op de binnenring (7) staan flexibele vingers (5), waarbij de basis (8) van de flexibele vingers (5) naar het tussenliggend oppervlak (12) gericht is. De flexibele vingers (5) hebben een lengte van 56 mm, gemeten vanaf het tussenliggende oppervlak (12) tot de top (9) van de flexibele vingers (9). Er zijn 16 flexibele vingers (5) aanwezig. Nabij de top (9) van elke flexibele vinger (5) bevindt zich een prismavormige protrusie (4). De flexibele vingers (5) omvatten een veelhoekige uitsparing (1). De opstaande wand (3) van de buitenring omvat 4 uitsparingen (2).
Figuur 2A toont een detailvoorstelling van een bovenaanzicht van een koppelstuk volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding.
Het koppelstuk stemt overeen met het koppelstuk uit Figuur 1.
De kijkrichting volgens dewelke Figuur 2 getekend is, laat toe om tussen de buitenring (6) en de binnenring (7) het tussenliggend oppervlak (12) weer te geven.
De buitenring (6) heeft een bovenrand (10). De bovenrand (10) van de buitenring (6) heeft een dikte van 2 mm. De bovenrand (10) van de buitenring (6) heeft een buitendiameter van 143 mm + 1 mm. De buitenring (6) heeft een binnendiameter.
De binnendiameter van de buitenring (6) wordt gemeten waar de buitenring (6) en het tussenliggende oppervlak (12) samenkomen (15). De binnendiameter, volgens deze uitvoeringsvorm, bedraagt 137 mm + 1 mm.
De binnenring (7) omvat flexibele vingers (5). De buitendiameter van de binnenring (7) wordt gemeten waar de binnenring (7) en het tussenliggend oppervlak (12) samenkomen (17). Volgens deze uitvoeringsvorm, bedraagt de buitendiameter van de binnenring (7) 130 mm + 1 mm. De binnendiameter van binnenring wordt gemeten aan een binnenrand (11) van de binnenring (7). De binnendiameter van de
16 BE2022/5357 binnenring (7) is gemeten op een positie waar de binnendiameter maximaal is.
Volgens deze uitvoeringsvorm, bedraagt de binnendiameter van de binnenring (7) 121 mm = 1 mm.
Figuur 2B toont een bovenaanzicht van een koppelstuk volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding.
Het koppelstuk stemt overeen met het koppelstuk uit Figuur 1.
Het koppelstuk omvat een tussenliggend oppervlak (12), een buitenring (6) en een binnenring (7). De buitenring (6) omvat een opstaande wand (3) met 4 uitsparingen (2). In tegenstelling tot Figuur 2A, Zijn in Figuur 2B verlagingen (13a) van de buitenring (6) op plaatsen waar een uitsparing (2) is, wel afgebeeld. De buitenring (6) is ter hoogte van een verlaging (13a) van een uitsparing (2) 2,5-3,5 cm lager in vergelijking met een positie (13b) waar de buitenring (6) geen uitsparing heeft. De binnenring (7) omvat flexibele vingers (5).
Figuur 3 toont een doorsnede van een koppelstuk volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding.
Het koppelstuk stemt overeen met het koppelstuk uit Figuur 1.
De buitenring (6) en de het tussenliggende oppervlak (12) staan op elkaar onder een stompe hoek (18) van 95°. De binnenring (7) vormt een stompe hoek van 100° met het tussenliggende oppervlak (12). De richting van de flexibele vingers (5) is dezelfde dan de richting van de binnenring (7) waar deze gebonden zit aan het tussenliggende oppervlak (12). De flexibele vingers (5) hebben een veelhoekige uitsparing (1) en omvatten een prismavormige protrusie (4). De flexibele vingers strekken zich volgens een lengterichting uit. Langsheen de veelhoekige uitsparing (1) loopt er, in de lengterichting van de flexibele vingers (5), een verdikking (16) voor het verstevigen van de flexibele vingers.
Figuur 4 toont een zijaanzicht van een koppelstuk volgens een Uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding.
Het koppelstuk stemt overeen met het koppelstuk uit Figuur 1.
17 BE2022/5357
Het koppelstuk omvat een buitenring (6) en een binnenring (7). De buitenring (6) omvat een opstaande wand (3) met 4 uitsparingen (2). Op Figuur 4 zijn slechts twee uitsparingen (2) zichtbaar. Omdat de flexibele vingers (5) even hoog komen als de opstaande wand (3) op andere plaatsen, is het enkel mogelijk de flexibele vingers (5) te zien ter hoogte van de uitsparingen (2). Aan de top (9) van de flexibele vingers (5) bevindt zich een prismavormige protrusie (4).
Figuur 4 toont een uitvoeringsvorm waarbij op het tussenliggende oppervlak (12), niet zichtbaar op deze figuur, een randje (14) staat, dat zich in een tegenovergestelde richting dan de flexibele vingers (5) uitstrekt. Dit randje (14) is geschikt om te verhinderen dat het tussenliggende oppervlak (12), niet zichtbaar op deze figuur, tot tegen een verluchtingstoestel gedrukt wordt en moeilijk te verwijderen is. Het randje (14) is concentrisch met de buitenring (6) en heeft een hoogte van 4 mm, gemeten loodrecht op het tussenliggende oppervlak (12), niet zichtbaar op deze figuur.
Figuur 5 toont een onderaanzicht van een koppelstuk volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding.
Het koppelstuk stemt overeen met het koppelstuk uit Figuur 1.
Het koppelstuk omvat een buitenring (6) en een binnenring (7) die met elkaar door een tussenliggend oppervlak (12) verbonden zijn.
De binnenring (7) omvat 16 flexibele vingers (5), waarbij een flexibele vinger (5) een basis (8) en een top (9) heeft. De basis (8) van de flexibele vingers (5) is naar het tussenliggend oppervlak (12) gericht. De binnenring (7) aan de top (9) van de flexibele vingers (5) heeft een diameter van 112 + 1 mm. De flexibele vingers (5) staan naar binnen gericht. De diameter gemeten aan de top (9) van de flexibele vingers (5), is dus waar de diameter van het koppelstuk het kleinst is. Gemeten vanaf het tussenliggende oppervlak (12), hebben de flexibele vingers (5) een lengte van 50 mm. Gemeten vanaf de basis (8) tot aan de top (9) van de flexibele vingers (5), hebben de flexibele vingers (5) een lengte van 40 mm. De flexibele vingers (5) hebben een veelhoekige uitsparing (1). Deze veelhoekige uitsparing (1) is een vierhoekige opening in het midden van de flexibele vinger (5). De flexibele vinger (5) heeft een verdikking (16) voor het verstevigen van de flexibele vingers (5). Deze verdikking (16) loopt langsheen de veelhoekige uitsparing (1) in de lengterichting.
18 BE2022/5357
Op het tussenliggend oppervlak (12) staat een randje (14), zoals ook weergegeven in Figuur 4. Het randje (14) loopt niet langs een volledige omtrek van het tussenliggend oppervlak (12). Om te verhinderen dat het koppelstuk tegen een verluchtingstoestel wordt gedrukt, volstaat een onderbroken ring.
De opstaande wand (3) omvat 4 uitsparingen (2).

Claims (13)

19 BE2022/5357 CONCLUSIES
1. Koppelstuk voor het koppelen van een flexibele ventilatiebuis met een eerste diameter op een vaste buis met een kleinere tweede diameter, omvattende een buitenring en een binnenring, waarbij de buitenring en de binnenring concentrisch zijn, en waarbij de buitenring en de binnenring door een tussenliggend oppervlak met elkaar verbonden zijn, waarbij de binnenring flexibele vingers omvat voor het drukken tegen de flexibele ventilatiebuis, waarbij een flexibele vinger een basis en een top heeft, waarbij de basis van de flexibele vingers naar het tussenliggend oppervlak gericht is, waarbij de binnenring aan de top van de flexibele vingers een kleinere diameter heeft dan aan de basis van de vingers, met het kenmerk, dat de flexibele vingers, gemeten vanaf het tussenliggende oppervlak, een lengte van minstens 30 mm hebben en dat de buitenring een opstaande wand omvat, dwars op het tussenliggende oppervlak, waarbij de flexibele vingers zich binnen de opstaande wand bevinden en waarbij de opstaande wand 2 uitsparingen omvat.
2. Koppelstuk volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de binnenring een maximale diameter heeft, waarbij een verhouding van de maximale diameter van de binnenring tot de diameter van de binnenring aan de top van de flexibele vingers minstens 1.10 is en hoogstens 1.30 is.
3. Koppelstuk volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de flexibele vingers een stompe hoek met het tussenliggende oppervlak vormen, waarbij de stompe hoek minstens 95° en hoogstens 120° is.
4, Koppelstuk volgens één der voorgaande conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de binnenring 5 tot 40 flexibele vingers omvat.
5. Koppelstuk volgens één der voorgaande conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de flexibele vingers een prismavormige protrusie omvatten, waarbij de prismavormige protrusies naar de buitenring gericht zijn.
6. Koppelstuk volgens één der voorgaande conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de buitenring ter hoogte van het tussenliggende oppervlak op een afstand
20 BE2022/5357 van de binnenring ligt, waarbij de genoemde afstand minstens 2 mm en hoogstens 15 mm is.
7. Koppelstuk volgens één der voorgaande conclusies 1-6, met het kenmerk, dat de flexibele vingers een veelhoekige uitsparing omvatten.
8. Koppelstuk volgens één der voorgaande conclusies 1-7, met het kenmerk, dat het koppelstuk uit polypropyleen vervaardigd is.
9. Werkwijze voor het koppelen van een flexibele ventilatiebuis met een eerste diameter op een vaste buis met een kleinere tweede diameter omvattende: het schuiven van een koppelstuk, omvattende een buitenring en een binnenring, waarbij de buitenring en de binnenring concentrisch zijn, en waarbij de buitenring en de binnenring door een tussenliggend oppervlak met elkaar verbonden zijn, in de flexibele ventilatiebuis; en het schuiven van het koppelstuk over de vaste buis; waarbij de flexibele ventilatiebuis tussen de binnenring en de buitenring van het koppelstuk geplaatst wordt, waarbij de binnenring flexibele vingers omvat voor het drukken tegen de flexibele ventilatiebuis, waarbij een flexibele vinger een basis en een top heeft, waarbij de basis van de flexibele vingers naar het tussenliggend oppervlak gericht is, waarbij de binnenring aan de top van de flexibele vingers een kleinere diameter heeft dan aan de basis van de vingers, met het kenmerk, dat de flexibele vingers, gemeten vanaf het tussenliggende oppervlak, een lengte van minstens 30 mm hebben en dat de buitenring een opstaande wand omvat, dwars op het tussenliggende oppervlak, waarbij de flexibele vingers zich binnen de opstaande wand bevinden, waarbij de opstaande wand minstens 2 uitsparingen omvat en waarbij de flexibele ventilatiebuis tijdens het schuiven van het koppelstuk in de flexibele ventilatiebuis ter hoogte van de uitsparingen wordt vastgehouden.
10. Werkwijze volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de flexibele vingers een prismavormige protrusie omvatten, waarbij de prismavormige protrusies naar de buitenring gericht zijn en waarbij de prismavormige protrusies bij het schuiven van het koppelstuk op de vaste buis achter een spiraalvormige draad, omvat in de flexibele ventilatiebuis, haken.
21 BE2022/5357
11. Werkwijze volgens conclusie 9 of 10, met het kenmerk, dat de buitenring ter hoogte van het tussenliggende oppervlak op een afstand van de binnenring ligt, waarbij de genoemde afstand minstens 2 mm en hoogstens 15 mm is en waarbij de flexibele ventilatiebuis tot tegen het tussenliggende oppervlak tussen de buitenring en de binnenring geplaatst wordt.
12. Werkwijze volgens één van de conclusie 9-11, met het kenmerk, dat de binnenring een binnendiameter heeft die hoogstens 1 mm groter is dan de tweede diameter van de vaste buis en een buitendiameter die hoogstens 1 mm kleiner is dan de eerste diameter van de flexibele ventilatiebuis en waarbij de buitenring een binnendiameter heeft die hoogstens 1 mm groter is dan de eerste diameter van de flexibele ventilatiebuis.
13. Gebruik van een koppelstuk volgens één van de conclusies 1-8 en/of een werkwijze volgens één van de conclusies 9-12 voor het koppelen van een flexibele ventilatiebuis op een ventilatietoestel of op een T-vormig koppelstuk van een ventilatiesysteem.
BE20225357A 2022-05-11 2022-05-11 Koppelstuk en werkwijze voor aansluiting van een ventilatiebuis op een ventilatietoestel BE1030515B1 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20225357A BE1030515B1 (nl) 2022-05-11 2022-05-11 Koppelstuk en werkwijze voor aansluiting van een ventilatiebuis op een ventilatietoestel
EP23172799.1A EP4276341A1 (en) 2022-05-11 2023-05-11 Coupling piece and method for connecting a ventilation pipe to a ventilation appliance

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20225357A BE1030515B1 (nl) 2022-05-11 2022-05-11 Koppelstuk en werkwijze voor aansluiting van een ventilatiebuis op een ventilatietoestel

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1030515A1 BE1030515A1 (nl) 2023-12-06
BE1030515B1 true BE1030515B1 (nl) 2023-12-11

Family

ID=81841867

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20225357A BE1030515B1 (nl) 2022-05-11 2022-05-11 Koppelstuk en werkwijze voor aansluiting van een ventilatiebuis op een ventilatietoestel

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP4276341A1 (nl)
BE (1) BE1030515B1 (nl)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3815167C1 (nl) * 1988-05-04 1989-09-14 Rasmussen Gmbh, 6457 Maintal, De
DE102014115092A1 (de) * 2014-10-16 2016-04-21 Stefan Postler Verbindungsteil, Verfahren zur Durchführung einer Verbindung und Verbindung zwischen einem Verbindungsteil und einem Rohrteil
EP3608576A1 (en) * 2017-04-07 2020-02-12 Shanghai FIXANIT HVAC Tech Co., Ltd New type of rapid pipe joint

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3815167C1 (nl) * 1988-05-04 1989-09-14 Rasmussen Gmbh, 6457 Maintal, De
DE102014115092A1 (de) * 2014-10-16 2016-04-21 Stefan Postler Verbindungsteil, Verfahren zur Durchführung einer Verbindung und Verbindung zwischen einem Verbindungsteil und einem Rohrteil
EP3608576A1 (en) * 2017-04-07 2020-02-12 Shanghai FIXANIT HVAC Tech Co., Ltd New type of rapid pipe joint

Also Published As

Publication number Publication date
BE1030515A1 (nl) 2023-12-06
EP4276341A1 (en) 2023-11-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4172607A (en) Pipe coupling with plastic sheath
RU2225564C2 (ru) Устройство для заделки течи в трубопроводе
BE1030515B1 (nl) Koppelstuk en werkwijze voor aansluiting van een ventilatiebuis op een ventilatietoestel
BR0209871A (pt) Tubos de aço revestidos com poliolefina
EP3954933A1 (en) Connecting device for piping
US20200011460A1 (en) Pipe fitting apparatus and methods
EP0315796B1 (de) Doppelwandiges Rohrleitungssystem
US10267442B2 (en) Hose clamp
US6796335B1 (en) Pipe protector and support
DE59711279D1 (de) Verfahren zur vorgabe des betriebspunkts eines automatischen getriebes, insbesondere eines stufenlosen getriebes
US20220168876A1 (en) Tool for disassembling connectors
DE60005133T2 (de) Schweissanschlussstück
CA2765713A1 (en) Clampless fitting for plastic pipes
RU2056578C1 (ru) Устройство для устранения тяги в трубопроводе
EP1158232A3 (de) Schelle zur Befestigung von Schlauch- oder Rohrleitungen
SE504494C2 (sv) Anordning och sätt för reparation av stolpar
ATE190718T1 (de) Vorrichtung zur dichtigkeitsprufung eines verschlusses oder eines verbindungs-schweisses
NL1014758C2 (nl) Koppelinrichting en werkwijze voor de vervaardiging van een in een dergelijke koppelinrichting te gebruiken gripring.
US20220388127A1 (en) Cutting tool for band clamp
US20050005984A1 (en) Mechanically removable hygienic end cap
JP3944443B2 (ja) 配管の補修方法
DE69602925D1 (de) Rohrkupplung und verfahren zum verbinden eines rohres an einem verbindungsstück
US11054073B2 (en) Hose barb retention device
FR3082587B1 (fr) Circuit de fluide, en particulier pour aeronef, comprenant une premiere canalisation, une deuxieme canalisation et un raccord de liaison
GB2087468A (en) Clamp for Hoses and the Like

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20231211