BE1030403B1 - Botfixatieplaat - Google Patents

Botfixatieplaat Download PDF

Info

Publication number
BE1030403B1
BE1030403B1 BE20225240A BE202205240A BE1030403B1 BE 1030403 B1 BE1030403 B1 BE 1030403B1 BE 20225240 A BE20225240 A BE 20225240A BE 202205240 A BE202205240 A BE 202205240A BE 1030403 B1 BE1030403 B1 BE 1030403B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
fixation plate
bone fixation
wall
bone
passage
Prior art date
Application number
BE20225240A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1030403A1 (nl
Inventor
Gianluca Tordi
Thomas Vandendriessche
Steven J Irma Wouters
Original Assignee
Life Int
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Life Int filed Critical Life Int
Priority to BE20225240A priority Critical patent/BE1030403B1/nl
Publication of BE1030403A1 publication Critical patent/BE1030403A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1030403B1 publication Critical patent/BE1030403B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61BDIAGNOSIS; SURGERY; IDENTIFICATION
    • A61B17/00Surgical instruments, devices or methods, e.g. tourniquets
    • A61B17/56Surgical instruments or methods for treatment of bones or joints; Devices specially adapted therefor
    • A61B17/58Surgical instruments or methods for treatment of bones or joints; Devices specially adapted therefor for osteosynthesis, e.g. bone plates, screws, setting implements or the like
    • A61B17/68Internal fixation devices, including fasteners and spinal fixators, even if a part thereof projects from the skin
    • A61B17/80Cortical plates, i.e. bone plates; Instruments for holding or positioning cortical plates, or for compressing bones attached to cortical plates
    • A61B17/8052Cortical plates, i.e. bone plates; Instruments for holding or positioning cortical plates, or for compressing bones attached to cortical plates immobilised relative to screws by interlocking form of the heads and plate holes, e.g. conical or threaded
    • A61B17/8057Cortical plates, i.e. bone plates; Instruments for holding or positioning cortical plates, or for compressing bones attached to cortical plates immobilised relative to screws by interlocking form of the heads and plate holes, e.g. conical or threaded the interlocking form comprising a thread

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Orthopedic Medicine & Surgery (AREA)
  • Surgery (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Heart & Thoracic Surgery (AREA)
  • Nuclear Medicine, Radiotherapy & Molecular Imaging (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Biomedical Technology (AREA)
  • Neurology (AREA)
  • Medical Informatics (AREA)
  • Molecular Biology (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Veterinary Medicine (AREA)
  • Surgical Instruments (AREA)

Abstract

Botfixatieplaat (1) voorzien van minstens één doorgang (4) die zich uitstrekt van de bovenzijde (3) tot de onderzijde (2) van de botfixatieplaat (1), welk minstens één doorgang (4) voorzien is van een binnenwand (5), waarbij de binnenwand (5) vernauwend van de bovenzijde (3) naar de onderzijde (2) toe is uitgevoerd en waarbij minstens één doorgang (4) drie of meer uitsparingen (7) bevat in de binnenwand (5), welke uitsparingen (7) voorzien zijn van een uitsparingswand (8) bevattende een bovenste deel (8a) en een onderste deel (8b), waarbij het bovenste deel (8a) vernauwend is uitgevoerd van de bovenzijde (3) naar de onderzijde (2) toe, welk bovenste deel (8a) een constante hellingsgraad ten opzichte van de onderzijde (2) bevat en waarbij het onderste deel (8b) een grotere hellingsgraad bevat ten opzichte van de onderzijde (2) van de botfixatieplaat (1) dan het bovenste deel (3).

Description

4 BE2022/5240
Botfixzatieplaat.
De huidige uitvinding heeft betrekking op een 2 botfixatieplaat.
Men kent reeds diverse botfixatieplaten, zowel interne als externe botfixatieplaten, welke botfixatieplaten bevestigd worden aan het bot van een patiänt.
Meer bepaald, is zulke botfixatieplaat bedoeld Om aangebracht te worden ter hoogte van een trauma aan het bot van een patient, zoals een botfractuur.
De botfixatieplaat wordt aan het bot van de patiënt bevestigd door middel van schroeven en/of bouten met schroefdraad en/of pinnen,
Zulke botfixatieplaat is voorzien van enkele doorgangen die zich uitstrekken van de bovenzijde van de botfixatieplaat tot de onderzijde van de botfizatieplaat, waarbij de botfizatieplaat met zijn onderzijde op het bot van de patiënt bevestigd wordt,
Doorgaans is elke doorgang voorzien van vier of meer uitsparingen. Deze uitsparingen stellen een chirurg in staat om de schroef die in de doorgang aangebracht wordt onder een hcek ten opzichte van de centrale as van de betreffende doorgang van de botfixatieplaat te kunnen bevestigen,
Hierdoor heeft de chirurg meer bewegingsvrijheid bij het bevestigen van de Dotfixatieplaat aan het Dot van de patiënt.
S Een nadeel van deze uitsparingen is echter dat de bevestigde botfixatienlaat minder stabiel is,
Doorgaans worden botfixatieplaten gebruikt met 4 of 5 oË 6 uitsparingen,
Schter kunnen deze botfixatieplaten niet gebruikt worden bij patiënten met osteopenie of osteocporose en/of met een multifragmentaire botbreuk omdat zulke botfixatieplaten niet stabiel genoeg zijn.
De gekende botfixatieplaten zijn omslachtig en relatief moeilijk Le manipuleren om alsnog de gewenste hoek te bekomen voor het bevestigen van de schroef en de botfixatieplaat aan het bot van de patiënt.
De voornoemde botfizatiep!iaten zijn relatief dun waardcor een chirurg relatief eenvoudig docrheen de botfixatiepiaat boort tijdens het plaatsen van de schroef.
In dat geval moet de botfixatiepiaat losgemaakt worden en moet een nieuwe botfixzatieplaar aangebracht worden.
Hierbij is het vaak niet mogelijk om de botfizatieplaat aan te brengen op dezelfde plaats, waardoor de chirurg opnieuw in het bot van de patiënt moet boren.
3 BE2022/5240
Dit is een belangrijk nadeel, zeker in het geval de patiënt over poreus bot beschikt.
Maar OOk in het geval van een botbreuk of sen multifragmentaire botbreuk is het bijzonder nadelig on een botfixzatiepliaat opnieuw te moeten bevestigen, waarbij er opnieuw gaten in het bot van de patiënt geboord moeten worden voor het aanbrengen van de botfixatieplaat.
Zulke extra gaten veroorzaken ongewenste schade voor de patient en zijn zeer nadelig voor zijn of haar herstelproces,
De huidige uitvinding heeft tot doel aan minstens één van de voornoemde en andere nadelen sen oplossing te bieden,
Hiertoe beoogt de uitvinding een botfisatieplaat voor het
Ecepassen op een bot van een patiënt, waarbij de potfixatieplaat voorzien is van een onderzijde die in geplaatste toestand gericht is naar het betreffende bot van de patiënt en een daaraan tegenoverliggende bovenzijde en van minstens één doorgang zich uitstrekt van de bovenzijde tot de onderzijde van de botfixatieplaat, daardoor gekenmerkt dat de minstens éên doorgang voorzien is van een binnenwand, waarbij de binnenwand vernauwend van de bovenzijde naar de onderzijde toe is uitgevoerd en waarbij de hoek van de binnenwand 60 tot 80 graden ten opzichte van de onderzijde van de Dbotfixatieciaat bedraagt, welke binnenwand minstens deels voorzien is van schroefdraad, en waarbij de minstens één doorgang drie of meer uitsparingen bevat in de binnenwand, welke uitsraringen voorzien zijn
4 BE2022/5240 van een uitsparingswand bevattende minstens twee delen, respectievelijk bovenste deel en een onderste deel, waarbij net bovenste deel vernauwend is uitgevoerd van de bovenzijde naar de onderzijde tce, welk bovenste deel een 3 constante hellingsgraad ten opzichte van de onderzijde
Lbevat en waarbij het onderste deel grotere hellingsgraad dan het bovenste deel bevat ten opzichte van de onderzijde van de borfixatienlaat,
Een voordeel van zulke uitsparingswand en de hoek ervan ten cozichte van de onderzijde van de botfixatienliaat is dat de botfixatienplaat relatief moeilijk tot niet dcorboord kan worden door een schroef of dergelijke die in de betreffende doorgang voorzien wordt.
Deze schuine binnenwand van de doorgang ondersteunt de schroef die in de doorgang aangebracht wordt, meer bepaald ter hoogte van het bovenste deel van de binnenwand,
De drie of meer uitsparingen van de doorgangen, ook wel driepunt fixatie genoemd, stellen een chirurg in staat om zen schroef aan te brengen in de doorgang en deze onder sen gewenste hoek aan te brengen ten opzichte van de botfixatieplaat. duike gewenste hoek bedraagt bij voorkeur 10 tot 40 graden pedragen ten opzichte van de centrale as van de betreffende doorgang waarin de schroef aangebracht wordt.
De voornoemde driepunt Fixatie biedt sen betere stabiliteit, dan de gekende vier-, vijf- of zespunt
= BE2022/5240 fixatie, wanneer de botfixatiepiaat door middel van schroeven of dergelijke bevesticoo is aan het bot van de patiënt, waardoor deze botfixatiepiaat toegepast kan worden bij patiënten met osteopenie of osteoporose en/oË een
S multifragmentaire botbreuk,
De schuine uitsparingswand van de uitsparingen bieden extra ondersteuning aan de botfixatieplaat om het ongewenst doorschroeven of doorboren van de botïixatiepiaat: te voorkomen.
Bij voorkeur komen de binnenwand en het bovenste deel van de uitsparingswand van de uitsparingen te liggen op eenzelfde omtrek op eenzelfde afstand van de onderzijde.
Hiertoe kunnen de binnenwand en de uitsparingswand éénzelfde opening definiëren on de voornoemde zelfde afstand van de onderzijde, waarbij de opening bij voorkeur cirkelvormig is en bepaald wordt door de bovengencemde omtrek,
Het bovenste deel en het onderste deel van de uitsparingswand van de uitsparingen sluiten bij voorkeur cp elkaar aan ter vorming van een aansluitingsrand.
De voornoemde opening bevindt zich bij voorkeur ter hoogte van dit aansiuitingsrand.
Bij voorkeur is de botfixatieplaat geanodiseerd, zodanig dat de kans op koud lassen, ook wel “cold welding” genoemd, sterk verlaagt.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven 5 van een botfizatieplaat volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande Tekeningen, waarin: fiquur 1 schematisch en in perspectief sen botfixatieplaat volgens de uitvinding weergeeft; figuur 2 een doorsnede volgens lijn II-II van figuur 1 weergeeft; figuren 3 en 4 alternatieve uitvceringsvormen van figuur 2 weergeven,
De in figuur 1 weergegeven botfixatieplaat 1 is bedoeld om toegepast te worden aan een bot van een patiënt, bijvoorbeeld Dij botbreuken en/of multifragmentaire botbreuken en/cË dergelijke,
ZU De botfixatieolaat 1 is voorzien van een onderziide 2 die in geplaatste tcestand van de botfixatieplaat 1 gericht is naar het betreffende bot van de patiënt en een daaraan tegenoverliggende bovenzijde 3.
Verder is de hotfixatieplaat 3 ook voorzien van minstens
Sen doorgang 4, drie doorgangen 4 in het weergegeven voorbeeld van figuur 1, welke doorgangen 4 zich uitstrekken van de bovenzijde 3 tot de conderzijde % van de botfixatieplaat 1.
7 BE2022/5240
Eike doorgang 4 is voorzien van een schuin georiënteerde binnenwand 5, welke binnenwand 5 vernauwend van de bovenzijde 3 naar de onderzijde 2 Loe is uitcevoerd.
Bij voorkeur is de binnenwand 5 conisch vernauvend van de bovenzijde 3 naar de onderzijde 2 toe uitgevoerd. Echter is het ook mogelijk dat de voornoemde binnenwand 5 cilindrisch vernauwend van de bovenzijde 3 naar de onderzijde 2 toe is uitgevoerd.
De hoek A van de binnenwand 5 ten opzichte van de onderzijde 2 van de botfixatieplaat 1 bedraagt 50 tot 85 graden, liever nog 60 Lot 80 graden en iiefst 65 tot &C graden,
De voornoemde vernauwende binnenwand 5 is minstens deels voorzien van schroefdraad 6 voor het vast schroeven of boren van de botfixatieplaat T door middel van één of meer schroeven,
Zulke voornoemde schroeven kumen een “self-drilling” schroef en/of een ”self-tapping” sohroef zijn.
Bijkomend is eike doorgang 4 voorzien van drie of meer uitsparingen 7 in de binnenwand 5, waarbij de uitsparingen + voorzien zijn van een uitsparingswand 8 bevattende minstens twee delen, respectievelijk bovenste deel 8a en een onderste deel 8b;
Het bovenste deel Ba is conische vernauwend uitgevoerd van de bovenzijde 3 naar de onderzijde 2 toe, waarbij bovenste
V deel 8a éénzelfde hellingsgraad ten opzichte van de onderzijde 2 bevat.
De hellingsgraad van het bovenste deel Sa wordt beraald 5 door de hoek B die gevormd wordt door de uitsparingswand 8 van het bovenste deei Ba en de onderzijde 2 van de botfixatieplaat 1.
Het onderste deel 88 is voorzien van één hellingsgraad ten opzichte van de onderzijde 2 van de botfixatieplaat 1, waarbij de hellingsgraad van het onderste deel 8b groter is dan de hellingsgraad van het bovenste deel Ba.
De hellingsgraad van het onderste deel 8b wordt bepaald 13 door de hoek © die gevormd wordt door de uitsparingswand 8 van het onderste deel 85 en de onderzijde 2 van de botfixatieplaat 1.
Bij voorkeur komen de binnenwand 5 en de uitsparingswand 8 van de uitsparingen 7 te liggen op eenzelfde omtrek op cenzelide afstand D van de onderzijde 2,
De binnenwand 5 en de uitsparingswand 8 vormen hierbij bij voorkeur éénzelfde opening op de voornoemde zelide afstand
D van de onderzijde 2,
Deze opening wordt cij voorkeur gevormd door de bovengenoemde omtrek en is bij voorkeur cirkelvormig.
De voornoemde opening vormt de nauwste opening in de doorgang 4 van de botfixatieplaat 1,
3 BE2022/5240
Deze nauwste opening ligt een in een vlak evenwijdig met de onderzijde 2 en/of de bovenzijde 3 van de borfixaetieplaat 1. in een voorkeurdragende uitvoeringsvorm sluit het bovenste deel ga en het onderste deel Sb van de uitsparingswand € van de uitsparingen 7 op elkaar aan ter vorming Van een aansluitingsrand 3.
De voorncemde opening wordt bij voorkeur gevormd door deze aansiuitinosrand 9.
Bij voorkeur verandert de hellingsgraad van het onderste deel 8b van de uitsparingswand Ÿ vanaf de aansluitingsrand 9 tot de onderzijde 2 van de botfixatieplaat 1.
De hoek C die gedefinieerd wordt door het onderste deel 8b van de uitsparingswand 8 ten opzichte van de onderzijde 2 van de botfixatieplaat 1 is in dit geval groter dan de hoek
B die gedefinieerd wordt door het bovenste deel Ba van de uitsparingswand B en de onderzijde 2 van de botfixatieplaat 1.
In een alternatieve uitvoeringsvorm staat het onderste deel
Eb van de uitsparingswand & van de uitsparing 7 haaks op de onderzijde 2 van de botfixatieplaat 1.
In dit geval kan de doorsnede van de opening ter hoogte van de aansluitingsrand % groter zijn als de doorsnede van de doorgaeng 4 in de onderzijde 2 van de botfixatieplaat 1.
16 BE2022/5240
In het geval dat de doorgang 4 in de onderzijde 2 van de botfixatieplaat 1 cirkelvormig is en de opening ter hoogte van de aansluitingsrand 9 cok cirkelvormig is dan is de doorgang 4 in de onderzijde 2 van de botfixatieplaat 1 en de opening ter hoogte van de aansluitingsrand 93 dezelfde diameter. in nog een alternatieve uitvoeringsvorm is het onderste deel van de uitsparingswand van de uitsparing conisch verwijdend uitgevoerd en dit bij voorkeur vanaf de aansluitingsrand tot de onderzijde van de botfixatieplaat
L.
Hierbij kan de doorsnede van de opening ter hoogte van de aansiuitingsrand 9 kleiner zijn als de doorsnede van de doorgang in de onderzijde van de botfixatieplaat.
Bij voorkeur bevinden de uitsparingen 7 van één doorgang 4 zich onderling op eenzelfde afstand van elkaar.
De voornoemde opening bevat bij voorkeur een diameter die iets groter is dan de diameter van de nagel van de schroef die erin aangebracht wordt of is, zodanig dat een chirurg meer bewegingsvrijheid heeft bij het plaatsen van de schroef in de betreffende doorgang 4 dan in het ceval de diameter van de opening gelijk is aan die van de nagel van de schroef die erin aangebracht wordt of is,
4 BE2022/5240
De voornoemde botfixatieplaat 1 en de schroef die erin aangebracht wordt zijn bij voorkeur vervaardigd uit één of meer metalen of legeringen.
Meer bepaaid zijn zowel de botfixatieplaat 1 als de schroef vervaardigd uit dezelfde metaalsoort of dezelfde legering.
De botfixatieplaat 1 is bij voorkeur geanodiseerd zodanig dat de kans op cold welding na het aanbrengen van de 12 schroeven in de botfixatieplaat 1 sterk gereduceerd is.
Bijkomend is het mogelijk dat de volledige binnenwand 5 van minstens één doorgang 4 van de bovenzijde 3 tot de onderzijde 2 voorzien is van schroefdraad €.
Alternatief is het ook mogelijk dat enkel één gedeelte van de pinnenwand 5 van minstens één doorgang 4 voorzien is van schroefdraad 6.
Dit voorncemde gedeelte van de binnenwand 5 kan zowel het bovenste gedeelte als het onderste gedeelte als het middelste gedeelte van de binnenwand 5 zijn.
Cok is het niet noodzakelijk volgens de uitvinding dat elke binnenwand 5 van elke doorgang 4 volledig of gedeeltelijk voorzien is van schroefdraad 6.
Bijkomend is het ook mogelijk dat de ene binnenwand 5 van één doorgang & voorzien is van schroefdraad & in het bovenste gedeelte terwijl een andere binnenwand 5 voorzien is van schroefdraad 6 in het onderste gedeelte en eventueel
15 BE2022/5240 nog een andere binnenwand 5 bijvoorbeeld volledig voorzien is van schroefdraad 6,
Daarnaast is het ook mogelijk dat de doorgangen 4 van één botfixatieplaat 1 onderling verschillen in schroefdraad 6 op nun binnenwand 5.
De kleinste omtrek en/of de diameter van de doorgang 4 in de onderzijde 2 van de NDotfixatienlaat 1 kan dezelfde
Ll afmetingen bevatten als de omtrek en/of de diameter van de aansluitingsrand S en/of opening.
Daarnaast is het ook mogelijk dat de omtrek en/of diameter van de doorgang 4 aan de onderzijde 2 van de botfixatieplaat 1 groter is dan de omtrek en/of diameter van de aansluitingsrand 9 en/cf opening.
In dit geval is het mogelijk dat de omtrek en/of diameter van de doorgang 4 aan de onderziide 2 van de botfixatieplaat 1 kleiner is dan de omtrek en/of diameter van de kop van de schroef die erin aangebracht wordt of is.
Echter is het ook mogelijk dat de omtrek en/of diameter van de doorgang 4 aan de onderzijde 2 van de botfixatieplaat 1 iets groter is dan de omtrek en/cf diameter van de kop van de schroeft die erin aangebracht wordt of is, zolang dat de omtrek en/of diameter van de aansluitingsrand 3 en/of opening kleiner is als de kop van schroef die erin aangebracht wordt of is,
13 BE2022/5240
Een voordeel van de aansluitingsrand 3 is dat een chirurg de schroef minder makkelijk doorheen de botfixatieplaat 1 kan boren omdat de uitsparingen 7 cok bijdragen aan de ondersteuning en het doorschroeven of doorboren helpen
Legen te gaan, : Anderzijds biedt dit ook als voordeel dat de schroef die erin aangebracht wordt geenguleerd kan worden onder een hoek waardoor de chirurg meer bewegingsvrijheid heeft.
In specifieke gevallen kan een botfixatiepliaat 1 volgens de uitvinding een aantal doorgangen 4 bevatten, waarbij de binnenwand van minstens één doorgang 4 minstens één uitsparing 7 bevat.
In dit geval bevat zuike uitsparing 7 bij voorkeur twee delen, respectievelijk een onderste gedeelte en een bovenste gedeelte, welke delen bij voorkeur op elkaar aansluiten in een aansluitingsrand S.
Deze —aansluitingsrand 3 biedt extra steun aan de botfixatieplaat 1 om de kans op het doorschrceven of doorboren van de botfixatieplaat 1 te verminderen,
Ter hoogte van de aansluitingsrand 9 kan de botfixatieplaat
L dus extra materiaal en/of massa bevatten zodat er ter noogte van de aansluitingsrand 9 meer stabiliteit is van de botfizatiepiaat 1 en de kans op het dcorschroeven of doorboren van de botfixatieplaat 1 kleiner is.
14 BE2022/5240
Zuike uitsparingen 7 kunnen ook voorzien zijn van schroefdraad 6, Echter is dit niet noodzakelijk, zo is de uitsparingswand van de uitsparingen 7 bij voorkeur niet voorzien van schroefdraad 6.
Meer bepaald, is het bovenste deel van de uitsparingen 7 bij voorkeur vrij van schroefdraad 6. Het is echter niet uitgesloten dat de uitsparingswand & bijvoorbeeld glad of ruw is. 19
In feite komt het erop neer dat de uitvinding een botfizatieplaat 1 betreït die voorzien is van minstens één doorgang 4, wearvan de binnenwand 5 voorzien is van schroefdraad 6. De voornoemde binnenwand S is hier en daar voorzien van een uitsparing. Zulke uitsparing 7 wordt ook wel een “cut-cut” genoemd,
De uitvinding bestaat erin dat minstens één uitsparing in de doorgang 4 tussen de bovenzijde 3 en de onderzijde 2 van de botrfixatieplaat 1 de binnenwand van de doorgang 4 nadert of ermee aansluit,
Dat aansluiten kan zich aan de onderzijde 2 van de botfixatieplaat 1 bevinden, maar ook bijvoorbeeld iets er boven in de richting van de bovenzijde 3.
Het doel van de uitvinding is om te voorkomen dat de schroef die in de doorgang 4 aangebracht wordt te weinig weerstand ondervindt bij het inboren ervan omdat door het wegnemen van delen uit de binnenwand 5 van dcorgang 4 er
15 BE2022/5240 minder materiaal overblijft in de binnenwand 5 en het ongewenst doorboren van de botfixatieplaat 1 een verhoogde kans kent. { > Dus door minstens éên uitsparing 7 tussen de bovenzijde 3 { en de onderzijde 2 van de botfixatiecilaat 1 te doen verdwijnen of quasi te doen verdwijnen, zal de schroef of de kop van de schroef minder gemakkelijk doorheen de botfixatieplaat 1 geboord worden.
Het is duidelijk dat met het wegnemen van delen uit de binnenwand 5, de uitsparingen 7 in de binnenwand 5 bedoeld worden.
Met andere woorden, de uitvinding bevat sen botfixatiepliaat
Ll die bedoeld is om bevestigd te worden aan het bot van een patiënt bij een botbreuk,
Hiertoe is de botfixatieplaat 1 voorzien van minstens één doorgang 4 die zich uitstrekt van de bovenzijde 3 tot de onderzijde 2 van de botfixatieplaat 1.
De pinnenwand 5 van de doorgang 4 bevat schroefdraad 6. De voorncemde binnenwand 5 bevat hier en daar onderbrekingen om de schroef die in de doorgang geplaatst wordt kantelmogelijkheden te geven,
Het is duidelijk dat met de onderbrekingen, de voornoemde uitsparingen 7 bedoeld worden. 39 Het is gekend dat zulke onderbrekingen de stabiliteit van de botfixatieplaat 1 verlagen en de kans op het doorboren
16 BE2022/5240 of doorschroeven van de botfizatieplaat 1 verhogen. Des te meer onderbrekingen een doorgang bevat des te hoger de kans op het doorschroeven van de hotfixatieplaat 1 en hoe minder stabiel een schroef in de botfixatieplaat 1 bevestigd is of kan worden.
Hiertoe bevat de botfixatieplaat 1 volgens de uitvinding minstens één doorgang 4 met minstens één uitsparing 7 af onderbreking die van de bovenzijde 3 naar de onderzijde 2 toe vernauwend is uitgevoerd en ergens lokaal Lussen de covenzijde 3 en de onderzijde 2 verdwijnt of quasi verdwijnt, zodanig dat er lokaal in de doorgang 4 geen onderbreking of uitsparing 7 in de binnenwand 5 van de doorgang 4 aanwezig is.
Dikte E van de voornoemde botfixatieplaat 1 kan variëren en is afhankelijk van de patiënt en/of het soort bot en/of de locarie van de fractuur,
Bij voorkeur bevat de botfixatieplaat 1 een dikte E tussen 1,4 millimeter {mm} en 4 mm, liever nog tussen 1,6 mm en 3,5 mm en liefst tussen 1,8 mm en 3 mm.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch een botfixatienlaat volgens de uitvinding kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding Le treden,

Claims (5)

17 BE2022/5240 Conclusies,
1.- Botfixatieplaat {1} voor het toepassen op een bot van een patient, waarbij de botfixatieplaat {1} voorzien is van een onderzijde (2) die in geplaatste toestand gericht is naar het betreffende bot van de patiënt en een daaraan tegenoveriiggende Lovenzijde {3} en van minstens één doorgang {4} die zich uitstrekt van de bovenzijde (3) tot de onderzijde {2} van de botfixatieplaat {1}, daardoor gekenmerkt dat de minstens één doorgang (4) voorzien is van sen binnenwand (5), waarbij de binnenwand (5) vernauwend van de bovenzijde (33) naar de onderzijde {2} toe is : uitgevoerd en waarbij de hoek (A) van de binnenwand {5})60 tot 80 graden ten opzichte van de onderzijde (2) van de botfixatiepiaat {1} bedraagt, welke binnenwand (5) minstens deels voorzien is van schroefdraad (6), en waarbij de minstens één doorgang {4} drie of meer uitsparingen (7) pevat in de binnenwand (5), welke uitsparingen {7} voorzien zijn van een uitsparingswand {8} bevattende minstens twee delen, respectievelijk een bovenste deel (Ba) en een onderste deel {Sb}, waarbij het bovenste deel (Sa) vernauvend is uitgevoerd van de bovenzijde {3} naar de onderzijde {2} toe, welk bovenste deel (Ba) een constante hellingsgraad ten opzichte van de onderzijde (2} bevat en waarbij het onderste deel {8h} aen grotere hellingsgraadbevat ten opzichte van de onderzijde {2} van de botfixatieplaat {1} dan het bovenste deel {3}. ze Botfixatiepiaat volgens conclusie is daardoor gekenmerkt dat de binnenwand (5) en de uitsparinoswand {8}
18 BE2022/5240 van de uitsparingen {7) op eenzelfde afstand van de onderzijde (2) samenkomen en er een opening definiëren.
3." Botfizetieplaat volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat het bovenste deel (Ba) en het onderste deel {8b} van de uitsparingswand {8} van de uitsparingen {7} op elkaar zansiuiten ter vorming van een aansluitingsrand {9}.
à. Botfixatieplaat volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat de binnenwand {53 samenkomt met het aansluitingsrand (9) en de opening in de doorgang {4} definieert,
5. Botfixatieplaat volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het onderste deel (85) van de uitsparingswand (&} van de uitsparingen (7) haaks staat op de onderzijde {2} van de botfixatieplaat {1}.
B.- Botfixatiepliaat volgens ééri van de voorgaande conclusies 1 tot 4, daardoor gekenmerkt dat het onderste deel {8b} van de uitsparingswand {8} van de uitsparingen (7) conisch verwijdend is uitgevoerd in de richting van de onderzijde (2) van de botfizatieplaat {1}.
BE20225240A 2022-03-31 2022-03-31 Botfixatieplaat BE1030403B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20225240A BE1030403B1 (nl) 2022-03-31 2022-03-31 Botfixatieplaat

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20225240A BE1030403B1 (nl) 2022-03-31 2022-03-31 Botfixatieplaat

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1030403A1 BE1030403A1 (nl) 2023-10-24
BE1030403B1 true BE1030403B1 (nl) 2023-10-30

Family

ID=81306747

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20225240A BE1030403B1 (nl) 2022-03-31 2022-03-31 Botfixatieplaat

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1030403B1 (nl)

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20080140130A1 (en) * 2004-01-26 2008-06-12 Chan Jason S Highly-versatile variable-angle bone plate system
US20100312286A1 (en) * 2007-10-30 2010-12-09 Dell Oca Alberto A Fernandez Variable Angle Locked Bone Plate
US20180064479A1 (en) * 2016-09-08 2018-03-08 DePuy Synthes Products, Inc. Variable Angle Bone Plate
US20190290338A1 (en) * 2018-03-20 2019-09-26 DePuy Synthes Products, Inc. Bone plate with form-fitting variable-angle locking hole
US20190298426A1 (en) * 2018-03-29 2019-10-03 DePuy Synthes Products, Inc. Locking Structures For Affixing Bone Anchors To A Bone Plate, And Related Systems And Methods

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20080140130A1 (en) * 2004-01-26 2008-06-12 Chan Jason S Highly-versatile variable-angle bone plate system
US20100312286A1 (en) * 2007-10-30 2010-12-09 Dell Oca Alberto A Fernandez Variable Angle Locked Bone Plate
US20180064479A1 (en) * 2016-09-08 2018-03-08 DePuy Synthes Products, Inc. Variable Angle Bone Plate
US20190290338A1 (en) * 2018-03-20 2019-09-26 DePuy Synthes Products, Inc. Bone plate with form-fitting variable-angle locking hole
US20190298426A1 (en) * 2018-03-29 2019-10-03 DePuy Synthes Products, Inc. Locking Structures For Affixing Bone Anchors To A Bone Plate, And Related Systems And Methods

Also Published As

Publication number Publication date
BE1030403A1 (nl) 2023-10-24

Similar Documents

Publication Publication Date Title
AU2006306120B2 (en) Bone fastening assembly and bushing and screw for use therewith
US7674279B2 (en) Bone plate
JP3958210B2 (ja) テーパ固定式の調節可能な連結器
KR101711003B1 (ko) 원위 요골 골절용 플레이팅 구조
US9089376B2 (en) Combination holder/impactor and bone plate for fracture fixation
JP4979712B2 (ja) 骨板および固定化システム
US5709686A (en) Bone plate
EP2147647B1 (en) Bone plate with fixation device
US5476462A (en) Spinal implant system
US6001099A (en) Bone plate with varying rigidity
DE60119890T2 (de) Handfixierungsvorrichtung
EP3701894A1 (en) Bone plates and associated screws
JP4976088B2 (ja) 体内埋込具
DE69838856T2 (de) Platte für die vordere Halswirbelsäule mit Fixierungssystem für eine Schraube
AU2004245023B2 (en) Bone plate
HUE027127T2 (en) Particularly versatile, variable-position bone plate system
JPH07505562A (ja) 板式骨接合術のための逆締付円板
EP0921766A1 (de) Vorrichtung für die knochenchirurgie
BE1030403B1 (nl) Botfixatieplaat
EP2702955A1 (en) Contoured bone plate for fracture fixation having hook members and holder/impactor for same
BE1030412B1 (nl) Botfixatieplaat
Taha et al. ORION anterior cervical plate system
AU2015336928B2 (en) A bone fixation system and a plate therefor
US20210145493A1 (en) Screw with a variable locking angle and a corresponding locking system
RU148453U1 (ru) Устройство для накостного остеосинтеза с угловой стабильностью

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20231030